Posts tonen met het label Syrië. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Syrië. Alle posts tonen

7.12.2019

Umm Kulthum en de kaart van zout en sterren

Vandaag een streepje literatuur met muziek.




Er rijdt een taxi over de rotonde, met oem Kalsoem galmend  op de radio, waardoor het geschreeuw wordt overstemd. Oem Kalsoem is mijn favoriete zangeres en dat zal ze altijd zijn. Vroeger dansten mama en baba in ons appartement in de stad op haar muziek. Nadat baba ziek werd, bleef de cd in de stereo zitten totdat er een laag stof op het apparaat zat. Soms zette ik de muziek op in de hoop dat ze weer zouden gaan dansen. Maar dat deden ze niet.


uit: De Kaart van Zout en Sterren van Jennifer Zeyneb Joukhadar, 2019, p. 43.








uit:


de kaart van zout en sterren van Jennifer Zeynad Joukhadar


meer over dit boek bij de uitgever.
Desgewenst kun je hier een fragment beluisteren.

Maar je kunt ook gewoon lopen naar de lokale openbare bibliotheek.

Meer over Umm Kulthum

1.28.2015

dringende hulp voor Syrië

Vandaag, kameraden en vrienden, graag jullie aandacht voor een bijzonder goed doel.
In Homs, Syrië, is het Klooster van Sint-Jakob de Verminkte. Daar werkt de Vlaamse Norbertijn Daniël Maes.
 De streek wordt geteisterd door de bloedige opstand die nog steeds raast in Syrië. De lokale bevolking heeft nood aan hulp, aan uw hulp.

Pater Daniël Maes:

Er worden elke week voedselpakketten gemaakt in het klooster. Momenteel krijgen zo ruim 250 gezinnen noodhulp.
Waar heeft men nu nood aan?
Vooral aan een noodgenerator, aan pompen voor bevloeiing van de akkers en zaden zaaigoed en aan oude naaimachines om de lokale economie nieuw leven in te blazen. Voeding en kleding zijn momenteel niet aan de orde, want lokaal is de prijs relatief goed en de Russisch-orthodoxe Kerk doet meer dan haar best!
Er is ook nood aan geld voor een kleine vrachtwagen om de goederen te verdelen in een groot deel van Syrië.
U mag en kan dus geld storten om deze goederen aan te kopen en wij zorgen dan dat die ginder geraken.


Priester Daniël Maes
Abdijlaan 16
2400 MOL-POSTEL
068-2083244-02
IBAN: BE32 0682 0832 4402
BIC: GKCC BE BB

6.27.2012

De Arabische revoluties – een jaar later

Het tijdschrift Marxistische Studies brengt deze maand volgend lezenswaardige stuk van Samir Amin. Hij maakt een zeker bilan op van de Arabische Lente en gaat dieper in op de situatie in Egypte, Tunesië, Algerije en Syrië.



De verkiezingsoverwinning van de politieke Islam in Egypte en Tunesië


De verkiezingsoverwinning van de Moslimbroeders en de salafisten in Egypte (januari 2012) was nauwelijks een verrassing. De kapitalistische mondialisering heeft de levensomstandigheden van de bevolking verslechterd, wat leidde tot een opmerkelijke toename van de zogenoemde “informele” activiteiten. In Egypte voorziet meer dan de helft van de bevolking (volgens de statistieken 60 %) op die manier in haar levensonderhoud. De Moslimbroeders zijn zeer goed geplaatst om van deze verslechtering te profiteren en ze tot in het oneindige te reproduceren. Hun eenvoudige ideologie legitimeert deze primitieve markteconomie – ook bazaareconomie genoemd. De Golfstaten stellen hen fabelachtige financiële middelen ter beschikking, die ze kunnen omzetten in doeltreffende actiemiddelen: financiële voorschotten voor de informele economie, liefdadigheid en bijstand (gezondheidscentra en andere).


Dat is de manier waarop de Broeders zich in de reële maatschappij inplanten en haar van hen afhankelijk maken. Dat zou een stuk moeilijker zijn geweest als het niet zo perfect had ingespeeld op de doelstellingen van de Golfstaten, Washington en Israël. Deze drie intieme bondgenoten delen dezelfde bekommernis: het herstel van Egypte doen mislukken. Want een sterk Egypte, een Egypte dat zich heeft opgericht uit de ellende, zou het einde betekenen van de drievoudige overheersing van de Golfstaten (de onderwerping aan het discours van islamisering van de maatschappij), van de VS (een in ellende weggezonken Egypte onder leiding van een compradoreburgerij) en van Israël (een machteloos Egypte dat laat begaan in Palestina).


De geplande mislukking van de “Egyptische revolutie” zou bijgevolg een garantie zijn voor de continuïteit van het systeem dat Sadat had ingesteld en dat berust op het bondgenootschap tussen de legerleiding en de politieke islam. Toch kan een herziening van de verdeling van de voordelen van dit bondgenootschap in het voordeel van de Broeders moeilijker lijken dan gedacht.


De Grondwettelijke Vergadering die na de verkiezingen van oktober 2011 in Tunesië werd ingesteld, zal gedomineerd worden door een rechts blok, bestaande uit de islamitische partij Ennahda en talrijke reactionaire kaders die banden hadden met Ben Ali, nog steeds op post zijn en onder de naam bourguibisten in de “nieuwe partijen” zijn geïnfiltreerd! Beide fracties zweren onvoorwaardelijke trouw aan de “markteconomie” zoals ze vandaag bestaat, dat wil zeggen aan een afhankelijk en ondergeschikt kapitalistisch systeem. Frankrijk en de VS vragen niet beter: “Alles veranderen zodat er niets verandert.”


En toch staan er twee belangrijke veranderingen op de agenda. Positief: een politieke maar geen sociale democratie (dat wil zeggen een “democratie met zwakke intensiteit”) die afwijkende meningen zal tolereren, beter de “mensenrechten” zal respecteren en een einde zal maken aan de politieterreur van het voormalige regime. Negatief: de vrouwenrechten zullen er hoogstwaarschijnlijk op achteruit gaan. Met andere woorden: een terugkeer naar het islamitisch gekleurd meerpartijen-bourguibisme. Het plan van de Westerse mogendheden, dat berust op het reactionaire blok van de compradoreburgerij, zal een einde maken aan deze overgang die sowieso “van korte duur” moest zijn (wat de beweging heeft aanvaard zonder de gevolgen in te schatten) opdat de sociale strijd geen tijd zou krijgen om zich te organiseren en de burgerij zichzelf exclusieve “legitimiteit” kon verlenen door “correcte” verkiezingen te organiseren. De Tunesische beweging betoonde maar weinig interesse voor het “economisch beleid” van het gevallen regime; ze concentreerde haar kritiek op de “corruptie” van de president en zijn familie. Vele, zelfs linkse opstandelingen, stelden de fundamentele oriëntaties van het ontwikkelingsmodel van Bourguiba en Ben Ali niet in vraag. De uitkomst was dus voorspelbaar.


Identieke oorzaken leiden soms tot identieke gevolgen. Wat zullen de volksmassa’s in Egypte en Tunesië denken en doen als ze vaststellen dat hun sociale situatie onverbiddelijk blijft achteruitgaan? Als de werkloosheid en de precaire contracten blijven toenemen? Als ze ook nog krijgen af te rekenen met de gevolgen van de algemene crisis van de kapitalistische mondialisering? Het is nog te vroeg om hier een antwoord op te geven. Maar je kunt niet blijven ontkennen dat enkel een snelle kristallisatie van radicaal links, die veel verder gaat dan de eis voor correcte verkiezingen, ervoor kan zorgen dat de strijd voor veranderingen die deze naam waardig zijn, snel weer wordt opgepakt. Radicaal links moet in staat zijn een democratiseringsstrategie voor de maatschappij uit te werken die veel verder gaat dan correcte verkiezingen. Ze moet deze democratisering verbinden met sociale vooruitgang. Dat betekent dat het huidige ontwikkelingsmodel moet worden opgegeven en radicaal links haar initiatieven verder moet uitdiepen door zich echt anti-imperialistisch en onafhankelijk van het buitenland op te stellen. Het zijn niet de imperialistische monopolies en hun internationale dienstknechten (de Wereldbank, het Internationaal Muntfonds, de Wereldhandelsorganisatie) die de landen uit het Zuiden een helpende hand zullen toesteken om uit het slop te geraken; alleen door zich te richten op nieuwe partners uit het Zuiden zal dit minder moeilijk worden.


Deze fundamentele kwesties beroeren geen enkele van de grote politieke actoren. Het lijkt wel alsof het uiteindelijke doel van “de revolutie” snelle verkiezingen was. Alsof de exclusieve bron van legitimiteit van de macht in de stemhokjes lag. Maar er is nog een andere legitimiteit, een superieure legitimiteit: de legitimiteit van de strijd. Deze twee vormen van legitimiteit zullen in de toekomst stevig met elkaar in aanvaring komen.


Zijn in Algerije hervormingen van binnenuit mogelijk?


Algerije en Egypte waren in de Arabische wereld de twee voortrekkers van het eerste “ontwaken van het Zuiden” in het tijdperk van de Bandungconferentie, van de niet-gebonden landen en van het groeiende besef van de nationale postkoloniale identiteit. Dat ging gepaard met belangrijke authentieke en progressieve economische en sociale verwezenlijkingen, die een mooie toekomst in het verschiet stelden. Beide landen zijn daarna vastgelopen om uiteindelijk terug te keren naar de stal van door het imperialisme gedomineerde landen en maatschappijen.


Het Algerijnse model bleek duidelijk duurzamer en dat kan verklaren waarom dit land beter in staat was zich te verzetten tegen de latere achteruitgang. Daardoor blijft de leidende klasse heterogeen en verdeeld: de enen koesteren nog nationale verzuchtingen, de anderen schikken zich in de onderwerping aan buitenlandse machten (en vaak zie je de twee tegenstrijdige kenmerken bij een en dezelfde persoon!). In Egypte daarentegen is de heersende klasse met Sadat en Moebarak volkomen verworden tot een compradoreburgerij zonder enige nationale verzuchting.


Er zijn twee belangrijke redenen voor dit verschil. De Algerijnse bevrijdingsoorlog heeft uiteraard een sociale en ideologische radicalisering teweeggebracht. In Egypte komt het nasserisme er daarentegen op het einde van de periode waarin, de door de revolutie van 1919 in het leven geroepen beweging een hoge vlucht neemt en in 1946 radicaliseert. De tweeslachtige staatsgreep van 1952 is dus een antwoord op de impasse waarin de beweging zich bevindt. Bovendien had de kolonisatie verwoestende klappen uitgedeeld aan de Algerijnse maatschappij. De maatschappij die ontstond na de herovering van de onafhankelijkheid, verschilde volkomen van die uit het prekoloniale tijdperk. Het was een volkse maatschappij geworden met een grote drang naar gelijkheid.


Dezelfde sterke verzuchting is nergens anders in de Arabische wereld terug te vinden, niet in de Maghreb en niet in de Mashrek. Het moderne Egypte daarentegen werd vanaf het begin (vanaf Mohamed Ali) opgebouwd door de aristocratie die geleidelijk evolueerde naar een “aristocratische burgerij” (of een “kapitalistische aristocratie”). Uit deze verschillen vloeit nog een ander belangrijk onderscheid voort over de toekomst van de politieke Islam. Zoals Hocine Belalloufi aantoont in La démocratie en Algérie: réforme ou révolution ? (verschijnt binnenkort) werd de Algerijnse politieke Islam (de FIS), nadat hij zijn afschuwelijk gezicht had onthuld, volledig buiten spel gezet. Dit betekent zeker niet dat deze kwestie voorgoed tot het verleden behoort. Maar het verschil met de situatie in Egypte is groot. Daar hebben we te maken met een stevige band tussen de macht van de compradoreburgerij en de politieke islam van de Moslimbroederschap.


Al die verschillen tussen beide landen maken verschillende antwoorden op de huidige uitdagingen mogelijk. Algerije lijkt me beter geplaatst (of althans minder slecht geplaatst) om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden, in elk geval op korte termijn. Economische, politieke en sociale hervormingen van binnenuit lijken mij in Algerije nog een kans te maken. Egypte daarentegen lijkt onherroepelijk te evolueren naar een verscherping van de tegenstelling tussen “de beweging” en het “antirevolutionaire” reactionaire blok.


Algerije en Egypte zijn treffende voorbeelden van maatschappijen die tot op vandaag niet bij machte zijn om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen. Zij zijn in de Arabische wereld ook de twee kandidaten om opgenomen te worden in de rangen van “opkomende” naties. Halen ze het niet, dan zal dat grotendeels te wijten zijn aan de leidende klassen en de huidige machtssystemen. Maar ook de maatschappij, haar intellectuelen en de militanten in de strijdbewegingen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid.


Is eenzelfde vreedzame democratische evolutie mogelijk in Marokko? Zolang het Marokkaanse volk aanhanger blijft van het archaïsche dogma dat de monarchie (van het goddelijke recht: amir el mouminine) niet scheidt van de natie, valt dit te betwijfelen. En dat is ongetwijfeld de reden waarom de Marokkanen niets begrijpen van de kwestie van de Westelijke Sahara: de trotse nomaden van de Sahara hebben een andere opvatting van de islam, die hun verbiedt te knielen voor iemand anders dan Allah, ook al is het een koning.


Het Syrische drama


Het regime van Bashar el Assad is nauwelijks beter dan een politiedictatuur die de onderwerping aan de eisen van het gemondialiseerde “liberalisme” escorteert. De opstand van het Syrische volk is dan ook volstrekt legitiem. Blijft nog de doelstelling van de drie bondgenoten: zowel de VS, Israël als Saoedi-Arabië willen de vernietiging van Syrië. Daarvoor mobiliseren ze de Moslimbroederschap en voorzien ze hen zelfs van wapens. Hun eventuele overwinning – met of zonder buitenlandse militaire interventie – zou het land doen ontploffen en de weg vrijmaken voor de uitmoording van alawieten, druzen en christenen. Niet dat ze daarvan wakker liggen. De doelstelling van Washington en zijn partners is niet Syrië te bevrijden van zijn dictator, maar het land ten gronde te richten; zoals ze net zomin Irak wilden bevrijden van Saddam Hoessein maar enkel het land wilden vernietigen.


De enige democratische oplossing zou moeten lopen via ernstige hervormingen ten voordele van de democratische volkskrachten die weigeren zich door de Moslimbroederschap te laten inpalmen. Als het regime niet in staat blijkt dit te begrijpen, zal niets het verdere verloop van het drama naar zijn catastrofale einde tegenhouden. Wel grappig hoe de sultan van Qatar en de koning van Saoedi-Arabië zich nu opwerpen als kampioenen van de vooruitgang van de democratie (bij de anderen, wel te verstaan). Wat een klucht!


De wereldstrategie van het imperialisme en de democratische kwestie


In mijn boek heb ik willen aantonen dat de depolitisering van doorslaggevend belang is geweest voor de verschijning van de politieke islam. Deze depolitisering is zeker niet specifiek voor het Egypte van Nasser. Ze was schering en inslag in alle nationale volksexperimenten vanaf het eerste ontwaken van het Zuiden en zelfs in de historische socialistische maatschappijen nadat de eerste fase van de revolutionaire opflakkering was uitgedoofd. De gemeenschappelijke noemer: de onderdrukking van de democratische praktijk (die ik niet beperk tot het organiseren van verkiezingen met meerdere partijen), dat wil zeggen de onderdrukking van afwijkende meningen en politieke stellingnames en de eventuele organisatie daarvan.


Om politisering mogelijk te maken is democratie noodzakelijk. En er is maar sprake van democratie wanneer de “tegenstanders” over vrijheid beschikken. In alle gevallen is de onderdrukking van de democratie, die dus aan de grondslag ligt van de depolitisering, verantwoordelijk voor de erop volgende catastrofe, of zich dat nu uit door een hang naar het verleden (religieus of ander), of door aansluiting te zoeken bij het “consumentisme” en het valse individualisme zoals voorgesteld door de Westerse media. Dat laatste was het geval voor de volkeren van Oost-Europa en de vroegere Sovjet-Unie en is overigens ook het geval niet alleen bij de middenklassen (die eventueel kunnen profiteren van de ontwikkeling) maar ook bij de volksklassen; ze willen, bij gebrek aan alternatief, ernaar streven ook al is het maar een graantje van de ontwikkeling mee te pikken (uiteraard volstrekt begrijpelijk en legitiem).


In het geval van de islammaatschappijen neemt de depolitisering vooral de vorm aan van een (zichtbare) “terugkeer” naar de Islam. Dat de macht van de reactionaire politieke islam, de onderwerping aan het buitenland en de verpaupering worden uitgedrukt door een toename van de informele activiteiten, door de organisatie van de bazaareconomie dus, is niet specifiek voor Egypte. Dat is een feit in de meeste Arabische en moslimmaatschappijen, tot en met en ver voorbij Pakistan. Hetzelfde gebeurt in Iran. De triomf van deze bazaareconomie werd vanaf het begin gezien als het belangrijkste resultaat van de “khomeinistische revolutie”. De vertaling van de macht van de islam naar de bazaareconomie heeft Somalië op de rand van de afgrond gebracht en weggeveegd van de kaart.


Wat moeten we ons voorstellen bij een machtsgreep van de politieke islam?


Van alle kanten worden we gerustgesteld, maar of ze nu juist of fout zijn, de sussende woorden getuigen van een ongelooflijke naïviteit. “Het was fataal, onze maatschappijen zijn van de islam doordrongen; wij hebben ervoor gekozen het te negeren; het werd ons opgedrongen”, zeggen de enen. Alsof het succes van de politieke islam niet te wijten zou zijn aan de depolitisering en de sociale afbraak die men verkiest te negeren. “Het is niet zo gevaarlijk; het succes is van voorbijgaande aard en het bankroet van de door de politieke islam uitgevoerde macht zal de opinies ertoe aanzetten er zich van los te maken”. Alsof de Broeders in kwestie plots gewonnen zijn voor het respect van de democratische principes! Washington doet in elk geval alsof het dit gelooft net zoals ook de door de heersende media gefabriceerde opinies en een groep Arabische “intellectuelen”, uit opportunisme of door gebrek aan inzicht.


Neen. De uitoefening van de macht door de reactionaire politieke islam is er om er te blijven gedurende… 50 jaar? En terwijl de politieke islam de samenlevingen die hij bestuurt elke dag dieper wegdrukt in onbetekenendheid op wereldschaal, zullen de “andere” hun opgang verderzetten. Aan het einde van deze “overgang” zullen de betrokken landen helemaal onderaan de wereldladder staan.


De kwestie van de democratische politisering vormt in de Arabische wereld en ook elders de centrale as van de uitdaging. Ons tijdperk is niet dat van de democratische vooruitgang maar integendeel dat van de achteruitgang van de democratie. De uiterste centralisatie van het monopoliekapitaal maakt de totale en onvoorwaardelijke onderwerping van elke politieke macht aan zijn bevelen mogelijk en eist die ook. De “presidentiële” macht – op het eerste gezicht uiterst geïndividualiseerd maar in werkelijkheid volkomen onderworpen aan de financiële plutocratie – is de vorm waaronder de vergane burgerlijke democratie wordt teniet gedaan (deze burgerlijke democratie die een tijdlang versterkt was door de verworvenheden van de werkers) en wordt vervangen door de democratische farce. En de embryo’s van de democratie in de periferieën, als ze al bestaan en gepaard gaan met nog grotere sociale achteruitgang dan in de centra van het systeem, verliezen hun geloofwaardigheid.


De achteruitgang van de democratie is synoniem met depolitisering. Want democratie betekent dat er krachten opduiken die niet alleen een “machtswissel” (zonder enige verandering!) voor ogen hebben maar ook in staat zijn een alternatief maatschappijproject te formuleren. Zodra de creatieve burger van het toneel is verdwenen, wordt hij opgevolgd door de gedepolitiseerde burger, die niet meer is dan een passieve toeschouwer van de politieke scène, een consument die gevormd is door het systeem en (onterecht) denkt dat hij een vrij individu is. Vooruitgaan op de weg van de democratisering van de maatschappij gaat hand in hand met de politieke bewustmaking van de volkeren. Maar waar moeten we beginnen? De beweging kan vertrekken vanuit beide polen. Niets kan de concrete analyse van de concrete situatie vervangen, niet in Algerije of in Egypte, net zo min als in Griekenland, in China, in Congo, in Bolivia, in Frankrijk of in Duitsland. Bij gebrek aan zichtbare vooruitgang in die richting zal de wereld terechtkomen – en eigenlijk bevindt de wereld zich daar al – in de chaotische draaikolk die wordt geassocieerd met een implosie van het systeem. Dan valt het ergste te vrezen.



6.19.2012

Operatie "Creative Chaos" zal niet slagen

Kameraden en vrienden, de situatie in Syrië blijft ernstig, er wordt zelf gesproken van een burgeroorlog. De roep om het land binnen te vallen en te bezetten wordt steeds luider, zelfs onder progressieven.

Vandaag brengen we een lezenswaardig bericht van de Communistische Partij van Syrië, lid van de Nationale Progressieve Alliantie.


The Central Committee stressed that the overall development of events, which indicate that the imperialist conspiracy is escalating on Syria with multiple faces and the range of the participants in this conspiracy expands, such as Arab reactionary regimes who are loyal to imperialism, and its media and competent organs. Syria was and still forms the main obstacle in the Arabs against enslavement new great Middle East plan. The distinct role of Syria is known in supporting the anti-imperialism and Zionism resistance movements in the region.

The current period characterized by increasing this imperialist attack and escalating the hostile tone to Syrian by imperialist horns brazenly. The bright example of this is in the words of Barack Obama and other officials in the U.S. administration, the symbol of aggression and people enslavement. By the attendance of the criminal Benjamin Netanyahu, Obama said that the situation in Syria locates in the heart of the attention of American and Israeli leaderships. The Obama's speech contained expressions cannot be translated only as a claim for the Syrian leadership to surrender unconditionally, where its first step is give the full abandonment to support the resistance forces in the Arabs world, and the abandonment of its alliances which form in the same time an important component of the Syrian national force system.


Declarations of many European and imperialist representatives flowed into the same direction , particularly by representatives of French imperialism, which, as events show, has desire to its colonial past in the region which is stained with blood and committed heinous crimes, which do not forgiven the Syrian people their brave struggle against it, this struggle crowned by the great evacuation. It may be dwarf Zionist Sarkozy aspires to repeat Guru saying:


« we are backed, Salah al-Din», forgetting what happened after that to the French occupation forces by the hands of brave Syrian rebels. There is no doubt that the powerful Zionist circles in the imperialist ruling departments in the United States and Europe, have a great repute in escalating the imperialist madness. These circles are sure that the honorable Syrian steadfastness and its struggle against imperialism forms a fundamental danger to the expansible projects of imperialism and Zionism in the region, which of the racial and enslavement new great Middle East comes in the forefront.


In the same context the Arab rulers chorus who deal with U.S. imperialism flows, they are competing among themselves for the best title to pass the imperialist interests in the region. Those who were scared by the escalation of Arab national liberation movement wave, they are seeking by various ways to strike the national liberation fort in our region which is Arab Syria. In this context the massive media campaign are launched against Syria as well as supporting and financing subversive operations inside it, this evidenced by the irrefutable facts.


The positions of the Turkish government - the main member in NATO- are not friendly towards Syrian national steadfastness, which reject the imperialist dictations. Turkey embraces reactionary groups that disguised by religion like Muslim Brotherhood, which share the ruling party in Turkey its thought and loyalty to ​​imperialism. Under the auspices and facilitation from the ruling circles in Turkey conferences for the enemies of the Syrian national approach were held, the last conference held in Antalya, attended by Muslim Brotherhood elements and many unknown persons from the Syrian political arena, the essential aim of these conferences is making a radical change in Syria for the benefit of loyal forces to colonialism. In the same context, a meeting was held in capital of the Atlantic, Brussels, the most prominent activists were leadership of the Muslim Brotherhood. This organization stained with the blood of innocent people, especially during the events in Syria in the late seventies and early eighties of the last century, this organization known with full loyal to imperialism, which leading centers are located in Western capitals and sponsored exceptional from the ruling circles, as well as from Arab obscurantist reactionary regimes.


Through the follow-up of the facts of these conferences which held by the opposition, it is noted that the opposition has no any socio-economic program will help to improve the living situation of the people and develop the national economy. The slogans were limited to a demand to overthrow the regime, and unclear arguments have hypocrite character. Yes, the goal of reactionary forces limits to strike the current status, it means radical change to anti-imperialism orientations which is the basic character of this status, from this the ignorance of these forces comes to all reform trends which announced in Syria.


During the development of events, it was announced to lift the martial state, which the country lived under it since March / 1963 /, issued a law for regulating demonstrations, and re-Syrian nationality to those Kurd citizens who have been deprived as a result of the census which carried out in Hasaka province / 1962 /.


It must be noted that these measures were among the main demands that Syrian Communist Party fought for over the decades to the expansion of democratic freedoms of the people.


In addition to, our party demanded- including in the documents of the 11th Conference - to amend the press law and issue the parties law and which its preparations have started at present. The government published a draft of local administration law and the draft of electoral law. Here, we have to say that many of the terms and provisions contained in these drafts are not compatible with the developments of the situation, so it should be amended, but in some cases form a backward step compared with the applicable laws. For example, what stated in the draft of local administration law to appoint half the members of the Executive Office of the province by the governor, while all members are elected now. In our opinion, the electoral law requires a deeper study, and delete some texts which excite the sensitivity of public opinion,( as to carry out the election in two days ... Etc). In general, our party deems, that it must be issued two legislative versions in this area: law for the elections of parliament and law for elections of local administration, because the right rulings in case of local administration are not correct in case of parliament, the most prominent example on this is the issue of electoral domicile of candidates to the parliament, because according to the Constitution, member of parliament representing the Syrian people as whole and not only his constituency.


In regard to the formation of some specific committees on judicial reform and economic reform and to combat corruption and others, the Central Committee deems that there are some cases of corruption do not need a microscope and analysis, but need to suppress immediately. It is also unlikely to be issued by the committee of economic reform- with its current composition- any recommendations towards serious turn for the production and producers.


The Central Committee deems that the best way for national dialogue is to expand press freedom, this will provide the broad expression of opinion on the most important issues concerning the development of the current status and citizens condition.


Positive measures have been taken in the economic sphere which our party fought for, the most important measure is raising the salaries of workers in the state and the public sector significantly, as well as pensions of retirees, amend the law / 41 / related to private ownership in the border areas, the trend towards stabilizing of temporary workers in the public sector, the reduction of diesel prices has positive reverberation inside the community in general and among peasants in particular. At the same time we noted that the reduction of diesel prices was not accompanied by decreasing prices of materials and services which its cost related to diesel prices. This is an evidence about the negative role played by speculators who want to monopolize the results of the positive steps taken by the state. These, in all circumstances, seek to increase their exploitation of the country and the people together. This situation requires the completion of the steps taken by the state, through increasing the state intervention role in setting prices, including direct pricing to the materials related to the basics of public consumption, as well as basic services, particularly the transportation sector within cities or between cities, in general it must be made great effort to meet the service demands of people.


It had stated in the documents of the 11th Conference of our party (held in October / 2010 /) literally as follows:
«We have warned and warn all the honorable patriotics in our country, that in addition to continuous external political pressures to our country, there are attempts to economic blackmail and imposition the prescriptions of imperialist centers, and their tools such as the IMF, the World Bank and WTO, which can be summarized in one word is economic liberalism, which is an expression of the imposition of foreign monopolies dictatorship on the national economy. This method leads to the exhaustion of the country economically in order to facilitate striking the country politically ».


The important part of the causes of popular discontent, which formed the suitable soil of reactionary incitement, lies in the economic and social measures of liberalism, which was done in the past years under the banner of «social market economy». Which led to increase polarization in society and led to the great impoverishment of hardworking people and to the severe pressure on production and on producers, which also led to the formation of a wide audience of neglected people, who are usually receptive to incite reactionary forces because of his social and living conditions. This case was seen in many cities and regions. We can consider that the glow of situation which the country is witnessing is logical result of the Tenth Five-Year Plan.


One of the most dangerous phenomena witnessed during the past decade is the applying of economic measures which are detrimental to the interests of the peasants who were historically form- since the implementation of agrarian reform- the most important component of the mass base of the regime. As a result of collaborated government measures with the weather circumstances the situation became catastrophic in many eastern and north-east regions, which manifested by great slump in production and terrible decreasing in the standard living of producers, forcing a large portion of them to leave their land and join the poverty belts around the cities, some of them worked in marginal works if they found it.


The social-liberal economic measures that have been applied in recent years played a subversive role, not lower than the role of external pressures in terms of their negative impact, but it was more than it because its impact included the whole economy and livelihood of all people. It is not by chance that these measures have been praised by the imperialism and the reactionary Arab centers, because these measures «form the basis of the reform process», they want more of these measures, aware from the enemies of the country that economic liberalism is in combating contrast with the country force.


The requirements of the national battle against imperialism and reactionary forces, which seeking to kneeldown Syria requires the complete abandonment of economic liberalist policies and measures. It should be reviewed all economic laws, which taken in the previous period, under the banner of readiness to « the Syrian-European partnership» and to « enter the World Trade Organization». These legislations, in particular, were the carrier of social -economic measures, which are harmful to national production, producers condition, and national steadfastness in general. Only narrow segment of comprador bourgeoisie has benefited from these legislations, which seeking to plunder the state and the people together, in cooperation with the global monopolies. The movement of events show clearly that it is impossible to reconcile the interests of the people and interests of the comprador bourgeoisie. This bourgeoisie its economic liberal project is combating contrast with national steadfastness interests.


With its appreciation of the decisions taken by the new government in the economic and social fields, the Central Committee stresses on the need to continue to take decisions and measures which strengthen the economical forces of the country and meet the demands of the masses of workers, peasants, small income earners and state employees, who form the public support to the honorable Syrian national stand.


The central Committee also emphasizes on importance of supporting and developing the national production, such as supporting the Syrian agriculture in order to restore and strengthen the food security of our country, supporting the industry in all forms of national ownership with focusing on maintaining and developing the public sector. The Central Committee also emphasizes that it is important to rely on providing productive capacities through increasing state investments in this area and not to rely on bringing foreign and Gulf capital into the country. In this regard it is important to return to the policy of oil investment nationally production and marketing. It is necessary to take integrated measures to prevent all kinds speculations.


The adoption of socio-economic approach to meet the masses interests ,strengthen the economic forces, insure to hit home environment which the hostile forces grow in it. Our party deems that the socio-economic development is the primary domain of the class struggle in the country, which means the struggle about the direction of this development and how to distribute and redistribute of national income, it also will play a key role in determining the fate of the national battle in the country.


Our party has been early alerted to the dangers of the conspiracies hatched by imperialism , Zionism and Arab and local reactionary against Syria. It had stated in the documents of the11th Conference of our party literally as follows: «It is clear more and more that this attack on Syria, which takes multiple faces such as political pressure , military threats, economic sabotage, and hatching conspiracies to bring out radical transformations to change Syrian national face, including the overthrow of the current regime which based on the wide national alliance its primary aim to protect and strengthen national sovereignty ».


At the beginning of events currently going through Syria, the communiqué of the Central Committee meeting held in / 25 / March / 2011 / indicated that:

«the reactionary forces tried and are trying to use the right dissatisfaction……...., to inflame the unrest all over the country using a malignant method in the integration of the correct slogans that attract the masses which related to the expansion of democratic freedoms with clearly reactionary slogans and demands which have obscurantist sectarian provocative character, these slogans oriented against the secularist concepts and lenity spirit, which historically distinguish the Syrian society ».


The movement of events proved the correctness of the analysis of our party. Where gradually the peaceful and non-violent character of demonstrations vanished, this replaced by violent acts, large-scale attacks took place on the headquarters and governmental establishments , this accompanied in many cases with attacks on personal properties and destroy it. The aspects of armed and regular acts became clearly visible in some provinces, these aspects cannot be attributed to the spontaneous reactions to suppress and disperse some demonstrations, but it is a regular act carried out by reactionary forces and with support from abroad. In some cases the works which carried out by reactionary forces reached to position cannot characterized only as attempts of armed insurrection taking place through attacks and killings initiative and planning of these forces.


In addition to violent acts including armed ones which carry out by reactionary groups, there are also many attempts to impose financial blackmail on the citizens to supplement the subversive acts.


There is no doubt that the forces involved in the disturbances are from various sorts, but obviously, it began to appear in the interface more and more occupies first place, forces have obscurantist and absolute reactionary character, known with its organic ostracism to any concept of freedom, completely far away in thought and deed from democracy, these forces characterized by seeking to impose regimes inspired what exists in Tora Bora in Afghanistan with oppression , tyranny and underdevelopment. It is intended to impose this grim situation on our enlightened Syrian society. that means instead of the work with martial law which lifted by issued decree, they want to put an alternative based on obscurantist provisions without any margin of the freedom of thought , diligence and action.
Such situation led to the fact that some of the opposition forces and faces, which were in the front while the peaceful demonstrating started to move away from these groups and their violent acts and their indiscriminate attacks. This stand is no doubt deserves appreciation. It is clear that saying and opinion should face with saying and opinion, the act should face with act. That means the subversive acts and attacks should face with procedures prescribed by law and perpetrators brought to justice.


The forces correlated with external forces and collaborating with them in all forms from liberalism to obscurantist to apostate «left» to fleeing former officials fleeing abroad, contribute with the reckless hysteric chorus which want to justify the armed movements of reactionary forces, but denies the existence of these movements at all, rejecting all the facts , seeking to distort them.


Facing the current events requires firmness and flexibility in the same time, it must be firm facing to the aspects of armed insurrection and subversive acts, at the same time fast seeking without prejudice to the masses, including those who express their opposition views peacefully. It must stay away from any actions have retaliatory character that can hurt the innocent citizens. The central committee expressed its support for the amnesty issued by the President of the Republic, expressing its conviction that the amnesty should coverage all the opinion prisoners .


The central committee expresses the Syrian communists conviction that the current battle character is national with distinction, fighting and confrontation are going on against the non-national and reactionary forces, which by its subversive acts serves Zionism and colony interests, regardless the motives of simple persons who join to these forces, who in many cases have been deceived by slogans and various banners, they are susceptible to belief these slogans because of their living condition.


But regardless self intentions here and there, the key issue lies to make every effort to defend Syrian national stand, national sovereignty pride, and dignity of country for the survival of Syria as castle of free people in the Arabs world and the world.


The central committee highly appreciated the support and sympathy received by Syria in the current national battle by friendly forces in the Arabs world and the world. The central committee commended the distinct stand taken by Russia and China in the Security Council, this support stand to Syria is compatible with the strategic interests of these two great nations.

commended the solidarity stand shown by workers and communist parties in the world that emerged in many international assemblies and media, and through the solidarity marches and protests with the steadfastness Syrian stand.


The central committee also commended on the activity of party organizations and Syrian Communist Youth to organize demonstrations and sit-ins in front of embassies and consulates of imperialist countries , expressing the disapproval and condemnation of its aggressive stand of our country and our people.


The central committee also stopped at the situation in our region and found that all indicators point to the continuous advancement of the Arab national liberation movement, despite the difficulties face it. The central committee alerted to the dangers of reactionary imperialist conspiracy to the revolutions and popular uprisings. During the Summit of the Eight, which took place in the city of Deauville, it was clear the imperialist centers efforts to sink Tunisia and Egypt with new debts amounting to tens of billions of dollars in order to paralyze any independent decision of the two countries which overthrowed in the near past, the regimes of hirelings. The fast-moving events taking place in Yemen shows the Arab reactionary regimes efforts, in full coordination with U.S. imperialism, to find an alternative to the current regime fits imperialist interests, contrary to what mass movement is seeking to, which is being sought to be subjected to tribal leaders who are loyal to America and the Arab reactionary.
The Libyan tragedy continues under the expansion and intensification of the Atlantic aggression on this rich Arab country, it is clear that imperialism and Zionism want to make this country a laboratory for its saying «Creative Chaos» by dividing its land into pieces, destruction of its structures and killing its inhabitants.


The Central Committee calls upon world free people and all anti-imperialist forces to solidate with the Arab national liberation movement, which is facing a fierce enemy manifested by imperialism and its local agents. Imperialist aggression increase directly its internal crises. There is a severe financial crisis threatening the U.S. economy in the short time. The successive crises still shake throughout Europe, after the severe crisis that swept through Greece, Ireland, Portugal, leaving destruction in the situation of their hard workers, the winds of crisis began to loom in Spain atmosphere.
The worsening situation in the world once again confirms the importance of strengthening the anti- imperialism global front. This certainty which the Syrian Communists depend on their international activities.


Opgesteld in Damascus op 4 juni 2012

6.12.2012

Geen 'humanitaire' invasie en bezetting!

De roep om 'tussen beiden te komen' in Syrië blijft onverminderd doorgaan, ook in progressieve kringen.

Gelukkig zijn er nog mensen als prof. dr. Jean Bricmont die brandhout maken van dat hele 'interventieplicht'-discours.







6.05.2012

"ik zie vooral desinformatie"

Het linkse weekblad Solidair brengt deze week een zeer lezenswaardig interview met E.P. Daniël Maes, een 73-jarige Norbertijn, die sinds 2010 in Syrië woont, in de buurt van Homs. Een opmerkelijke stem in het verhitte Syrië-'debat'. Luidkeels geroep voor een militaire invasie en bezetting hoor je niet bij deze getuige-ter-plaatse, integendeel.


Ik ben voor een onafhankelijk onderzoek. Maar voor het Westen is dat blijkbaar niet nodig. Zonder onderzoek wordt de schuld gegeven aan de Syrische regering. Het Westen trekt al zijn ambassadeurs terug. Voor mij wijst dat op vooringenomenheid, het kadert in een plan voor verdere destabilisatie.


Hoe bent u in Syrië terechtgekomen?

Ik was aangetrokken door het project dat een Libanese karmelietes, zuster Agnes Mariam, opstartte. De ruïnes van het zesde-eeuwse klooster Mar Yakoub werden hersteld met stenen van de woestijn en zo kwam er nabij Qâra een kloostergemeenschap tot stand (Maes startte er een priesteropleiding, n.v.d.r.). Qâra is een dorp met 25.000 inwoners, onder wie 500 christenen, gelegen 90 kilometer ten noorden van Damascus, dicht bij Homs en aan de grens met Noord-Libanon, de regio van waaruit de meeste infiltratie van strijders en wapens gemeld wordt.


Strookt het beeld dat media ons tonen met wat u ginds ervaart?

Ik kwam in 2010 in Syrië aan en werd getroffen door de sfeer van verdraagzaamheid en gastvrijheid. Op twee jaar tijd heb ik de situatie in de streek rond Homs echter aanzienlijk zien verslechteren.

Voor de plaatselijke bevolking is het duidelijk dat er een destabilisatiecampagne aan de gang is

De pastoor van Qâra kent daar iedereen en vertelde me dat er de laatste tijd veel mensen rondlopen die van elders afkomstig zijn. Sommigen van hen hebben al toegegeven dat ze betaald werden door tv-zender Al Jazeera om af en toe een betoging op te zetten, die dan gefilmd wordt. Voor de plaatselijke bevolking is het duidelijk dat er een destabilisatiecampagne aan de gang is. We horen ook de verhalen van mensen die wegvluchten uit Homs wegens de terreur van gewapende groepen. Als ik dan zie hoe de westerse media die verhalen omkeren, dan moet ik reageren. Daarom heb ik bij mijn terugkeer aanvaard om te getuigen op een persconferentie en ben ik enkele dagen later in Terzake gekomen.


Hoe verklaart u het toenemende geweld?

Het geweld komt nu in grote mate van groepen die het land infiltreren, vooral vanuit Libanon. Je kan er alleen de hand in zien van Saoedi-Arabië en Qatar, die samenwerken met de VS.

Gelukkig wil de meerderheid van de bevolking op al die provocaties nog niet ingaan, zij willen vrede. Bij ons in het klooster zijn er twee Libanese zusters die daar de burgeroorlog in de jaren 80 meemaakten. Zij stellen vast dat er momenteel in Syrië zaken gebeuren die destijds ook plaatsvonden in Libanon voor de burgeroorlog uitbrak.

Natuurlijk moet er van alles veranderen in Syrië, maar daarvoor moet het land niet ontwricht worden. De onlangs goedgekeurde grondwetswijziging toont dat de meerderheid hervormingen wil zonder burgeroorlog. Bij een stemming over de grondwetswijziging ging 57,4% van de bevolking stemmen, en 89% stemde voor de wijzigingen. De Amerikaanse ambassadeur in Syrië kon zelf niet anders dan verklaren dat 60% van de bevolking achter de regering staat.


“We moeten toch íets doen”, horen we hier vaak zeggen. Wat is uw antwoord daarop?

Militaire interventie is geen oplossing. Integendeel, dat zou een totale vernietiging van Syrië betekenen. Als men echt iets wil doen hier in het Westen, dat men dan stopt met liegen, zou ik zeggen.

De agressors worden in de westerse pers als slachtoffers voorgesteld en de slachtoffers als agressors

Ik vind ook dat men moet wijzen op de gelijkenissen met Irak, met de leugens over de massavernietigingswapens die nooit zijn gevonden. Maar Irak is vandaag wel volledig verwoest. Er zijn ook de gevolgen van de NAVO-interventie in Libië en de chaos die daar nu nog heerst.

Ik zie vooral twee mechanismen die het Westen gebruikt in de desinformatiecampagne die we ook in het geval van Irak en van Libië hebben gezien. Vooreerst is er de demonisering van de leider, hier dus Assad. Verder het stelselmatig omdraaien van slachtoffer en agressor. De agressors worden in de westerse pers als slachtoffers voorgesteld en de slachtoffers als agressors. Er zijn me genoeg verhalen bekend van aanvallen door bandieten of terroristen, waarbij er een cameraploeg aanwezig is die alles doorgeeft aan Al Jazeera, die het dan presenteert als een aanval van het regeringsleger. In werkelijkheid wordt het leger door de buitenlandse druk strenge regels opgelegd. In Homs smeekten sommige burgers het leger “Kom ons beschermen”. Maar het leger vreesde een grote slachting en wilde eerst de gewapende groepen lokaliseren.


5.29.2012

'Militaire interventie is het probleem, niet de oplossing'

Beste vrienden, de opstand in bepaalde delen van Syrië en de gruwelijke beelden die we op onze televisie voorgeschoteld krijgen, zorgen voor een overdonderend kabaal en oproepen om Syrië binnen te vallen.
Na het succes van Afghanistan, Irak en Lybië moet nu ook Syrië platgebombardeerd en bezet worden.

Gelukkig zijn er ook stemmen die zich fel verzetten tegen heel het discours van de 'humanitaire interventies'.


Verdragen

Voor een sereen debat over militaire interventies is een korte terugblik in de geschiedenis nuttig. Na bijna twee eeuwen van gruwelijke slachtpartijen moesten de verdragen van de Vrede van Westfalen (1648) een einde maken aan de voortdurende oorlogen tussen het Heilige Roomse Rijk, Frankrijk, Spanje, Zweden, de Verenigde Nederlanden en een aantal Europese stadsstaten. Deze verdragen voerden daarom het soevereiniteitsprincipe in: staten mochten zich niet meer mengen in de interne aangelegenheden van andere staten.

Gelijkaardige overeenkomsten werden gesloten na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) met de Volkenbond en na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Om de invloed van de oude koloniale machten in te perken en een einde te maken aan de ‘gesel van oorlog’ werden in 1945 de Verenigde Naties opgericht en werd een systeem van internationaal strafrecht ingevoerd, waarbij een ‘aanvallende oorlog’ een vervolgbare misdaad werd. Sindsdien is volgens het Charter van Nürnberg (1945) elke agressieoorlog “de opperste internationale misdaad” die “alle andere misdaden in zich draagt”. Deze nieuwe internationale context ontstond uit een moeizaam evenwicht tussen de overblijvende grootmachten na 1945, de VS en de Sovjet-Unie.

NAVO

De laatste twintig jaar is dat naoorlogse geopolitieke landschap ingrijpend gewijzigd. Door de val van de Sovjet-Unie bleven de VS als enige grootmacht over. Dat willen de Amerikaanse machthebbers zo houden. Het is daarom dat de in 1949 opgerichte Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) zijn naoorlogs strategisch concept drastisch heeft gewijzigd. Van een collectieve defensiealliantie actief op het grondgebied van zijn lidstaten veranderde de NAVO in een offensieve interventiemacht buiten zijn grondgebied. Vanaf het einde van de jaren negentig begon de NAVO zich om te vormen tot een heuse mondiale militaire organisatie, met de ambitie de rol van ‘wereldgendarme’ op zich te nemen. De Europese Unie (EU) heeft zich daar bijna volledig bij aangesloten en zijn wagon vastgehaakt aan de NAVO-locomotief. Sindsdien is de NAVO in meerdere landen militair tussenbeide gekomen.

Deze militaire interventies zijn ondertussen technisch wel van karakter veranderd. De ervaringen in Afghanistan en Irak indachtig, worden nu nieuwere en minder directe methodes gebruikt, zoals het inzetten van onbemande vliegtuigen (drones) en het uitbesteden van de militaire activiteiten aan onderaannemers (lokale milities, bevriende legers en privéfirma’s). Deze ‘interventie light’ formule is niet alleen veel goedkoper dan rechtstreekse militaire operaties maar is bovendien ook gemakkelijker te verkopen aan de publieke opinie, zoals recent nog bleek met Libië.

Humanitaire interventie

Over de echte drijfveren van de NAVO om zo actief in de rest van de wereld te interveniëren wordt ondertussen in de media haast niets gezegd. Het wordt immers meer en meer duidelijk dat het welvarende Westen, onder aanvoering van de VS, zijn afnemende economische en politieke macht probeert te compenseren met het enige ‘wapen’ waarmee het nog superieur is: militair machtsvertoon. De bevolking van de westerse democratische landen is echter minder en minder bereid om daar lijf en leden (en zijn belastingsgeld!) voor te geven. Om de publieke opinie toch achter zich te krijgen moet deze rauwe realpolitiek dus gemaskeerd worden met nobele motieven: democratie, mensenrechten of humanitaire noden.

Tegen deze achtergrond is het niet toevallig dat de discussie over ‘humanitaire interventie’ de laatste jaren een nieuw elan kreeg. De westerse mogendheden zochten immers een nieuwe legitimering voor hun interventionisme in de rest van de wereld. In 2005 aanvaardde de VN na lange debatten het principe van ‘Responsibility to Protect’ (R2P of ‘verantwoordelijkheid om te beschermen’): onder bepaalde strikte voorwaarden konden ‘humanitaire’ interventies voortaan als een legitieme vorm van gewapend optreden worden aanvaard. Zowel het principe zelf als de concrete invulling van R2P zijn echter erg omstreden, vooral bij de landen die aan de ‘ontvangende’ zijde van dit principe staan. Het zijn met andere woorden net die landen die ‘beschermd’ zouden moeten worden, die er het minst van overtuigd zijn.

Een van de hoofdproblemen bij ‘humanitaire interventies’ is de kwestie van wie tussenbeide komt. In de praktijk blijken vooral de NAVO, de VS en andere westerse landen voldoende bewapend om een militaire interventie op gang te trekken of te leiden. Maar het Westen zelf en zijn economisch en politiek beleid zijn eerder een deel van het probleem dan een oplossing. Een pyromaan vragen om een brand te blussen is niet zo’n best idee.

Hypocriet

Hoe goed zijn de westerse landen geplaatst om gewapende conflicten te ontmijnen, als zijzelf verantwoordelijk zijn voor tweederde van de militaire uitgaven in de wereld, als zijzelf goed zijn voor het leeuwendeel van de wapenleveringen aan de strijdende partijen in diezelfde conflicten en zonder scrupules autoritaire regimes blijven bewapenen? Hoe geloofwaardig is hun vredeswil, als zijzelf verantwoordelijk zijn voor het grootste aantal buitenlandse oorlogen van de voorbije twintig jaar, waarbij vele duizenden slachtoffers vielen (Joegoslavië, Irak, Afghanistan, Libië,...)?

De meeste van die oorlogen werden trouwens gevoerd zonder het verplichte mandaat van de Veiligheidsraad – de enige sinds 1949 internationaal erkende wettige manier van oorlogsvoering. De VS pogen meer en meer de VN buitenspel te zetten door te opteren voor een 'coalition of the willing'. Het is geen toeval dat het enkel zwakke staten zijn die het lijdend voorwerp zijn van ‘R2P’, terwijl machtige staten er in de praktijk van zijn vrijgesteld.

Veel mensen zijn geneigd om ‘humanitaire’ interventies goed te keuren omdat ze ervan uitgaan dat de westerse overheden bezorgd zijn om democratie en mensenrechten. De geschiedenis leert dat dit niet het geval is. Zouden de Westerse legers in Irak of Libië zijn tussengekomen als er geen petroleum in de ondergrond zou zitten? Waarom werden daarentegen de VN-blauwhelmen uit Rwanda teruggetrokken bij het begin van de genocide? Waarom laat men Israël ongestraft begaan in de Palestijnse bezette gebieden? Waarom ook wordt niet opgetreden tegen de gruwelijke repressie in de meest achterlijke regimes ter wereld zoals Saoedi-Arabië en Bahrein?

Vaak wordt gepleit voor een humanitaire interventie omdat alle andere middelen zouden gefaald hebben. In werkelijkheid is het echter meestal het Westen dat een onderhandelde oplossing dwarsboomt of minstens onvoldoende kansen geeft. Dat was reeds het geval in Koeweit (1990), in Somalië (1993) en in Joegoslavië (1996-1999). Ook recent was dat zo. De Zuid-Afrikaanse president kloeg niet zomaar begin dit jaar in de VN-Veiligheidsraad dat de Afrikaanse Unie geheel buitenspel werd gezet toen ze zocht naar een politiek onderhandelde oplossing voor Libië. Bovendien wakkert het Westen conflicten aan door een (of meer) van de strijdende partijen te bewapenen, te trainen en te financieren.

Contraproductief

Militair tussenkomen heeft bijna steeds averechtse gevolgen of is zelfs ronduit contraproductief. Het brengt haast altijd een grote menselijke en materiële kost met zich mee. Recente interventies in Somalië, Kosovo, Afghanistan, Irak en Libië waren in humanitair opzicht rampzalig. Zo’n interventies maken juist de gewapende krachten in een conflict sterker, ten koste van de politieke krachten die voor geweldloze oplossingen ijveren, zoals het geval was in Kosovo en Libië. De heropbouw van een land verloopt daardoor aartsmoeilijk.

Bovendien zet elke militaire tussenkomst andere potentiële doelwit-landen aan om zich extra te bewapenen, bijvoorbeeld met massavernietigingswapens. Zo wordt elke nieuwe interventie bedoeld of onbedoeld een stimulans voor een nieuwe bewapeningswedloop.

Verder verhogen militarisering en oorlogsvoering de instabiliteit en onveiligheid wereldwijd, ook bij ons. Een gewapend conflict veroorzaakt immers meestal een massale vluchtelingenstroom en maakt de betrokken landen en het Westen zelf vatbaarder voor vergeldingsacties en terroristische aanslagen.

Een militaire interventie doet tenslotte niets aan de oorzaken van een conflict. Meestal is dat een gevolg van armoede en/of grote sociaaleconomische ongelijkheid, mee veroorzaakt door het ontwrichtend landbouw-, handels- en schuldenbeleid van het Westen. De middelen die men inzet voor een militaire interventie zouden kunnen volstaan om een sociaal ontwikkelingsbeleid te voeren in het betrokken land, wat meteen een efficiënte vorm van geweldpreventie zou zijn.

Vodje papier

Het is dan ook absurd dat de wereld vandaag 1.738 miljard dollar uitgeeft aan militaire uitgaven - het hoogste bedrag ooit in de menselijke geschiedenis, zowel in absolute als relatieve cijfers -, terwijl maar 133,5 miljard overblijft voor ontwikkelingssamenwerking (of 7,6 procent van de militaire uitgaven).

Wij maken ons ernstige zorgen over de huidige gang van zaken, waarbij het Westen steeds gemakkelijker grijpt naar het interventiewapen. De wereld mag niet terugkeren naar de situatie van vóór 1940, toen het internationaal recht een vodje papier was. Het kan niet de bedoeling zijn om de – al dan niet gefundeerde - ontevredenheid van (delen van) de plaatselijke bevolking te gebruiken om zwakke landen te destabiliseren, aan te vallen of te bezetten en zo de internationale rechtsorde te ondermijnen.

We kunnen niet toelaten dat het Westen zijn tanende macht wereldwijd tracht te compenseren met militaire interventies om geostrategische redenen. Wij kunnen niet langer passief toekijken hoe grote economische belangengroepen ‘in onze naam’ de rest van de wereld gaan heroveren. Wij klagen de westerse interventiepolitiek aan, ook al wordt die in een 'humanitair' kleedje gestoken. Een wolf verandert niet omdat hij een schapenvacht aandoet.

Lees hier de volledige tekst.

Ziehier een lijstje van de eerste ondertekenaars:
Ludo De Brabander, Vrede vzw
Marc Vandepitte, publicist
Mario Franssen, intal
Lode Vanoost, voormalig Ondervoorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers
Ruddy Doom, vakgroep Studie van de Derde Wereld van de Universiteit Gent
Hugo Van Dienderen, voorzitter van Groen! District Antwerpen en Groen!Plus
Eddy Van Lancker, federaal secretaris ABVV
Ferre Wyckmans, algemeen secretaris LBC-NVK
Eric Goeman, Attac Vlaanderen en Democratie 2000
Lieven De Cauter, cultuurfilosoof, K.U.Leuven, lid van het Brussells Tribunal
Luc Reychler emeritus professor internationale betrekkingen, vredesonderzoek en strategische studies aan de K.U.Leuven
Leen Laenens, voormalig volksvertegenwoordiger
Paul Van den Bavière, hoofdredacteur Uitpers
Bert De Belder, internationale afdeling PVDA
Patrick Deboosere, demograaf, VUB
Dimokritos Kavadias, docent politieke wetenschappen, VUB
Olivia U. Rutazibwa, Centrum voor EU Studies, Universiteit Gent

4.18.2012

Assange en Nasrallah

Op deze woensdag heeft uw kameraad een dagje congé. Omdat de schellevisie tegenwoordig alleen maar 'bv's lachen met elkaars stomme lollen', 'kook'programma's', de lelijkste elementen uit meubelwinkels samen zetten om een huis er 'beter' te doen uitzien-programma's, lachen met 'lozers' en niet te vergeten platvloersigheden allerhande uitzenden, prijzen wij de Heer dat er nog interessante en bekijkenswaardige dingen op het internet te bekijken zijn.

Vandaag bekijken we een zeer bekijkenswaardig programma van Russia Today waarin wikileaks-voorman Julian Assange in gesprek gaat met Hezbollah-leider Nasrallah.