Posts tonen met het label links populisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label links populisme. Alle posts tonen

9.18.2019

Spanning: Chantal Mouffe over Links Populisme

De kameraden van SP.nl hebben in hun blad Spanning een zeer lezenswaardig interview met Chantal Mouffe.


‘Allereerst wil ik duidelijk maken dat er geen partijen zijn die zich links-populistisch noemen. Links populisme is een strategie, geen etiket om jezelf mee te verkopen. Het is een strategie die gevolgd wordt door onder anderen Jeremy Corbyn van Labour in Groot-Brittannië en Jean-Luc Mélenchon van La France Insoumise (Het Onbuigbare Frankrijk) in Frankrijk. De kern van de strategie is een politieke tegenstelling formuleren tussen wij de mensen en zij de oligarchie. Dit in tegenstelling tot de Derde Weg-politiek van (sociaal)democraten als Bill Clinton, Tony Blair en Wim Kok in de jaren negentig. Zij stelden dat er geen belangrijke tegenstellingen meer zijn en demo­cratie erop gericht moet zijn om consensus te bereiken.’

‘Podemos is een mooi voorbeeld. Er waren in 2011 na het uitbreken van de economische crisis in Spanje de protesten van de Indignados (de ‘verontwaardigden’). De mensen die later Podemos opzetten deden mee aan deze protesten, maar waren er wel kritisch op. Zij beseften namelijk dat er in de protesten wel allerlei verschillende eisen verkondigd werden. Dat noem ik de horizontale dimensie van populisme. Maar zij beseften ook dat de dimensie van de politieke richting ontbrak, ofwel de verticale dimensie. Toen de verkiezingen eraan kwamen realiseerden zij zich dat de protesten zouden verdampen en er niks zou veranderen als er geen politieke richting kwam. Met Podemos deden ze vervolgens in 2014 mee aan de Europese Verkiezingen. Ze haalden meteen 5 zetels. 
Een voorbeeld van hoe het fout kan gaan zijn de protesten van 1968. Tijdens de beroemde studentenprotesten in Parijs groeide het sentiment onder linksgeoriënteerde mensen om niet te gaan stemmen. Er ontbrak simpelweg politieke richting in de protesten. Het gevolg was dat rechts met Charles de Gaulle opnieuw de verkiezingen won. Dit is ook het gevaar van de protesten van de gele hesjes. Als de politieke richting blijft ontbreken en president Emmanuel Macron weet de protesten het hoofd te bieden, dan hoeft hij maar verkie­zingen uit te roepen om zijn mandaat verder te vergroten. Op een parado­xale manier versterken de gele hesjes dan Macron.’

Het moment voor socialistische partijen is nu

Als ik Mouffe hoor praten rijpt het besef dat we in het hier en nu altijd slechts de ingrediënten zien van het gerecht dat we in de toekomst voorgeschoteld krijgen. Hoe het smaakt moeten we nog maar afwachten. Wil je er iets zinnigs aan bijdragen, dan is het de kunst om het gerecht al te herkennen aan de ingrediënten, voordat het zich heeft prijsgegeven. Precies dat is de rol van een politieke partij. Aan een toekomst bouwen die er nog niet is, met de ingrediënten die op dit moment voorhanden zijn. En volgens Mouffe is dat moment voor socialistische partijen nu aangebroken.

‘In Europa zien we op dit moment wat ik noem een populistisch moment. We zien veel protesten en anti-establishmentbewegingen die het neoliberalisme bekritiseren. Er is sprake van een crisis in de hegemonie van het neoliberalisme. Het is echter niet zo dat we midden in een economische crisis zitten. Wat nu in crisis is, is specifiek het idee dat neoliberalisme de beste manier is om de samenleving te ordenen en dat er geen alternatief is voor neoliberale globalisering.
Veel protesten zijn niet in eerste instantie gericht tegen het neoliberalisme, maar tegen wat ik de post-­democratische situatie in West-Europa noem. Deze bestaat uit twee feno­menen. Ten eerste uit het feit dat mensen weliswaar kunnen stemmen, maar niet echt een keuze hebben. Er is centrum-links en centrum-rechts, allebei zijn neoliberaal. Dit is het best uitgedrukt in de slogan: We have a vote, but don’t have a voice. Ten tweede uit het feit dat er een steeds kleinere groep enorm rijke mensen aan de ene kant staat en gewone mensen aan de andere kant. Daarbij is er sprake van verpaupering en precarisering van de middenklasse. Tegen deze fenomenen, die samen verantwoordelijk zijn voor de post-democratische situatie, richten de protesten zich. Deze fenomenen zijn directe gevolgen van het neoliberalisme, dus zijn de protesten daarmee onbewust anti-neoliberaal.
In Europa hebben we de traditie van de liberale democratie. Dat betekent dat vrijheid en gelijkheid de centrale waarden zijn. Het zijn echter intenties, er kan geen volmaakte vrijheid en volmaakte gelijkheid zijn. De geschiedenis van de liberale democratie is er een van spanning tussen deze waarden over welke dominant moet zijn. Onder het neoliberalisme is vrijheid dominant gemaakt. Maar wel vrijheid geherdefinieerd als economische vrijheid en bezit. Dit is zo dominant geworden dat alles wat met gelijkheid en andere vormen van vrijheid te maken heeft aan de kant is gezet. We noemen onze landen nog democratisch, maar de democratie is inmiddels hol geworden.’
Mouffe volgt de sociale bewegingen in verschillende landen nauwgezet. Toen ik haar begin dit jaar sprak, zag ze een kans voor links populisme in de gele hesjes. ‘De gele hesjes in Frankrijk zijn voor mij een duidelijk voorbeeld van het verzet tegen post-democratie. Hun eisen gaan over daadwerkelijke inspraak en zijn gekant tegen de oligarchisering van de samenleving. Dat betekent niet dat hun verzet noodzakelijk een bewuste verwerping van het neoliberalisme is. Het is een fout om al het verzet te zien als emancipatoir. De strijd van de gele hesjes kan zowel rechts-populistisch als links- populistisch geformuleerd worden. Je ziet dan ook dat zowel Marine Le Pen als Jean-Luc Mélenchon deze mensen politiek richting probeert te geven. Maar vooralsnog herkennen de demonstranten zich in beiden niet. De beweging verwerpt alle bestaande politiek, van representatie, politieke partijen en vakbonden. In die zin lijkt zij erg op de Indignados in Spanje. Daar lukte het Podemos echter om de beweging politieke richting te geven. In Griekenland hebben we dat ook zien slagen, met de protestbeweging van het Syntagmaplein. Op een gegeven moment raakte Syriza geaccepteerd als haar ideologische leider.’
 
De tegenstelling tussen kapitaal en arbeid

In For a Left Populism doet Mouffe een oproep om de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid weer prominent op de linkse agenda te zetten. Waar dertig jaar geleden links alleen oog had voor de werkende klasse en andere bewegingen liet liggen, is volgens haar nu het tegenovergestelde aan de hand. Ze schrijft:
“Toen Ernesto Laclau en ik Hegemony and Socialist Strategy schreven, was de uitdaging voor linkse politiek om de eisen van de ‘nieuwe bewegingen’ te herkennen en deze samen met de traditionelere arbeiderseisen te formuleren. Tegenwoordig is de herkenning en legitimiteit van deze eisen sterk verbeterd en vele daarvan zijn geïntegreerd in de linkse agenda. Tegenwoordig kun je beargumenteren dat de situatie tegenovergesteld is aan die wij dertig jaar geleden bekritiseerden. Dat het nu de eisen van de werkende klasse zijn die genegeerd worden.”
Is de beste oplossing daarvoor niet dat socialistische partijen kapitaal en arbeid weer als de centrale tegen­stelling nemen?
Mouffe: ‘Hoewel het van belang is die tegenstelling prominent uit te meten, kan het niet de centrale tegenstelling zijn voor links populisme. Je spreekt er namelijk alleen de mensen mee aan die zich herkennen in de identiteit van de traditionele werkersklasse. En je kunt tegenwoordig geen meerderheid vormen op basis van alleen de arbeidersklasse. In vroegere tijden was het zinvol om de centrale tegenstelling in termen van klasse te formuleren. Toen was er een sterke, verenigde arbeidersklasse. Tegenwoordig is een aantal dingen anders. Er is een middenklasse gegroeid, waarvan delen inmiddels verpauperen. Er is het zogenoemde precariaat, de mensen die een onzeker bestaan leiden op tijdelijke contracten. Ook zijn er andere tegenstellingen gegroeid, zoals rondom feminisme, racisme en ecologie, die niet direct verband houden met de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid. Is het patriarchaat voorbij als het kapitalisme weg is? Niet per se. Is racisme dan voorbij? Ook niet noodzakelijkerwijs. Hetzelfde geldt voor ecologie. Het systeem in de landen die zich in het verleden presenteerden als communistisch, zoals in de Sovjet-Unie, was beslist niet ecologisch verantwoord. Niet alle tegenstellingen zijn te reduceren tot de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid. Er zijn tegenwoordig veel meer groepen die geraakt worden door het neoliberalisme. Het potentiële verzet is daardoor naar andere groepen dan alleen de werkende klasse uitgebreid. Tegelijkertijd heeft de traditionele arbeidersklasse aan omvang en macht ingeboet.’
 
Hoewel je kunt analyseren dat iedereen die moet leven van loon onderdeel is van de werkende klasse, heeft Mouffe een punt als ze stelt dat er tussen deze mensen geen gedeelde identiteit meer is. Het is inderdaad een vrij specifieke groep die zich herkent in de arbeidersklasse-identiteit. Werken met de handen en trots op het vakbondshesje. Die groep alleen vormt geen meerderheid en het is een identiteit waar andere mensen die door het neoliberalisme worden geraakt zich niet in vinden. De leraar en zorgprofessional die al jaren te weinig verdienen voor te veel werk, academici die jaren aan elkaar rijgen met tijdelijke contracten, de jonge creatieveling die geen pensioen opbouwt en voor de zoveelste keer het uurtarief moet verlagen. Er lijkt geen gedeelde identiteit tussen deze mensen te zijn. Volgens Mouffe moeten we het zoeken in een gedeelde tegenstander.
‘Een paar jaar geleden was er in Frankrijk de mobilisatie van de protestbeweging Nuit Debout. Deze bestond uit wat bij jullie zeg maar het GroenLinks-electoraat is. Hoog­opgeleide stedelingen met een redelijk inkomen. Er was geen koppeling met de volksere delen van de samenleving. Daardoor bleef het iets van de steden. Nu hebben we het tegenovergestelde. De gele hesjes vormen een echt volksprotest, maar er is geen steun van de mensen die in Nederland GroenLinks zouden stemmen. Er is een grote terughoudendheid onder hen, wellicht zelfs dedain. Er is sprake van wat Pierre Bourdieu (Franse socioloog) treffend het racisme van de intelligentie noemt. Voor een populistische strategie moeten deze groepen echter ergens door verenigd worden. De realisatie dat je een gemeenschappelijke tegenstander hebt is daarbij de beste manier om eenheid te vormen.’

De analyses van Chantal Mouffe zijn erg interessant. Desalniettemin vraag ik me bij het willen verenigen van groepen met verschillende belangen af of dit meer een theoretische wens is, of dat er een daadwerkelijke mogelijkheid voor is. Immigratie is nu precies zo’n onderwerp waar dit schier onmogelijk lijkt. Zeker sinds de vluchtelingencrisis van 2015. Vanaf dat moment lopen de begrippen oorlogsvluchteling en arbeidsmigrant dwars door elkaar. De tegenstelling is volledig voor migratie of tegen migratie in z’n geheel geworden. De GroenLinks- en SP-achterban zal je daarover niet snel op hetzelfde punt treffen. De SP zelf heeft er al moeite genoeg mee om een lijn te vinden die bevredigend is voor de eigen achterban. Mouffe ziet dat probleem ook.

‘Ja, ik heb niet gezegd dat het makkelijk is. Alleen dat het nodig is om een meerderheid te vormen die het neoliberalisme kan vervangen door een nieuwe hegemonie. Bij Die Linke in Duitsland hebben ze het probleem dat je schetst in de partij zelf. Er zijn twee stromingen die zich beide zien als links populisme. Maar over wat het populisme is, verschillen ze van mening. Er is de groep die van grenzen af wil en het deel dat de migratie wil reguleren.’
Inmiddels heeft deze onenigheid in Die Linke ertoe geleid dat Sahra Wagenknecht als leider moest aftreden. Om maar te bevestigen dat het niet makkelijk is. Daar komt nog bij dat als je in Nederland over de problemen met integratie en migratie spreekt, je door een deel van links wordt aangezien voor een proto-PVV’er.
‘In Frankrijk gebeurt hetzelfde. Dit komt vanuit een soort moralistisch links. Ik word er bijvoorbeeld flink bekritiseerd om het feit dat ik Marine Le Pen niet afkeur en haar een rechts-populist noem. Moralistisch links vindt dat ik haar een fascist moet noemen. Maar ik ben er volledig van overtuigd dat je mensen die op haar stemmen niet overtuigt door haar te demoniseren en te roepen dat ze een fascist is. Integendeel, deze mensen voelen zich betutteld door linkse mensen die hen vertellen wat ze moeten vinden. Mensen stemmen niet op Le Pen omdat ze racistisch, seksistisch of homofoob zijn. Maar omdat ze democratische eisen hebben, die door de sociaaldemocraten genegeerd zijn. Marine Le Pen gebruikt dat en formuleert hun problemen zodanig dat migranten de schuld krijgen. Jean-Luc Mélenchon wordt op zijn beurt bekritiseerd omdat hij actief is tussen de gele hesjes en Marine Le Pen daar ook is. Alsof het protest dan besmet is!’
Chantal Mouffe stelt dat de strategie van links populisme niet gericht moet zijn op een exodus naar romantische, kleinschalige initiatieven. Maar op het engageren van mensen om te bouwen aan een betere wereld vanuit de huidige. En wil je zo het neoliberalisme verslaan, dan heb je inderdaad een meerderheid nodig. Ze heeft denk ik een punt als ze stelt dat je die niet haalt met alleen de mensen die zich herkennen in de identiteit van de traditionele arbeidersklasse. Inderdaad zijn tegenwoordig veel meer groepen in de samenleving geraakt door het neoliberalisme. 

Maar hoe je die mensen met allemaal verschillende belangen achter hetzelfde programma krijgt? Een gemeenschappelijke vijand kan helpen, aldus Mouffe. Volgens haar kun je iets abstracts als neoliberalisme als tegenstander nemen. Volgens mij werkt deze strategie vooral als je een concrete tegenstander uitkiest. Zoals Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez zich in de VS afzetten tegen Jeff Bezos van Amazon en de bazen van Walmart. Dan blijft nog over hoe de verschillende belangen in een politiek plan te verenigen zijn. De Green New Deal van Ocasio-Cortez, hoe weinig omvattend deze nu ook nog is, komt daar uiteindelijk misschien wel het dichtst bij in de buurt. Het zal niet makkelijk zijn, maar Mouffe kan er nog wel eens gelijk in krijgen dat het nodig is.

De strategie van het links populisme

De strategie begint met het formuleren van een tegenstelling in de zin van wij de mensen tegenover zij de oligarchen. Deze benadering van politiek is tegenover­gesteld aan liberale politiek. Daarin heeft democratie als doel om een consensus te bereiken. Die opvatting is vanaf de jaren negentig dominant en heeft ervoor gezorgd dat er vrijwel geen verschillen meer zijn tussen partijen. Daardoor verdween de politieke strijd uit de politiek. Volgens Mouffe zijn er echter altijd zaken in de samenleving waar tegenstellingen over bestaan. Elke samenleving is noodzakelijkerwijs altijd verdeeld. Het doel van democratie is om die verschillende tegenstellingen uit te vechten op een manier die niet tot burgeroorlog leidt. Er moet een strijd tussen tegenstanders kunnen plaatsvinden, maar die moeten elkaar niet zien als vijanden die vernietigd moeten worden.

Het volgende element van links populisme is de koppeling tussen politieke partij en sociale beweging. Voor een links-populistische strategie is alleen een strak georganiseerde traditionele partij niet genoeg. Buiten de partij moet ook gemobiliseerd worden om de macht te vergroten. Een protest zoals de gele hesjes in Frankrijk plan je niet. Maar als het er is, dan moet je klaar staan om het te omarmen en politieke richting te geven.

Een laatste element is het verenigen van de werkers­klasse met groepen uit de middenklasse in een politiek project dat zowel achterstelling op basis van klasse beantwoordt, als oog heeft voor feminisme, antiracisme en ecologie. Zonder daarbij een van de tegenstellingen ondergeschikt te maken aan de andere. Dat is misschien nog wel het moeilijkste en is nergens echt gelukt. Jeremy Corbyn worstelt ermee binnen Labour, Podemos en de Indignados hebben de werkersklasse te weinig betrokken en in Frankrijk heb je los van elkaar een stedelijk protest gehad van hoogopgeleiden met Nuit Debout en het volksprotest van de gele hesjes, die beide ook weer politieke betrokkenheid hebben afgewezen.


5.24.2010

"van verrechtsing is geen sprake"

Ook bij onze Noorderburen zijn het binnenkort verkiezingen. Ook daar scoren rechtse partijen van het al dan niet populistische soort behoorlijk veel. Gelukkig zijn er ook stevige linkse formaties. Mensen die mij al een tijdje volgen weten dat ik een serieus boontje heb voor de SP.
Arjan Vliegenthart schreef een bijzonder interessant opiniestuk over de vermeende verrechtsing van de maatschappij. Een aanzet die, me dunkt, zeker voor ons ook opgaat. Omdat Nederland een tamelijk onbekende buur is, een woordje uit over Vliegenthart, 31-jarige doctor in de politicoloog, SP-senator, redacteur van het SP-tijdschrift Spanning, lid van het wetenschappelijk bureau van de SP en nauw betrokken bij de progressieve christelijke organisatie 'Kerk en Vrede'.

Hij schreef het stuk op basis van een studie door Maurice de Honde, die hielden een representatieve steekproef onder meer dan 1200 deelnemers, in opdracht van de SP.

Enkele opvallende zaken:

"Linkse standpunten zijn populairder dan de afgelopen tijd werd aangenomen. En veel kiezers van GroenLinks en PvdA willen dat hun partijen naar links kijken."

"Van de 20 voorgelegde SP-kernpunten krijgen er 19 steun van meer dan de helft van het electoraat. Daaronder spraakmakende SP-voorstellen als het houden van de AOW-leeftijd op 65 (55% totale electoraat voor), een stop invoeren op marktwerking in de zorg (67%), geen JSF-vliegtuigen aanschaffen (75%), het laten bijdragen van banken in de kosten van de financieel-economische crisis (85%) en een verbod op bonussen bij banken met staatsteun (92%).
Evenzo is er veel steun voor invoering van een 65% toptarief voor inkomens boven dat van de minister-president (57%), inkomensafhankelijke kinderbijslag (69%), een 5%-verhoging van het sociaal minimum (59%). De voorstellen van de SP op het terrein van de zorg doen het ook goed bij het hele electoraat, zo stelt het onderzoek van De Hond vast. Brede steun is er voor het afschaffen van het eigen risico in de zorgverzekering (58%), het invoeren van een inkomensafhankelijke zorgpremie (60%) en het behoud van het zorgverzekeringspakket (82%)."

"Veel zwevende kiezers lijken zich thuis te voelen bij links progressieve standpunten. Aan de SP en alle potentiële bondgenoten, die echt over links willen, om hier de komende drie weken werk van te maken en deze zetels ook daadwerkelijk binnen te halen!"

Moest je in België een serieus onderzoek naar de standpunten van de mensen, hoeveel denk je dat er 'langer werken' als goed idee zullen aanduiden? Nochtans schuiven zowat alle partijen die naar voren.

Ik ben bijzonder optimistisch wat die zogenaamde verrechtsing betreft, maar dit betekent helaas niet dat rechts niet bijzonder goed zal scoren. Links heeft nog bijzonder veel werk voor de boeg.

6.06.2009

voor een consequente linkse oppositie en een versterkte linkerzijde

Wie het nog niet zou weten, morgenvroeg stemt uw kameraad PVDA+.

De voornaamste programmapunten worden door Peter Mertens opgelijst voor de krant De Standaard. Lees ze hier rustig na.

De campagne van de partij, Stop het Politieke Circus, is zeker niet onopgemerkt voorbij gegaan. “De kiescampagne van het jaar 2009 zal de geschiedenis ingaan als de campagne van de rode neuzen.” Dat schreef Luc Van der Kelen in Het Laatste Nieuws. “De rode neuzen zijn het symbool van een kiescampagne gedomineerd door sprookjesvertellers die circustrucs vertonen”.

Carl Devos formuleerde het als volgt: "Dat links populisme geeft ook linkse kiezers de mogelijkheid om een foertstem tegen het systeem uit te brengen zonder op rechtse partijen te moeten stemmen. Voor velen is dat een aantrekkelijke gedachte. PVDA+ kan verrassen.”

Ik was bijzonder aangenaam verrast door het grote aantal progressieven dat zich uitsprak voor de PVDA +



Zowat alle redenen om voor PVDA + te stemmen worden door Walter Pauli mooi op een rijtje gezet, een lang citaat:

Voor het eerst sinds een kwarteeuw doet de PVDA; nu PVDA+; een gooi naar een parlementszetel, of op zijn minst naar een paar procenten extra om zo politiek relevant te worden. De ooit zo dogmatische PVDA veranderde daartoe in de populistische, zelfs ietwat humoristische PVDA+.

PVDA+ haalt de mosterd bij de Nederlandse Socialistische Partij van Jan Marijnissen. Ook die stichtte zijn partij op de puinen van een aantal communistische en marxistische partijtjes en groupuscules. Maar zijn SP ruilde elk dogmatisme in voor een links doch volks, zelfs populistisch anti-establishmentprogramma. En het bracht zowel Marijnissen als de SP succes.

Het 'links populisme' is sindsdien algemeen aanvaard en wordt door elke PVDA'er ook de in de praktijk beleden. In het recente boek van PVDA-voorzitter Peter Mertens is het met een loep zoeken naar de term 'marxisme'. Maar concrete verhalen van de kleine man zijn er met tientallen. Men preekt niet meer het communisme, men valt het kapitalisme aan, met een omweg. Men viseert de banken, Electrabel, de superbonussen van de managers, deze regering.

Men zoekt, peutert én krijgt toegang tot de media. Ineens is Tine Van Rompuy niet meer uit de pers weg te slaan. Het Laatste Nieuws geeft haar zelfs een dagelijkse column. Peter Mertens blijkt in televisiedebatten geen raddraaier of oproerkraaier, laat staan een bommenlegger, maar een man met wie rationeel over politiek te discussiëren valt. Hij pleit bijvoorbeeld wél voor de oprichting van een nieuwe ASLK als antwoord op de financiële crisis. Het is een vorm van etatisme die tot halfweg de jaren negentig volkomen acceptabel was in België. En in Antwerpen hamert Dirk Van Duppen op de strijd tegen de BAM-projecten. En hij doet dat op zijn terrein. De volksgezondheid en het fijn stof.

En zo is de PVDA stilaan 'de kleine partij voor de kleine man''. Nog altijd marxistisch in de hoofden van haar leiders, maar links-socialistisch in haar concrete eisen. En niet meer gehinderd door mediastilte, maar geholpen door enige steun van enige BV's. Jonas Geirnaert was al langer een fellowtraveller, acteur Dirk Tuypens ook, maar nu doen ook collega's als An Nelissen, Andrea Croonenberghs of Nigel Williams mee. En intussen heeft de partij ongeveer de eerste ludieke actie uit haar bestaan verteerd: alle politici op affiches krijgen een (rode) neus opgeplakt. Flauw, stom, antipolitiek: het zal allemaal wel. Maar ertegen protesteren heeft ook zo weinig zin.

Tenslotte nog een woordje over de 'tegencampagne' van de SPa van de voorbij tijd met de stelling dat een stem op de PVDA de 'conservatieve revolutie' in België zou waar maken en dat links hierdoor enkel verzwakt zou worden.
Peter Mertens, voorzitter van de PVDA zei hiervoor dit:
"Ik begrijp die panische angst en verkrampte houding van mensen als Vandenbroucke niet. Hij wil niet praten over het linkse gedachtegoed. Dat is verkeerd, want zo gaat het debat alleen maar over rechts. SP.A zou ons dankbaar moeten zijn dat wij linkse mensen nog een alternatief geven. Het verhaal van de SP heeft de PVDA in Nederland ook gered."

De PVDA reikt de SPa en trouwens volledig links de hand.
De linkse PVDA+ doet een constructief voorstel aan de sp.a om links te versterken. Daarmee moet een einde komen aan “de vliegenmepper-stijl” om alle linkse sociale voorstellen vanuit de Grasmarkt meteen neer te slaan.
Omdat we een constructieve partij zijn herhalen we aan de sp.a ons voorstel om links te versterken: een durfplan om de vermogensbelasting of euromiljonairstaks op de agenda te zetten. Het is een eis van de twee grote vakbonden en van de belangrijkste sociale bewegingen. Het bestaat ook in buurlanden Luxemburg en Frankrijk. En het levert bijna 7 miljard op voor jobs in de zorgsector en het onderwijs, en voor de herfinanciering van de sociale zekerheid.

De PVDA+ hoopt met dit voorstel de sp.a uit haar kramp te bevrijden. Er gaat geen dag voorbij, of links krijgt een veeg uit de pan van de sp.a-leiding. Kopman Vandenbroucke waarschuwde vorige week reeds voor ‘lastige horzels in het parlement’. In De Morgen van dit week-end zegt voorzitster Gennez dan weer dat ze weinig te leren heeft van de PVDA+. De voorstellen van de linkse PVDA+ kunnen volgens haar wel “leuk zijn op café”, maar zijn toch “vooral een waste of energy”. Nou moe.

De afgelopen jaren heeft de sp.a 8% van de stemmen verloren. En die zijn niet naar de PVDA+ gegaan, maar naar rechts.
Verhinderen dat er stemmen naar rechts gaan, dat noemen wij een versterking van links. En dat doe je met inhoud. Vandaar ons voorstel aan de sp.a om de euromiljonairstaks op de agenda te zetten. Een maatschappelijk debat over linkse themata, in plaats van over lastenverlaging en jobkorting, versterkt links. De sp.a moet daar geen schrik van hebben. Dit is geen ‘leuke café-praat’. De vermogensbelasting is spek met eieren om te verhinderen dat de kleine man moet opdraaien voor de crisis.