De zomerperiode is traditiegetrouw komkommertijd, en nu het WK-avontuur voorbij is, is het zelfs gigantisch komkommertijd. Gelukkig is er nu meer tijd om interessante lectuur door te nemen. Stan De Spiegelaere schreef voor Poliargus volgende interessante bijdrage:
In België ligt de syndicalisatiegraad bijzonder hoog.
Internationaal gezien moeten we enkel Scandinavische landen laten
voorgaan. Voor velen zijn deze sterke vakbonden een doorn in het oog. Ze
zouden noodzakelijke hervormingen tegenhouden en enkel rijden voor hun
eigen belang. Dringend tijd om eens van dichterbij te kijken naar welke
effecten een sterke vakbondsaanwezigheid heeft op een samenleving. Een
recente CLASS publicatie van Wilkinson en Pickett geeft een eerste voorzet.
Volgens de auteurs zijn sterke werknemersorganisaties rechtstreeks
gelinkt aan minder maatschappelijke ongelijkheid. Als men landen
vergelijkt in termen van syndicalisatiegraad en ongelijkheid zien we een
duidelijk negatieve verhouding. Hoe hoger het aandeel werknemers in een
vakbond, hoe lager de ongelijkheid in dat land.
Dezelfde relatie kan ook geobserveerd worden binnen eenzelfde land.
Voor de VS is de tendens in de syndicalisatiegraad het bijna perfecte
spiegelbeeld van de ongelijkheidstendensen: wanneer de vakbond relatief
sterk was (in naoorlogse jaren 50), was ook de ongelijkheid veel
beperkter.
De oorzaken van deze relatie zijn tweevoudig. Ten eerste leidt een
sterke vakbondsaanwezigheid over het algemeen tot hogere lonen aan de
onderkant van de loonverdeling. Mensen die weinig verdienen, krijgen
meer in een land met sterke vakbonden dan in een land met zwakke
vakbonden. Vaak wordt dit echter gecompenseerd aan de bovenkant van de
loonverdeling en krijgen grootverdieners dus een stuk minder in landen
met sterke vakbonden dan in landen met zwakke vakbonden. De
loonverdeling wordt dus bij elkaar gedrukt wat leidt tot minder
ongelijkheid.
Maar het is niet enkel louter economie. Ook het ideologische speelt
een rol. In landen waar vakbonden sterk zijn, is het harde neoliberale
denken minder sterk en is het beleid dus meer afgestemd op het behouden
van een gezonde balans. Ook hier kan er lang gediscussieerd worden over
de kip of het ei, maar de observatie blijft wat ze is: waar vakbonden
sterk zijn, blijkt de ongelijkheid beperkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten