Op Rerum Novarum, hoogdag van de Christelijke Arbeidersbeweging, bracht Marc Leemans, voorzitter van het ACV, een straffe toespraak.
Gisteren brachten we zijn analyse van de verkiezingsuitslagen. Vandaag brengen we zijn analyse van de uitdagingen voor de nieuwe regeringen.
De
politici die komende weken en mogelijks maanden zullen onderhandelen
over nieuwe regeringen ontsnappen niet aan vijf belangrijke uitdagingen.
Tegelijk zijn die uitdagingen ook de sleutels om het vertrouwen van
mensen terug te winnen. En dat is toch wat iedere politicus wil?
Ten eerste, de budgettaire sanering.
Vijf jaar terug trad de Zweedse coalitie aan met het vaste voornemen
ten spoedigste naar een begrotingsevenwicht te gaan. Vijf jaar later
laat die regering een put na van 13,5 miljard, volgens de berekeningen
van de gerenomeerde KULeuven professor André Decoster. En met de
verkiezingsprogramma’s wordt die krater nog dieper, berekende het
Planbureau. Sommigen willen in die zelf gegraven put nu de sociale
zekerheid en overheidsdiensten begraven. Dat zullen we niet laten
gebeuren. Het enorme budgettaire gat moet nu vooral een hefboom zijn
voor echte fiscale rechtvaardigheid, waarbij iedereen eindelijk eens
zijn eerlijk deel zal leveren. De nieuwe regering moet daarom prioritair
werk maken van een vermogenskadaster. Van wie werkt, kent men tot op de
komma het inkomen. En dat zal men geweten hebben. Wie er met een loon
van 2000 euro bruto 100 euro bij krijgt, die houdt daarvan amper 18 euro
over. Dat is een fiscale aanslag van 82%. Wie veel verdient draagt veel
minder bij. Dat kan toch niet. Dit is geen natuurwet. Dit is een
politieke keuze. En die kan en moet worden omgedraaid. Maak eindelijk
dat vermogenskadaster en een meerwaardebelasting. Zodat inkomen uit een
seconde speculatie evenveel belast wordt als inkomen uit uren
transpiratie. Want een euro is een euro. Hoe je die ook verdient.
Ten tweede, werken moet opnieuw meer lonen.
Ik zal u iets verklappen: het is niet de aandeelhouder die zorgt voor
welvaart en welzijn. Wel de mannen en vrouwen die zich elke dag keihard
inzetten voor hun boterham, voor die van hun baas én voor die van de
aandeelhouders. Hun inzet moet men beter belonen. Met centraal en
verantwoordelijk loonoverleg tussen sociale partners. Bovenop de
automatische indexering. En met behoud van loonbarema’s. Zonder
bemoeienis van de politiek die met hulp van patronale adviseurs een
loonwet vol sjoemelsoftware hebben gemaakt. Zonder discriminerende
jeugdlonen, zonder flexi-jobs met een uurloon onder het minimumloon.
Minimumloon waarvan tweehonderduizend Petra's trouwens niet kunnen
leven.
Ten derde, politici moeten opnieuw beseffen dat we werken om te leven.
En niet omgekeerd. Mensen zijn geen machines die je steeds sneller en
langer kan doen draaien. Tot ze versleten zijn. Om ze dan te vervangen
door een nieuwe lading. Vandaag nog in de krant: het aantal langdurige
zieke werknemers is opnieuw gestegen. Een triest record. Het is heel
simpel: er moet opnieuw meer ruimte komen om arbeidsduur, werktijd en
loopbaan aan te passen aan de individuele en gezinsnoden. Tijdkrediet,
landingsbanen en thematische verloven moet opnieuw uitgebouwd worden, na
de afbouw van de voorbije jaren. En voor iedereen. Ik krijg niet
uitgelegd waarom tijdkrediet geen recht is als je werkt in een bedrijf
met minder dan 11 werknemers.
Ten vierde, we dragen allen stevig bij tot de sociale zekerheid.
Dat is goed. Het is een toppunt van beschaving; een solidaire
samenleving die iemand die ziek is, oud is of zijn werk verloor niet
alleen met zijn lot achter laat. Maar dat contract is uitgehold. Want
het patronale en liberale front duwt vooral naar minder financiering en
dus naar privatisering, commercialisering, individualisering,
responsabilisering, … Het tekort van 1,5 miljard in de sociale zekerheid
is vooral de verdienste van deze regering met financiële drooglegging
door verlaagde patronale bijdragen, door allerhande jobs zonder
bijdragen, door de indexsprong op lonen die maakt dat de bijdragebasis
achterop blijft, door allerlei netto-systemen, door het onbelast
bijverdienen tot 6130 euro -onze eigen binnenlandse variant van sociale
dumping- die deloyale concurrentie organiseert tussen loyale werkgevers
en werknemers. Bovendien moet iemand aan het minimumloon voor dat bedrag
vier maand hard werken. Wie dat bijklussen noemt, staat ver van de
echte wereld. En die krijgt dan nog als liberale boodschap dat je voor
jezelf moet zorgen met pensioensparen, een hospitalisatieverzekering,
een inkomensverzekering, een rechtsbijstandsverzekering, … en liefst
zoveel mogelijk fiscaal aftrekbaar, dus op de rug van mensen die niet
genoeg verdienen.
De inkomsten aan
de sociale zekerheid moeten weer omhoog. Trouwens, zoals UGent
professor Gert Peersman aantoonde: de verlaging van sociale bijdragen
heeft niet geleid tot meer jobs -amper 30.000 ipv 230.000- maar wel tot
meer bedrijfs-winst. De werkgevers hebben zelf de taxshift van Michel
verraden.
Ten vijfde, we moeten de klimaatverhitting tegengaan.
De rechtse partijen zijn er in geslaagd de jonge klimaatactivisten de
wind uit de zeilen te nemen, door de kiezers de stuipen op het lijf te
jagen met de kost van de klimaatmaatregelen. Maar dat is niet iets om
trots op te zijn. Eerder beschamend. Omdat wij allemaal maar al te goed
weten dat de kost van nietsdoen op termijn veel groter wordt. Daarom:
bouw het fiscaal voordeel voor salariswagens en bijhorende tankkaart af.
En investeer dat geld linea recta in spoor en bus. En ik roep de
collega’s sociale partners op om te werken met een mooie kers op de
taart: geef iedereen voor woon-werkverkeer een recht op de
fietsvergoeding.
lees
de volledige toespraak (pdf).