6.29.2012

socialism 2.0

Peter Mertens werd deze week geïnterviewd door Russia Today over de Engelse vertaling van 'Hoe Durven Ze!'. Buiten het feit dat Peter hilarisch Antwerps-Engels spreekt is het een zeer bekijkenswaardig filmpje.


'Capitalism to be replaced with Socialism 2.0'



Wie het boek nog niet gelezen zou als de weerlicht naar de plaatselijk boekhandel of bibliotheek moeten lopen.

6.27.2012

De Arabische revoluties – een jaar later

Het tijdschrift Marxistische Studies brengt deze maand volgend lezenswaardige stuk van Samir Amin. Hij maakt een zeker bilan op van de Arabische Lente en gaat dieper in op de situatie in Egypte, Tunesië, Algerije en Syrië.



De verkiezingsoverwinning van de politieke Islam in Egypte en Tunesië


De verkiezingsoverwinning van de Moslimbroeders en de salafisten in Egypte (januari 2012) was nauwelijks een verrassing. De kapitalistische mondialisering heeft de levensomstandigheden van de bevolking verslechterd, wat leidde tot een opmerkelijke toename van de zogenoemde “informele” activiteiten. In Egypte voorziet meer dan de helft van de bevolking (volgens de statistieken 60 %) op die manier in haar levensonderhoud. De Moslimbroeders zijn zeer goed geplaatst om van deze verslechtering te profiteren en ze tot in het oneindige te reproduceren. Hun eenvoudige ideologie legitimeert deze primitieve markteconomie – ook bazaareconomie genoemd. De Golfstaten stellen hen fabelachtige financiële middelen ter beschikking, die ze kunnen omzetten in doeltreffende actiemiddelen: financiële voorschotten voor de informele economie, liefdadigheid en bijstand (gezondheidscentra en andere).


Dat is de manier waarop de Broeders zich in de reële maatschappij inplanten en haar van hen afhankelijk maken. Dat zou een stuk moeilijker zijn geweest als het niet zo perfect had ingespeeld op de doelstellingen van de Golfstaten, Washington en Israël. Deze drie intieme bondgenoten delen dezelfde bekommernis: het herstel van Egypte doen mislukken. Want een sterk Egypte, een Egypte dat zich heeft opgericht uit de ellende, zou het einde betekenen van de drievoudige overheersing van de Golfstaten (de onderwerping aan het discours van islamisering van de maatschappij), van de VS (een in ellende weggezonken Egypte onder leiding van een compradoreburgerij) en van Israël (een machteloos Egypte dat laat begaan in Palestina).


De geplande mislukking van de “Egyptische revolutie” zou bijgevolg een garantie zijn voor de continuïteit van het systeem dat Sadat had ingesteld en dat berust op het bondgenootschap tussen de legerleiding en de politieke islam. Toch kan een herziening van de verdeling van de voordelen van dit bondgenootschap in het voordeel van de Broeders moeilijker lijken dan gedacht.


De Grondwettelijke Vergadering die na de verkiezingen van oktober 2011 in Tunesië werd ingesteld, zal gedomineerd worden door een rechts blok, bestaande uit de islamitische partij Ennahda en talrijke reactionaire kaders die banden hadden met Ben Ali, nog steeds op post zijn en onder de naam bourguibisten in de “nieuwe partijen” zijn geïnfiltreerd! Beide fracties zweren onvoorwaardelijke trouw aan de “markteconomie” zoals ze vandaag bestaat, dat wil zeggen aan een afhankelijk en ondergeschikt kapitalistisch systeem. Frankrijk en de VS vragen niet beter: “Alles veranderen zodat er niets verandert.”


En toch staan er twee belangrijke veranderingen op de agenda. Positief: een politieke maar geen sociale democratie (dat wil zeggen een “democratie met zwakke intensiteit”) die afwijkende meningen zal tolereren, beter de “mensenrechten” zal respecteren en een einde zal maken aan de politieterreur van het voormalige regime. Negatief: de vrouwenrechten zullen er hoogstwaarschijnlijk op achteruit gaan. Met andere woorden: een terugkeer naar het islamitisch gekleurd meerpartijen-bourguibisme. Het plan van de Westerse mogendheden, dat berust op het reactionaire blok van de compradoreburgerij, zal een einde maken aan deze overgang die sowieso “van korte duur” moest zijn (wat de beweging heeft aanvaard zonder de gevolgen in te schatten) opdat de sociale strijd geen tijd zou krijgen om zich te organiseren en de burgerij zichzelf exclusieve “legitimiteit” kon verlenen door “correcte” verkiezingen te organiseren. De Tunesische beweging betoonde maar weinig interesse voor het “economisch beleid” van het gevallen regime; ze concentreerde haar kritiek op de “corruptie” van de president en zijn familie. Vele, zelfs linkse opstandelingen, stelden de fundamentele oriëntaties van het ontwikkelingsmodel van Bourguiba en Ben Ali niet in vraag. De uitkomst was dus voorspelbaar.


Identieke oorzaken leiden soms tot identieke gevolgen. Wat zullen de volksmassa’s in Egypte en Tunesië denken en doen als ze vaststellen dat hun sociale situatie onverbiddelijk blijft achteruitgaan? Als de werkloosheid en de precaire contracten blijven toenemen? Als ze ook nog krijgen af te rekenen met de gevolgen van de algemene crisis van de kapitalistische mondialisering? Het is nog te vroeg om hier een antwoord op te geven. Maar je kunt niet blijven ontkennen dat enkel een snelle kristallisatie van radicaal links, die veel verder gaat dan de eis voor correcte verkiezingen, ervoor kan zorgen dat de strijd voor veranderingen die deze naam waardig zijn, snel weer wordt opgepakt. Radicaal links moet in staat zijn een democratiseringsstrategie voor de maatschappij uit te werken die veel verder gaat dan correcte verkiezingen. Ze moet deze democratisering verbinden met sociale vooruitgang. Dat betekent dat het huidige ontwikkelingsmodel moet worden opgegeven en radicaal links haar initiatieven verder moet uitdiepen door zich echt anti-imperialistisch en onafhankelijk van het buitenland op te stellen. Het zijn niet de imperialistische monopolies en hun internationale dienstknechten (de Wereldbank, het Internationaal Muntfonds, de Wereldhandelsorganisatie) die de landen uit het Zuiden een helpende hand zullen toesteken om uit het slop te geraken; alleen door zich te richten op nieuwe partners uit het Zuiden zal dit minder moeilijk worden.


Deze fundamentele kwesties beroeren geen enkele van de grote politieke actoren. Het lijkt wel alsof het uiteindelijke doel van “de revolutie” snelle verkiezingen was. Alsof de exclusieve bron van legitimiteit van de macht in de stemhokjes lag. Maar er is nog een andere legitimiteit, een superieure legitimiteit: de legitimiteit van de strijd. Deze twee vormen van legitimiteit zullen in de toekomst stevig met elkaar in aanvaring komen.


Zijn in Algerije hervormingen van binnenuit mogelijk?


Algerije en Egypte waren in de Arabische wereld de twee voortrekkers van het eerste “ontwaken van het Zuiden” in het tijdperk van de Bandungconferentie, van de niet-gebonden landen en van het groeiende besef van de nationale postkoloniale identiteit. Dat ging gepaard met belangrijke authentieke en progressieve economische en sociale verwezenlijkingen, die een mooie toekomst in het verschiet stelden. Beide landen zijn daarna vastgelopen om uiteindelijk terug te keren naar de stal van door het imperialisme gedomineerde landen en maatschappijen.


Het Algerijnse model bleek duidelijk duurzamer en dat kan verklaren waarom dit land beter in staat was zich te verzetten tegen de latere achteruitgang. Daardoor blijft de leidende klasse heterogeen en verdeeld: de enen koesteren nog nationale verzuchtingen, de anderen schikken zich in de onderwerping aan buitenlandse machten (en vaak zie je de twee tegenstrijdige kenmerken bij een en dezelfde persoon!). In Egypte daarentegen is de heersende klasse met Sadat en Moebarak volkomen verworden tot een compradoreburgerij zonder enige nationale verzuchting.


Er zijn twee belangrijke redenen voor dit verschil. De Algerijnse bevrijdingsoorlog heeft uiteraard een sociale en ideologische radicalisering teweeggebracht. In Egypte komt het nasserisme er daarentegen op het einde van de periode waarin, de door de revolutie van 1919 in het leven geroepen beweging een hoge vlucht neemt en in 1946 radicaliseert. De tweeslachtige staatsgreep van 1952 is dus een antwoord op de impasse waarin de beweging zich bevindt. Bovendien had de kolonisatie verwoestende klappen uitgedeeld aan de Algerijnse maatschappij. De maatschappij die ontstond na de herovering van de onafhankelijkheid, verschilde volkomen van die uit het prekoloniale tijdperk. Het was een volkse maatschappij geworden met een grote drang naar gelijkheid.


Dezelfde sterke verzuchting is nergens anders in de Arabische wereld terug te vinden, niet in de Maghreb en niet in de Mashrek. Het moderne Egypte daarentegen werd vanaf het begin (vanaf Mohamed Ali) opgebouwd door de aristocratie die geleidelijk evolueerde naar een “aristocratische burgerij” (of een “kapitalistische aristocratie”). Uit deze verschillen vloeit nog een ander belangrijk onderscheid voort over de toekomst van de politieke Islam. Zoals Hocine Belalloufi aantoont in La démocratie en Algérie: réforme ou révolution ? (verschijnt binnenkort) werd de Algerijnse politieke Islam (de FIS), nadat hij zijn afschuwelijk gezicht had onthuld, volledig buiten spel gezet. Dit betekent zeker niet dat deze kwestie voorgoed tot het verleden behoort. Maar het verschil met de situatie in Egypte is groot. Daar hebben we te maken met een stevige band tussen de macht van de compradoreburgerij en de politieke islam van de Moslimbroederschap.


