Reactie van opbouwwerker en OCMW-expert Sara Vanhoyland van SAAMO Brussel na de pano over het Anderlechtse OCMW: "Er wordt geschat dat 57-67% van de leefloongerechtigden (in heel België) dit recht niet opneemt. Dit staat in schril contrast met de 4% die onterecht een leefloon gekregen hebben: dit is dus eerder uitzondering dan regel. Je beleid afstemmen op de uitzonderingen is een recept voor slecht beleid."
Haar opiniestuk dat vandaag in De Standaard verscheen:
Pano maakte een spraakmakende reportage over de moeilijke context waarbinnen leefloongerechtigden en maatschappelijk werkers van het OCMW van Anderlecht moeten functioneren.
Enerzijds moeten leefloongerechtigden vaak onterecht te lang wachten op hun uitkering waardoor ze in nog moeilijkere financiële situaties worden geduwd. Anderzijds hebben maatschappelijk werkers te maken met personeelsverloop aangedreven door een te hoge werkdruk.Maar Anderlecht is zeker niet het enige OCMW met moeilijkheden. Ook andere Brusselse OCMW’s kampen met dezelfde uitdagingen. Tegelijkertijd is er veel goodwill aanwezig in de Brusselse OCMW’s om het tij te keren en daarmee het leefloon als een goed werkend laatste vangnet te behouden. Dit vraagt om een structurele en gedeelde oplossing.Wie geen middelen heeft om menswaardig te leven, heeft in België recht op sociale bijstand. Mensen in die situatie kunnen beroep doen op het OCMW om bijvoorbeeld een leefloon te verkrijgen.
Zo’n leefloon is het laatste vangnet dat wij als samenlevingvoorzien om ervoor te zorgen dat mensen niet in nog grotere armoede terechtkomen. Fantastisch toch? Dat wij als maatschappij zo een systeem voorzien. Alleen zien we bij SAAMO vaak de andere kant van het verhaal.
Zo is er Irena (schuilnaam), alleenstaande moeder met 2 kinderen. Ze heeft net een opleiding achter de rug en is momenteel op zoek naar werk. Irena weet dat het bijna tijd is voor de jaarlijkse herziening van het leefloon maar heeft nog geen afspraak met haar maatschappelijk werker.Ze contacteert het OCMW en krijgt te horen dat ze een uitnodiging zal ontvangen. Op het einde van de maand wordt haar leefloon niet gestort en heeft ze nog steeds geen uitnodiging tot gesprek. Drie maanden later lukt het haar eindelijk om een afspraak te krijgen. Dan blijkt dat haar maatschappelijk werker langdurig afwezig is. Het sociaal onderzoek voor de jaarlijkse herziening is niet gebeurd. In tussentijd staat het leefloon van Irena ‘on hold’. Eens het sociaal onderzoek is afgerond en het comité een positieve beslissing heeft genomen, krijgt Irena haar leefloon met terugwerkende kracht.Maar ondertussen kan Irena al twee maanden haar huur niet betalen, koopt ze eten met het kindergeld en worden de energiefacturen niet betaald. Irena krijgt ondertussen boze telefoons van haar huisbaas die ermee dreigt het huurcontract stop te zetten. Het uitblijven van het leefloon zorgt voor financiële onzekerheid, groeiende schulden, druk op de relatie met de huisbaas en stress. Stress die de vertrouwensrelatie met de maatschappelijk werker onder druk zet en kwalitatieve begeleiding in de weg staat.
Het verhaal van Irena is jammer genoeg geen uniek geval. Veel leefloongerechtigden vinden geen toegang tot het leefloon, en dus tot het recht op een menswaardig leven.Er wordt geschat dat 57-67% van de leefloongerechtigden (in heel België) dit recht niet opneemt. Dit staat in schril contrast met de 4% die onterecht een leefloon gekregen hebben: dit is dus eerder uitzondering dan regel. Je beleid afstemmen op de uitzonderingen is een recept voor slecht beleid.Tegelijk zien we dat de voorbije 20 jaar het aantal mensen met een leefloon in het Brussel gewest gestegen is van 26.000 mensen in 2003 tot meer dan 60.000 in 2023. Dat is gigantisch en verdient onze blijvende aandacht!Daarnaast zien we ook een verschuiving in de kijk op armoede, van een structureel naar individueel probleem. Hierdoor komen de OCMW’s, maatschappelijk werkers en leefloongerechtigden steeds meer onder druk te staan.
Het toenemende aantal leefloongerechtigden heeft als gevolg dat maatschappelijk werkers in Brusselse OCMW’s vaak meer dan honderd dossiers op hun bord krijgen.Dit zorgt voor een doldraaiende cirkel aan personeelsuitval, vertraging bij de hulpverlening en het ontbreken van goede begeleiding. Wat dus, zoals bij het verhaal van Irena, leidt tot een gevoel van uitzichtloosheid bij alle partijen. Dweilen met de kraan open.
Door het uitblijven van steun en begeleiding zitten leefloongerechtigden in een constante financiële onzekerheid die ervoor zorgt dat ze op zoek moeten naar creatieve kortetermijnoplossingen.
Ze zitten in overlevingsmodus waardoor er weinig ruimte is voor langetermijnoplossingen, laat staan voor een duurzame integratie in de samenleving.Leefloongerechtigden en maatschappelijk werkers hebben het gevoel dat ze niet altijd gehoord worden. En dat is jammer, want ze verdienen het om serieus genomen te worden. Ze verdienen dat er in hen geïnvesteerd wordt. Beiden hebben baat bij meer tijd en ruimte voor ondersteuning en kwalitatieve begeleiding op maat. Ze hebben de kennis en capaciteiten om te oordelen wat er nodig is. Betrek hen bij de oplossingen. Er is veel goodwill aanwezig in de Brusselse OCMW’s, maar de uitdagingen overstijgen de OCMW’s en ook de gemeentegrenzen.
Misschien moeten de oplossingen dat ook doen? Mensen verhuizen constant van de ene gemeente naar de andere en dus ook de leefloongerechtigden. We hebben een volwaardig laatste vangnet nodig voor alle Brusselaars (maar ook in heel België).Waarom niet samen zoeken naar een manier om de OCMW’s beter op elkaar af te stemmen? Waarom niet over de gemeentegrenzen heen nadenken hoe we iedereen op een gelijkwaardige manier toegang kunnen geven tot hun rechten? Hoog tijd om na te denken over meer harmonisering en waarom zelfs niet nadenken over een ééngemaakt OCMW?