1.26.2014

'de lonen moeten omhoog'

'het loonkostendebat', ik weet niet hoe het met jullie zit, kameraden en vrienden, maar mij komt het mijn oren uit. Tribune, een maandblad van de Nederlandse SP, bevatte vorige maand een zeer lezenswaardig artikel over dit onderwerp. Basisstelling van dit artikel, zonder loonsverhogingen voor de werknemers gaat de economie stijl de dieperik in.



Steeds meer economen en politici zeggen het nu hardop:
de lonen moeten omhoog. Alleen dan kunnen de enorme werkloosheid, de nood bij huishoudens en bedrijven en de malaise in Zuid-Europese landen effectief bestreden worden. Het kabinet blijft echter inzetten op bezuinigingen en lastenverzwaringen.

Het lijkt wel: geen gezeik, iedereen rijk.


Werknemers stellen looneisen, vakbonden willen meer koopkracht, steeds meer economen willen van de loonmatiging af. Heel verleidelijk om dan te zeggen: leuk, maar het kan nu eenmaal niet. Maar wat als alle signalen erop beginnen te wijzen dat het niet ánders kan? Dat de Europese economie, ja zelfs de euro, enkel te redden is met hogere lonen?
Iedereen weet dat de economie gaat haperen als de mensen minder geld uitgeven. Als alles duurder wordt – de huur, de zorgpremie, kinderopvang, hypotheekaflossing, et cetera – blijven de binnenlandse bestedingen achter.

Geert Reuten, SP-senator en econoom, wijst erop dat de consumptie van Nederlandse huishoudens momenteel 7 procent lager ligt dan in 2008; bedrijven investeren bruto zelfs 23 procent minder dan vijf jaar geleden. ‘Het bruto binnenlands product (bbp) en de werkgelegenheidsgroei van Nederland blijven sterk achter bij die van ons omringende EU-landen. Het huidige kabinet levert dus een onderprestatie’, zegt Reuten. Interessant is dat ons land wél heel goed presteert op het gebied van de export. Nederland staat mondiaal gezien qua import/ export-saldo – gemeten naar absolute exportvolumes – op plaats zeven; China en Duitsland zijn de koplopers. Uitgedrukt als percentage van het bbp bedraagt het Nederlandse overschot op de betalingsbalans meer dan 10 procent. We exporteren ruim 60 miljard euro meer dan we importeren. Nederland en Duitsland zijn de exportkampioenen van Europa. ‘De Zuid-Europese EU-landen hadden jarenlang betalingsbalanstekorten die vergelijkbaar zijn met de overschotten hier’, licht Geert Reuten toe. ‘Landen als Portugal, Griekenland en Spanje proberen dat nu in te halen door de lonen te verlagen. Beter is echter dat hiér de lonen omhoog gaan.

Het effect daarvan is dat hier de binnenlandse bestedingen omhoog gaan en dat de Zuid-Europese landen minder importeren. Loonsverhoging brengt dus evenwicht op de betalingsbalans.’ Kortom: de bestedingen in de EU moeten volgens Reuten een impuls krijgen door de landen die qua import/export-balans een stootje kunnen hebben. Dat ‘stootje’ komt dan ten goede aan de binnenlandse bestedingen. Loonstijging in met name Nederland en Duitsland is daartoe de aangewezen weg, aldus de SP’er.

Oneerlijke concurrentie’


Reuten staat daarmee niet alleen. Vorige maand maakte de Europese Commissie bekend dat ze een probleem heeft met de Duitse exportcijfers. Brussel vindt het overschot op de Duitse betalingsbalans bedreigend voor de stabiliteit in de eurozone. Bedrijven in Zuid-Europese landen moeten op de binnenlandse markt keihard concurreren met de Duitsers. En omdat ze dat veelal verliezen, kampen die landen met bedrijfssluitingen en oplopende werkloosheid. Het importoverschot in Zuid-Europa wordt bovendien gefinancierd door weer nieuwe schulden aan te gaan, zo waarschuwen tal van economen. En zo ontstaat in landen als Griekenland, Cyprus en Spanje een neergaande spiraal die niet te stoppen lijkt. Tenzij de lonen in Duitsland omhoog gaan. Herhaaldelijk roept Brussel de Duitse politiek op om eindelijk een wettelijk minimumloon in te voeren, opdat de binnenlandse consumptie en investeringen in andere EU-landen op gang kunnen komen. Uit Frankrijk komen vergelijkbare geluiden. In oktober nog klaagde de Franse minister van Industrie Arnaud Montebourg over ‘oneerlijke concurrentie’ uit Duitsland door het ontbreken van een minimumloon. De Europese Commissie neemt het Duitse exportoverschot momenteel onder de loep en kan onze oosterburen een miljardenboete opleggen. Volgens Geert Reuten is het zeker niet uitgesloten dat ook Nederland in het vizier van Brussel komt. Het Duitse exportoverschot bedraagt immers ‘slechts’ circa 7 procent, Nederland zit op 10 procent.

Arbeidsflexibilisering bedreigt innovatie


Prof. dr. Alfred Kleinknecht nam als hoogleraar Economie en Innovatie vorige maand afscheid van de TU Delft. Minder druk lijkt hij het daardoor niet te hebben, want juist nu lijken media en uiteenlopende onderzoeksinstituten geïnteresseerder dan ooit in zijn visie op zaken als loonpolitiek en arbeidsmarkt. Kleinknecht, die doceerde aan de universiteiten van Rome, Maastricht, Parijs, Amsterdam en Delft en ook diverse gastcolleges economie aan SP-kaderleden gaf, stelde lang geleden al dat flexibele en dus goedkope arbeidskrachten geen economische voordelen voor bedrijven opleveren. ‘Loonmatiging en flexibilisering van arbeidsverhoudingen (bijvoorbeeld versoepeling van het ontslagrecht –red.) werken contraproductief als het gaat om innovatie’, zegt Kleinknecht. Hetgeen opmerkelijk is, want juist innovatie geldt tegenwoordig als toverwoord voor economische groei. Hoe verhoudt zich dat dan met het huidige woud aan flexcontracten, uitzendconstructies, nulurenregelingen en Duitse ‘één-euro-Jobs’? Niet, zegt professor Kleinknecht: ‘Loonmatiging en flexibel werk leiden aantoonbaar tot minder groei van de arbeidsproductiviteit. Nederland doet al meer dan dertig jaar keer op keer aan loonmatiging. Werkgevers zagen daardoor geen voordeel in de verhoging van de arbeidsproductiviteit; de nadruk lag op goedkope arbeid.’ Het gevolg daarvan is dat ingeboet wordt op concurrerend vermogen én dat de betrokkenheid van werknemers bij hun werk en de werkgever daalde. Immers: wat kan jou het allemaal schelen als je toch binnen afzienbare tijd ergens anders werkt of weer op straat staat? ‘En dat ontmoedigt bedrijven dan weer om te investeren in de kennis van mensen’, redeneert Kleinknecht. De roep om meer loon ondersteunt hij echter ook om andere redenen. ‘Loonsverhoging is zo’n beetje de enige manier nog om het huidige binnenlandse koopkrachtgebrek op te krikken. Daarnaast is dit het aangewezen middel om de import/exportverhouding in Europa in balans te krijgen omwille van de samenhang in de eurozone. Het vergroot ook de kans dat Nederlandse en Duitse pensioenfondsen, banken en verzekeraars het geld dat ze aan Zuid-Europese landen hebben uitgeleend ooit weer terugkrijgen.’

Deflatie het grootste gevaar’


Een veelgehoord argument tegen loonsverhoging is inflatie. Het idee daarbij is dat loonsverhoging zal leiden tot prijsverhogingen, omdat er bij gelijkblijvende productie krapte op de markt ontstaat. Echter: in de EU bedraagt het inflatiecijfer momenteel slechts 0,7 procent, terwijl over het algemeen 2 procent als gezond beschouwd wordt. ‘Het gevaar is momenteel niet inflatie, maar het omgekeerde: deflatie’, waarschuwt Geert Reuten. Langdurig dalende prijzen bedreigen volgens hem de Europese economie meer dan stijgende. ‘Als de prijzen dalen, wachten ondernemers in de regel met investeren omdat ze hopen dat het volgend jaar nóg goedkoper wordt. Hetzelfde geldt voor consumenten die duurzame goederen willen kopen, maar dat nog even uitstellen. Ik zei al: loonstijging stimuleert de binnenlandse bestedingen en brengt evenwicht op de betalingsbalans. Daarnaast helpt het dus ook bij het afwenden van deflatiedreiging, in het bijzonder voor de zuidelijke eurolanden.’ De SP-senator vervolgt: ‘Nu kan het kabinet zeggen: wij gaan niet over de lonen. Maar als polderoverleg de loonstijging niet in gang zet, dan is het nu een uitstekend moment om de 1.000 euro die Rutte vorig jaar in verkiezingstijd aan iedereen die werkt heeft beloofd (1.000 euro belastingverlaging via de arbeidskorting –red.) van stal te halen. Dat kan betaald worden door een eenmalige verhoging van de vermogensbelasting op financieel en ander beleggingsvermogen. Als die 1000 euro aan ieder huishouden toekomt, levert dat een economische impuls op van 7,5 miljard euro. Plus dat het helpt om de dreigende deflatie af te wenden.’


Kies voor innovatie


Alles draait dus om het helpen aanjagen van de Europese economie door overheden. En dat is lastiger dan vroeger, omdat afzonderlijke landen sinds de invoering van de euro als eenheidsmunt niet meer aan de eigen monetaire knoppen kunnen draaien. Want die bestaan niet meer. Om toch iets tegenover de lage economische groei en de lage inflatie te zetten verlaagde de Europese Centrale bank (ECB) vorige maand de rente tot een historisch lage stand van 0,25 procent. Zo kunnen banken goedkoper lenen bij de ECB en op hun beurt weer goedkoper geld lenen aan bedrijven en consumenten. Hoopt men. ‘Niet verkeerd,’ zegt Reuten, ‘maar waarschijnlijk onvoldoende. De bestedingen in de EU zullen toch echt aangezwengeld moeten worden door de landen met een betalingsbalansoverschot.’ Eveneens vorige maand presenteerde de Europese Commissie haar zogenaamde groeistrategie voor de EU. Weliswaar stelt ze daarin, dat de rijkere lidstaten nu meer moeten doen om de binnenlandse vraag te stimuleren. ‘Maar daarvoor moet je overheden natuurlijk wel meer ruimte geven om te investeren en af te zien van lastenverzwaringen. Alleen dan herstel je het vertrouwen van consumenten en bedrijven. Deze boodschap is dan ook volstrekt ongeloofwaardig’, zegt SP-Europarlementariër Dennis de Jong. Volgens hem gaat de Europese Commissie namelijk gewoon verder met het afbreken van sociale rechten en de verzorgingsstaat en het schaden van de Europese economie.
Een keuze voor investeren in de economie, werkgelegenheid en innovatie wordt niet gemaakt.’ Zo bezien lijkt het erop dat Brussels ‘groeistrategie’ prima past bij het Nederlandse kabinetsbeleid van bezuinigingen en lastenverzwaringen. SP-Tweede Kamerlid Harry van Bommel: ‘De economische coördinatie vanuit de Europese Commissie is dan ook vooral het voorschrijven en ondersteunen van neoliberaal beleid in de lidstaten. Het heeft weinig te maken met grensoverschrijdende economische samenwerking. Een koerswijziging zal dan ook vanuit de lidstaten moeten worden afgedwongen.’ Intussen lijkt er sprake te zijn van een lichtpuntje. Tijdens de Duitse coalitieonderhandelingen in Berlijn zijn de beoogde regeringspartijen CDU / CSU en SPD het eens geworden over de invoering van het wettelijk minimumloon.

Geen opmerkingen: