In De Standaard verscheen een interessant stuk van musicoloog Jan Christiaens over de Klara's Top 100 en dan vooral over het opvallende succes daarin van uitgesproken religieuze muziek.
Klara's Top 100, of de weg van de schoonheid
Opmerkelijk, vindt Jan Christiaens: hoe seculierder onze maatschappij wordt, hoe meer we luisteren naar religieus geïnspireerde muziek.
Ook in de jongste editie van Klara’s Top 100 is religieus geïnspireerde muziek opvallend aanwezig. Een op de vier composities verwijst expliciet naar religie. In de top van het klassement ligt die verhouding nog een stuk hoger: maar liefst zes werken uit de top tien hebben iets met religie te maken. De podiumplaatsen gaan ook dit jaar naar Johann Sebastian Bach, Arvo Pärt en Karl Jenkins, componisten in wier werk religie een hoofdrol speelt. Tal van componisten blijven religieuze thema’s opzoeken, vaak zonder dat er nog een kerkelijke opdrachtgever aan te pas komt. Blijkbaar voelen zij zich nog altijd aangetrokken tot de religieuze verbeelding. Even revelerend is het stemgedrag van de Klara-luisteraars. Op de eerste plaats staat zelfs een werk dat met alle mogelijke middelen probeert de toehoorder deelachtig te maken aan het lijdensverhaal van Jezus van Nazareth.
Dat is paradoxaal. Vlaanderen behoort tot de meest geseculariseerde regio’s van Europa. Maar dat religie naar de rand van de samenleving verschuift, betekent nog niet dat de menselijke dorst naar religiositeit en transcendentie verdwenen is. Dimensies die door de rede naar de marge verdrongen zijn, sluipen via de deur van de schoonheid weer binnen.
Gedemythologiseerd gebed
De ervaring van (muzikale) schoonheid legt geen dogma of gedragscode op, maar werkt veel subtieler. Ze wekt onze gevoeligheid voor wat waarachtig en goed is, nog voor we er woorden aan kunnen geven of consequenties voor ons gedrag aan verbinden. Muziek sijpelt binnen in de ziel, tot op de laag waar onze diepste overtuigingen zetelen. Ze overhaalt ons waar verstandelijke taal ons misschien onverschillig laat. Ze breekt onze weerstand, palmt ons in en neemt ons mee in haar verhaal. Zo legt ze een fundament, niet van begrippen en concepten, maar van een doorvoelde schoonheid. In die zin kan naar muziek luisteren uitgroeien tot wat filosoof Theodor Adorno een “gedemythologiseerd gebed” noemde: een innerlijke beweging die ons ontvankelijk maakt voor iets dat dieper reikt dan het alledaagse, die het keurslijf van de immanentie openbreekt en de mogelijkheid van transcendentie laat doorschemeren.
Is dat misschien waarom zoveel luisteraars op Bach en Pärt stemmen? Met eenvoudige muzikale middelen roepen zij een wereld van betekenis op die de luisteraar kan betreden. Precies daarin schuilt wellicht de aantrekkingskracht van religieus getinte muziek. Ze opent een deur naar een andere dimensie, waar verstilling, eenvoud en diepgang opnieuw een plaats krijgen in een cultuur die juist die dimensies onder druk zet.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten