9.15.2024

de Heritage Foundation van Star Wars tot Project 2025

Vandaag aandacht voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen. En dan vooral over de extreem-rechtse denktank achter republikeins kandidaat Donald Trump, de Heritage Foundation.

 

 

 

 Lees het draaiboek gerust zelf:


 

 





In 1986 publiceerde progressieve uitgeverij EPO een excellent boek van twee politicologen van de VUB, Robert Berloznik en Patrick De Boosere, Star Wars.
Daarin werd uitgebreid gekeken naar de toenmalige president van de VS, Ronald Reagan. Achter diens extreem-rechtse beleid zat de toen nog jonge Heritage Foundation. 

 



 

 

Een uittreksel:

 

De Heritage Foundation

Aan de Massachusetts Avenue 214 in Washington D.C. in een statig wit gebouw dat uitkijkt op Capitol Hill huist de Heritage Foundation.

Ondanks haar vrij recente oprichting in 1973 behoort ze vandaag tot de belangrijkste Amerikaanse politieke think tanks. Een ploeg van honderd permanente medewerkers zorgen voor een gestadige stroom aan publicaties in de vorm van rapporten, brochures, tijdschriften en boeken. De hoofdaandacht van het studiewerk van de Heritage is toegespitst op vier grote domeinen: binnenlandse politiek en in het bijzonder de economische politiek; buitenlandse politiek en defensie; de Verenigde Naties; en Azië. Jaarlijks produceert de stichting over die onderwerpen een kleine honderd publicaties en rapporten. De Heritage omschrijft haar opdracht zelf als ‘onderzoeks- en studieprogramma’s die tot doel hebben de stem van het verantwoordelijke conservatisme te laten horen in Washington D.C., doorheen de gehele Verenigde Staten en in de hoofdsteden van de wereld.’

De Heritage is een uitgesproken militant rechtse instelling. Ze komt er openlijk voor uit dat haar studiewerk de zaak van de conservatieve revolutie moet dienen. Heritage gaat prat op haar Resource Bank, een nationale databank van zo’n 1600 onderzoekers en onderzoekscentra zijn aangesloten. Aan de werking van die databank besteedt de stichting meer dan 15% van haar budget. Heritage heeft zichzelf de rol toebedeeld om de beste ideeën van ’s lands conservatieve denkers te concentreren. Willa Ann Johnson, hoofd van de Resource Bank en voormalig plaatsvervangend directeur van de personeelsafdeling op het Witte Huis onder Reagan, ziet de databank als een katalysator. ‘Voor de eerste keer’, stelt ze vast, ‘bestaat er een breed conservatief politiek netwerk dat actief werkt op een nationale basis.

De Heritage Foundation liep vooral in de kijker toen Reagan zijn presidentszetel veroverde. Algauw bleek dat de Heritage meer dan een voet binnen had in het Witte Huis. De stichting had al haar krachten ingezet om Reagan aan zijn zetel te helpen en nu was ze vast van plan om hem ook te vertellen wat hij moest doen. Tijdens het overgangskabinet van Reagan in november 1980 zorgde de Heritage voor de publicatie van wat een ‘blauwdruk voor een conservatieve regering’ werd genoemd. Niet minder dan 250 academici, leden van vroegere republikeinse administraties en andere medewerkers hadden aan dit regeringsontwerp meegewerkt. Het rapport telde meer dan 3.000 pagina’s opgedeeld in twintig boekdelen. Een verkorte vorm van het rapport dat de titel droeg ‘Mandate for Leadership: Policy Management in a Conservative Administration’ werd uitgegeven in paperback en stond gedurende drie weken bij de bestsellers van de Washington Post. Nog nooit had een president die het Witte Huis betrok de beschikking gehad over een zo gedetailleerd politiek platform en nog nooit had een privé-organisatie zo nadrukkelijk gewogen op het tot stand komen van de presidentiële politiek. Het document werd voor de televisiecamera’s officieel in ontvangst genomen door Edwin Meese II, toen directeur van het overgangsteam van Reagan en inmiddels minister van Justitie. In maart 1982 ging Edwin Feulner, voorzitter van de Heritage sinds 1977, er prat op dat de Reagan-administratie al 61% van de 1.270 aanbevelingen van het rapport had uitgevoerd.

De Heritage Foundation bleef trouwens ook na de intrede van Reagan in het Witte Huis nauw samenwerken met de presidentiële staf. Minstens 11 voormalige medewerkers kregen een plaatsje in de nieuwe administratie toegewezen. Feulner weigerde een officiële benoeming die hem tot aftreden zou dwingen als voorzitter van de Heritage en Meese benoemde Feulner tot politiek adviseur en voorzitter van de Advisory Commission on Public Diplomacy die toezicht houdt op het Internationaal Communicatie Agentschap van de Amerikaanse overheid (U.S. International Communication Agency).

Vanzelfsprekend zou Reagan bij zijn herkiezing in 1984 opnieuw kunnen gebruik maken van de trouwe diensten van de Heritage Foundation. Er werd een tweede rapport gepubliceerd met een titel die niets aan duidelijkheid te wensen laat: ‘Mandate for Leadership II: Continuing the Conservative Revolution’ (Mandaat voor een leiderschap II, de verderzetting van de conservatieve revolutie).

Op de achterflap van de paperbackeditie van het tweede rapport wordt Edwin Meese III geciteerd: ‘Ik ben er sterk van overtuigd dat ‘Mandate for Leadership II: Continuing the Conservative Revolution’ een van de meest betekenisvolle en beste dingen zal zijn waarover president Reagan en zijn medewerkers zullen kunnen beschikken om hen in de komende jaren te leiden. Zoals ik Ronald Reagan ken, weet ik dat hij persoonlijk gebruik zal maken van Mandate II en dat het een belangrijke bijdrage zal zijn voor wat er in de komende jaren in dit land zal gebeuren.’

Op het banket ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de oprichting van de Heritage Foundation in 1983 heette de belangrijkste spreker Ronald Reagan. In zijn toespraak zei de president: ‘Het zijn niet de hoeveelheid geld, het aantal mensen of de grootte van de kantoren die de invloed van de Heritage aangeven. Jullie veelvuldige publicaties, actualiteitsgericht onderzoek, politieke nota’s, seminaries en conferenties geven goed jullie enorme invloed aan op Capitol Hill en – geloof me grif, ik weet het – op het Witte Huis.’

De man die het initiatief nam om de Heritage Foundation op te richten was bierbrouwer Joseph Coors uit Colorado. Coors is een van de mannen die aan de wieg stonden van de politieke carriere van Ronald Reagan en behoort tot wat men het ‘keukenkabinet’ van de president noemt: en kleine groep bevriende zeer rijke zakenlui. De invloed van dit keukenkabinet op de vorming van de Reaganadministratie was aanzienlijk en veel sleutelposities worden ingenomen door mensen die zij hebben voorgesteld. Tot voor kort was Joseph Coors vice-president van de Adolph Coors Cie, de vijfde grootste Amerikaanse brouwerij en het allergrootste bedrijf in de U.S. dat in handen is gebleven van één familie. De maatschappij is tevens een van de topondernemingen op wereldvlak voor industriële ceramieken. Coors is een zeer bekend en omstreden figuur in de VS omwille van zijn extreem-rechtse opvattingen. De onderneming was al herhaaldelijk het voorwerp van boycotcampagnes omwille van de politieke standpunten van de familie o.a. inzake rassendiscriminatie. Jef en Pete Coors, die onlangs de leiding van het bedrijf overnamen, zijn eveneens conservatief republikeins maar wensen zich minder in de politiek te mengen dan hun turbulente vader. In 1984 aanvaardde de brouwerij om investeringen te verrichten in woongebieden van minderheidsgroepen om aan de boycotacties een einde te stellen. De totale waarde van de familieaandelen wordt geschat op meer dan 560 miljoen dollar.

 

Geen opmerkingen: