3.31.2012

Mad Men en racisme

Vandaag, kameraden en vrienden, gaan we het hebben over de successerie Mad Men.

Mad Men is een toffe serie over reclame-jongens in het New York van de vroege jaren zestig. De sfeer in en rond het kantoor is er echt een van de jaren '50, roken, drinken en machisme.

De vroege jaren '60 waren ook de jaren van de opvallende en doordringende segregatie. Daarover gaat volgend debat:

Mad Men en het racisme-debat.
een reportage van NBC in de Melissa Harris-Perry met Anthea Butler, Susan Douglas en Tim Wise.


Visit msnbc.com for breaking news, world news, and news about the economy

3.28.2012

Anti-besparingsbetoging aan de UGent

Kameraden en vrienden,

Vandaag komen de Gentse studenten, en dan vooral van de Letteren & Wijsbegeerte, op straat om te protesteren tegen de besparingen in ons hoger onderwijs.

Afspraak om 16u00 aan de Blandijn


De middelen die ons hoger onderwijs ter beschikking heeft zijn beperkt, en dreigen nog kleiner te worden in de nabije toekomst.

Hoewel de studentenaantallen de voorbije twintig jaar meer dan verdubbelden, volgde het personeelskader deze stijging lang niet. Het grootste gevolg hiervan was het massaonderwijs dat vandaag als de norm geldt. Nochtans worden alternatieve werkvormen in kleinere groepen vaak als een essentieel onderdeel van het universitaire onderwijs beschouwd.
Naast dit historische probleem zijn er recent andere problemen opgerezen. Volgend academiejaar zal de Vlaamse regering hoogstwaarschijnlijk een besparing van 2% doorvoeren op het hoger onderwijs, waardoor de universiteitsbrede middelen voor personeel voor het eerst zelfs zouden dalen. Bij stabiele of zelfs nog stijgende studentenaantallen luidt dit enkel nog onpersoonlijker, en ook minder kwalitatief onderwijs in.

De financiering van de universiteiten brengt ook onrechtstreeks studentonvriendelijke gevolgen met zich mee. Om de reeds beperkte middelen woedt een felle strijd, die onder andere bepaald wordt door het aantal publicaties die iedere faculteit of instelling binnenrijft. Doordat het aantal publicaties slechts relatief van belang is, en de vereisten niet aangepast zijn aan het vakgebied, is de druk op onderzoekers de laatste jaren exponentieel gestegen. Dit heeft ook gevolgen voor het onderwijs: professoren en assistenten hebben minder tijd om kwaliteitsvolle lessen te geven en de studenten te begeleiden.

Een ander gevolg van de strijd om middelen is dat een studentvriendelijke politiek ook weer financieel wordt afgeraden. Faculteiten krijgen subsidies per studiepunt opgenomen door een student, niet per student. Dit zorgt er voor dat onder andere trajectbegeleiding met oog op een realistische studielast, het aanbieden van interfacultaire vakken of minores, en het promoten van buitenlandse Erasmusverblijven bestraft worden.

De financiering heeft ook als gevolg dat er al enige tijd een moratorium heerst op het aanbieden van nieuwe vakken. Het gebeurt bovendien vaker en vaker dat vakken worden samengevoegd. De enige weg die in dit model nog financieel haalbaar is, is het verminderen van het aanbod, wat op sommige faculteiten reeds gevoeld wordt.

Ons onderwijs is niet louter een uitgavepost. Roep een halt aan toe aan deze besparingen! Betoog mee voor een beter onderwijs!


meer

3.27.2012

Marxisme en Antropologie

Tijd voor een interessante lezing, Christophe Darmangeat, Frans marxist en auteur van 'Le communisme primitif n'est plus ce qu'il était - Aux origines de l'oppression des femmes'. Vandaag bekijken we een lezing van hem over 'Le marxisme à l’épreuve des progrès de l’anthropologie'

Christophe DARMANGEAT, Le marxisme à l’épreuve des progrès de l’anthropologie from Les Films de l'An 2 on Vimeo.

3.26.2012

Langs 's Heeren wegen

Kameraden en vrienden,

vandaag brengen we enkele interessante reportages gemaakt door Bart Hölscher in opdracht van de Nederlandse regionale zender L1 en Braambos. Ze maakten een reeks over het religieuze erfgoed in Nederlands Limburg.
Vandaag dus de eerste vier afleveringen.

de heiligen van Noorbeek en Hoksent



de heiligen van Steyl en Galmaarden



Hasselt en Sint Gerlach



Heiligenbeelden

3.25.2012

De Profundis

Op deze mooie zondag in de vastentijd, brengen we wederom een passend streepje muziek. Deze keer nemen we 'De Profundis' van de zeventiende-eeuwse Frans-Italiaanse componist Jean-Baptiste Lully.

3.24.2012

Zomeruur!

Niet vergeten, morgenvroeg een uurtje vroeger opstaan, of een uur langer blijven ruften in uwen nest, dat kan ook.
In elk geval, vergeet uw wekker niet te verzetten.



met dank aan de geniale Philippe Geluck


meer over de zomertijd uiteraard op wikipedia.

Solitude is only a text away!

3.23.2012

Over de index, vertrouwen en macro-economische alchemie

De index, het blijft een heet hangijzer. Vandaag brengen we een uiterst lezenswaardige analyse van een goeie vriend uit de studententijd, Olivier Pintelon.
Hij schreef deze analyse voor het interessante online tijdschrift Poliargus. We nemen het hier gewoon integraal over.


Over de index, vertrouwen en macro-economische alchemie

De index blijft aanwezig in het politieke debat. Hoewel het regeerakkoord duidelijk zegt dat de index ‘gehandhaafd’ zal worden, blijven verschillende maatschappelijke actoren de aanpassing van de index op de politieke agenda plaatsen. Ook onderzoekers mengen zich in het debat. Zo bracht professor economie Joep Konings – samen met collega’s – een studie uit waaruit moet blijken dat een indexsprong zo’n 32 000 jobs zou opleveren (de studie kan u hier nalezen). Hier enkele kanttekeningen bij de studie.

Allereerst lijkt de studie enigszins politiek gestuurd te zijn en is de timing van het verschijnen van de studie op zijn minst verdacht te noemen. Prof. Konings bekleedt immers een ‘VOKA leerstoel’ en heeft al eerder onderzoek verricht in opdracht van verscheidene werkgeversorganisaties (waaronder ook het VBO). Dat is op zich geen inhoudelijke kritiek, maar het zou de pers op zich sieren mocht dat ook vaker aan bod komen in de berichtgeving.

Positieve en negatieve effecten: over- en onderschatting

Volgens de studie heeft de indexspong enerzijds een positief effect op de werkgelegenheid doordat de loonkost zou dalen in vergelijking met het buitenland, maar anderzijds ook een negatief effect omdat de koopkracht en dus ook de verkoop van bedrijven daalt. Het is opmerkelijk dat de resultaten over de zogenaamde ‘loonkostenelasticiteit’ – de mate waarin een loonkostdaling samen gaat met een stijging in de werkgelegenheid – in deze studie niet overeenkomen met eerdere Belgische en internationale studies. Zo vinden ze in de studie van Konings dat een loonkostdaling van 1% samengaat met een stijging van de werkgelegenheid van zo’n 0,72%. Een recente studie van de onderzoekers aan de HUB vonden echter dat een loonkostdaling van 1% in België samengaat met een stijging van de werkgelegenheid van zo’n 0,13% (Laenen, Persyn, & Moons, 2011). Deze laatste cijfers liggen in de lijn van internationaal onderzoek van Evers, De Mooij & Van Vuuren (2008). De HUB studie concludeerde als volgt: “In tegenstelling tot studies op basis van microdata, waar men over het algemeen hogere loonelasticiteiten vindt, kunnen op basis van deze studie geen doorslaggevende elementen gevonden worden die de bestaansreden van het huidige loonindexeringsmechanisme in vraag stellen.”

Naast een overschatting van het positieve effect van een indexsprong op de werkgelegenheid, denken we tevens dat het negatieve effect van een indexsprong op de consumptie onderschat wordt. De onderzoekers gaan ervan uit dat een indexsprong geen groot effect zal hebben op de consumptie om verschillende redenen: ten eerste zijn consumptiepatronen relatief stabiel, mensen verminderen eerder traag hun consumptiepatroon als hun koopkracht daalt. Ten tweede zou een aanpassing van de lonen aan de index (door Konings verkeerdelijk een ‘loonsverhoging’ genoemd) vooral resulteren in een hogere spaarquote, omdat mensen zouden anticiperen op een hogere werkloosheidskans. Ten derde zou een indexsprong zorgen voor méér consumptie omdat mensen extra vertrouwen zouden krijgen omdat ze weten dat er nieuwe werkgelegenheid komt. Het summiere literatuuroverzicht lijkt echter eerder summier te zijn. We kunnen de zaken immers ook helemaal omdraaien. De automatische indexaanpassing van de lonen in België is een baken van stabiliteit en vertrouwen voor de consument en de werknemer. Ze weten dat hun koopkracht behouden blijft en daarom moeten ze net niet aan voorzorgsparen doen. Een indexsprong zou pas een breuk betekenen in het vertrouwen van de mensen en samengaan met een vermindering van de consumptie. Een indexsprong is immers een precedent die veel onzekerheid schept over de reële verloning van werknemers.

Vergeten internationale context

Daarnaast een meer fundamentele kritiek. Een stijging van de werkgelegenheid door een daling van de loonkost is deels een relatief gegeven – als je ervan uitgaat dat de nieuwe jobs een gevolg zouden zijn van een grotere concurrentiekracht.[1] Dergelijke studies gaan echter steeds uit van een buitenland dat niet reageert. Natuurlijk kijken landen naar elkaar en de loonmatigingspolitiek in Duitsland is net de voornaamste reden waarom ook in België nagedacht wordt over een indexsprong. De kans is groot dat onze buurlanden zullen reageren op een Belgische loonmatiging met een koekje van eigen deeg. Gevolg: het opdrogen van de interne markt en de algemene verarming van de werkende Europese bevolking. Laat nu net die doorgedreven loonmatiging volgens de International Arbeidsorganisatie mee aan de basis liggen van de crisis.

Vergeten sociale vraagstukken

Ten slotte heeft het hele indexdebat nood aan meer aandacht voor de verdelingskwestie. Los van de kwestie van hoeveel jobs een indexsprong oplevert, moet men ook de vraag stellen wie precies profiteert van een indexsprong. Zoals de voornoemde studie eigenlijk ook erkent, is een (tijdelijke) afschaffing in het nadeel van laagste lonen en de zwakkere sectoren. Dat is nu een element dat volledig ontbreekt in het debat. Leidt een afzwakking van het indexsysteem niet tot meer ongelijkheid of misschien wel meer werkende armoede?

Conclusie

We concluderen dat studies belangrijk zijn om het maatschappelijke debat te ondersteunen met cijfers, maar dat ze niet mogen gezien worden als een Bijbel voor het beleid. Een indexsprong is een politieke keuze met niet enkel gevolgen voor de werkgelegenheid en de consumptie. Al te vaak wordt het Belgisch indexmechanisme door buitenstaanders aanzien als een vreemd element, terwijl het net één van die zaken zijn die ons sociaal-economisch model stabiliseert.

3.22.2012

Luk De Bruyker en Theater Taptoe

Op radio Klara dit weekend kon je luisteren naar Luk De Bruyker, Gents theatermaker, poppentheatergrootmeester.

Hij vertelt er over de tragische en onbegrijpelijke ondergang van Figurentheater Taptoe.

Beluister de volledige uitzending

3.21.2012

Internationale Dag tegen Racisme

Kameraden en vrienden, vandaag is het Internationale Dag tegen het Racisme. Speciaal daarom brengen vandaag Tim Wise, vooraanstaand Amerikaans onderzoeker én bestrijder van racisme.

Tim Wise interview with Christine Hudyma from Visual Media Services, EdCC on Vimeo.



Zijn onderzoeken bevatten veel elementen die ook voor ons land zeer interessant zijn. Vooral zijn analyse over 'post-racial liberals' is zeker het bestuderen waard. Die post-racial liberals gaan uit van de veronderstelling dat racisme aangepakt moet worden door gezamelijke acties en het uitwerken van programma die armoede en sociale ongelijkheid moeten aanpakken. Racisme zelf moet je niet gaan benoemen, want dat schrikt mensen te veel af, zodat ze zich niet meer gaan willen inzetten voor dingen die ook in hun belang zijn.

3.20.2012

Halfvastenfoor

Nog tot en met Palmzondag (de 1ste april voor de jahils onder ons), kun je op het Sint-Pietersplein terecht voor de enige echte Halfvastenfoor.

Oliebollen en beignets en andere etelijke waren zijn voor de meest de grootste aantrekking, maar zeker ook de algemene sfeer, die er een is van uitgelaten ontspanning.

Een leuk sfeerbeeld van enkele van de spectaculairdere attracties, waar je mij dus voor geen geld van de wereld op krijgt:



Voor wie naar de kermis gaat (voor vijf uur), spring gerust eens binnen in de prachtige Sint-Pieterskerk, oase van rust op dit rumoerige plein.

3.19.2012

'Vincent'

Kameraden en vrienden, het is wederom maandag, dat kan maar 1 ding betekenen, kortfilmtijd.

Vandaag brengen een wondermooi duister sprookje van de ronduit geniale Tim Burton.

Vincent werd gemaakt door Tim Burton in 1982, in zijn vrije tijd, toen hij nog werkte voor Disney.



Voor de liefhebbers, het prachtige gedicht:
Vincent Malloy is seven years old
He’s always polite and does what he’s told
For a boy his age, he’s considerate and nice
But he wants to be just like Vincent Price


He doesn’t mind living with his sister, dog and cats
Though he’d rather share a home with spiders and bats
There he could reflect on the horrors he’s invented
And wander dark hallways, alone and tormented


Vincent is nice when his aunt comes to see him
But imagines dipping her in wax for his wax museum


He likes to experiment on his dog Abercrombie
In the hopes of creating a horrible zombie
So he and his horrible zombie dog
Could go searching for victims in the London fog


His thoughts, though, aren’t only of ghoulish crimes
He likes to paint and read to pass some of the times
While other kids read books like Go, Jane, Go!
Vincent’s favourite author is Edgar Allen Poe


One night, while reading a gruesome tale
He read a passage that made him turn pale


Such horrible news he could not survive
For his beautiful wife had been buried alive!
He dug out her grave to make sure she was dead
Unaware that her grave was his mother’s flower bed


His mother sent Vincent off to his room
He knew he’d been banished to the tower of doom
Where he was sentenced to spend the rest of his life
Alone with the portrait of his beautiful wife


While alone and insane encased in his tomb
Vincent’s mother burst suddenly into the room
She said: “If you want to, you can go out and play
It’s sunny outside, and a beautiful day”


Vincent tried to talk, but he just couldn’t speak
The years of isolation had made him quite weak
So he took out some paper and scrawled with a pen:
“I am possessed by this house, and can never leave it again”
His mother said: “You’re not possessed, and you’re not almost dead
These games that you play are all in your head
You’re not Vincent Price, you’re Vincent Malloy
You’re not tormented or insane, you’re just a young boy
You’re seven years old and you are my son
I want you to get outside and have some real fun.”


Her anger now spent, she walked out through the hall
And while Vincent backed slowly against the wall
The room started to swell, to shiver and creak
His horrid insanity had reached its peak


He saw Abercrombie, his zombie slave
And heard his wife call from beyond the grave
She spoke from her coffin and made ghoulish demands
While, through cracking walls, reached skeleton hands


Every horror in his life that had crept through his dreams
Swept his mad laughter to terrified screams!
To escape the madness, he reached for the door
But fell limp and lifeless down on the floor


His voice was soft and very slow
As he quoted The Raven from Edgar Allen Poe:


“and my soul from out that shadow
that lies floating on the floor
shall be lifted?
Nevermore…”

3.18.2012

de lamentaties volgens Victoria

Op deze fraaie vierde zondag van de vasten brengen we wederom een prachtig stukje muziek.

Vandaag, wederom Lamentaties van Jeremiah, deze keer in de versie van de geniale barokke componist Tomás Luis de Victoria.



Meer over deze geniale Victoria.

3.17.2012

St Patrick's Day en James Connolly

Vandaag is het St Patrick's Day, de dag om aandacht te besteden aan de Ierse geschiedenis en de strijd van de Ieren voor hun onafhankelijkheid.



Voor de liefhebbers, verzamelde werken van deze grootse revolutionair.

3.16.2012

extreem-rechts, geschiedenis, heden en vooral de bestrijding

Vandaag brengen we een bijzonder interessante lezing door prof. dr. Annie Lacroix-Riz over extreem-rechts, in de jaren '30 en vandaag.

Annie Lacroix-Riz : "l'extrême droite : son histoire, son actualité et les moyens de la combattre" from Les Films de l'An 2 on Vimeo.



Een lezing voor de association Bernard De La Sala op 9 maart. En vandaag gewoon op het gemak op uw eigen computer te bekijken.

3.15.2012

100 jaar Boon

Beste vrienden, vandaag gedenken we een van de grootste schrijvers die dit land ooit heeft voortgebracht.



Speciaal om hem te gedenken brengen we een tekst uit de oude doos, een artikel uit 1996 van Hugo Franssen.
voor de liefhebber naar meer, nummer 29 van het tijdschrift Marxistische Studies, is een special over cultuur.

L.P. Boon, socialistisch realisme en arbeiderskunstenaars

In boekhandel de Groene Waterman loopt momenteel een cursus voor arbeiders-schrijvers. Eén van deze arbeiders stelde de vraag: "Ik voelde mij altijd geïntimideerd door de zogenaamde professionele schrijvers. Maar kramen zij geen hete lucht uit? Moet literatuur niet over concrete zaken gaan en een functie hebben? Want anders zweeft ze en verdoezelt ze de realiteit."

Uitgever Hugo Franssen van EPO formuleerde daarop voor de kursisten volgend antwoord.

In de Rode Vaan van 2 februari 1946 schreef Louis Paul Boon over Kurt Peiser, de arbeider die de schilder van de paria's was. Dat gaat zo:

"Zeventien jaar geleden stelde Kurt Peiser tentoon in de zaal Giroux. Wij kwamen toen pas uit de school en begonnen met verwonderde jongensogen op te merken dat het leven, het waarachtige, iets heel anders was dan het de schoolmeesters voorgesteld hadden. Toen kwam Peiser en hij wierp de schermen van die theaterwereld voor ons omver. Hij liet ons in zijn doeken een lijdend, een duldend leven zien. Hij sprak stout een aanklacht uit die wij reeds aarzelend begonnen te mompelen. Het waren de nachtploegen, de gekrepeerden, de stervende paarden, de meisjes van het schamel genot, die ons erbarmen opriepen. Peiser was in onze ogen een reus, iemand die de banier van de opstand droeg."

Het waarachtige leven, daarover heeft Boon het. Maar in de kunstacademies gonst het van een ander leven. Het gonst er van herkenningstekens en jargon en verwijzingen naar de recentste estetica. En de kunst wordt verantwoord in die artificiële context, maar niet ten overstaan van het waarachtige leven. De kunstwereld verbeeldt zich een satelliet te zijn die zich meer en meer van de aarde verwijdert. Als een gouden leeuwerik, hoger en hoger, ver van de triviale alledaagsheid. Het is een mechanisme dat draait en draait, gevangen in een eigen spiraal. Het lijkt erop dat een schrijver des te waardevoller wordt naarmate hij meer weet te 'boeien' met minder inhoud.

En we verlaten de kunstscholen en de vrouwen die wij zien, zijn geen academie-naakten, ze dragen de sporen van de dagelijkse zorgen in hun rimpels, in hun klamme huid. En daar begint het werk van de schrijver en van de schilder.

De arbeider Jacob Smits, die de streek van de Kempen op het einde van vorige eeuw in schilderijen liet leven, was al tot die vaststelling gekomen: "Ik schilderde een neergevallen paard en riep er een voerman bij. Hij lachte en zei dat een paard onmogelijk zo kon vallen."

En ook Peiser ging naar het abattoir en schilderde er dag na dag de paarden die vielen... en niet meer opstonden. Hij bekeek zijn vroeger begonnen werk en moest ermee lachen.

En ook die andere schilder uit die tijd, de wufte Félicien Rops, wist dat wij geen gekrepeerden vermogen uit te beelden als we zoiets niet van dichtbij bekeken hebben. De Frans-Duitse oorlog van 1870 was uitgebroken en Rops trok naar Sedan om er op het slagveld te tekenen. En hij was er nauwelijks aangekomen of hij botste op Meunier, die er pijnlijk nauwkeurig aan het studeren was.

En zelfs de beroemde Duitse dichter Rainer Maria Rilke, die conservatief katholiek was en een reactionaire bewondering koesterde voor de adel, zei eens dat men bij veel sterfbedden moet gezeten hebben om een goed gedicht te kunnen schrijven.

Over Rops en Rilke en over Peiser schreef Boon in het lang en het breed in de februarinummers van de Rode Vaan in 1946. Een uitgesponnen pleidooi voor realisme in de kunst. Omdat er bij onze schrijvers een gebrek aan belangstelling is voor wat rondom ons gebeurt. Boon: "Nochtans, een kunst die waarachtig, die blijvend wil zijn, mag niet ontbloot blijven van wat steeds 'menselijk' geweest is."

Meeleven met de dingen

Een pleidooi voor realisme wil niet zeggen dat de schrijver een slaaf moet zijn van de 'werkelijkheid'. Die werkelijkheid is bron van inspiratie. Boon: "De kunstenaar is niet noodzakelijk een foto- of registreertoestel. Hij kan de laagheid en de hartstocht lager en hartstochtelijker aantonen dan zij dit reeds zijn, hij kan offervaardigheid en kameraadschap hoger tillen."

En realisme wil evenmin zeggen dat er geen plaats meer kan zijn voor het absurde of het fantastische want absurditeit en fantastiek zijn even menselijk als al het andere.

Boon gaf een weergaloze beschrijving van het schilderij 'De gebochelde' van Peiser. Hij schreef: "Ge ziet haar bochel niet, ge ziet haar dunne korte beentjes, haar lange magere armen niet. En toch staat ze er, volkomen. En wij willen er bijvoegen dat het niet alleen knap stielwerk is, wetenschap -want dat alleen is nog niet genoeg om een groot kunstwerk te scheppen-, maar dat Peiser ook de miserie, het vertrapte leven der gebochelden in zijn diepste wezen moet aangevoeld hebben.

Peiser, gij hebt de zeer eerlijke liefde voor het ambacht, en gij hebt daarbij het hart van een met alles meelevend mens. Dat maakt uw werk volledig."

Misschien is het typerend voor de jaren '90 dat de jongste literaire stroming zich Generatie Nix noemt. Niks wezenlijks meegemaakt, niks te zeggen. De gelauwerde nix-auteur Paul Mennes schreeuwt het triomfantelijk uit: "Wij leven in een artificiële wereld. Internet!"

Waarop de ietwat verbouwereerde criticus van de Standaard der Letteren vraagt: "U heeft geen belangstelling voor het echte?"

"Absoluut niet," antwoordt Mennes, "Reizen ,naar de plek die op een prentkaart staat afgebeeld, voegt niets toe aan de prentkaart zelf." En verder:

"Ik ben een absolute couch potato..."

"Een wat?"

"Een couch potato, een sofa-aardappel. Als het aan mij lag zou ik nooit buitenkomen." (SdL, 26 oktober 1995)

In Tox had Mennes al geschreven: "Van grote rampen aan de andere kant van de planeet, de gruwelen op steeds groter wordende schaal die ik dagelijks in het nieuws zie, sla ik niet op tilt. Ook het besef dat niemand ooit van zijn fouten schijnt te leren aanvaard ik berustend, erop vertrouwend dat de toekomst me zal opwerpen als profeet van het grote gelijk. Berusting is het buikje van de moraliteit, zielscellulitis." (Tox, 128-129)

Literatuur als gedoe in een lege ruimte, of juister: in een ivoren toren.

Er is een passage in Kleines Organon für das Theater waarin Bertolt Brecht de volksvrouw beschrijft die in de deur van haar huurhuisje de huisbaas met handige gebaren duidelijk maakt dat de huishuur niet mag stijgen. En Brecht bezweert de toneelacteurs: "Zeg niet dat deze vrouw geen toneel maakt. Want als u haar uit uw toneelwereld zou stoten, dan heeft zij het recht uw toneel uit haar wereld te stoten. Zeg niet dat deze vrouw geen kunstenaar is. Want zij zal antwoorden dat u geen mens bent. En dat is een groter verwijt. Zeg liever: zij is een kunstenaar omdat zij een mens is."

Socialistisch en antisocialistisch realisme

Fiat ars, pereat mundus. (Kunst moet gemaakt worden, al gaat de wereld ten onder.) Zo luidde het kunstcredo in fascistische middens in de jaren dertig. En toen de legers van Mussolini met de koloniale veroveringsoorlog in Ethiopië de tweede wereldoorlog op gang trokken, schreef de futurist Marinetti: 'De oorlog is mooi omdat hij, dankzij de gasmaskers, de angstaanjagende megafoons, de vlammenwerpers en kleine tanks, de heerschappij van de mens over de onderworpen machine grondvest. De oorlog is mooi omdat hij de gedroomde metallisering van het menselijk lichaam inluidt. De oorlog is mooi omdat hij een weiland in bloei verrijkt met vlammende orchideeën: de mitrailleurs.' En de echo van Marinetti klonk in de laaiende triomfkreten uit de cockpits van de Amerikaanse bommenwerpers die Bagdad bestookten: 'Een hemels vuurwerk! Een fantastisch schouwspel!'

Een loflied op de oorlog, in extase, dat is de voltooiing van l'art pour l'art. Maar Frans Masereel en Paul Van Ostaijen toonden de oorlog in al zijn lelijkheid. En Pablo Picasso diende Marinetti van repliek met zijn Guernica. Hij voegde eraan toe: 'Wat denkt u dat een kunstenaar is? Een imbeciel die alleen maar ogen heeft als hij schilder is of als hij dichter is een lier in alle lagen van zijn hart, of zelfs als hij een bokser is alleen maar spieren? Neen, integendeel, het is evengoed een politiek wezen, voortdurend op z'n hoede voor de verschrikkelijke of gelukkige gebeurtenissen. Denkt u dat kunst gemaakt is om muren te versieren? Nee, het is een offensief en defensief strijdmiddel tegen de vijand.'

Lang geleden, toen het kapitalisme een jonge, opkomende maatschappelijke klasse was, werd dat ook zo geformuleerd. Van Maerlant had het over "nutscap ende waer". De encyclopedisten, Diderot, Voltaire en vele anderen schreven met uitgesproken didactische bedoelingen.

De traditie van expliciet nuttige geschriften is zo oud als de literatuur zelf. Zo'n geschriften pleegden: Multatuli over koloniaal Java, Marc Twain en Joseph Conrad over koloniaal Kongo, Hemingway over de Spaanse burgeroorlog, Gorki over de Sovjetunie enz. En vandaag: Galeano, Ngugi-wa Thiongo, Sony Labu Tansi.

Allemaal literaire "hoogvliegers" om het eens in termen van de burgerlijke literaire wereld te zeggen, en toch ging men tekeer tegen de geëngageerde kunst, tegen de kunst die zich voor politieke doeleinden 'prostitueerde', tegen de kunst van het socialistisch realisme. En als de dichters waren 'bevrijd' van elk sociaal ideaal, werden ze ingezet in de strijd tegen het volk en tegen het socialisme. De schrijvers van dienst doen lyrisch over democratie en vrijheid, maar de wereld is er een van terreur en dood. Passioneler dan ooit worden universele waarden bezongen, maar de onrechtvaardigheid splijt de wereld dieper en dieper. En daar kwam Solzjenitsyn op de proppen, die beate aanbidder van de tsaar, die sympathisant van de nazi's. Solzjenitsyn gooide zijn contrarevolutionair realisme op de markt en meteen werd het gepopulariseerd en gepromoot met de Nobelprijs en met diploma's honoris causa. De burgerij spuwde op het socialistisch realisme om het antisocialistisch realisme te kunnen ophemelen.

Literatuur -en kunst in het algemeen- beïnvloedt onze morele en politieke visie op de wereld en wordt daar in laatste instantie ook voor gemaakt. Of, zoals Boon het zei: "De literatuur, hoe zij zich ook zou willen verheffen tot iets dat helemaal apart staat, is een produkt van haar tijd. Zij ondergaat de invloeden van de andere ideologische stromingen, terwijl zij op haar beurt de samenleving beïnvloedt en tracht te veranderen. Ziet ge, zoiets lees ik graag: te weten dat er niets oppermachtig en alleenstaand is. De schrijver mag peinzen dat hij in zijn boeken de werkelijkheid ontvlucht en met zijn fantasie het zandtapijt van de tijd verstrooit, het is niet waar. Hij kan geen andere personages uitbeelden dan deze die gegroeid zijn in zijn geest en hart, en dat hart en die geest zijn een produkt van zijn tijd, zijn omgeving en zijn sociale plaats in het leven."

3.12.2012

de democratie is niét ziek van individualisering.

Je hoort het zo vaak, 'we leven in geïndividualiseerde tijden, mensen zijn egoistisch, er zijn alleen nog maar individuen'. Complete onzin uiteraard, maar wel veelgehoorde onzin.
Het ACW heeft een prachtig opiniestuk geschreven over onze samenleving en de prachtige rol die organisaties en vrijwilligers spelen. We nemen het hier gewoon integraal over:

De democratie is niét ziek van individualisering.
Want de samenleving heeft baat bij de inzet van vele vrijwilligers.

Van Luc Huyse verschenen vorig weekend twee opiniebijdragen in De Morgen (DM 25/2 en 27/2):
‘het diepe gemis van een collectieve vuist’ en ‘de democratie is ziek van individualisering’.



We hebben enkele fundamentele bedenkingen bij zijn overpeinzingen.


Eén. Luc Huyse vertrekt voor zijn analyse van het middenveld vanuit het burgerinitiatief G1000. Wat hij over dit mediatiek initiatief schrijft snijdt hout. Maar zijn analyse is beperkt: hij veronachtzaamt dat er in het sociaal middenveld nog altijd vele comités, organisaties, verenigingen en vrijwilligers actief zijn, dag in dag uit en jarenlang. Tussen ‘massa’ en ‘macht’ is nog altijd een omvangrijk en belangrijk veld werkzaam. Ze staan minder in de nationale spotlights, maar vaker in de regio-pagina’s van populaire bladen.



Twee. Luc Huyse schrijft dat individualisering in de wereld van de politiek een nachtmerrie is. Dat kan in de politieke context zo zijn, maar daarmee negeert hij dat in sociale bewegingen en verenigingen mensen niet louter als individuen persoonlijke keuzes maken maar als bewuste mensen samen kiezen voor collectieve belangen inzake milieu, mobiliteit, wonen, …



Aan de vooravond van de ‘week van de vrijwilliger’ moet dit andere verhaal ook aan bod komen. Niet alleen omdat wij dat belangrijk vinden, maar vooral omdat de vele ervaringen en cijfers ons bevestigen dat wij, onze buren, onze vrienden, onze collega’s, het belangrijk én prettig blijven vinden om zich als vrijwilliger te engageren.



Alleen al in de sector van jeugd, sport en cultuur zijn zo’n 65.000 lokale verenigingen actief. Daarbij komen de talloze buurt-, straat- en schoolcomités . Daarnaast zijn heel veel kleine en grote verenigingen goed bezig in de zorgsector, bijvoorbeeld in de mantelzorg. Dan hebben we het nog niet gehad over de tienduizenden die zich binnen hun vakbond inzetten, dit jaar opnieuw als kandidaat bij de sociale verkiezingen. En dan mogen we niet de velen vergeten die zich voluit inzetten voor milieu en ontwikkelingssamenwerking.



We mogen er van uitgaan dat een vereniging gemiddeld 15 actieve leden telt. Dan hebben we het rap over meer dan één miljoen mensen die zich voor elkaar en voor de samenleving engageren. Gemiddeld spenderen de vrijwilligers vier à vijf uur per week aan hun inzet. Zouden al deze mensen dit niet meer doen, dan zijn meer dan 250.000 professionals nodig om hetzelfde voor mekaar te brengen. Deze vrijwilligers ontlenen daar grote tevredenheid aan, dat weten we. Zij kunnen hun competenties te nutte maken, hebben deugddoende ervaringen, zijn blij om dit met anderen te delen. Natuurlijk is ook hun organisatie of vereniging bijzonder opgetogen over hun inzet. Hun politieke overheden zouden zot zijn om hun inzet, hun expertise, hun contacten, hun gezamenlijk opgebouwde ideeën over lokaal goed samenleven in de wind te slaan. Vrijwilligers zijn mee het cement van een sociale samenleving.



Toch moeten overheden zorgzaam omspringen met vrijwilligers. Er is een broos evenwicht tussen professionals en vrijwilligers dat makkelijk kan worden verstoord: hetzij omdat omwille van besparingen teveel taken naar de vrijwilligers worden doorgeschoven (cf. Groot-Brittannië), hetzij omdat hen taken worden ontnomen die steden en gemeenten liever zelf opnemen.



Vrijwilligerswerk blijft trouwens sterk in Vlaanderen. Dat wordt ook bevestigd door internationaal vergelijkend onderzoek. Het wordt ook geruggensteund door een stevige én goede wettelijke basis.



Niettemin blijven belangrijke nieuwe uitdagingen. In sommige sectoren vergrijzen besturen: wat met de ‘wissel’ van deze wacht? Ook willen veel mensen zich nog altijd engageren maar liefst kortlopend: hoe gaan we daarmee om? Vrijwilligerswerk is geen automatisme meer en loopt minder gestroomlijnd als vroeger. Vrijwilligers kiezen meer à la carte, voor wat, wanneer en met wie ze zich inzetten. Daar heeft Huyse een punt. Jongeren zijn overigens topvrijwilligers, weliswaar in hun jeugdsegment: willen en kunnen we ze enthousiasmeren en binden voor latere inzet? De kloof met laaggeschoolden en met mensen van allochtone origine blijft: hoe gaan wij dit overbruggen?



ACW wil met zijn organisaties gaan voor een warme samenleving die wordt gemaakt door vele actieve mensen, comités, verenigingen.Daarom was het ook goed om lezen dat enkele maanden geleden in Nederland aan 75 gerenommeerde wetenschappers werd gevraagd wat de grootste sociale vraagstukken zijn. Hun reactie: sociale cohesie is hét issue bij uitstek.


Een schrijven door Patrick Develtere, Marc Justaert, Marc Leemans, Eva Brumagne, Koenraad Coppens, Bart Holvoet, Jan Vandecasteele van ACW, CM, ACV, KAV, KWB, KAJ en OKRA.

3.11.2012

Lamentaties

Tijd voor een vleugje muziek, uiteraard aangepast aan deze vastentijd.

We brengen de Lamentaties van Jeremiah (klaagliederen voor de vrienden) in een prachtige versie van Thomas Tallis:



een van mijn favorieten, met stip.

3.10.2012

Foor!

Beste vrienden,

het is weer zo ver, de Foor is terug in Gent.

De voorbije weken was er al volop opbouwwerken en algehele chaos op ons Sint-Pietersplein, maar nu staat alles klaar.

Hier vind je alle practica.
De Foor betekent voor mij voor vooral vette worsten, suikerspin en vooral Oliebollen!

Tot op de Foor zou ik zo zeggen - kom gerust eens de Sint-Pieterskerk binnen zou ik zo zeggen.

3.09.2012

Assyrië in Oorlog

Kameraden en vrienden,

vandaag, op deze schone vrijdag, gaan we eens terug in de tijd, zo'n 3000 jaar terug in de tijd.



Vandaag beluisteren een zeer vakidiote podcast over het Assyrische Rijk en vooral de oorlogsvoering in het Oude Nabije Oosten. Veel luisterplezier.

The Assyrians At War


Een prachtproductie van



3.07.2012

discriminatie en islamofobie

Kameraden en vrienden, islamofobie en discriminatie, daarover gaat volgend filmpje. Jozef de Witte van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding gaat dieper in op islamofobie, racisme en discriminatie.

3.06.2012

vintage breien

Beste vrienden, vandaag een bewijs dat je in een uitstekende bibliotheek meer kunt vinden dat enkel degelijke boeken. We brengen een fimpje van de Britse nationale bibliotheek, een dergelijke instelling dient alles te verzamelen wat in een bepaald land gepubliceerd wordt met een isbn-nummmer. In dit filmpje wordt een stuk verborgen erfgoed ontsloten, een prachtige verzameling brei-patronen.

British Library - Vintage Knitting from Buzz Films on Vimeo.

3.05.2012

Black History Month, more than a month

Op deze rustige maandag, een interessante documentaire over een Amerikaanse traditie, de Black History Month. Omdat februari, de maand waarin men in de Verenigde Staten aandacht besteed aan het Afro-Amerikaanse erfgoed. Omdat februari nu eenmaal zo korte maand, brengen wij deze documentaire dus in maart.

Veel kijkplezier:

Watch End Black History Month? on PBS. See more from Independent Lens.

3.04.2012

Aus tiefer Not schrei ich zu dir

Op deze mooie zondag, brengen we een prachtig stukje muziek, zeer toepasselijk in deze vastentijd. Psalm 130, in het Duits overgezet door de enige echte Martin Luther en op muziek gezet door Johan Sebastiaan Bach.



Voor de meezingers onder ons:

Aus tiefer Not schrei' ich zu dir,
Herr Gott, erhoer' mein Rufen,
Dein gnädig' Ohren kehr zu mir,
Und meiner Bitt' sie öffnen!
Denn so du willst das sehen an,
Was Sünd' und Unrecht ist getan,
Wer kann, Herr, vor dir bleiben?

Bei dir gilt nichts denn Gnad' und Gunst
Die Sünde zu vergeben;
Es ist doch unser Tun umsonst,
Auch in dem besten Leben.
Vor dir Niemand sich rühmen kann,
Des muß dich fürchten jedermann
Und deiner Gnade leben.

Darum auf Gott will hoffen ich,
Auf mein Verdienst nicht bauen;
Auf ihn mein Herz soll laßen sich,
Und seiner Güte trauen,
Die mir zusagt sein wertes Wort,
Das ist mein Trost und treuer Hort,
Des will ich allzeit harren.

Und ob es währt bis in die Nacht
Und wieder an den Morgen,
Doch soll mein Herz an Gottes Macht
Verzweifeln nicht noch sorgen,
So thu' Israel rechter Art,
Der aus dem Geist erzeuget ward,
Und seines Gott's erharre.

Ob bei uns ist der Sünden viel,
Bei Gott ist viel mehr Gnade;
Sein' Hand zu helfen hat kein Ziel,
Wie groß auch sei der Schade.
Er ist allein der gute Hirt,
Der Israel erlösen wird
Aus seinen Sünden allen.

3.03.2012

Waldo is back!

Vandaag brengen we, kameraden en vrienden, niets dan onnozelheid. De wraak van Waldo:

3.01.2012

LBC over onze index

Kameraden en vrienden, we gaan het vandaag andermaal hebben over de index. Ferre Wyckmans, van LBC, heeft een stevig opiniestuk neergepend, dat wij dus integraal rimpen:


In Griekenland heeft de sanering een pijnlijk dieptepunt bereikt. De komende jaren dreigen weinig perspectief te leveren voor de gemiddelde Griek. In Spanje worden de beschermende regels van de arbeidsovereenkomsten terzijde geschoven. Langere werktijden en vlugger, goedkoper en makkelijker ontslaan van werknemers is het nieuwe wonderrecept. Bij ons worden de werkloosheidsuitkeringen verminderd en staat de automatische indexering van de lonen pertinent ter discussie. De idee van een ethische minimum-belasting voor vennootschappen wordt als ‘dommemanspraat’ meteen gekelderd. Het bekoren van de economische krachten is de leidraad geworden van alle politieke uitspraken en daden. Dat werknemersrechten daarvoor sneuvelen is allemaal in de prijs inbegrepen.
Wie het waagt om daar enige nuance bij te plaatsen, wie durft om het begrip “verworven sociale rechten” te hanteren is een onverlaat, die onverantwoordelijkheid met ouderwetsheid combineert. Verworven sociale rechten zijn uit den boze, verworven fiscale werkgeversrechten daarentegen zijn heilig en onaantastbaar.
De hardnekkigheid waarmee de automatische index wordt bekampt, is symptomatisch. Het afschaffen is dan zogenaamd niet aan de orde. Het beperken, uitstellen, overslaan, herzien, creatief aanpassen enz. is dat echter des te meer. In elk van die gevallen is een ingreep aan de index een koopkrachtverlies voor de werknemers. Maar een niet of slechts gedeeltelijke indexering betekent – we spreken voor de privésector – ook minder inkomsten voor de overheid (belastingen op een niet gestegen loon) en de sociale zekerheid. Slechts één winnaar in dit verhaal: de werkgevers.
Het niet indexeren van lonen betekent dat die lonen niet worden aangepast aan de levensduurte en dat dat deel in de onderneming blijft. In de meeste ondernemingen zal dit dus bij de winst komen en dus de aandeelhouders ten goede komen. Op die basisredenering hebben we van de voorstanders van de indexingrepen nog geen aanzet tot het futielste antwoord gelezen.
Zij houden het erbij dat wat goed is voor de ondernemingswinst, ook goed is voor de jobcreatie. Daar kunnen de werknemers bij Arcelor Mital en bij Inbev u fraaie ervaringen van uit de doeken doen.
Het is niet zo dat bedrijfswinsten automatisch leiden tot behoud of toename van tewerkstelling. Daarom luidt onze stelling onverkort en krachtig: werknemers hoeven geen koopkracht in te leveren om de winsten van bedrijven te doen toenemen en om aandeelhouders te plezieren. Dit is geen ouderwetse vakbondspraat, het is de kern van het verdelingsvraagstuk.

Het behoud van de index is dus geen symbooldossier, het is een reëel dossier dat gaat over het behoud van koopkracht voor wie werkt. De indexdiscussie reduceren tot iets symbolisch maakt een karikatuur van de werkelijkheid. Die symboolaanpak is een welbewuste strategie om het af te doen als iets ouderwets, niet meer van deze tijd... zoals vakbonden ook in die ouderwetse hoek moeten geduwd worden. We zouden niet bezig zijn met wat er echt schort of leeft. We zouden de band met de realiteit verloren hebben en al helemaal de voeling met de werkvloer.
Dat onze communicatie verbeterd kan en moet worden, dat we inzake verdere analyse van strategie en werking zullen moeten vernieuwen, dat we nog meer zullen moeten luisteren en het gesprek aangaan,... allemaal vierkantig waar. Maar qua representativiteit durven we nog wel een boompje opzetten en zullen we de lessen van onze leden en militanten zeer ter harte blijven nemen. Als cijfers iets betekenen dan toch deze bemerking.

In Vlaanderen hebben alle politieke partijen samen zo’n 235.000 leden. LBC-NVK heeft in Vlaanderen en Brussel 320.000 leden. We willen bescheiden blijven... er zijn immers nog meer mensen niet dan wel aan¬gesloten, maar ons in de hoek van de aftandse clubjes steken, ho maar!