Op Palmzondag 1980 werd aartsbisschop Oscar Romero neergeschoten.
Hieronder een stuk uit de preek die Oscar Romero uitsprak, net voor hij werd vermoord.
De verwachting van een nieuwe wereld moet onze zorg voor de vervolmaking van deze wereld, waar het lichaam van de nieuwe menselijke familie groeit, niet verzwakken maar juist stimuleren, een lichaam dat zelfs nu al op een bepaalde manier een voorbode kan zijn van die nieuwe tijd. Voor zover tijdelijke vooruitgang kan bijdragen aan een betere ordening van de menselijke samenleving, is het dus van groot belang voor het koninkrijk van God, ook al moet tijdelijke vooruitgang zorgvuldig worden onderscheiden van de groei van het koninkrijk van Christus.
Want nadat we de voordelen van menselijke waardigheid, broederschap en vrijheid over de aarde hebben verspreid in de Geest van de Heer en Zijn Woord volgend, zullen we al die goede effecten van onze inspanningen herontdekken, maar dan vrij van elke smet, opgehelderd en getransfigureerd. Dan zal Christus aan de Vader “een eeuwig en universeel koninkrijk overdragen: een koninkrijk van waarheid en leven, een koninkrijk van heiligheid en genade, een koninkrijk van gerechtigheid, liefde en vrede” [Voorwoord uit de mis van Christus Koning]. "Op deze aarde is dat koninkrijk al aanwezig in mysterie. Wanneer de Heer wederkomt, zal de volmaaktheid ervan voltooid zijn" [Gaudium et Spes, nr. 39].
Dit is de hoop die ons, christenen, inspireert. We weten dat elke inspanning om een samenleving te verbeteren, vooral een samenleving die zo verstrikt is in onrecht en zonde, een inspanning is die God zegent, die God verlangt, die God van ons eist. En als je vrijgevige mensen vindt in al diegenen die werken voor deze idealen, dan moet je proberen hen te zuiveren, hen te verchristelijken, hen te bekleden met de hoop op wat voorbij is. Dat maakt ze sterker en geeft ons de zekerheid dat alles waar we op aarde aan werken, als we het voeden met een christelijke hoop, nooit een mislukking zal zijn. We zullen het in een zuiverder vorm vinden in dat koninkrijk waar onze verdienste zal liggen in datgene waaraan we hier op aarde hebben gewerkt.
We weten dat niemand eeuwig door kan gaan, maar zij die een groot geloof, liefde voor God, hoop onder de mensen hebben gebracht, vinden dat dit alles resulteert in de pracht van een kroon die de zekere beloning is van allen die zo werken en waarheid, gerechtigheid, liefde en vriendelijkheid over de aarde verspreiden. Ze blijft niet hier, maar wordt, gezuiverd door Gods Geest, voor ons geoogst en ons gegeven als onze beloning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten