8.16.2019

Litouwen aan de wieg van België in 1830

Terwijl er bij ons wordt gediscussieerd over hoe 'ons volk' haar spannende avonturen beleefde verscheen er in de Litouwse media interessant nieuws.

Litouwse historici doen momenteel onderzoek naar de betrokkenheid van Litouwers in de Belgische onafhankelijkheidsstrijd.



Ik neem een zeer interessant artikel over uit de Litouwse pers (in zelf gefabriceerde vertaling). 


Onlangs bezocht een delegatie militaire historici uit Litouwen Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis.  Ze voeren onderzoek naar de activiteiten van deelnemers aan de opstand van Litouwen tegen Rusland na de onderdrukking van die opstand. Het lot van deze mensen is spectaculair. Onze rebellen, verspreid over heel Europa, vochten vele oorlogen en veldslagen. Wanneer er in Europa ergens een opstand, revolutie of oorlog tegen een bondgenoot van Rusland was, verschenen Litouwse en Poolse troepen. Ze creëerden zelfs een leger voor België dat net de onafhankelijkheid van Nederland had verklaard.

Professor Valdas Rakutis en Karol Zikar, specialist in het Departement Strategische Communicatie van de Litouwse strijdkrachten, worden verwelkomd door Pierre Lierneux in het museum. De bijeenkomst van historici werd georganiseerd door kolonel Saulius Guzevičius, een officier van anti-propaganda-analyse op het NAVO-hoofdkwartier.


Voor ze het archief induiken, toonde meneer Lierneux het enorm oorlogsmuseum. In het museum kun je trouwens militaire uniformen bezichtigen uit heel wat landen. Zo tonen ze hier het uniform van een officier uit het Litouwse leger uit het interbellum. 

Een aparte expositie is gewijd aan Poolse militairen die in de Belgische strijdkrachten dienden. Het is waarschijnlijk dat de naamlijst ook Litouwers bevat, dit moet verder onderzoek uitwijzen. 

De archieven van het museum bevatten tal van persoonlijke dossiers van officieren die dienden in de pas ontstane Belgische strijdkrachten. Er is nog veel werk voor Litouwse historici. Onmiddellijk na het openen van de documentenrekken uit die periode vond de heer Lierneux het dossier van een Litouwse officier, kapitein Zabiello, die in 1832 bij het Belgische leger kwam. Zabielos was een telg uit een adellijke familie uit Kaunas.

Historicus Algimantas Daugirdas, specialist 19e eeuw, stelde een lijst samen van 59 Litouwse officieren in het Belgische leger. In deze lijst staan namen die ook opduiken tijdens de Lente-opstand van 1848 en de Januariopstand in 1863. "De lijst moet worden verfijnd en dit werk moet worden gedaan om blinde vlekken in de Litouwse geschiedenis op te vullen", zegt de historicus.

België gered door de Pools-Litouwse opstand 

Professor Valdas Rakutis, militair historicus, legde uit hoe de Litouwse militaire emigratie begon en plaatsvond. In november 1794 na het neerslaan van de opstand van Tadas Kosciuszko in Litouwen en Polen, konden sommige troepen zich terugtrekken in het buitenland. Sommigen voegden zich bij het Napoleontische leger. Dit was het begin van de Litouwse militaire emigratie en de Litouwse deelname aan Europese militaire evenementen.

In de herfst van 1830 begon de revolutie in het zuidelijke, katholieke deel van het Koninkrijk der Nederlanden, dat enkele decennia eerder nog de Oostenrijkse Nederlanden werd genoemd, daarna onderdeel werd van de Franse Republiek en van het keizerrijk. Na de nederlaag van Napoleon werd het gebied gehecht aan het Koninkrijk der Nederlanden, dat protestants en impopulair was bij katholieke provincies. Een onafhankelijkheid van het zuiden van Nederland werd gesteund door Frankrijk, dat een bufferzone wilde creëren. De koning van Nederland was het hier natuurlijk niet mee eens, bereidde zich voor op de oorlog en vroeg om hulp aan Rusland. De Engelsen waren niet tegen een verkleinen van het Nederlandse grondgebied, maar verzetten zich daar sterk tegen de Franse invloed.

De Russische tsaar Nikolaas I, die Europa moest beschermen tegen revoluties, onder de voorwaarden van de Heilige Unie, opgericht in 1815, besloot een ​​leger van het Poolse koninkrijk onder Russische heerschappij naar België te sturen.

Het wijdverbreide nieuws dat de tsaar het Poolse leger naar België zou sturen om de revolutie te onderdrukken, zorgde voor onrust bij de officieren. "Ze dachten hoe ze zich van die Russen konden ontdoen en niet de opstand van sommige mensen konden onderdrukken," zei professor Rakutis. Met dit sentiment begon een opstand in Polen. Het was niet gepland, maar eerder natuurlijk - studenten van de Militaire School van Warschau rebelleerden. De opstand verspreidde zich snel doorheen Polen en Litouwen.

Dit hielp België veel - door de opstand in Polen en Litouwen kon de tsaar geen hulp meer naar Nederland sturen. Hoewel de Nederlanders het opstandige gebied binnenvielen, werden ze door de Fransen verslaan en zo ontstond België. En in Litouwen en Polen, ondanks vele roemrijke veldslagen, was de opstand in bloed verdronken. Een brutale repressie begon. Veel soldaten trokken zich terug naar het westen. Ze zochten waar ze konden blijven vechten en er hun brood mee verdienen. Als gevolg hiervan sloten Litouwers en Polen zich aan bij het opkomende Belgische leger.

“We hebben een lijst samengesteld van 59 Litouwers die in de Belgische strijdkrachten hebben gediend, die mogelijk zal toenemen. We spraken over deze mensen in het Koninklijk Museum van de strijdkrachten en de militaire geschiedenis. Het kan een brug zijn tussen België en Litouwen. Voor het onderzoek naar de levens van deze mensen, zijn de zogenaamde persoonlijke dossiers in de Belgische archieven onontbeerlijk, ”zei Rakutis.

Historicus A. Daugirdas beschreef de terugtocht van de rebellen naar het Westen in meer detail: "Tijdens de opstand trokken veel Litouwse rebellen zich samen met de Polen terug naar Pruisen. Veel opstandelingen werden geïnterneerd in Pruisen, waaronder veel Litouwers (waaronder opstandige beroemdheden uit Samogitia Francis Shemeta, Ezechel Stanevich, Vladimir Gadon, enz.). Deze geïnterneerden werden enige tijd in quarantaine geplaatst in vreselijke omstandigheden. Uiteindelijk werd overeengekomen dat de rebellen door Frankrijk zouden worden ontvangen. "

In België was er destijds een door Frankrijk gesteunde revolutie tegen het Nederlandse bestuur. “Het Belgische leger werd gevormd en had ervaren soldaten en specialisten nodig. Nogal wat Litouwers trokken dan ook naar België. We kunnen stellen dat tientallen Litouwers in 1831 in België terecht kwamen. Velen van hen dienden in het opkomende Belgische leger. Er kunnen er zoveel meer zijn - het is een geweldige taak om ze nu te op te sporen. Naar schatting trokken maximaal drieduizend Litouwse troepen zich naar Frankrijk, samen met de Poolse rebellen, sommigen later naar België en andere legers. Velen daarvan duiken zelfs op in de Amerikaanse burgeroorlog. In het totaal gaat het over zo'n 15 à 20 duizend Poolse en Litouwse rebellen," zei A. Daugirdas.

Onder de Litouwers die deelnamen aan de vorming van het Belgische leger waren er enkele zeer hoge officieren. Volgens A. Daugirdas hadden verschillende van hen de rang van kolonel (nu zou het luitenant-kolonel zijn). Vincent Matusevicius, een voormalige rebellencommandant van de provincie Trakai, wordt bijvoorbeeld door Belgische legerdocumenten als kolonel genoemd.

Na de onafhankelijkheid begon België zijn leger te versterken met buitenlandse officieren. Afgezien van de Franse kwamen er heel wat Poolse en Litouwse rebellenofficieren. "We zijn een natie van kooplieden en we waren in oorlog, dus we hadden echte soldaten uit het buitenland nodig", aldus de Belgische historicus P. Lierneux.

Slag om Antwerpen 

Op 15 november 1831 ondertekenden vertegenwoordigers van Engeland, Frankrijk, Rusland en Pruisen in Londen de overeenkomst om de Nederlands-Belgische oorlog te beëindigen en de grens tussen de twee landen vast te leggen. Maar koning Wilhelm I van Nederland negeerde deze internationale overeenkomst en weigerde Antwerpen aan België over te dragen. Hij beval de stad Antwerpen en haar krachtige fort te verdedigen. Het Belgische leger was niet in staat een goed versterkte stad te bezetten. Als gevolg hiervan namen de Belgen stappen om hun leger te versterken door veel buitenlanders te verwelkomen.

In april 1832 ontmoette Sylvain van de Weyer, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de Belgische regering, Hertog Adam Chartorisk en vroeg hulp bij het rekruteren van rebellen als officier voor het Belgische leger. De Belgen zochten 600 man voor de artillerie, 2.000. cavalerie en enkele divisies infanterie.

Een operatie in Antwerpen werd gepland onder het commando van de Franse Maarschalk Etienne Maurice Gerard. Dit is trouwens dezelfde generaal die in december 1812 samen met maarschalk Michel Ney het Napoleontische leger aanvoerde om Kaunas te verdedigen tegen de aanvallende kozakken onder leiding van generaal Matvej Platov.

Antwerpen werd bezet en ingelijfd bij België. Vervolgens werden verdere plannen gemaakt om meer buitenlanders in het Belgische leger te werven. Er waren zelfs plannen om twee divisies op te richten in het Belgische leger van Litouwse schutters, maar deze plannen werden gedwarsboomd door Tsaristisch Rusland, dat grote druk uitoefende op de West-Europese landen.
“Litouwen had geen eigen staat, maar had een leger dat verspreid was over heel Europa. Onze rebellen waren bereid om te vechten in alle conflicten tegen de belangen van Rusland - in België, Hongarije, Italië en elders,” vat historicus A. Daugirdas samen.



Het leven na de oorlog 

De levenloop van die Litouwse officieren is gewoon verbluffend. A. Daugirdas vertelde een van zijn meest indrukwekkende biografieën. Als het Brits, Frans, Italiaans of iets dergelijks was geweest, zouden er ongetwijfeld al lang geleden films en boeken over de man zijn geschreven. Onder druk van Rusland werden in 1833 veel rebellen uit Litouwen en Polen uit het Belgische leger verwijderd. Toen verhuisde majoor Francis Shemeta naar Egypte met een van de Poolse rebellencommandanten, generaal Henry Dembinski. De heerser van dit land, Muchammad Ali Pasha, bouwde een enorm leger om zich af te scheiden van het Ottomaanse rijk. Militaire instructeurs uit het buitenland waren uitgenodigd. Onze rebellen hielpen de Egyptische heerser een leger van zo'n 200.000 soldaten te creëren. Bovendien was Shemeta, nadat Egypte de buurlanden had bezet, betrokken bij de vorming van een door Egypte gecontroleerd Syrisch leger.
Hij en Dembinski waren betrokken bij de Egyptische oorlog met Turkije. De heer Šemeta was stafchef van generaal H. Dembinski.

In Hongarije was er een opstand in 1848 tegen Oostenrijk. Veel Poolse rebellen namen hier deel aan. H. Dembinski nam ook deel aan de Hongaarse opstand. Een tijdje trad deze Generaal op als opperbevelhebber van het opstandige Hongaarse leger. Het is zeer waarschijnlijk dat P. Šemeta, die in veel veldslagen met Dembinski als de rechterhand van de generaal werd beschouwd, ook betrokken was bij Hongaarse evenementen.

De heer Šemeta vocht ook in Italië, onder leiding van generaal Giuseppe Garibaldi, de nationale held van die natie. Hij diende op het hoofdkantoor van Garibaldi en er zijn aanwijzingen dat de heer Shemeta zelfs de stafchef was.

De heer Šemeta stierf, hoewel hij bijna een leven lang krijger was, op tachtigjarige leeftijd in Dresden. Na zijn dood richtten de Duitsers een monument voor hem op als campagnevoerder voor de bevrijding van Europa. Helaas werd aangenomen dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog was vernietigd door het bombardement op Dresden.

Het is een onverdiend vergeten 

"Tijdens de oprichting van de Belgische staat was de aankomst van de eerste soldaten uit Polen en Litouwen een belangrijke hulp. Ze kunnen de makers van het Belgische leger worden genoemd. De Belgen zelf zeggen dat ze een natie van kooplieden waren, kooplieden en militaire zaken waren hen altijd vreemd, met heel weinig personeelsleden - slechts een klein deel van de Nederlandse officieren was van Belgische origine. Daarom waren deze mensen die kwamen erg belangrijk. "De komst van onze troepen was van groot belang. Deze episode wordt onverdiend vergeten en het is goed dat we vandaag op deze onderwerpen terugkomen." De geschiedenis van Litouwen eindigde niet met Vytautas, we bleven vechten, - zei A. Daugirdas.


Het oorspronkelijke artikel.















Geen opmerkingen: