2.27.2020

Middenveld vraagt regering die de leiding neemt

Het middenveld lanceerde deze week een oproep om haast te maken met de federale regeringsvorming.

Nieuwe verkiezingen zullen de kaarten niet beter leggen. Geef ons een regering die de leiding neemt.

276 dagen na de verkiezingen en nog steeds geen federale regering. Toch draait onze samenleving verder. Schijnbaar. Hebben we dan wel een federale regering nodig? Absoluut. En liever vandaag dan morgen.

De alledaagsheid en de waan van de dag razen verder, de kloven die voor ons liggen worden steeds dieper. De klimaatcrisis, globale ongelijkheid en het afbrokkelen van de democratie: we noemen er maar enkele. Deze dringende uitdagingen niet aanpakken op politiek niveau, zou getuigen van schuldig verzuim.

Ook minder ver van ons bed worden problemen tastbaarder. Lege brooddozen, schaamte, geen toegang tot zorg of een dak boven je hoofd: armoede is geen fraai beeld. Dit soort problemen vraagt doortastend beleid. Een evenwichtig beleid waarin mens en planeet centraal staan, globaal én lokaal.
Gele hesjes en klimaatspijbelaars zijn objectieve bondgenoten. Sociale rechtvaardigheid gaat hand in hand met een gedegen klimaatbeleid. Een samenspel van economie, sociale rechtvaardigheid en zorg voor ons leefmilieu is geen utopie en minder veraf dan het lijkt.

Uit onderzoek blijkt dat er onder burgers meer consensus is dan je zou afleiden uit gepolariseerde debatten en het politieke steekspel dat wordt uitgevochten in de media. 85 procent van de Belgen beschouwt de klimaatcrisis als een probleem dat dringend aangepakt moet worden, 72 procent van de Belgen is voorstander van een verlaging van belasting op arbeid en een verhoging van het belasten van inkomsten uit kapitaal, milieuvervuiling en de hoogste inkomens, 68 procent wil dat België vluchtelingen helpt. De bezorgdheden van mensen zijn aan beide kanten van de taalgrens dezelfde.
Dus ja, wij willen een federale regering. Omdat we geloven in de democratie en het belang van een goede samenwerking tussen alle beleidsniveaus. Omdat wij voluit willen gaan voor een samenleving waarin we op een volwassen manier discussiëren over fundamentele keuzes en over welke richting we met onze samenleving uit willen. Want de grootste vijand van democratie is apathie en die wordt met de dag groter.

In een gezonde democratie werkt de regering aan beleid dat verbindt, durft ze moeilijke beslissingen te nemen in het algemeen belang en wordt hier bovendien transparant over gecommuniceerd. In een gezonde democratie tonen regeringsleiders de rechtvaardigheid van hun beleid aan. Want als burgers weten dat de lusten en lasten billijk verdeeld zijn, is er een groot draagvlak. Wij kijken dan ook naar de politiek verantwoordelijken om hun cruciale rol hierin op te nemen, de politique politicienne te overstijgen en te gaan voor gefundeerd en toekomstgericht beleid.

Besparingslogica

Wij verwachten niet dat er snelsnel een regering in elkaar wordt gehaspeld. Wij verwachten wél dat de urgentie een regeringsvorming voortstuwt. Want hoewel alles klaarblijkelijk voortdraait in onze samenleving, is het wel degelijk vijf voor twaalf. Het begrotingstekort liep op tot 12 miljard. We zijn nog steeds niet hersteld van de diepe duik in het rood in 2008 om de banken te redden.

De continue besparingslogica die nadien volgde, zette vooral druk op sociale uitgaven. Ons sociale-zekerheidssysteem wordt sindsdien expliciet in vraag gesteld, terwijl dit net één van de redenen is dat er in België minder ongelijkheid is dan in andere landen wereldwijd.


En hoewel enkele parlementsleden zich fors uitspraken tegen flagrante vormen van haatspraak, missen we leiders in ons land die hierin het voortouw nemen, rust brengen en consequent de grenzen van een respectvol debat afbakenen.

Mens en planeet

Het goede nieuws is: er is een kompas. Sinds 2015 wijzen de Sustainable Development Goals de richting naar wereldwijde duurzame ontwikkeling. Daadkracht is nodig om ze te realiseren. Europa zet met de Green Deal de koers in van de verwezenlijking van het klimaatakkoord van ­Parijs, het komt er nu op aan dit waar te maken. De Oeso wil tegen eind november 2020 een akkoord bereiken over maat­regelen tegen belastingontwijking die ­wereldwijd maar liefst 100 miljard dollar aan belastinginkomsten kunnen opbrengen. Ook wij hebben een regering nodig die een beleid voert dat ons meeneemt in de richting die dit kompas aanwijst.

Wij verwachten niet dat er een antwoord komt op alle particuliere bekommernissen en verwachtingen. Wij verwachten wel dat er rond een aantal cruciale uitdagingen een coherent beleid uitgetekend wordt. Over partijgrenzen heen. Een verhaal dat aantoont dat België geen schrik heeft om het heft in handen te nemen en hierbij mens en planeet centraal stelt.

Wij hebben zin om hieraan bij te dragen. Het politieke landschap en de uitdagingen zijn complex, maar wij, Belgen, Vlamingen, Walen, Brusselaars en Duitstaligen samen, kunnen dit. Wij weten dit, omdat burgers, bedrijven, middenveld­organisaties hier elke dag mee aan de slag gaan, dag in dag uit.
Beste politici, wij zijn klaar, waar wachten jullie op om de handen in elkaar te slaan? Opnieuw verkiezingen zullen de kaarten niet makkelijker leggen. Geef ons een regering die de leiding neemt, waarmee wij in dialoog kunnen gaan, overeenstemming vinden en botsen. Want net dat is wat zo ongelooflijk krachtig is aan onze samenleving: hou de democratie levend, dat is de enige manier om veerkrachtig en innovatief uitdagingen het hoofd te bieden. Toon ons dat het kan. Daarvoor hebben we jullie gekozen.

Ondertekend door een hele reeks organisaties waaronder 11.11.11, Greenpeace, Beweging.net, çavaria, Christelijke Mutaliteit, Femma, Socialistische Mutualiteiten, ACV-CSC, Vlaams ABVV, BBl, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Minderhedenforum, Netwerk tegen Armoede, Decceniumdoelen, Climate Express, Liga voor Mensenrechten en ga maar door.

2.26.2020

lerarentekort aanpakken en besparen is dweilen met de kraan open.

Het lerarentekort is een serieus probleem. De onderwijscentrale van het ACV, COC brengt deze week een aanbevelenswaardig stuk over deze problematiek. Ik neem het integraal over uit Brandpunt.



Creativiteit, dat is wat directies vandaag aan de dag moeten leggen om het lerarentekort aan te pakken. Ze doen nog meer beroep op hun eigen team of schakelen gepensioneerde leraren en zelfs ouders in. Maar dat zijn allemaal lapmiddelen. De tekorten zijn er en de toekomst ziet er niet beter uit met de besparingen die onderwijs boven het hoofd hangen. Het secundair onderwijs moet samen met het volwassenenonderwijs in 2020 maar liefst 21 miljoen euro besparen. In 2021 moet ook het deeltijds kunstonderwijs mee besparen en wordt het 42,3 miljoen euro in totaliteit. Het water staat letterlijk aan de lippen van onze scholen.

Lerarentekort aanpakken

Veel leraren staan aan de vooravond van hun pensioen. En te veel jonge leraren geven het lesgeven jammer genoeg snel op. Wat zich in Nederland voordoet, spreekt boekdelen.

Vooral in het secundair onderwijs zal het tekort aan leraren de komende jaren zienderogen toenemen. 
In de beleidsnota van minister van Onderwijs Weyts lezen we enkele concrete voorstellen: zij-instromers zouden extra anciënniteit kunnen meenemen, de planlast zou aangepakt kunnen worden en er komt een loopbaanpact met maatregelen gaande van de werving van leraren tot aanvangsbegeleiding, werkzekerheid en professionalisering. Bovendien wil de minister het duaal lesgeven invoeren. Dat blijkt uit een voorstel dat tijdens de onderhandelingen over onderwijsdecreet XXX plots op tafel kwam. Minister Weyts zou bezig zijn met de bespreking van de validering van de anciënniteit van de zij-instromers, maar daarvan is COC niet op de hoogte. 

De commissie Onderwijs organiseert de komende weken een aantal hoorzittingen onder de titel ‘‘kwaliteitsvol onderwijs met voldoende en sterke leer-krachten”. Daarvoor nodigt ze een hele reeks deskundigen uit en komen ook buitenlandse ervaringen aan bod. ‘Uiteraard worden ook de onderwijsvakbonden uitgenodigd om aan deze hoorzittingen deel te nemen.’

Startschot

Voor Minister Weyts is het lerarenpact geen volgeladen kar die te zwaar is om in gang te trekken. De vraag is hoe hij dat dan wel ziet en in welke mate de sociale partners betrokken zullen worden bij het overleg om tot effectieve en gedragen maatregelen te komen. Die vragen komen niet alleen van COC, maar ook parlementsleden zoals Loes Vandromme (CD&V), Steven Vandenberghe (sp-a) en Kim De Witte (PVDA) verwijzen terecht naar de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep. Karolien Grosemans (N-VA) spreekt de minister aan over de problematiek van de plan-last en Elisabeth Meuleman (Groen) stelt de vraag naar meer diversiteit in het lerarenkorps. Positief is alvast dat minister Weyts met de sociale partners gesprekken wil voeren over de loopbaan. COC kijkt ernaar uit.Ondertussen galmt startschot na.


Kwaliteitsvolle maatregelen

Voor COC moeten de maatregelen om het lerarentekort op te lossen of om een job in onderwijs aantrekkelijker te maken, kwaliteitsvol zijn. Anders haken we af. Onderwijs-vakbonden volwaardig mee betrekken in de discussie, biedt kansen om hier toe te komen. COC heeft er bijvoorbeeld geen probleem mee om - via duaal lesgeven - zij-instromers uit bedrijven aan te trekken om een tekort aan leraren wetenschappen of economie mee op te lossen. Maar dat kan niet zonder een minimum aan spelregels, wat iets heel anders is dan werken in een regelluwe omgeving. Zo zullen we alvast bewaken dat zij-instromers dezelfde opdrachten opnemen als de huidige personeels-leden. Ook al vragen we al heel lang om dat takenpakket grondig te herbekijken in functie van kerntaken en plan-last. En uiteraard moeten ook die zij-instromers over de nodige vakkennis, pedagogische en didactische kennis beschikken vooraleer zij starten. Bovendien fronsen we onze wenkbrauwen als we vaststellen dat deze proeftuin alleen loopt in het secundair onderwijs. Is er dan in de andere sectoren geen probleem? En tot slot: een proef-tuin is ook maar een proeftuin, en zeker geen doos van Pandora. Afbakening, monitoring en evaluatie is dan ook de boodschap.

Eerst besparingen weg, dan investeren

Voor COC is het volstrekt normaal dat de Vlaamse Regering samen met de sociale partners de problemen die op tafel liggen, in een logische volgorde aanpakt. Het heeft geen zin te investeren vooraleer de besparingen weggewerkt zijn. Dat is dweilen met de kraan open. 

Vandaag wordt een aanzienlijk aantal afwezige leraren niet vervangen wegens een gebrek aan interimarissen. De regering moet met andere woorden veel minder interimarissen betalen. Naar onze schatting gaat het over meer dan 1000 fulltime jobs per jaar. Het betreft dus jaarlijks een budget van ongeveer 50 miljoen euro dat de overheid minder dan voorzien moet uitgeven! Zelfs met de mogelijkheid om korte vervangingen te clusteren tot grotere gehelen binnen eenzelfde schooljaar (een maatregel uit Cao XI), blijven er nog altijd massaal vervangingen oningevuld. Maar ondertussen zitten die leerlingen, studenten en cursisten wel in de klas. En het aanwezige personeel vangt hen op. Sommige deeltijdse leraren worden (in overuren) voor die extra opdracht betaald, maar heel vaak nemen personeelsleden die extra opdracht er onbetaald bovenop. Betaald of niet, leraren zijn al overbelast en worden dat nu nog eens extra. Dat leidt regelmatig tot bijkomende afwezigheden, terwijl het totale ziektever-zuimpercentrage jaarlijks stijgt. Het dreigt een vicieuze cirkel te worden.


Een wake-upcall voor de Vlaamse Regering

Voor COC is het niet meer dan logisch dat de Vlaamse Regering een oplossing voor haar begroting de komende vier jaar in de eerste plaats zoekt in de verminderde uitgaven op het onderwijspersoneel omwille van het lerarentekort. Het zou toch godgeklaagd zijn dat bovenop de miljoenen euro’s aan arbeidsuren die leraren nu gratis presteren (want dat is de situatie vandaag), nog eens een besparing komt! Dan betaalt het onderwijspersoneel twee keer de rekening en wordt er twee keer bespaard. Dit kan niet. Leerlingen, studenten en cursisten en hun leraars verdie-nen beter. In 2020, in 2021 en ook daarna!

Aux Cours du Monde

Deze avond gaat uw kameraad naar een Bijloke-concert in de Sint-Pieterskerk, 'Aux Cours du Monde'.


Exotische luxe kwam in de zeventiende eeuw naar Frankrijk. Lakwerk, ivoor, zilver, zijde, ebbenhout, sieraden, porselein en fantasievolle tekeningen uit Azië veroorzaakten grote opwinding aan de hofhoudingen van Louis XIII en 'zonnekoning' Louis XIV. Terwijl oorlogen uitgevochten werden met het Ottomaanse Rijk en westerse grensposten onder vuur lagen, prikkelden oosterse motieven en verhalen de fantasie en de nieuwsgierigheid van de Franse aristocratie.

Met de exotische taferelen uit de balletten van Lully en Tessier als uitgangspunt, stelden Le Poème Harmonique en Vincent Dumestre een fascinerend programma samen dat de luisteraar meeneemt op een indrukwekkende muzikale zijderoute.

Op het programma

Jean-Baptiste Lully met Chœur des quatre parties du monde (uit: Ballet de Flore), Entrée des Suisses  (uit: Ballet de l’Impatience), Entrée des Italiens  (uit: Le bourgeois gentilhomme) en Marche des Grecs (uit: Ballet des muses), Chaconne des Africains (uit: Cadmus et Hermione) en Adieux de Cadmus et Hermione, Canaries Entrée des Espagnols  en Quels spectacles charmants  (beiden uit: Le bourgeois gentilhomme).

Charles Tessier met Chanson suissesse en Chansons turquesques.

Jean Joseph Amiot met See hoang sien tsou yo ling yu tien.

Étienne Moulinié met Air du Juif errant.












2.16.2020

25 jaar De Centrale

Vijventwintig jaar De Centrale.

Luc Baeckeland vertelt:




Ook in De Gentenaar geeft hij toelichting:

Ooit was het een intercultureel ontmoetingscentrum. Wie vandaag naar De Centrale gaat, komt terecht op een boeiende plek die rijk is aan cultuur én diversiteit. Luc Baekeland, sinds 2006 coördinator van De Centrale, is blij met waar De Centrale nu staat. “We zijn traag maar gestaag gegroeid. En we zijn een referentie geworden, in de eerste plaats voor ons publiek”, vertelt hij.
“Als Duitse Turken ons over de landsgrenzen heen aanbevelen als een huis met een goede programmatie van Turkse muziek, doet dat natuurlijk deugd. Die Turkse muziek is al vijfentwintig jaar ons handelsmerk. Met Attila Bakiroglu hebben we daarvoor zelfs één iemand specifiek in dienst.”

Dealen met bevolkingsgroepen

“Daarnaast zijn we een referentie voor andere cultuurhuizen. Dat er altijd maar meer bevolkingsgroepen in Gent wonen, is iets waar élke organisatie tegenwoordig mee moet 'dealen'. En dan gebeurt het weleens dat we telefoon krijgen: We hebben hier een Afghaanse band geprogrammeerd en het loopt voor geen meter. Wat kunnen we doen? Dan zijn we blij dat we ­kunnen helpen.”

Dat de samenleving veranderd is, staat als een paal boven water. “In de beginjaren, rond 1995, waren de migranten in Gent vooral arbeiders uit Turkije of de Maghreb”, legt programmatiemedewerker Jos Lootens uit. “Ondertussen heeft meer dan de helft van alle kinderen die in Gent worden geboren, een migratieachtergrond en komen de groepen ook uit heel andere windhoeken. Zeker de groep Oost-Europeanen, Bulgaren en Slowaken, is enorm gegroeid, en nog recenter was er een grote toestroom van Sy­riërs. Daar spelen we op in. Zo hadden we in het eerste weekend van februari de klarinettist Ivo Papasov geprogrammeerd, een echte Bulgaarse legende waarmee we veel Bulgaarse Gentenaars echt konden aanspreken.”

“Pas op: we mogen niet de ambitie te hebben om voor elke bevolkingsgroep een reputatie te krijgen zoals voor Turkse muziek. Hét muziekcentrum voor Congolezen gaan we bijvoorbeeld nooit worden, want de meeste Congolezen wonen in Brussel en niet in Gent.”

Tijd nemen

Baekeland: “Onze reputatie is er niet zomaar gekomen. In deze job moet je voor een stuk straatloper zijn. Je moet de tijd nemen om nieuwe bevolkingsgroepen te leren kennen. Ook belangrijk: we trekken de diversiteit zo integraal mogelijk door in alles wat we doen. Zowel in het bestuur als in onze communicatie en de samenstelling van het personeel. Net doordat het thema onze hele organisatie door­desemt, hebben we expertise in iets waarmee andere organisaties maar onlangs in aanraking zijn gekomen.”

Bij het twintigjarige bestaan van De Centrale hoopte Luc Baekeland nog op de uitbouw van een sociaal restaurant aan de overkant van de straat. Met ENTR is dat er nu al meer dan drie jaar. “De catering voor de concerten is er dankzij ENTR een stuk comfortabeler op geworden, én het is een ideale opleidingsvloer voor mensen die in de horeca willen werken.”
“Dat de droom van vijf jaar geleden is uitgekomen, maakt dat we verder kunnen dromen voor de volgende vijf jaar. We zouden graag de aanpalende, leegstaande vleugel van de oude elektriciteitscentrale ombouwen. Extra vierkante meters die we goed kunnen gebruiken als repetitieruimte of als plek voor nieuwe initiatieven. Met de besparingen in de cultuursector blijven de uitdagingen hoe dan ook komen. Maar we zijn ten volle bereid om met heel ons hart én met een permanente alertheid te blijven aansluiten op de veranderende samenleving.”



Reden ten over om een feestje te bouwen.

Zoals gisterenavond met het geweldige Altin Gun:




2.14.2020

Friedrich Engels over liefdesverdriet

Ook op Valentijnsdag is er Friedrich Engels. Vandaag een overpeinzing over liefdesverdriet.





2.09.2020

't is die rook zei Vandeloock

Vandaag wordt Willem Vermandere tachtig jaar. Voor de gelegenheid, een streepje muziek. 







Voor de meezingers onder ons:

voilà c'est ça
't is uit zei Beschuyt
gedaan zei Balcaen
fini zei Dupuis
pourquoi zei Debra
'k ben moe zei Deboe
allez zei Dornez
'k hè vaak zei Jaak
'k en doe zei Devroe
ba nink zei Vinck
ba toet zei Cloet
'k ben 't beu zei Deleu
salu zei Sercu
bonjour zei Dufour
voilà zei Delva
c'est ça zei Tyteca

mijn broek zei Snoeck
mijn veste zie Vanneste
mijn schoen zei Calcoen
mijne plastron zei Dupont
'k ben nie goed zei Voet
'k ben ziek zei Degrieck
'k hè koud zei Ramoudt
'k ben flauw zei Dauw
mijne rugge zei Verbrugge
mijn mage zei Verhaeghe
mijn kele zei Verzele
mijnen buik zei Balduck
mijn neuze zei Degeuze
mijn ore zei d'Hoore
mijn oge zei d'Hoghe
mijn gat zei Schietecat

't is proper zei Destroper
't is vanpasse zei Vanassche
't kan er deure zei Verscheure
't is 't gedacht zei Deschacht
't is te vele zei Versteele
'k weet iets beters zei Peeters
z' is te dunne zei Debunne
z' is te vet zei Billiet
z' is te breed zei Vanreet
z' is te rond zei d'Hondt
z' is te bloot zei Poot
blijft er af zei Staf
gie n' ezel zei Dekesel
gie n' beer zei Valeer
gie n' uil zei Juul
gie n' kloot zei Kesteloot

't is mijn keppe zei Steppe
't is een trutte zei Delputte
een kalle zei Vandewalle
't is mijn lief zei Yves
't is een kloeke zei Broucke
een klinke zei Vincke
een tange zei Delanghe
z' is zot zei Verlodt
z' is wijs zei Seys
z' is preus zei Degeus
nen droom zei Doom
nen bijou zei Madou
'k ga naar huis zei Versluys
naar mijn kot zei Desodt
naar mijn kooie zei Verhooye
naar mijne nest zei Verkest

al die zever zei Dewever
dat krakeel zei Rosseel
dat gejank zei Verbanck
dat lawaai zei Vanderstaey
't is dat bier zei Casier
't is die rook zei Vandeloock
die gitare zei Simpelaere
die klarinet zei Desmedt
die trompette zei Cornette
dien tamboer zei Delcour
't is te late zei Verstraete
ie zingt vals zei Spitaels
tedju zei Becue
miljaar zei Gerard
verdomme zei Vantomme
't is 't een en 't andere zei Vermandere



De Vande Loock is de heeroom van mijn vader, pastoor in Steenkerke, het dorp (deelgemeente van Veurne) van Willem Vermandere.



2.04.2020

de verruwing van Thuis

Jan Van Rompaey schreef voor Het Nieuwsblad een lezenswaardige column over de vrt-successoap Thuis.

Een man dringt binnen bij een jonge vrouw en verschijnt abrupt in haar woonkamer. Ze schrikt hevig. Met een door woede vertrokken gelaat grijpt hij haar bij de keel en tilt haar als een veertje op. “Door u noemen ze me een vuile verkrachter!”, schreeuwt hij met overslaande stem. “Ik laat u pas los als ge de flikken vertelt dat ik u niet verkracht heb!”
“Fuck you!”, krijst ze terug. Ze huilt en krijgt een vuistslag in het gezicht. Ze bloedt, ze valt languit op de grond, hij grijpt haar bij de haren, sleept haar door de kamer, trekt haar recht, drukt haar tegen zich aan, roept: “Ge weet goed genoeg dat ik u niet verkracht heb. Fuck you, vuile teef!”


Ja zeg! Dat soort geweldsscènes werd niet eens zolang geleden in de bioscoop als “kinderen niet toegelaten” gelabeld. Alleen is dit geen ­bioscoopfilm, we kijken naar aflevering 4.760 van het Eén-programma Thuis, onlangs genomineerd door de “Gouden K's van Ketnet” voor de categorie Familieprogramma van het jaar. Want Thuis is een familieprogramma. Zo was het ook bedoeld: de eerste aflevering van de soap werd in 1995 uitgezonden in primetime, en dat is zo gebleven.
Wanneer ben ik beginnen te kijken? Ergens in de beginjaren. Er zat toen veel humor in. Het programma maakte algauw deel uit van het in lood gevatte avondblok van Eén. Vandaag, na een kwart eeuw, durf ik weleens een aflevering van Thuis over te slaan, maar als het kan, kijk ik.


En het programma staat er nog altijd, dat moet gezegd. Het wordt routineus, maar uiterst professioneel gemaakt door vakmensen. Het is in al die jaren terecht een monument geworden. Thuis hoort bij thuis, het is als staren in de open haard. Voor veel mensen zijn de personages als het ware familieleden.
Het moet een nachtmerrie zijn om overal herkend te worden als Frank, Marianne, Tom, Peter, Nancy, … Allemaal voortreffelijke acteurs, maar door de televisie zijn ze wel hun identiteit verloren, iets wat hen nog lang zal achtervolgen.
Maar is Thuis nog wel een familieprogramma? Ik heb begrip voor het feit dat de schrijvers mee willen gaan met de tijd en taboes niet uit de weg gaan. Maar met seks wordt omzichtiger omgesprongen dan met geweld. Seks speelt wel een rol, maar wordt toch nog enigszins verhuld. Er zijn geen expliciete seksscènes, maar wel expliciet geweld.

Er is op dat gebied een onmiskenbare evolutie aan de gang: de geweldsscènes zijn soms van een dusdanige brutaliteit dat ik me afvraag in hoeverre dit nog wel een familieprogramma is. Een uitzinnige zoon staat klaar om zijn moeder een vuistslag toe te dienen, die moeder is bedlegerig, pas geopereerd aan een hersentumor. We hadden al eens een puber die zijn moeder sloeg. Hoe kijkt een kind naar zo'n tafereel? Want als het een familieprogramma is, kijken er kinderen.
Ja, kinderen moeten tijdig vernemen hoe het leven in mekaar zit. Maar ik vind dat je hen nachtmerries moet besparen en dat ze dus afgeschermd moeten worden tegen extreem grof geweld. Er zit steeds minder humor en meer geweld in Thuis. En behalve de verhaallijnen is er ook nog de verruwing van de dialogen. Shit, fuck, klootzak, godverdomme, kutwijf, teef, kus ze,... Schuttingtaal is niet uit de lucht. Tot daar toe, het leven zoals het is. Moet alles kunnen? Jazeker, maar zend het programma dan later uit. Want ondanks alles: nergens beter dan thuis.