Al die verschillen tussen beide landen maken verschillende antwoorden op de huidige uitdagingen mogelijk. Algerije lijkt me beter geplaatst (of althans minder slecht geplaatst) om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden, in elk geval op korte termijn. Economische, politieke en sociale hervormingen van binnenuit lijken mij in Algerije nog een kans te maken. Egypte daarentegen lijkt onherroepelijk te evolueren naar een verscherping van de tegenstelling tussen “de beweging” en het “antirevolutionaire” reactionaire blok.


Algerije en Egypte zijn treffende voorbeelden van maatschappijen die tot op vandaag niet bij machte zijn om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen. Zij zijn in de Arabische wereld ook de twee kandidaten om opgenomen te worden in de rangen van “opkomende” naties. Halen ze het niet, dan zal dat grotendeels te wijten zijn aan de leidende klassen en de huidige machtssystemen. Maar ook de maatschappij, haar intellectuelen en de militanten in de strijdbewegingen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid.


Is eenzelfde vreedzame democratische evolutie mogelijk in Marokko? Zolang het Marokkaanse volk aanhanger blijft van het archaïsche dogma dat de monarchie (van het goddelijke recht: amir el mouminine) niet scheidt van de natie, valt dit te betwijfelen. En dat is ongetwijfeld de reden waarom de Marokkanen niets begrijpen van de kwestie van de Westelijke Sahara: de trotse nomaden van de Sahara hebben een andere opvatting van de islam, die hun verbiedt te knielen voor iemand anders dan Allah, ook al is het een koning.


Het Syrische drama


Het regime van Bashar el Assad is nauwelijks beter dan een politiedictatuur die de onderwerping aan de eisen van het gemondialiseerde “liberalisme” escorteert. De opstand van het Syrische volk is dan ook volstrekt legitiem. Blijft nog de doelstelling van de drie bondgenoten: zowel de VS, Israël als Saoedi-Arabië willen de vernietiging van Syrië. Daarvoor mobiliseren ze de Moslimbroederschap en voorzien ze hen zelfs van wapens. Hun eventuele overwinning – met of zonder buitenlandse militaire interventie – zou het land doen ontploffen en de weg vrijmaken voor de uitmoording van alawieten, druzen en christenen. Niet dat ze daarvan wakker liggen. De doelstelling van Washington en zijn partners is niet Syrië te bevrijden van zijn dictator, maar het land ten gronde te richten; zoals ze net zomin Irak wilden bevrijden van Saddam Hoessein maar enkel het land wilden vernietigen.


De enige democratische oplossing zou moeten lopen via ernstige hervormingen ten voordele van de democratische volkskrachten die weigeren zich door de Moslimbroederschap te laten inpalmen. Als het regime niet in staat blijkt dit te begrijpen, zal niets het verdere verloop van het drama naar zijn catastrofale einde tegenhouden. Wel grappig hoe de sultan van Qatar en de koning van Saoedi-Arabië zich nu opwerpen als kampioenen van de vooruitgang van de democratie (bij de anderen, wel te verstaan). Wat een klucht!


De wereldstrategie van het imperialisme en de democratische kwestie


In mijn boek heb ik willen aantonen dat de depolitisering van doorslaggevend belang is geweest voor de verschijning van de politieke islam. Deze depolitisering is zeker niet specifiek voor het Egypte van Nasser. Ze was schering en inslag in alle nationale volksexperimenten vanaf het eerste ontwaken van het Zuiden en zelfs in de historische socialistische maatschappijen nadat de eerste fase van de revolutionaire opflakkering was uitgedoofd. De gemeenschappelijke noemer: de onderdrukking van de democratische praktijk (die ik niet beperk tot het organiseren van verkiezingen met meerdere partijen), dat wil zeggen de onderdrukking van afwijkende meningen en politieke stellingnames en de eventuele organisatie daarvan.


Om politisering mogelijk te maken is democratie noodzakelijk. En er is maar sprake van democratie wanneer de “tegenstanders” over vrijheid beschikken. In alle gevallen is de onderdrukking van de democratie, die dus aan de grondslag ligt van de depolitisering, verantwoordelijk voor de erop volgende catastrofe, of zich dat nu uit door een hang naar het verleden (religieus of ander), of door aansluiting te zoeken bij het “consumentisme” en het valse individualisme zoals voorgesteld door de Westerse media. Dat laatste was het geval voor de volkeren van Oost-Europa en de vroegere Sovjet-Unie en is overigens ook het geval niet alleen bij de middenklassen (die eventueel kunnen profiteren van de ontwikkeling) maar ook bij de volksklassen; ze willen, bij gebrek aan alternatief, ernaar streven ook al is het maar een graantje van de ontwikkeling mee te pikken (uiteraard volstrekt begrijpelijk en legitiem).


In het geval van de islammaatschappijen neemt de depolitisering vooral de vorm aan van een (zichtbare) “terugkeer” naar de Islam. Dat de macht van de reactionaire politieke islam, de onderwerping aan het buitenland en de verpaupering worden uitgedrukt door een toename van de informele activiteiten, door de organisatie van de bazaareconomie dus, is niet specifiek voor Egypte. Dat is een feit in de meeste Arabische en moslimmaatschappijen, tot en met en ver voorbij Pakistan. Hetzelfde gebeurt in Iran. De triomf van deze bazaareconomie werd vanaf het begin gezien als het belangrijkste resultaat van de “khomeinistische revolutie”. De vertaling van de macht van de islam naar de bazaareconomie heeft Somalië op de rand van de afgrond gebracht en weggeveegd van de kaart.


Wat moeten we ons voorstellen bij een machtsgreep van de politieke islam?


Van alle kanten worden we gerustgesteld, maar of ze nu juist of fout zijn, de sussende woorden getuigen van een ongelooflijke naïviteit. “Het was fataal, onze maatschappijen zijn van de islam doordrongen; wij hebben ervoor gekozen het te negeren; het werd ons opgedrongen”, zeggen de enen. Alsof het succes van de politieke islam niet te wijten zou zijn aan de depolitisering en de sociale afbraak die men verkiest te negeren. “Het is niet zo gevaarlijk; het succes is van voorbijgaande aard en het bankroet van de door de politieke islam uitgevoerde macht zal de opinies ertoe aanzetten er zich van los te maken”. Alsof de Broeders in kwestie plots gewonnen zijn voor het respect van de democratische principes! Washington doet in elk geval alsof het dit gelooft net zoals ook de door de heersende media gefabriceerde opinies en een groep Arabische “intellectuelen”, uit opportunisme of door gebrek aan inzicht.


Neen. De uitoefening van de macht door de reactionaire politieke islam is er om er te blijven gedurende… 50 jaar? En terwijl de politieke islam de samenlevingen die hij bestuurt elke dag dieper wegdrukt in onbetekenendheid op wereldschaal, zullen de “andere” hun opgang verderzetten. Aan het einde van deze “overgang” zullen de betrokken landen helemaal onderaan de wereldladder staan.


De kwestie van de democratische politisering vormt in de Arabische wereld en ook elders de centrale as van de uitdaging. Ons tijdperk is niet dat van de democratische vooruitgang maar integendeel dat van de achteruitgang van de democratie. De uiterste centralisatie van het monopoliekapitaal maakt de totale en onvoorwaardelijke onderwerping van elke politieke macht aan zijn bevelen mogelijk en eist die ook. De “presidentiële” macht – op het eerste gezicht uiterst geïndividualiseerd maar in werkelijkheid volkomen onderworpen aan de financiële plutocratie – is de vorm waaronder de vergane burgerlijke democratie wordt teniet gedaan (deze burgerlijke democratie die een tijdlang versterkt was door de verworvenheden van de werkers) en wordt vervangen door de democratische farce. En de embryo’s van de democratie in de periferieën, als ze al bestaan en gepaard gaan met nog grotere sociale achteruitgang dan in de centra van het systeem, verliezen hun geloofwaardigheid.


De achteruitgang van de democratie is synoniem met depolitisering. Want democratie betekent dat er krachten opduiken die niet alleen een “machtswissel” (zonder enige verandering!) voor ogen hebben maar ook in staat zijn een alternatief maatschappijproject te formuleren. Zodra de creatieve burger van het toneel is verdwenen, wordt hij opgevolgd door de gedepolitiseerde burger, die niet meer is dan een passieve toeschouwer van de politieke scène, een consument die gevormd is door het systeem en (onterecht) denkt dat hij een vrij individu is. Vooruitgaan op de weg van de democratisering van de maatschappij gaat hand in hand met de politieke bewustmaking van de volkeren. Maar waar moeten we beginnen? De beweging kan vertrekken vanuit beide polen. Niets kan de concrete analyse van de concrete situatie vervangen, niet in Algerije of in Egypte, net zo min als in Griekenland, in China, in Congo, in Bolivia, in Frankrijk of in Duitsland. Bij gebrek aan zichtbare vooruitgang in die richting zal de wereld terechtkomen – en eigenlijk bevindt de wereld zich daar al – in de chaotische draaikolk die wordt geassocieerd met een implosie van het systeem. Dan valt het ergste te vrezen.



6.19.2012

Operatie "Creative Chaos" zal niet slagen

Kameraden en vrienden, de situatie in Syrië blijft ernstig, er wordt zelf gesproken van een burgeroorlog. De roep om het land binnen te vallen en te bezetten wordt steeds luider, zelfs onder progressieven.

Vandaag brengen we een lezenswaardig bericht van de Communistische Partij van Syrië, lid van de Nationale Progressieve Alliantie.


The Central Committee stressed that the overall development of events, which indicate that the imperialist conspiracy is escalating on Syria with multiple faces and the range of the participants in this conspiracy expands, such as Arab reactionary regimes who are loyal to imperialism, and its media and competent organs. Syria was and still forms the main obstacle in the Arabs against enslavement new great Middle East plan. The distinct role of Syria is known in supporting the anti-imperialism and Zionism resistance movements in the region.

The current period characterized by increasing this imperialist attack and escalating the hostile tone to Syrian by imperialist horns brazenly. The bright example of this is in the words of Barack Obama and other officials in the U.S. administration, the symbol of aggression and people enslavement. By the attendance of the criminal Benjamin Netanyahu, Obama said that the situation in Syria locates in the heart of the attention of American and Israeli leaderships. The Obama's speech contained expressions cannot be translated only as a claim for the Syrian leadership to surrender unconditionally, where its first step is give the full abandonment to support the resistance forces in the Arabs world, and the abandonment of its alliances which form in the same time an important component of the Syrian national force system.


Declarations of many European and imperialist representatives flowed into the same direction , particularly by representatives of French imperialism, which, as events show, has desire to its colonial past in the region which is stained with blood and committed heinous crimes, which do not forgiven the Syrian people their brave struggle against it, this struggle crowned by the great evacuation. It may be dwarf Zionist Sarkozy aspires to repeat Guru saying:


« we are backed, Salah al-Din», forgetting what happened after that to the French occupation forces by the hands of brave Syrian rebels. There is no doubt that the powerful Zionist circles in the imperialist ruling departments in the United States and Europe, have a great repute in escalating the imperialist madness. These circles are sure that the honorable Syrian steadfastness and its struggle against imperialism forms a fundamental danger to the expansible projects of imperialism and Zionism in the region, which of the racial and enslavement new great Middle East comes in the forefront.


In the same context the Arab rulers chorus who deal with U.S. imperialism flows, they are competing among themselves for the best title to pass the imperialist interests in the region. Those who were scared by the escalation of Arab national liberation movement wave, they are seeking by various ways to strike the national liberation fort in our region which is Arab Syria. In this context the massive media campaign are launched against Syria as well as supporting and financing subversive operations inside it, this evidenced by the irrefutable facts.


The positions of the Turkish government - the main member in NATO- are not friendly towards Syrian national steadfastness, which reject the imperialist dictations. Turkey embraces reactionary groups that disguised by religion like Muslim Brotherhood, which share the ruling party in Turkey its thought and loyalty to ​​imperialism. Under the auspices and facilitation from the ruling circles in Turkey conferences for the enemies of the Syrian national approach were held, the last conference held in Antalya, attended by Muslim Brotherhood elements and many unknown persons from the Syrian political arena, the essential aim of these conferences is making a radical change in Syria for the benefit of loyal forces to colonialism. In the same context, a meeting was held in capital of the Atlantic, Brussels, the most prominent activists were leadership of the Muslim Brotherhood. This organization stained with the blood of innocent people, especially during the events in Syria in the late seventies and early eighties of the last century, this organization known with full loyal to imperialism, which leading centers are located in Western capitals and sponsored exceptional from the ruling circles, as well as from Arab obscurantist reactionary regimes.


Through the follow-up of the facts of these conferences which held by the opposition, it is noted that the opposition has no any socio-economic program will help to improve the living situation of the people and develop the national economy. The slogans were limited to a demand to overthrow the regime, and unclear arguments have hypocrite character. Yes, the goal of reactionary forces limits to strike the current status, it means radical change to anti-imperialism orientations which is the basic character of this status, from this the ignorance of these forces comes to all reform trends which announced in Syria.


During the development of events, it was announced to lift the martial state, which the country lived under it since March / 1963 /, issued a law for regulating demonstrations, and re-Syrian nationality to those Kurd citizens who have been deprived as a result of the census which carried out in Hasaka province / 1962 /.


It must be noted that these measures were among the main demands that Syrian Communist Party fought for over the decades to the expansion of democratic freedoms of the people.


In addition to, our party demanded- including in the documents of the 11th Conference - to amend the press law and issue the parties law and which its preparations have started at present. The government published a draft of local administration law and the draft of electoral law. Here, we have to say that many of the terms and provisions contained in these drafts are not compatible with the developments of the situation, so it should be amended, but in some cases form a backward step compared with the applicable laws. For example, what stated in the draft of local administration law to appoint half the members of the Executive Office of the province by the governor, while all members are elected now. In our opinion, the electoral law requires a deeper study, and delete some texts which excite the sensitivity of public opinion,( as to carry out the election in two days ... Etc). In general, our party deems, that it must be issued two legislative versions in this area: law for the elections of parliament and law for elections of local administration, because the right rulings in case of local administration are not correct in case of parliament, the most prominent example on this is the issue of electoral domicile of candidates to the parliament, because according to the Constitution, member of parliament representing the Syrian people as whole and not only his constituency.


In regard to the formation of some specific committees on judicial reform and economic reform and to combat corruption and others, the Central Committee deems that there are some cases of corruption do not need a microscope and analysis, but need to suppress immediately. It is also unlikely to be issued by the committee of economic reform- with its current composition- any recommendations towards serious turn for the production and producers.


The Central Committee deems that the best way for national dialogue is to expand press freedom, this will provide the broad expression of opinion on the most important issues concerning the development of the current status and citizens condition.


Positive measures have been taken in the economic sphere which our party fought for, the most important measure is raising the salaries of workers in the state and the public sector significantly, as well as pensions of retirees, amend the law / 41 / related to private ownership in the border areas, the trend towards stabilizing of temporary workers in the public sector, the reduction of diesel prices has positive reverberation inside the community in general and among peasants in particular. At the same time we noted that the reduction of diesel prices was not accompanied by decreasing prices of materials and services which its cost related to diesel prices. This is an evidence about the negative role played by speculators who want to monopolize the results of the positive steps taken by the state. These, in all circumstances, seek to increase their exploitation of the country and the people together. This situation requires the completion of the steps taken by the state, through increasing the state intervention role in setting prices, including direct pricing to the materials related to the basics of public consumption, as well as basic services, particularly the transportation sector within cities or between cities, in general it must be made great effort to meet the service demands of people.


It had stated in the documents of the 11th Conference of our party (held in October / 2010 /) literally as follows:
«We have warned and warn all the honorable patriotics in our country, that in addition to continuous external political pressures to our country, there are attempts to economic blackmail and imposition the prescriptions of imperialist centers, and their tools such as the IMF, the World Bank and WTO, which can be summarized in one word is economic liberalism, which is an expression of the imposition of foreign monopolies dictatorship on the national economy. This method leads to the exhaustion of the country economically in order to facilitate striking the country politically ».


The important part of the causes of popular discontent, which formed the suitable soil of reactionary incitement, lies in the economic and social measures of liberalism, which was done in the past years under the banner of «social market economy». Which led to increase polarization in society and led to the great impoverishment of hardworking people and to the severe pressure on production and on producers, which also led to the formation of a wide audience of neglected people, who are usually receptive to incite reactionary forces because of his social and living conditions. This case was seen in many cities and regions. We can consider that the glow of situation which the country is witnessing is logical result of the Tenth Five-Year Plan.


One of the most dangerous phenomena witnessed during the past decade is the applying of economic measures which are detrimental to the interests of the peasants who were historically form- since the implementation of agrarian reform- the most important component of the mass base of the regime. As a result of collaborated government measures with the weather circumstances the situation became catastrophic in many eastern and north-east regions, which manifested by great slump in production and terrible decreasing in the standard living of producers, forcing a large portion of them to leave their land and join the poverty belts around the cities, some of them worked in marginal works if they found it.


The social-liberal economic measures that have been applied in recent years played a subversive role, not lower than the role of external pressures in terms of their negative impact, but it was more than it because its impact included the whole economy and livelihood of all people. It is not by chance that these measures have been praised by the imperialism and the reactionary Arab centers, because these measures «form the basis of the reform process», they want more of these measures, aware from the enemies of the country that economic liberalism is in combating contrast with the country force.


The requirements of the national battle against imperialism and reactionary forces, which seeking to kneeldown Syria requires the complete abandonment of economic liberalist policies and measures. It should be reviewed all economic laws, which taken in the previous period, under the banner of readiness to « the Syrian-European partnership» and to « enter the World Trade Organization». These legislations, in particular, were the carrier of social -economic measures, which are harmful to national production, producers condition, and national steadfastness in general. Only narrow segment of comprador bourgeoisie has benefited from these legislations, which seeking to plunder the state and the people together, in cooperation with the global monopolies. The movement of events show clearly that it is impossible to reconcile the interests of the people and interests of the comprador bourgeoisie. This bourgeoisie its economic liberal project is combating contrast with national steadfastness interests.


With its appreciation of the decisions taken by the new government in the economic and social fields, the Central Committee stresses on the need to continue to take decisions and measures which strengthen the economical forces of the country and meet the demands of the masses of workers, peasants, small income earners and state employees, who form the public support to the honorable Syrian national stand.


The central Committee also emphasizes on importance of supporting and developing the national production, such as supporting the Syrian agriculture in order to restore and strengthen the food security of our country, supporting the industry in all forms of national ownership with focusing on maintaining and developing the public sector. The Central Committee also emphasizes that it is important to rely on providing productive capacities through increasing state investments in this area and not to rely on bringing foreign and Gulf capital into the country. In this regard it is important to return to the policy of oil investment nationally production and marketing. It is necessary to take integrated measures to prevent all kinds speculations.


The adoption of socio-economic approach to meet the masses interests ,strengthen the economic forces, insure to hit home environment which the hostile forces grow in it. Our party deems that the socio-economic development is the primary domain of the class struggle in the country, which means the struggle about the direction of this development and how to distribute and redistribute of national income, it also will play a key role in determining the fate of the national battle in the country.


Our party has been early alerted to the dangers of the conspiracies hatched by imperialism , Zionism and Arab and local reactionary against Syria. It had stated in the documents of the11th Conference of our party literally as follows: «It is clear more and more that this attack on Syria, which takes multiple faces such as political pressure , military threats, economic sabotage, and hatching conspiracies to bring out radical transformations to change Syrian national face, including the overthrow of the current regime which based on the wide national alliance its primary aim to protect and strengthen national sovereignty ».


At the beginning of events currently going through Syria, the communiqué of the Central Committee meeting held in / 25 / March / 2011 / indicated that:

«the reactionary forces tried and are trying to use the right dissatisfaction……...., to inflame the unrest all over the country using a malignant method in the integration of the correct slogans that attract the masses which related to the expansion of democratic freedoms with clearly reactionary slogans and demands which have obscurantist sectarian provocative character, these slogans oriented against the secularist concepts and lenity spirit, which historically distinguish the Syrian society ».


The movement of events proved the correctness of the analysis of our party. Where gradually the peaceful and non-violent character of demonstrations vanished, this replaced by violent acts, large-scale attacks took place on the headquarters and governmental establishments , this accompanied in many cases with attacks on personal properties and destroy it. The aspects of armed and regular acts became clearly visible in some provinces, these aspects cannot be attributed to the spontaneous reactions to suppress and disperse some demonstrations, but it is a regular act carried out by reactionary forces and with support from abroad. In some cases the works which carried out by reactionary forces reached to position cannot characterized only as attempts of armed insurrection taking place through attacks and killings initiative and planning of these forces.


In addition to violent acts including armed ones which carry out by reactionary groups, there are also many attempts to impose financial blackmail on the citizens to supplement the subversive acts.


There is no doubt that the forces involved in the disturbances are from various sorts, but obviously, it began to appear in the interface more and more occupies first place, forces have obscurantist and absolute reactionary character, known with its organic ostracism to any concept of freedom, completely far away in thought and deed from democracy, these forces characterized by seeking to impose regimes inspired what exists in Tora Bora in Afghanistan with oppression , tyranny and underdevelopment. It is intended to impose this grim situation on our enlightened Syrian society. that means instead of the work with martial law which lifted by issued decree, they want to put an alternative based on obscurantist provisions without any margin of the freedom of thought , diligence and action.
Such situation led to the fact that some of the opposition forces and faces, which were in the front while the peaceful demonstrating started to move away from these groups and their violent acts and their indiscriminate attacks. This stand is no doubt deserves appreciation. It is clear that saying and opinion should face with saying and opinion, the act should face with act. That means the subversive acts and attacks should face with procedures prescribed by law and perpetrators brought to justice.


The forces correlated with external forces and collaborating with them in all forms from liberalism to obscurantist to apostate «left» to fleeing former officials fleeing abroad, contribute with the reckless hysteric chorus which want to justify the armed movements of reactionary forces, but denies the existence of these movements at all, rejecting all the facts , seeking to distort them.


Facing the current events requires firmness and flexibility in the same time, it must be firm facing to the aspects of armed insurrection and subversive acts, at the same time fast seeking without prejudice to the masses, including those who express their opposition views peacefully. It must stay away from any actions have retaliatory character that can hurt the innocent citizens. The central committee expressed its support for the amnesty issued by the President of the Republic, expressing its conviction that the amnesty should coverage all the opinion prisoners .


The central committee expresses the Syrian communists conviction that the current battle character is national with distinction, fighting and confrontation are going on against the non-national and reactionary forces, which by its subversive acts serves Zionism and colony interests, regardless the motives of simple persons who join to these forces, who in many cases have been deceived by slogans and various banners, they are susceptible to belief these slogans because of their living condition.


But regardless self intentions here and there, the key issue lies to make every effort to defend Syrian national stand, national sovereignty pride, and dignity of country for the survival of Syria as castle of free people in the Arabs world and the world.


The central committee highly appreciated the support and sympathy received by Syria in the current national battle by friendly forces in the Arabs world and the world. The central committee commended the distinct stand taken by Russia and China in the Security Council, this support stand to Syria is compatible with the strategic interests of these two great nations.

commended the solidarity stand shown by workers and communist parties in the world that emerged in many international assemblies and media, and through the solidarity marches and protests with the steadfastness Syrian stand.


The central committee also commended on the activity of party organizations and Syrian Communist Youth to organize demonstrations and sit-ins in front of embassies and consulates of imperialist countries , expressing the disapproval and condemnation of its aggressive stand of our country and our people.


The central committee also stopped at the situation in our region and found that all indicators point to the continuous advancement of the Arab national liberation movement, despite the difficulties face it. The central committee alerted to the dangers of reactionary imperialist conspiracy to the revolutions and popular uprisings. During the Summit of the Eight, which took place in the city of Deauville, it was clear the imperialist centers efforts to sink Tunisia and Egypt with new debts amounting to tens of billions of dollars in order to paralyze any independent decision of the two countries which overthrowed in the near past, the regimes of hirelings. The fast-moving events taking place in Yemen shows the Arab reactionary regimes efforts, in full coordination with U.S. imperialism, to find an alternative to the current regime fits imperialist interests, contrary to what mass movement is seeking to, which is being sought to be subjected to tribal leaders who are loyal to America and the Arab reactionary.
The Libyan tragedy continues under the expansion and intensification of the Atlantic aggression on this rich Arab country, it is clear that imperialism and Zionism want to make this country a laboratory for its saying «Creative Chaos» by dividing its land into pieces, destruction of its structures and killing its inhabitants.


The Central Committee calls upon world free people and all anti-imperialist forces to solidate with the Arab national liberation movement, which is facing a fierce enemy manifested by imperialism and its local agents. Imperialist aggression increase directly its internal crises. There is a severe financial crisis threatening the U.S. economy in the short time. The successive crises still shake throughout Europe, after the severe crisis that swept through Greece, Ireland, Portugal, leaving destruction in the situation of their hard workers, the winds of crisis began to loom in Spain atmosphere.
The worsening situation in the world once again confirms the importance of strengthening the anti- imperialism global front. This certainty which the Syrian Communists depend on their international activities.


Opgesteld in Damascus op 4 juni 2012

6.17.2012

een vergeten christendom

Kameraden en vrienden, voor wie het nog niet wist, uw kameraad leest wel eens graag een boek. Helaas komt het er meestal niet van om er dan ook iets over te schrijven. Deze keer heeft uw kameraad de tijd genomen om een korte recensie te schrijven van 'Het Vergeten Christendom'.
Deze mooie zondag is de ideale dag om dit hier te brengen.

De geschiedenis van het christendom is een Europese geschiedenis, zo zou je kunnen denken als je de meeste geschiedenishandboeken ter hand neemt. Philip Jenkins poogt af te rekenen met deze mythe in zijn 'Het vergeten christendom. De duizendjarige bloeitijd van de kerk in het Midden-Oosten, Azië en Afrika'.

De geschiedenis van het christendom is een verhaal dat begint in het Midden-Oosten vanwaar het zich verspreid heeft over het Romeinse Rijk om dan in de vroege Middeleeuwen een Europees verhaal te worden. Dit is het verhaal dat we te lezen krijgen in de meeste geschiedenisboeken. In het beste geval is er nog wat aandacht voor de orthodoxe kerk, maar voor het grootste deel is het een Europees verhaal, en dus feitelijk de geschiedenis van de katholieke kerk en de reformatie-kerken.

Philip Jenkins, hoogleraar aan de Pennsylvania State University (VS), pakt in zijn 'Het vergeten christendom' die hardnekkige mythe aan. Het christendom was zeer lange tijd een verhaal van het Westen, het Oosten én het Zuiden. Het Midden-Oosten is langer overwegend christelijk geweest dan gewoonlijk gedacht. Er waren in de dagen van Karel de Grote (rond het jaar 800) meer christenen in het Oosten of in het Zuiden dan in het zogenaamde christelijke Westen.

“Als we de geschiedenis van het christendom overzien, slaan de meesten van ons duizend jaar en enkele miljoenen kilometers over. Weinig historici zouden zo onverstandig zijn een geschiedenis van het moderne christendom te schrijven zonder aandacht te schenken aan Europa, maar voor het middeleeuwse Azië zou hetzelfde moeten gelden”, schrijft Jenkins.

Nestoriaanse monniken waren actief in China in 550, voor alle duidelijkheid Sint-Amandus kwam de Scheldevallei zo'n goeie honderd jaar later bekeren.

Nog voor Sint-Benedictus zijn abdij stichtte, waren er grootse bisdommen in Nishapur en Tus in Noordoost-Iran. Nog voor onze streken een eerste aartsbisschop hadden, waren er metropolieten van de nestoriaanse kerk in Mery in het huidige Turkmenistan en in Herat in Afghanistan.

Jenkins beschrijft het voorbeeld van Timothius I (727- 823), patriarch van Seleucia in Irak, de geestelijke leider van een kwart van de toenmalige christenheid. Hij stond aan het hoofd van 19 metropolieten en 85 bisschoppen, met bisdommen tot ver in Mongolië en Tibet.

Net zoals de orthodoxe en de katholieke kerk claimen ook de 'oosterse kerken' een directe afstamming van de eerste christelijke kerk, maar de 'oosterse kerken' gebruikten het Syro-Aramees als liturgische taal, een taal nauw verwant met de voertaal in het Palestina van de eerste eeuw. Ze spraken van Yeshua (Jezus) en noemden hun priesters rabban.

De christelijke kerken in het Oosten hadden natuurlijk ook te lijden onder de wisselende regimes: het Byzantijnse Rijk, dat hun orthodoxe kerk militair 'verdedigde' tegen 'ketters', het Sassanidische Rijk en daarna de islamitische rijken.

Jenkins schuift naar voren dat de kerken eeuwenlang gewoon bleven functioneren in de 'islamitische wereld'. Ze bleven functioneren en wisselden heel wat religieuze en culturele gebruiken uit.

De christenen speelden een belangrijke rol in het bewaren en doorgeven van de kennis en geschriften van de Hellenistische wereld. Zo vertaalde patriarch Timothius geschriften van Aristoteles uit het Grieks in het Arabisch, op vraag van de toenmalige kalief.

Het christendom in de islamitische wereld kreeg natuurlijk ook te lijden onder een flinke portie vervolgingen. “Moslims vielen christenen aan omdat ze, zo luidde de beschuldiging, het gezag ondermijnden, verraders waren en zelfs plannen zouden hebben gehad voor gigantische terreuraanslagen op geliefde moskeeën en openbare monumenten.”

Jenkins toont aan dat dit hoofdzakelijk het gevolg was van factoren van buitenaf, vooral het trauma van de zogenaamde Mongoolse invallen in de veertiende eeuw zorgde voor een golf van christenvervolgingen. Vooral toen bleek dat het Mongoolse hof heel wat christenen bleek te huisvesten. Ook de dramatische gevolgen van een klimaatverandering (de zogenaamde kleine ijstijd) zorgden voor een vervolging van de vermeende zondebokken.

Jenkins hamert er op dat deze gewijzigde situatie in de veertiende eeuw en de christenvervolgingen niet mogen worden onderschat, zoals in zijn ogen bijvoorbeeld Karen Armstrong wel doet, maar zeker ook niet mogen worden overschat.

Ondanks de wisselende verhoudingen wisten de christelijke kerken zich in het Oosten staande te houden. Bij het begin van de twintigste eeuw was nog zo'n 10 procent van de bevolking van het Midden-Oosten christen.

Vandaag de dag zien we de christenen in het Midden-Oosten opnieuw in de verdrukking komen, vooral dan als misplaatste reactie op Amerikaanse en NAVO-invallen en interventies.

Het boek is in feite één groot pleidooi om meer aandacht te hebben voor het christelijke verleden van Azië en Noord-Afrika. En ons meer bewust te zijn van het belang dat de christelijke minderheden in het hedendaagse Midden-Oosten hebben en de bedreigingen waar ze voor staan.

Daarnaast wil Jenkins ook lessen meegeven voor de kerken in Europa. Religies verdwijnen, maar religies kunnen ook perfect blijven bestaan als geloofsovertuiging van een minderheid. De christelijke kerken moeten volgens Jenkins gewoon worden aan hun minderheidspositie en beseffen dat dit niet het einde hoeft te betekenen.

Eén groot pleidooi, met veel anekdotes en korte passages die de aandacht moeten prikkelen, soms wat warrig gepresenteerd, door elkaar en zonder veel structuur. Een boek dat de aandacht wil vestigen op een wat minder bekend aspect van de kerkgeschiedenis, maar helaas niet meer dan dat.

Philip Jenkins, Het vergeten christendom. De duizendjarige bloeitijd van de kerk in het Midden-Oosten, Azië en Afrika, (oorspronkelijke titel: The Lost History of Christianity), Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2011, 320 blz., 24,95 euro, ISBN 978 90 4681 042 2.

Dit schrijfsel verscheen op DeWereldMorgen.be

6.16.2012

Mixité sociale à l'école

Vandaag een boeiend verhaal over de sociale ongelijkheid van ons onderwijs, over de schoolkeuze en de maatschappelijke inzichten die ons onderwijs overbrengt.
Nico Hirrt is leerkracht, syndicalist en vooral voorman van Oproep voor een Democratisch Onderwijs.



Meer over al deze thema's die hier kort aangehaald worden bij OVDS

6.14.2012

vastbenoemd ambtenaar, flirtend met de armoedegrens

We gaan nog even door over armoede en vooral de categorie 'bijna-armen'. Vandaag een schokkend getuigenis van een vastbenoemde ambtenaar, een leerkracht in de secondair onderwijs, een licentiaat geschiedenis, flirtend met de armoedegrens.


Ongeveer tien jaar geleden eindigde het huwelijk van Patrick De Wit (50). Sindsdien zorgen zijn
vrouw en hij om de beurt voor de kinderen, in coouderschap.
“Ineens moet je dan met één loon jezelf en je gezin overeind houden. Je vaste kosten verminderen amper. In mijn geval is dat loon niet eens zo slecht: als leerkracht in het hoger middelbaar heb ik een maandloon van ongeveer 2.500 euro netto. Maar met drie grote kinderen tussen 14 en 20 jaar heb je veel vaste kosten. De afbetaling van mijn huis, de gas- en elektriciteitsfactuur, internet, verzekeringen, schoolkosten... En de helft van de maand moet ik
inkopen doen voor vier personen. Meestal heb ik nog zowat 300 euro over voor mezelf. Twee jaar geleden leerde ik mijn nieuwe vriendin kennen. Heel fijn natuurlijk, maar ze woont vrij ver. En de trein is helaas duur. Die 300 euro jaag ik er nu dus veel sneller door.
Kortom, ik ben al blij als er op het einde van het geld nog maar een beetje maand overblijft. (glimlacht) Omgekeerd gebeurt dat maar zelden. De afgelopen twee jaar ben ik maar één maand niet in het rood gegaan.”
Uiteraard zijn er de vaste kosten. Maar als er iets misloopt, dan komt Patrick in de problemen. “Anderhalf jaar geleden zat ik bij mijn vriendin, toen mijn zoon ineens belde. Hij was in paniek. Het regende binnen. Toen heb ik meteen de trein naar huis genomen om de schade te herstellen. Een dure grap, want in totaal heeft het me 1.500 euro gekost. We waren toen nog maar halverwege de maand en ik stond al zwaar onder nul. Op zulke momenten loop je tegen de lamp. Dan moet je overleven in plaats van leven. Elke euro wordt twee keer omgedraaid. En mijn kinderen en ik eten een paar maanden minder feestelijk: geen steak met friet, maar pannenkoeken of croque-monsieurs. En dan staat er meer kip en worst op het menu. Ik koop dan ook een tijdje geen wijn, hoewel ik dat graag drink.”
Ook op dit moment staat Patrick weer in het rood: -800 euro. “Toen ik vanmiddag door de winkel liep met serieuze honger, heb ik géén chocoladereep gekocht. Ik kan die twee euro niet missen.”

OPERATIE UITSTELLEN

Af en toe lijdt Patricks levenskwaliteit zwaar onder de financiële zorgen. “Vroeger heb ik vrij fanatiek gesport en daardoor heb ik nu slechte knieën. Ik heb eigenlijk dringend een operatie nodig, maar tijdens de revalidatie zou ik lang niet kunnen werken en een pak minder verdienen. Dat kan echt niet, want daarvoor heb je financiële reserve nodig. Die operatie stel ik dus
uit, tot het ooit beter gaat. Als mijn huis over twee jaar afbetaald is, bijvoorbeeld.”
Ook vakanties zitten er nog amper in. “Voor mijn scheiding trokken we in de zomer twee weken naar Frankrijk en af en toe organiseerden we een extra trip.
Nu logeren we elke zomer een week aan de kust, in de caravan van mijn ouders. Dankzij onze kortingkaart van de Gezinsbond reizen we gelukkig goedkoper met de trein. Mijn auto heb ik jaren geleden verkocht, waardoor we wat meer ademruimte hebben. De kinderen
vinden het trouwens leuk om de trein te nemen: je kan gezellig praten en kaarten, zonder filestress. En we kunnen gelukkig nog veel leuke dingen doen. Tijdens die week aan zee zoeken we volop gratis of goedkoop amusement. Een openluchtfestival, bijvoorbeeld. Hetzelfde geldt voor verjaardagen: de kinderen organiseren geen dure feestjes, maar ze nodigen vrienden uit voor huisgemaakte spaghetti en taart.”
Af en toe zijn er gelukkig ook meevallers, vertelt Patrick. “Een paar maanden geleden kreeg ik flink wat geld terug van de elektriciteitsmaatschappij. Daarmee heb ik een nieuwe diepvries gekocht. De oude deed het nog, maar hij vrat energie. Door een nieuw, zuiniger exemplaar te kopen kan ik op lange termijn besparen.” En er zijn wel meer van dat soort ‘trucjes’ die Patrick
intussen ontdekte. “Ik bel regelmatig naar mijn vaste leveranciers, zoals Telenet. Want ik krijg natuurlijk ook interessante aanbiedingen van concurrenten, waardoor ik kan onderhandelen. Zo stelde Telenet me voor om één jaar lang gratis te genieten van hun digibox. Dat leek me een goede geste, dus besloot ik te blijven. Uit dankbaarheid hebben ze me een gratis televisie
gegeven. Dat was mooi meegenomen: ik heb al 15 jaar geen nieuwe televisie meer kunnen kopen.”

AF EN TOE EEN FOLIETJE

Maar soms heeft een mens toch een folietje nodig, vindt Patrick. “Zeker de kinderen wil ik af en toe een extraatje geven, zodat het leefbaar blijft. Zij vragen me niet of ze met hun vrienden een week naar Spanje mogen, want dat kan nu eenmaal niet. Maar onlangs zijn we wel samen gaan paintballen, voor de verjaardag van mijn zoon. Ik had via Groupon een mooie korting gekregen en een vriend bood aan om zijn auto te gebruiken. Zo hadden we een fantastische dag. We proberen alles positief te bekijken.”
Gelukkig hoeft zijn sociale leven niet te lijden onder de situatie, zegt Patrick. “Ik schaam me niet voor mijn problemen. Heel wat mensen luisteren trouwens aandachtig naar mijn besparingstips. (lacht) En gelukkig heb ik veel goede vrienden. Aan hen vraag ik soms om samen inkopen te doen – zodat ik kan meegenieten van hun auto – in ruil voor een etentje bij me thuis.
Dat hoeft niet veel te kosten, en de gezellige avond krijgen we er gratis bij!”
Patrick probeert het altijd te redden in zijn eentje, maar soms lukt dat niet. Dan vraagt hij hulp aan zijn ouders. “Dat doe ik alleen in noodgevallen. Toen mijn dak ineens begon te lekken, bijvoorbeeld. Zulke zware kosten kan ik niet alleen dragen. Mijn ouders helpen me dan,
maar ik ben niet hun enige kind. En ze willen niemand bevoordelen, wat ik zeker begrijp. Dus betaal ik het geld altijd terug, verspreid over enkele maanden.”

GELD ZORGT VOOR MEER GELD

Ongelukkig? Nee, zo zou Patrick zichzelf zeker niet noemen. Maar soms wel lichtjes gefrustreerd, geeft hij toe. “Als ik een klein beetje meer zou hebben – een beperkte reserve – dan zou het vlotter gaan. Wie geld heeft, kan makkelijker zorgen voor meer geld. Ik zou bijvoorbeeld graag zonnepanelen installeren, maar zonder startkapitaal lukt dat niet. Terwijl die panelen me op termijn veel zouden opbrengen. De zwaksten in onze samenleving hebben te weinig middelen om uit hun financiële put te geraken.”

Al beseft Patrick wel dat hij niet tot de allerzwaksten behoort. “Ik zit in een luxepositie. Als vast benoemde ambtenaar komt er elke maand een mooi loon op mijn rekening. Maar door mijn situatie besef ik beter hoe moeilijk het moet zijn als je echt weinig geld hebt.
Er zijn heel wat mensen die maar de helft van mijn loon krijgen en het ook in hun eentje moeten redden. Hoe doen zij dat?”
bron: Weliswaar.be

6.13.2012

de opiumoorlogen, Westerse beschaving ten top!

Vandaag, kameraden en vrienden, aandacht voor twee bloedige oorlogen over een van de pijlers van de Britse imperialistische economie uit de negentiende eeuw, de opiumhandel.
De Opium-oorlogen, een glorierijke episode uit de annalen van onze glorierijke Westerse Beschaving!



een luisterenswaardig interview met dr Julia Lovell:

6.12.2012

Geen 'humanitaire' invasie en bezetting!

De roep om 'tussen beiden te komen' in Syrië blijft onverminderd doorgaan, ook in progressieve kringen.

Gelukkig zijn er nog mensen als prof. dr. Jean Bricmont die brandhout maken van dat hele 'interventieplicht'-discours.







6.11.2012

MURDER

Kameraden en vrienden,

het is wederom maandag, wat gaat de tijd toch snel. Hoogste tijd dus voor een vers fimpje. Vandaag een prachtige animatie-kortfilm: MURDER, het afstudeerproject van drie Chinese studenten van de National Taiwan University of Arts: yang-tzu-ting, regisseur, fan-jui-ting, producer en wang-li-ping, tekenaar.

6.10.2012

de Islamofobiematrix

dr. Martijn De Koning heeft een bijzonder interessant stuk geschreven over de hedendaagse islamofobie in Nederland en Europa, dat we hier schaamteloos overnemen:

Vanaf het begin hebben alle natiestaten in Europa programma’s om de bevolking op hun grondgebied te homogeniseren op het gebied van taal en cultuur. Iedere staat dient daarvoor insiders en outsiders aan te wijzen en deze vervolgens te reguleren. Deze categorisering en regularisering heeft met betrekking tot moslims een sterke islamofobische logica. Islamofobie is een structureel verschijnsel dat leidt tot het categoriseren en hiërarchiseren van groepen mensen die vervolgens de toegang tot de morele gemeenschap wordt gegund of juist ontzegd.


Drie paradigmaverschuivingen


De islamofobische logica in beleid en debat is het gevolg van drie paradigmawisselingen: van het classificeren van migranten op basis van sociaal-economische kenmerken naar cultureel differentialisme; van het idee van Nederland als een morele gemeenschap gebaseerd op het behoren bij een religieuze of socialistische zuil naar een gemeenschapsidee op basis van een ideaalbeeld van seculiere en seksuele vrijheden; en de opkomst van securitisering van islam.


De eerste paradigmawisseling die betrekking heeft op etnische diversiteit, religie en migratie, betreft de verschuiving van het categoriseren van migranten op basis van sociaal-economische kenmerken, naar het centraal stellen van hun cultuur: cultureel differentialisme. Cultuur wordt hierbij essentialistisch opgevat, als een duidelijk herkenbare, statische eigenschap van een groep van wie het doen en laten wordt verklaard door die cultuur.


De tweede paradigmawisseling is die van de morele gemeenschap. Zoals Haddad en Balz (2008) laten zien is de algemene tendens in Europa met betrekking tot integratie, veiligheid en secularisme een toenadering tot het Franse model met een meer rigide scheiding kerk-staat en een striktere benadering van islamitische gezagsdragers. Wie zien hier een tweede paradigmawissel die van belang is voor islamofobie: de opkomst van secularisme. Vanaf de jaren tachtig is het idee dat Nederland als morele gemeenschap gebaseerd is op religieuze identiteiten (de verzuiling), vervangen door een beeld van de morele gemeenschap waarin het idee van de natie en deugdzame burger is verbonden met het ideaal van seculiere en seksuele vrijheden en tolerantie. De tendens tot een seculiere uniformering in Europa onder linkse intellectuelen vaak fel verdedigd wordt tegenover islamitische praktijken zoals de sluier, ritueel slachten en besnijdenis. Dergelijke praktijken worden verworpen, niet persé omdat zij komen van mensen die niet christelijk zijn of een andere huidskleur hebben, maar omdat zij staan voor een cultuur die zich zou kenmerken door een onderwerping aan religieuze plichten en idealen en dus zou verhinderen dat individuen zich bekennen tot seculiere waarden. Het idee daarbij is dat juist secularisme veiligheid en vrijheid zou geven aan religieuze minderheden in natiestaten.


De derde paradigmaverschuiving heeft betrekking op islam als veiligheids-issue en culturalisering van veiligheid.Het debat over islam als maatschappelijk verschijnsel na 9/11 steeds meer een debat geworden over islam, dreiging en geweld. Het gaat hierbij echter niet alleen om dreiging van geweld. Diverse overheidsdiensten gingen zich steeds meer richten op verschijnselen van religieuze orthodoxie die de democratische rechtsorde en sociale cohesie zou ondermijnen.


De matrix


Deze drie paradigmawisselingen zorgen ervoor dat cultuur (ic islam) tot een veiligheidsprobleem is gemaakt en het veiligheids-beleid richt zich inmiddels op een bescherming van de morele gemeenschap met haar ideaalbeeld van seculiere, egalitaire en tolerante waarden. De dilemma’s in beleid en debat zijn daarbij redelijk overzichtelijk. Kiezen we voor de sociale cohesie van de samenleving als geheel of kiezen we voor de autochtone niet-moslims? Kiezen we voor een paciferende stijl of juist voor een confrontatie-stijl in het benoemen en aanpakken van problemen? Dit alles leidt tot de volgende islamofobie-matrix:


1) Nativisten: ‘Verdedigen’ een ideaalbeeld van de Nederlandse cultuur en identiteit tegen een verwatering, verloedering en teloorgang ervan veroorzaakt door een vermeende oprukkende islam en elite. Het idee van autochtonie eerst staat hier hoog in het vaandel.
2) Seculiere fundamentalisten: ‘Verdedigen’ specifieke verlichtingsidealen (zoals vrijheid van meningsuiting) als absolute en onaantastbare idealen en waarden vanuit het idee dat dit de sociale vrede en cohesie beschermt tegenover onverdraagzame ideologie en religie.
3) Culturisten: ‘Verdedigen’ het idee van de ‘joods-christelijke’ traditie als het cement dat de samenleving bijeenhoudt en leggen de nadruk op integratie/assimilatie in de Nederlandse cultuur met haar christelijke wortels.
4) Communitaristen: ‘Verdedigen’ de sociale vrede in de samenleving die gebaat is en gebaseerd is op seculiere en seksuele vrijheden en leggen sterk de nadruk op een cooptatie van minderheden, integratie en gelijkheid voor de wet.


In plaats van absolute categorieen moet je de vierdeling zien als posities die men kan innemen in debat en beleid en die per issue kan verschillen. Die dynamiek wordt niet alleen bepaald door bovengenoemde dilemma’s maar ook door de onderlinge posities en kritiek die men op elkaar heeft. Ook niet iedere vorm van islamkritiek valt hieronder. Alleen die maatregelen en kritiek valt eronder die uitgaan van de bovenstaande drie elementen van de islamofobische logica omdat die leiden tot een hierarchie tussen ogenschijnlijk homogene culturele blokken. Dus waar een beeld van de Nederlandse cultuur staat tegenover de islam en waarbij de laatste in haar geheel als anders wordt gezien of inferieur.


Salafisme als kwelgeest


In de angst voor islam en salafisme spelen verschillende angstbeelden een rol die we ook al bij racisme kunnen terugvinden, maar in het geval van islam en salafisme komt een ander angstbeeld naar voren. Er is angst voor het ongebreidelde geweld dat salafisten zouden kunnen gebruiken, hun pogingen om te participeren in de samenleving worden gewantrouwd (en ook wel uitgelegd als façadepolitiek) en er bestaat de angst dat salafisten met hun geloofsovertuiging grote druk uitoefenen op anderen, in het bijzonder vrouwen. Het gaat daarbij niet (meer) zozeer om het feit dat er een dreiging van geweld uitgaat van de salafisten, maar om de salafisten als bedreiging voor de morele gemeenschap, in het bijzonder de vrijheid die bedreigd zou worden door de vermeende afkeer (haat) van salafisten tegen het Westen.


De logica van islamofobie heeft een voorspelbaar verloop omdat daarin ten eerste wordt verwezen naar incidenten waarin moslims een rol hebben gespeeld (zoals 9/11) en ten tweede omdat daarin wordt uitgegaan van een essentialistisch beeld van islam dat wijdverbreid is onder intellectuelen, politici en in beleid. Het is natuurlijk niet verwonderlijk dat er geschokt wordt gereageerd op de verschrikkelijke daden van mensen als Mohammed Merah en Mohammed Bouyeri. Juist dat ‘natuurlijk’ zorgt ervoor dat deze beelden uitstekend geschikt zijn voor politieke manipulatie: ze geven gezag en een vanzelfsprekendheid aan een islamofobisch vertoog en een legitimering voor vergaande maatregelen tegen moslims in het algemeen en salafisten in het bijzonder. Als radicale moslims zouden salafisten bij uitstek de tolerantie en seculiere en seksuele vrijheden bedreigen. In beleid, media en politieke discussies zijn zij als het ware de verpersoonlijking van vrees, dreiging en wantrouwen doordat zij appelleren aan abstracte gevoelens van angst die te maken hebben met migratie, etnische diversiteit en religie. Naar moslims toe zendt dit de boodschap uit dat hun juridische en politieke insluiting afhangt van hun religieuze of culturele anderszijn. Hoe meer men als anders (radicaler) gezien wordt, hoe duidelijker de boodschap van uitsluiting is.


6.09.2012

de bijna-armen vallen uit de boot

Het vakblad van de welzijnssector, Weliswaar, publiceerde een rake analyse door Eric Nysmans van Welzijnszorg Kempen over de 'Bijna-armen', 'stadsvernieuwing' en de groeiende kloof 'tussen wat mensen hebben en wat ze nodig hebben om menswaardig te kunnen leven'.

Onze samenleving heeft prachtige systemen om de allerarmsten te beschermen. De OCMW’s bijvoorbeeld, en de diensten voor samenlevingsopbouw. Maar er is een groep van ‘bijna-armen’ die vaak uit de boot vallen. Mensen met een laag inkomen die toch net te veel verdienen om (voldoende) steun te krijgen. Het klinkt cru, maar soms is het beter als een OCMW zijn cliënten niet te goed helpt. Als de kansarmen ‘opklimmen’ tot die groep van ‘bijna-armen’, dan verliezen ze veel voordelen. Sommige ouders verdienen bijvoorbeeld net te veel voor een studiebeurs, waardoor ze minder geld overhouden.

Op zich scheelt er niets aan ons sociale systeem. Dat is zelfs heel waardevol, alleen is er een serieuze kloof tussen wat mensen hebben en wat ze nodig hebben om menswaardig te kunnen leven. Hoe kunnen we dat verschil ‘bijpassen’, zonder het risico op de bekende werkloosheidsval te vergroten? En wie moet daarvoor zorgen?
Het gaat niet alleen om financiële hulp. Er zijn ook structurele problemen. Heel wat steden werken sinds de jaren ’80 aan stadsvernieuwingsprojecten. Een goede zaak, want zo worden kansarme buurten opgewaardeerd. Maar als die ‘stadskankers’ verdwijnen, komen er nieuwe, kapitaalkrachtige mensen in die buurten wonen. En zij jagen de armen en de ‘bijna-armen’ weg uit het centrum. Die groep belandt steeds vaker in de goedkopere buitengebieden, de rand van de stad of het platteland. Op zich geen probleem, maar daardoor ontstaat er een andere vorm van armoede: vervoersarmoede. Op het platteland en in de stadsrand verdwijnen de buurtwinkels, de bakkers, de huisartsen, de apothekers. Als een gezin dan maar één – of helemaal geen – auto heeft, komen ze sneller in de problemen.

6.08.2012

vakbondsbashing en 'illusoire koopkracht'

Ferre Wyckmans, algemeen secretaris van de bediendencentrale van het ACV, publiceerde in het nieuwste nummer van Ons Recht enkele zeer rake opmerkingen:

Het leek erop alsof we alles hadden gehad, maar sommige werkgeversvertegenwoordigers en politici wisten ons uitgerekend op Rerum Novarum nog te verrassen met spitante antivakbondsuitspraken. De prijskamp voor de twee strafste uithalen naar de vakbond is bijna geëindigd op een ex-aequo. Maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat er bij nader inzien toch nog een winnaar is aan te duiden. Zelfs zonder fotofinish.

Op een erg verdienstelijke tweede plaats – derde plaatsen delen we niet uit, we gaan alleen voor het zuivere edelmetaal – eindigde Alexander De Croo, de voorzitter van Open VLD. Zijn partij slofte sinds de jongste verkiezingen van de ene sukkelstraat in de andere en afgaande op de opiniepeilingen zijn de onweerswolken nog niet weg boven de Gentse Melsenstraat.

Het feit dat ACV-voorzitter Marc Leemans en ACW-voorzitter Patrick Develtere ter gelegenheid van Rerum Novarum nog maar eens duidelijk het puntje op de i van index zetten kon niet zonder reactie van De Croo blijven. De Croo jr. vond het ‘een goede zaak dat er eens iemand anders de indexdiscussie op de agenda plaatste’. Ook als stand-upcomedian gooit deze partijvoorzitter geen hoge ogen. Met de index lachen we niet. Slechte quote en flauwe grap dus.

Maar de meest forse indexsprong staat op naam van Caroline Ven en Geert Janssens van het ondernemersplatform VKW. Zij verklaarden in De Morgen dat de christelijke arbeidersbeweging de echte geest van Rerum Novarum (‘Over nieuwe dingen’) niet begreep en zelfs verraadde. Hola zeker ?! Leo XIII legde in zijn encycliek inderdaad ook de klemtoon op ‘samenwerking’ tussen werkgevers en werknemers. Maar hij was vooral bezorgd over de verbetering van de rechten van werknemers.

Potsierlijk

De argumentatie van de twee VKW’ers is even potsierlijk als onjuist. Vermits het IMF, de Nationale Bank en de Europese Commissie de automatische loonindexering een ongezond idee vinden is het niet verstandig om het tegenovergestelde te beweren, zeggen ze. Verder noemen ze de indexering ‘asociaal’ omdat de index zou neerkomen op ‘illusoire koopkracht’. Illusoir? Hier volg ik niet meer, mijn verstand heeft blijkbaar zijn limieten.

Ongehoord toch dat werkgeversorganisaties denken de erfenis en de interpretatie van Rerum Novarum te kunnen claimen. Onze erfenis is niet beschikbaar. En onze index ook niet.

6.07.2012

Werken om arm te blijven

Het tijdschrift Weliswaar interviewde Peter Heirman en Samira Castermans van het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen over armoede, generatiearmoede en de nieuwe armen. We brengen hier enkele zeer rake uittreksels:

Het beleid slaagt er niet in het fenomeen van werkende armen in te dijken, al staat Vlaanderen er met 4 % wel beter voor dan de rest van Europa. In Europa ligt het gemiddelde twee keer hoger dan in Vlaanderen. Vooral Duitsland kent door zijn activeringsbeleid een hoge toename van werkende armen.
Maar als je mij vraagt waar de inkomensgrens ligt om buiten schot te blijven, moet ik het antwoord schuldig blijven. De Europese armoedegrens is vastgelegd op 1.013 euro voor een alleenstaande. Ik vind het moeilijk om er een cijfer op te plakken, omdat meestal nog andere factoren meespelen, zoals oude schulden, alimentatie, energiekosten, kinderopvang. En mensen die een buffer hebben opgebouwd, zijn uiteraard minder kwetsbaar dan de anderen.

Onze ervaring met generatiearmen leert dat mensen eerst besparen op cultuur- en vrijetijdsbesteding en op gezondheidszorg. Ze stellen doktersbezoek uit, nemen geen medicatie of wachten met een medische ingreep. Maar als je je gezondheid verwaarloost, kun je natuurlijk ook niet goed presteren op het werk.
Armoede is vooral een stedelijk probleem, met Antwerpen en Gent op kop. Maar een deel van de nieuwe armen gaat op het platteland wonen, omdat de woningen daar minder duur zijn, zo blijkt uit een recente studie van Cera. Een nadeel is dat ze daardoor ook minder mobiel worden, want het aanbod van openbaar vervoer is er kleiner. Op het platteland blijft de nieuwe armoede ook meer verborgen en is het sociale isolement groter.



Werkende armen

Het beleid focust volop op activering, zonder zich vragen te stellen bij het soort banen dat men de mensen aanbiedt. Het zijn overwegend precaire jobs, vooral knelpuntberoepen en uitzendarbeid met dagcontracten. Het is begrijpelijk dat eerst de knelpuntberoepen aan de beurt komen, maar we zouden tegelijk iets moeten doen aan de kwaliteit van die banen.

Federaal minister van Werk Monica De Coninck heeft het over de stok en de wortel, maar de stok weegt zwaarder dan de wortel. Nu lijkt het er alleen om te doen zo veel mogelijk mensen uit de statistieken te halen. Maar het is naïef te denken dat alle problemen opgelost zijn als je iemand aan het werk zet. Zeker bij generatiearmen is het een complexer verhaal.

Natuurlijk zijn we niet tegen een activeringspolitiek, maar het moet een inclusief
verhaal zijn. Dat wil zeggen dat je mensen niet alleen laat werken voor hun inkomen, maar tegelijk de kwaliteit van de banen en de randvoorwaarden verbetert. Anders is een baan een vergiftigd geschenk dat armen nog dieper in de armoede duwt. Zeker bij deeltijds werk is dat het geval. Werken brengt immers extra kosten mee voor verplaatsing en kinderopvang, terwijl je een aantal voordelen verliest. Vooral voor generatiearmen zijn voldoende inkomensgerelateerde kinderopvang en huisvesting belangrijk. Er moeten ook nog andere hindernissen worden weggenomen. Als iemand een overlevingsschuld heeft opgebouwd en hij begint te werken, dan krijgt hij te maken met loonbeslag en deurwaardersbezoeken. Schuldbemiddeling zou moeten voorkomen dat de deurwaarder zich aandient zodra je werk hebt. Ook betaalbaar openbaar vervoer buiten de piekuren is belangrijk, want lageropgeleiden komen vaak in een ploegenstelsel terecht. Terwijl het aanbod van het openbaar vervoer buiten de normale werkuren en in het weekend wordt teruggeschroefd. Mensen die beginnen te werken zouden ook nog een tijdlang bepaalde voordelen moeten kunnen genieten, zoals de voordelige tarieven van openbaar vervoer, de sociale kruidenier, het sociale restaurant.

Een activeringsbeleid mét een integrale begeleiding

Niet de snelle weg naar werk, maar een goed begeleid traject waarbij er tijd is om randvoorwaarden zoals kinderopvang en vervoer te bekijken.

Ook de minimumlonen moeten omhoog om te voorkomen dat de groep werkende armen toeneemt. Een op de tien mensen loopt vandaag het risico in de armoede terecht te komen in Vlaanderen. De Vlaamse Regering heeft van de armoedebestrijding een topprioriteit gemaakt, maar van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (Vapa) is nog niet veel uitgevoerd. Tegenover de meeste actiepunten staat nog geen budget en geen timing. We kijken daarbij vanzelfsprekend naar Vlaams minister van Armoedebestrijding Ingrid Lieten. Maar armoedebestrijding is eigenlijk de verantwoordelijkheid van de voltallige Vlaamse Regering. Daar merken we voorlopig weinig van.

6.06.2012

milde werkloosheid en hoge belastingen?

David Pestieau, van het linkse weekblad Solidair, geeft een wel zeer rake commentaar op de zogenaamde studies die een neoliberale agenda helpen doordrukken, met 'objectieve' argumenten:

“België heeft een van de meest milde systemen van werkloosheid in Europa.” “België is een van de landen met de hoogste belastingdruk.” O die studies, die de lopende hervormingen goedpraten met een aureool van wetenschappelijkheid.

Natuurlijk is het allemaal selectief. Onze bewindvoerders willen andere vergelijkingen niet gemaakt zien. Dat onze pensioenen vergeleken met die in de buurlanden tot de laagste behoren, bijvoorbeeld. Of dat België maar 8% sociale woningen heeft, tegen 18 % in Frankrijk en 36% in Nederland.

Het uitgangspunt van die studies is al gekleurd. Neem nu de studie over de belastingen. Jazeker, België is een fiscale hel voor wie een loon krijgt. Loontrekkers betalen gemiddeld 28,1% belastingen en 27,3% sociale bijdragen. Gaat de studie die belastingdruk helpen verlichten? Of zal ze gebruikt worden om de fiscale cadeaus aan de bedrijven – 19,5 miljard in 2010 – blauwblauw te laten? Of om de verlaging van de patronale sociale bijdragen – 10,4 miljard in 2012 – goed te praten? De patroons betalen nochtans amper 11,8 % belasting op hun winst. Al helemaal stil blijft het over de aberratie dat de grote fortuinen met 0,58% belasting op hun inkomsten wegkomen.

Toch kan het nog erger. Met de steun van minister van Financiën Steven Vanackere vraagt de Europese Commissie nieuwe verminderingen van de patronale sociale bijdragen en een verhoging van de taks op energieverbruik en op afval. Zo ga je van een fiscaliteit op basis van de inkomens richting de sociaal onrechtvaardigste fiscaliteit: genre groene btw.

Onze bewindvoerders willen andere vergelijkingen niet gemaakt zien. Dat onze pensioenen vergeleken met die in de buurlanden tot de laagste behoren, bijvoorbeeld

En dan de studie over de Belgische mildheid voor werklozen. Zorgt de werkloosheid in ‘minder milde’ landen zoals Duitsland voor miljoenen armen? Jammer dan. Wil minister Monica De Coninck “de stok” hanteren, zoals ze zegt, om “een stimulans te hebben om werk te vinden”? Jammer dan dat een werkloos gezinshoofd 110 euro per maand zal verliezen, en een samenwonende zelfs 40 procent zodat hij het met 484 euro per maand moet stellen. Heeft de minister het rapport 2012 van het Planbureau niet gelezen? Daarin staat dat het aantal werklozen in 2012-2014 met 64.000 zal stijgen “door de zwakke economische groei en het effect van de hervormingen, vooral het verhogen van de leeftijd van vervroegde pensionering”. De stok van De Coninck zal hard slaan. Hij zal mensen in de armoede kloppen, terwijl de kans op werk vermindert.

Zo laten hún studies óns opdraaien voor de crisis. Moeten wij de bewindslui krediet blijven geven? Christine Lagarde van het IMF had het in zeer ondiplomatische bewoordingen over de Griekse ouders die hun verantwoordelijkheid moeten nemen als hun kinderen lijden onder de besparingsmaatregelen. Ouders moeten hun belastingen betalen, zei ze, en ze vergat te vermelden dat zijzelf geen cent belasting betaalt op haar salaris van 380.000 euro.

Wij zijn die priemende vinger beu. We willen het niet meer horen dat we “boven onze stand leven” door de “te milde” sociale zekerheid. Júllie verrijken zich met ónze middelen. Het is genoeg geweest!

6.05.2012

"ik zie vooral desinformatie"

Het linkse weekblad Solidair brengt deze week een zeer lezenswaardig interview met E.P. Daniël Maes, een 73-jarige Norbertijn, die sinds 2010 in Syrië woont, in de buurt van Homs. Een opmerkelijke stem in het verhitte Syrië-'debat'. Luidkeels geroep voor een militaire invasie en bezetting hoor je niet bij deze getuige-ter-plaatse, integendeel.


Ik ben voor een onafhankelijk onderzoek. Maar voor het Westen is dat blijkbaar niet nodig. Zonder onderzoek wordt de schuld gegeven aan de Syrische regering. Het Westen trekt al zijn ambassadeurs terug. Voor mij wijst dat op vooringenomenheid, het kadert in een plan voor verdere destabilisatie.


Hoe bent u in Syrië terechtgekomen?

Ik was aangetrokken door het project dat een Libanese karmelietes, zuster Agnes Mariam, opstartte. De ruïnes van het zesde-eeuwse klooster Mar Yakoub werden hersteld met stenen van de woestijn en zo kwam er nabij Qâra een kloostergemeenschap tot stand (Maes startte er een priesteropleiding, n.v.d.r.). Qâra is een dorp met 25.000 inwoners, onder wie 500 christenen, gelegen 90 kilometer ten noorden van Damascus, dicht bij Homs en aan de grens met Noord-Libanon, de regio van waaruit de meeste infiltratie van strijders en wapens gemeld wordt.


Strookt het beeld dat media ons tonen met wat u ginds ervaart?

Ik kwam in 2010 in Syrië aan en werd getroffen door de sfeer van verdraagzaamheid en gastvrijheid. Op twee jaar tijd heb ik de situatie in de streek rond Homs echter aanzienlijk zien verslechteren.

Voor de plaatselijke bevolking is het duidelijk dat er een destabilisatiecampagne aan de gang is

De pastoor van Qâra kent daar iedereen en vertelde me dat er de laatste tijd veel mensen rondlopen die van elders afkomstig zijn. Sommigen van hen hebben al toegegeven dat ze betaald werden door tv-zender Al Jazeera om af en toe een betoging op te zetten, die dan gefilmd wordt. Voor de plaatselijke bevolking is het duidelijk dat er een destabilisatiecampagne aan de gang is. We horen ook de verhalen van mensen die wegvluchten uit Homs wegens de terreur van gewapende groepen. Als ik dan zie hoe de westerse media die verhalen omkeren, dan moet ik reageren. Daarom heb ik bij mijn terugkeer aanvaard om te getuigen op een persconferentie en ben ik enkele dagen later in Terzake gekomen.


Hoe verklaart u het toenemende geweld?

Het geweld komt nu in grote mate van groepen die het land infiltreren, vooral vanuit Libanon. Je kan er alleen de hand in zien van Saoedi-Arabië en Qatar, die samenwerken met de VS.

Gelukkig wil de meerderheid van de bevolking op al die provocaties nog niet ingaan, zij willen vrede. Bij ons in het klooster zijn er twee Libanese zusters die daar de burgeroorlog in de jaren 80 meemaakten. Zij stellen vast dat er momenteel in Syrië zaken gebeuren die destijds ook plaatsvonden in Libanon voor de burgeroorlog uitbrak.

Natuurlijk moet er van alles veranderen in Syrië, maar daarvoor moet het land niet ontwricht worden. De onlangs goedgekeurde grondwetswijziging toont dat de meerderheid hervormingen wil zonder burgeroorlog. Bij een stemming over de grondwetswijziging ging 57,4% van de bevolking stemmen, en 89% stemde voor de wijzigingen. De Amerikaanse ambassadeur in Syrië kon zelf niet anders dan verklaren dat 60% van de bevolking achter de regering staat.


“We moeten toch íets doen”, horen we hier vaak zeggen. Wat is uw antwoord daarop?

Militaire interventie is geen oplossing. Integendeel, dat zou een totale vernietiging van Syrië betekenen. Als men echt iets wil doen hier in het Westen, dat men dan stopt met liegen, zou ik zeggen.

De agressors worden in de westerse pers als slachtoffers voorgesteld en de slachtoffers als agressors

Ik vind ook dat men moet wijzen op de gelijkenissen met Irak, met de leugens over de massavernietigingswapens die nooit zijn gevonden. Maar Irak is vandaag wel volledig verwoest. Er zijn ook de gevolgen van de NAVO-interventie in Libië en de chaos die daar nu nog heerst.

Ik zie vooral twee mechanismen die het Westen gebruikt in de desinformatiecampagne die we ook in het geval van Irak en van Libië hebben gezien. Vooreerst is er de demonisering van de leider, hier dus Assad. Verder het stelselmatig omdraaien van slachtoffer en agressor. De agressors worden in de westerse pers als slachtoffers voorgesteld en de slachtoffers als agressors. Er zijn me genoeg verhalen bekend van aanvallen door bandieten of terroristen, waarbij er een cameraploeg aanwezig is die alles doorgeeft aan Al Jazeera, die het dan presenteert als een aanval van het regeringsleger. In werkelijkheid wordt het leger door de buitenlandse druk strenge regels opgelegd. In Homs smeekten sommige burgers het leger “Kom ons beschermen”. Maar het leger vreesde een grote slachting en wilde eerst de gewapende groepen lokaliseren.