9.07.2014

Scheppingszondag: 'het klimaat verandert ook mij'


Het Netwerk voor Rechtvaardigheid en Vrede heeft de eerste zondag van september uitgeroepen tot 'Scheppingszondag'. Een dag om stil te staan bij de toestand van 'de schepping' vandaag de dag. Een dag van bewustmaking rond de klimaatverandering en een actiedag om er iets aan te doen.



Omdat het hier om een 'kerkelijk' initiatief gaat, is er ook een 'liturgische suggestiebundel' gemaakt. Met daarin, o.a., deze best wel interessante preek:

 
NIET SCHULDIG MAAR VERANTWOORDELIJK

Geloof je in de klimaatsverandering?

Beste mensen,
Dit is een verkeerde vraag. De klimaatsverandering is niet langer een discussiepunt tussen believers en non-believers. De kwestie is: wie zullen erdoor getroffen worden, wijzelf, onze kinderen of onze kleinkinderen? Of worden het miljoenen mensen van het Zuiden? Daar zien we nu al alle soorten van natuurrampen met de armsten als eerste en blijvende slachtoffers.
Vandaag is het Scheppingszondag. Schepping is geen synoniem van natuur. Het is de wereld door God aan mensen toevertrouwd. En dan komt onvermijdelijk de CO2-uitstoot in het vizier, een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatcrisis. Die uitstoot van gassen die de opwarming veroorzaken: ze is een gevolg van onze eigen leefgewoonten: onze mobiliteit, ons energiegebruik, onze veeteelt en industrie…

Oei, oei, oei: moeten wij ons nu schuldig voelen? Neen, want dit zou als gevolg kunnen hebben dat deze kwestie ons cynisch of onverschillig maakt. En dat kan niet de bedoeling zijn. Wat dan wel? Ezechiël van de eerste lezing zet ons op de goede weg.
Deze profeet behoort waarschijnlijk tot een priesterlijk geslacht van Jeruzalem wanneer hij, samen met het gevolg van de koning, in ballingschap wordt gevoerd. Tien jaar later gaat het koninkrijk definitief ten onder, en wordt de stad met tempel en al verwoest. In het verre Babylonië dringt zich de vraag op: 'Wat is de oorzaak van deze ondergang?' Is het de zonde van de voorouders die wordt aangerekend aan de kinderen, zoals dat elders in de Bijbel wordt gesuggereerd? (Ex. 20, 5) Ezechiël protesteert heftig tegen deze opvatting. Maar ook: schuld is iets anders dan verantwoordelijkheid. Ook al heb je geen schuld aan de situatie waarin je geplaatst wordt, toch hoort het bij het mens-zijn dat je verantwoordelijk bent.
Ezechiël wordt aangesproken als mensenkind. Dit betekent hier: een mens als ieder ander. Hij wordt dus niet aangesproken op zijn priesterlijke afkomst. Ezechiël krijgt een eigen functie: hij moet, als een wachtpost ten tijde van oorlog, op de uitkijk staan of er gevaar dreigt. Is dat het geval, dan moet hij het volk waarschuwen. Doet hij dat niet, dan is hij ervoor verantwoordelijk dat bloed vergoten wordt.
Wat voor de profeet geldt, geldt ook voor ons. Het is onze taak het woord dat we van God gehoord hebben, te laten klinken als we zien dat er onrecht gebeurt. Zijn we dan medeplichtig als we dan de andere kant opkijken? In onze gecompliceerde maatschappij is deze vraag niet altijd eenduidig te beantwoorden.
De vraag moet wel gesteld worden. Ze gaat in tegen de neiging om alles op zijn beloop te laten. Ook met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen. Nochtans, er is in deze materie een daad die simpel te stellen is en veel verhelpt: verminderen!

Matteüs van zijn kant staat in het 18de hoofdstuk van zijn evangelie stil bij de vraag: hoe moeten we binnen de gemeenschap van gelovigen met elkaar omgaan? Wat doen als daar iemand over de schreef gaat?
Net als in de profetie van Ezechiël horen we in dit evangelie een oproep om iemand die zich misdragen heeft, hierop aan te spreken. Het verschil met de profeet is dat het hier in eerste instantie gaat om een zaak tussen twee mensen. Jezus zegt dat zoiets discreet moet gebeuren: onder vier ogen. Alleen als dat niet helpt, mogen er meer mensen bij betrokken worden. Maar ook dat moet op beperkte schaal gedaan worden: één of twee is genoeg. Dit getuigt van psychologisch doorzicht en van fijngevoeligheid: je bereikt een tegenovergesteld effect als je iemand in het openbaar de mantel uitveegt. En roddelen achter de rug is al helemaal uit den boze. Pas als wie in de fout ging dan nog niet wil luisteren, zal de groep een disciplinaire maatregel nemen. Vooraf moet alles in het werk gesteld worden om de gemeenschap bij elkaar te houden.
Als ze daarin zorgvuldig handelt, als men zich verantwoordelijk weet voor elkaar, als men zorg draagt voor zijn broer of zus of voor komende generatie, dan mag de gemeenschap weten: God is bij haar. Als mensen eerlijk hun best doen om er samen uit te komen, ook uit deze klimaatcrisis, dan mogen ze Jezus in hun midden weten.

Preek op 6-7 september 2014, bij Ezechiël 33, 7-9 en Matteüs 18, 15-20. Bron: Evert van den Berg, 'Mijns broeders hoeder' in Kerugma, Gooi en Sticht, jg. 54, nr. 4, 2011, blz. 30-36

Geen opmerkingen: