9.10.2015

'Kerken en kapellen in Gent - ook een archeologisch verhaal'

Vanavond beste vrienden is er, zoals steeds, nauwelijks iets kijkenswaardig op de televisie. Wie interesse heeft in Gentse geschiedenis, of in het (Gentse) religieuze erfgoed, kan vanavond naar een boeiende lezing.

De Dienst Stadsarcheologie brengt vanavond ‘Kerken en kapellen in Gent: ook een archeologisch verhaal’.

Naar jaarlijkse traditie neemt Marie Christine Laleman je mee in een verhaal over veertig jaar archeologisch onderzoek in en rond Gent en hoe de resultaten hiervan bijdroegen tot de huidige kennis over kerken en kapellen.
Veertig jaar archeologisch onderzoek in en rond Gent heeft ook nieuwe inlichtingen opgeleverd over kerken en kapellen. Zowel de beide abdijsites met hun kerkgebouwen als de parochiekerken in het centrum van de stad waren al (gedeeltelijk) archeologisch onderzocht vooraleer het stadsarcheologische team voor het eerst in november 1973 werd aangesteld. En toch leverden zowel opgravingen als bouwarcheologisch onderzoek nieuwe inzichten over al die religieuze gebouwen en hun geschiedenis.
Dit was zowel rechtstreeks bij onderzoek in een gebouw, maar het ging soms ook om indirecte aanwijzingen. Zo kon het kalkovencomplex in de oostelijke buitentuin van de Sint-Pietersabdij geassocieerd worden met de Karolingische kloosterkerk van Blandinium. Bij de grootschalige opgravingen op het Sint-Pietersplein leidden vooral afbraaksporen, zogenoemde negatieve sporen, tot de reconstructie van de plattegrond van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, en voor het eerst ook tot haar precieze lokalisatie. Bijzonder verrassend waren ook de archeologisch bevindingen in de Kapittelstraat, die leidden tot een ander inzicht in de geschiedenis van de Sint-Janskerk (thans Sint-Baafskathedraal). Terzelfdertijd roepen de bevindingen uit archeologisch onderzoek nieuwe vragen op over de ligging, de betekenis en de vormgeving van enkele kapellen en kerken die nochtans een essentiële rol hadden in de ontwikkeling van de middeleeuwse stad. Als voorbeeld kan de vraagstelling rond de kloosterkerken en de vroegmiddeleeuwse bewoning worden opgeroepen.
In het tweede kwart van de 7de eeuw legden Amandus en zijn volgelingen de basis van twee kloosters, de latere Sint-Baafsabdij en Sint-Pietersabdij, stichtingen die te maken hadden met de uitzonderlijk gunstige geografische ligging van de wellicht druk bevolkte nederzetting aan de samenloop van Leie en Schelde. Maar hoe moeten we ons die bidhuizen voorstellen en waar werden de mensen begraven. Bij het onderzoek van kerken en kapellen, maar ook bij dat van andere gebouwen, heeft men vaak de neiging de geschiedenis van het gebouw an sich te reconstrueren, als een geïsoleerd onderzoeksobject en zonder voldoende rekening te houden met de context. En die omgeving heeft drie dimensies: de relatie tot de onmiddellijke buurschap, als onderdeel van de stadsontwikkeling of in de ruimere Noordwest-Europese context. Enkele van deze aspecten worden geïllustreerd toegelicht.

Vanavond, 10 september, 20u,  kapel van de Zusters van Liefde, Molenaarsstraat 22
Het is niet alleen interessant en in een prachtig kader, het is ook geheel en al gratis.


Geen opmerkingen: