Een zeer lezenswaardig artikel op de Lage Landen:
Vlaamse kinderen die opgroeiden in de late jaren 1970 en ’80, zo tussen Nonkel Bob enerzijds en Studio 100 en Ketnet anderzijds, waren aangewezen op de Nederlandse televisie. Behalve Tik Tak, Carolientje en Merlina had de BRT nog niet zo veel te bieden aan de schoolgaande jeugd.
Die gerichtheid op Nederland opende een wereld met exotische plekken als Flevoland en Appelscha, vreemd voedsel als beschuit met muisjes en vooral een kanaal van grote taalvaardigheid en rijke woordenschat – vieze woorden (de dubbelzinnigheid van ‘poep’!) niet te na gesproken – of van onbekende concepten als ‘brugklas’.
De gemeenschappelijke laaglandse ruimte die dankzij kinderprogramma’s met en van Staartjes werd gecreëerd, toonde de met grote ogen kijkende Vlaamse jeugd ook wat er allemaal kon in het minder brave Nederland. Je begreep als Vlaams kijkbuiskind niet altijd helemaal waar het over ging. Deels door de tongval, deels door de Nederlandse context, maar dat maakte het juist intrigerend.
De figuren die Staartjes vertolkte vormden een wereld die vlakbij lag, maar waartoe je nog geen toegang had. Geografisch dan, maar ook de geheimzinnige, gelaagde en soms ronduit saaie of absurde wereld van de volwassenen werd getoond zonder door de knieën te gaan. Ook al snapte je niet alles, meneer Aarts mondhoeken verraadden altijd humor. Wat had die man overigens een innemend gezicht wanneer zijn norsheid in een monkelende glimlach openbarstte. Meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten