9.26.2014

Dansende Derwisjen in de Sint-Pieterskerk

Vanavond en morgenavond is de Sint-Pieterskerk gastheer voor een bijzonder gezelschap.
Historische Huizen Gent en De Centrale organiseren een unieke uitvoering 'De Dansende Derwisjen van Konya'.


De derwisjen van Konya wonen en werken in de stad waar in de 12de eeuw dit bijzondere ritueel ontstond. Het was Jallaledin Rumi, bijgenaamd Mevlana, die volgens de legende de extase opzocht door om zijn as te draaien terwijl hij de naam van de allerhoogste herhaalde. Na zijn dood voerden zijn discipelen deze trancedans op bij zijn tombe. De bewegingen verwijzen naar de baan van de sterren en streven een mystieke vereniging na met god. Het ritueel barst van de symboliek. Zo verwoordt het wit kleed de rouw voor de dood van hun meester, de zwarte mantel de tombe waarin hij ligt, de gekruiste armen aan het begin van de dans de eenheid met god, …
De derwisjen worden muzikaal begeleid op ney (rietfluit), oed (Arabische luit), kemenche (traditionele viool), qanoen (citer) en percussie. Hun ritueel is een serie hymnen (ilahi) die door geïmproviseerde instrumentale stukken (taksim) afgewisseld worden.
Het ensemble van Konya is één van de weinige gezelschappen die deze oude traditie integraal bewaard heeft en ons zo de mogelijkheid biedt om een blik te werpen op deze rijke spiritualiteit.
 Vanavond en morgenavond om 20u en dit voor € 20.

Tot straks zou ik zo zeggen. 

9.24.2014

Student Kick-Off editie 2014

Vandaag kun je op het Sint-Pietersplein wederom naar de Student Kick-Off.

http://www.studentkickoff.be/
Elk editie groter.

Dit jaar springt er buiten de onvervalste überkitch Nicole & Hugo maar 1 act met koppen en schouders boven uit, het unieke project Kenji Minogue.






Tot straks zou ik zo zeggen.

9.22.2014

Hart boven hard


de Alternatieve Septemberverklaring
Een welvarend land, met welzijn en geluk voor iedereen. Dat is waar regeringen en minister-presidenten voor gaan. In elke speech, bij elke legislatuur. Dat is waarom we ze hebben verkozen. Dat is waarop we ze te allen tijde kunnen aanspreken.

Vlaanderen is ongerust

In menige huiskamer en op vele werkvloeren groeit de ongerustheid, nu allerlei besparingsballons uitlekken. Besparen op onderwijs, wat betekent dat voor mij als leerkracht, student of ouder? Besparen op verenigingen, wat betekent dat voor onze sportclub of jeugdbeweging? Besparen op kinderopvang, water en elektriciteit, wat betekent dat voor ons gezin? Besparen op zorg en rusthuizen, wat betekent dat voor de oude dag?
De ongerustheid groeit omdat elk doorsnee gezin in de hoek lijkt te staan waar de klappen vallen. Een gezin met twee kleine kinderen en concrete plannen om te verbouwen zal wellicht per maand al snel een paar honderd euro extra moeten neertellen. Zelfs de minister van Welzijn verklaarde “nachten wakker te liggen” van wat we de gezinnen vragen.
De geluiden uit de federale regeringsvorming klinken niet veel beter.
Wij, mensen en verenigingen van mensen, willen vandaag spreken, met één stem. Wij willen niet dat de een voor zichzelf uit de brand sleept wat de ander dan extra moet ophoesten. Wij geloven in een samenleving die alle mensen versterkt, en niet alleen de sterksten. Noem het onze eigen Septemberverklaring: hart boven hard!

Iedereen de broeksriem aan, behalve…

We zijn bezorgd. Meer zelfs, er is reden om behoorlijk boos te zijn. Vlaanderen lijkt wel te willen besparen om te besparen. En dat in alle flappen van onze portemonnee. In alle geledingen van onze samenleving. Meer inschrijvingsgeld voor de muziekschool of de sportclub? Niks aan te doen. Duurder kampmateriaal? Het kan niet anders. Duurder onderwijs en duurdere bibliotheken? Er is geen alternatief. Duurder openbaar vervoer? Er valt niet aan te ontkomen. Duurdere zorgpremie en rusthuizen? Het volk had maar niet zo grijs moeten worden. Want ja, ‘iedereen moet z’n steentje bijdragen’.
Iedereen? Niet zo snel. Sommigen, de grote ondernemingen en de grote vermogens, worden net bevoordeeld. Voor ondernemers zijn er in Vlaanderen maar liefst 150 soorten subsidie. En kijk eens wat een verschil tussen de 33 procent vennootschapsbelasting en de reële aanslagvoet van 4 à 6 procent bij de grootste ondernemingen. Van zulke gunsten kan een gezin, een kleine zelfstandige of kmo alleen maar dromen. Er is dus wel degelijk een alternatief.
Op zich is er niks fout met een gezond klimaat voor bedrijven na te streven. Zonder bedrijven geen jobs. Maar om van ondernemersvriendelijkheid nu hét criterium te maken voor een land waar het goed is om te wonen? Om het grote geld ongemoeid te laten, terwijl wij de rekening betalen van wat banken hebben verspeeld? Dat is toch verregaand. Een economie staat in dienst van mens en samenleving, en niet omgekeerd. Wij wensen zuurstof voor de samenleving, en niet dat alle zuurstof uit de samenleving naar de ondernemingen gaat. Het verenigingsleven, het onderwijs, de zorg, de cultuur, de diensten… zijn geen “last”. Integendeel, ze maken deel uit van onze rijkdom.

Alles van waarde...

Het gaat ons niet alleen om de besparingen. Het regeerakkoord vertaalt ‘waarde’ in uitsluitend economische termen. De vele dimensies van het rijke menselijke bestaan – de lerende, de creatieve, de spelende, de zorgende, de sociale, de liefhebbende… mens – moeten plaatsmaken voor de economische dimensie. Het is intussen toch wel duidelijk dat het economische als enge maatstaf niet de fijnste en zeker niet de eerlijkste wereld oplevert? Kijk naar de rest van Europa. De massawerkloosheid piekt verder. De armoedecijfers stijgen. De ongelijkheid neemt toe. Vele jonge Europeanen kijken tegen een no future aan. De keerzijde van de medaille van ondernemersvriendelijkheid heet nu eenmaal ‘zelfredzaamheid’: iedereen dopt uiteindelijk zijn eigen boontjes. Ook werklozen, mensen in armoede, mensen met een leefloon… Ieder voor zich, is dat de samenleving die we willen?
De essentie van de sociale zekerheid en van het sociale weefsel is niet de liefdadigheid uit de tijd van priester Daens. Wel onderlinge verantwoordelijkheid: tussen jong en oud, tussen gezonden en zieken, tussen gezinnen met en zonder kinderen, tussen koppels en alleenstaanden, tussen werkenden en werklozen. Over sectoren en generaties heen. Want hoe groter de kloof tussen arm en rijk, hoe slechter iedereen af is. Ook de welgestelden.
Alleen worden menselijke waarden als solidariteit en gelijkheid op de 191 pagina’s van het regeerakkoord amper twee keer genoemd. Als focus kan dat tellen.
Waarom zou het logisch zijn om in naam van het ondernemerschap in te zetten op de vermarkting van overheidstaken? We moeten onderwijs, ziekenhuizen en gevangenissen niet vermarkten. Niet ons erfgoed, niet de natuur, niet het milieu, niet de lucht, niet de wegen, niet het water, niet de kunst. Waar winst het wint van waarde, wordt verlies het resultaat.

Alle kleuren en horizonten

Wij staan een open Vlaanderen voor. In ons dagelijkse leven is de wereld nog nooit zo dichtbij geweest. Het internet, de tv en relatief goedkoop reizen maken van de wereld ons dorp. In onze supermarkt, in onze straten, in het klaslokaal van onze kinderen, overal borrelt de smeltkroes van culinaire en culturele invloeden. De nieuwe mensenlandschappen van de 21e eeuw zijn globaal verbonden. In Brussel valt dat nog meer op. Daarom zou het wereldvreemd zijn om in Brussel en de Brusselse rand alleen maar te focussen op het Nederlandstalige. Het veeltalige en veelkleurige karakter van Brussel en Vlaanderen is een kans! En we weten: ook milieuvervuiling en de klimaatcrisis overstijgen de Vlaamse grenzen.

Behouden wat goed is...

Goed kiezen is ook kiezen voor het behoud van wat goed is. Onze regio wordt internationaal geroemd om zijn sociale voorzieningen en zijn zorg. Die kwaliteit wordt dag aan dag bewaakt én verbeterd door leden, vrijwilligers en professionals van maatschappelijke organisaties die samen een sterk middenveld vormen. Onze sociale zekerheid geeft waardigheid en kansen. Onze leerkrachten werken dagelijks aan een hoogstaand onderwijs, onze academici en wetenschappers aan grensverleggend onderzoek en vernieuwende oplossingen voor morgen. Omringende landen benijden ons het alomtegenwoordige verenigingsleven. Wie is in zijn jeugd niet in aanraking gekomen met sportclub, muziekschool of zomerkamp?
Talrijke verenigingen brengen stemlozen in onze samenleving samen en geven hen een krachtige stem. Ons bibliotheeknet is fijnmazig. In musea en archieven komen we in aanraking met schitterend cultureel erfgoed. Onze cultuur- en kunstencentra, onze kunstenaars, theatermakers en musici verrijken ons leven met hun kunnen, dat ook in het buitenland op brede waardering kan rekenen. Onze openbare omroep brengt dagelijks nieuws, duiding en uitstekende programma’s in de huiskamer. Op heel die sterke dienstverlening werd de voorbije jaren al stevig besnoeid. Gaan we die kwaliteitsvolle zorg voor het leven, opgebouwd door een collectief van mensen, te grabbel gooien? ‘Meer doen met minder’ kan allang niet meer. Laten we in dit sterke aanbod blijven investeren.

… en investeren in wat beter kan

En ja, er is ruimte voor verbetering. We worden ongelijk geboren en ons onderwijs slaagt er nog steeds onvoldoende in om kinderen gelijke kansen te bieden. Te veel jongeren verlaten het onderwijs zonder middelbaar diploma. In Vlaanderen heeft 10 procent van de bevolking een inkomen onder de armoedegrens, in België 15 procent. Kinderen in armoede groeien op zonder fatsoenlijk toekomstperspectief. En wat te denken van de jeugdwerkloosheid? Voor één laaggeschoolde job zijn er tientallen jonge kandidaten. Een job vinden wordt zo wel erg moeilijk. Nee, het heeft geen zin om dan maar snel snel minder kwalitatieve mini-jobs en flexbanen te creëren. Daar is niemand mee geholpen. We staan met z’n allen stil in het verkeer – Antwerpen en Brussel staan in de wereldtop qua files. Het aantal astmapatiënten rond ring- en invalswegen stijgt. Om mensen aan te moedigen de auto te laten staan, moet het openbaar vervoer aantrekkelijker worden.
Kortom, er ligt een waslijst aan uitdagingen. Of het nu gaat om onderwijs, wetenschap, werk of duurzame mobiliteit: vooruitgaan is investeren in keuzes die renderen op de lange termijn. Het kan toch niet verwonderen dat we daarop aandringen. De overheidsinvesteringen zijn de laatste twintig jaar gehalveerd. Meer autonomie voor de lokale besturen dreigt veeleer een financiële strop te worden. De regering zegt dat ze geen facturen wil doorschuiven naar de volgende generaties, maar wat heeft het voor zin vandaag te besparen op bijvoorbeeld het openbaar vervoer, met alle file-, milieu- en gezondheidsproblemen én kosten van dien? Dat zijn pas facturen voor onze kinderen. Vandaag investeren in mens en maatschappij levert vruchten op voor morgen.

De lasten en de schouders

“Wie gaat dat betalen?” hoor je dan. Econoom Paul De Grauwe en vele van zijn collega’s zeggen waar het op staat: “Als de economie niet goed draait en je begint te besparen, maak je het alleen maar erger.” De ervaring heeft geleerd: hoe forser de Europese Unie haar lidstaten dwong te besparen, hoe groter de catastrofe. Gaan we in Vlaanderen dan echt dezelfde fout maken? Nee, inderdaad, we kunnen niet alles betalen als de toplaag de dans ontspringt en jongeren, werknemers, gezinnen het gros van de inspanningen moeten dragen. Van de doorsnee Vlaming worden nu onevenredig veel inspanningen gevraagd. Maar wie hele dagen achter een scherm met beurskoersen aandelen koopt en verkoopt, betaalt daar amper belastingen op. Wat maakt deze vermogende aandeelhouder méér waard dan een gemiddeld gezin? Wij willen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.  

Samen voor hart boven hard

Wij, mensen en organisaties van mensen die bekommerd zijn om elkaar, gaan voor andere, meer menselijke keuzes. Wij geloven dat gebundelde krachten die menselijke keuzes kunnen aanreiken. Dat werk start vandaag. We gaan de komende maanden informeren. We gaan het gevoel doorgeven dat het kan: de toekomst van onze kinderen, van onze welvaart en ons welzijn veiligstellen, én investeren in betaalbare en nog betere maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen. Met aandacht voor maatwerk voor mensen van alle slag. Dat is écht vooruitgaan.
We willen iedereen het gevoel geven dat hij of zij kan bijdragen aan een samenleving waarin hart boven hard gaat, als we ons maar verbinden. Solidair zorgen voor elkaar, dat is pas echt vertrouwen geven. Van de overheid verwachten we dat ze die aandacht deelt. En daar zullen we met alle ondertekenaars over waken. Wie gelijkheid, rechtvaardigheid en andere waarden van samenleven miskent, kan op ons verzet rekenen. Samen maken we het verschil.

Onderteken mee op www.hartbovenhard.be!

9.14.2014

open monumentendag (en de onvermijdelijke oorlog)

Vandaag is het Open Monumentendag, dus een gigantisch druk programma met  zeer veel zeer interessante activiteiten.
Je kan, zoals steeds, ook terecht in de Sint-Pieterskerk. Rondleidingen, zoals het hoort, en op het einde van de dag, 17u, kun je plaats nemen voor een, en hoe kan het ook anders, oorlogsgetint orgelconcert.


9.07.2014

Scheppingszondag: 'het klimaat verandert ook mij'


Het Netwerk voor Rechtvaardigheid en Vrede heeft de eerste zondag van september uitgeroepen tot 'Scheppingszondag'. Een dag om stil te staan bij de toestand van 'de schepping' vandaag de dag. Een dag van bewustmaking rond de klimaatverandering en een actiedag om er iets aan te doen.



Omdat het hier om een 'kerkelijk' initiatief gaat, is er ook een 'liturgische suggestiebundel' gemaakt. Met daarin, o.a., deze best wel interessante preek:

 
NIET SCHULDIG MAAR VERANTWOORDELIJK

Geloof je in de klimaatsverandering?

Beste mensen,
Dit is een verkeerde vraag. De klimaatsverandering is niet langer een discussiepunt tussen believers en non-believers. De kwestie is: wie zullen erdoor getroffen worden, wijzelf, onze kinderen of onze kleinkinderen? Of worden het miljoenen mensen van het Zuiden? Daar zien we nu al alle soorten van natuurrampen met de armsten als eerste en blijvende slachtoffers.
Vandaag is het Scheppingszondag. Schepping is geen synoniem van natuur. Het is de wereld door God aan mensen toevertrouwd. En dan komt onvermijdelijk de CO2-uitstoot in het vizier, een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatcrisis. Die uitstoot van gassen die de opwarming veroorzaken: ze is een gevolg van onze eigen leefgewoonten: onze mobiliteit, ons energiegebruik, onze veeteelt en industrie…

Oei, oei, oei: moeten wij ons nu schuldig voelen? Neen, want dit zou als gevolg kunnen hebben dat deze kwestie ons cynisch of onverschillig maakt. En dat kan niet de bedoeling zijn. Wat dan wel? Ezechiël van de eerste lezing zet ons op de goede weg.
Deze profeet behoort waarschijnlijk tot een priesterlijk geslacht van Jeruzalem wanneer hij, samen met het gevolg van de koning, in ballingschap wordt gevoerd. Tien jaar later gaat het koninkrijk definitief ten onder, en wordt de stad met tempel en al verwoest. In het verre Babylonië dringt zich de vraag op: 'Wat is de oorzaak van deze ondergang?' Is het de zonde van de voorouders die wordt aangerekend aan de kinderen, zoals dat elders in de Bijbel wordt gesuggereerd? (Ex. 20, 5) Ezechiël protesteert heftig tegen deze opvatting. Maar ook: schuld is iets anders dan verantwoordelijkheid. Ook al heb je geen schuld aan de situatie waarin je geplaatst wordt, toch hoort het bij het mens-zijn dat je verantwoordelijk bent.
Ezechiël wordt aangesproken als mensenkind. Dit betekent hier: een mens als ieder ander. Hij wordt dus niet aangesproken op zijn priesterlijke afkomst. Ezechiël krijgt een eigen functie: hij moet, als een wachtpost ten tijde van oorlog, op de uitkijk staan of er gevaar dreigt. Is dat het geval, dan moet hij het volk waarschuwen. Doet hij dat niet, dan is hij ervoor verantwoordelijk dat bloed vergoten wordt.
Wat voor de profeet geldt, geldt ook voor ons. Het is onze taak het woord dat we van God gehoord hebben, te laten klinken als we zien dat er onrecht gebeurt. Zijn we dan medeplichtig als we dan de andere kant opkijken? In onze gecompliceerde maatschappij is deze vraag niet altijd eenduidig te beantwoorden.
De vraag moet wel gesteld worden. Ze gaat in tegen de neiging om alles op zijn beloop te laten. Ook met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen. Nochtans, er is in deze materie een daad die simpel te stellen is en veel verhelpt: verminderen!

Matteüs van zijn kant staat in het 18de hoofdstuk van zijn evangelie stil bij de vraag: hoe moeten we binnen de gemeenschap van gelovigen met elkaar omgaan? Wat doen als daar iemand over de schreef gaat?
Net als in de profetie van Ezechiël horen we in dit evangelie een oproep om iemand die zich misdragen heeft, hierop aan te spreken. Het verschil met de profeet is dat het hier in eerste instantie gaat om een zaak tussen twee mensen. Jezus zegt dat zoiets discreet moet gebeuren: onder vier ogen. Alleen als dat niet helpt, mogen er meer mensen bij betrokken worden. Maar ook dat moet op beperkte schaal gedaan worden: één of twee is genoeg. Dit getuigt van psychologisch doorzicht en van fijngevoeligheid: je bereikt een tegenovergesteld effect als je iemand in het openbaar de mantel uitveegt. En roddelen achter de rug is al helemaal uit den boze. Pas als wie in de fout ging dan nog niet wil luisteren, zal de groep een disciplinaire maatregel nemen. Vooraf moet alles in het werk gesteld worden om de gemeenschap bij elkaar te houden.
Als ze daarin zorgvuldig handelt, als men zich verantwoordelijk weet voor elkaar, als men zorg draagt voor zijn broer of zus of voor komende generatie, dan mag de gemeenschap weten: God is bij haar. Als mensen eerlijk hun best doen om er samen uit te komen, ook uit deze klimaatcrisis, dan mogen ze Jezus in hun midden weten.

Preek op 6-7 september 2014, bij Ezechiël 33, 7-9 en Matteüs 18, 15-20. Bron: Evert van den Berg, 'Mijns broeders hoeder' in Kerugma, Gooi en Sticht, jg. 54, nr. 4, 2011, blz. 30-36

9.05.2014

eerherstel voor Daens



Jawade, meer dan 100 jaar na het overlijden van priester Daens heeft een kerkelijke hoogwaardigheidsbekleeder erkent dat Daens niets verkeerd gedaan heeft.

Een van de bekendste en meest gewaardeerde priesters uit de moderne Belgische geschiedenis heeft zware conflicten gehad met de kerkelijke hiërarchie. Als priester had hij duidelijk kant gekozen voor het gewone volk, in hun strijd tegen de onmenselijke uitbuiting en miserie. En daar kon de kerkelijke hiërarchie niet mee lachen, zij hadden overtuigend kant gekozen voor de uitbuiters.

Aartsbisschop André-Jozef Léonard heeft nu in een brief aan het Priester Daensfonds toegegeven dat de katholieke kerk fout zat toen ze Adolf Daens verbood zijn priesterschap uit te oefenen.


Beter laat dan nooit zou ik zo zeggen.

9.04.2014

het creatieve proces - met katten!

het creatieve proces in tien eenvoudige stappen, dat is al interessant en dan nog eens met katten!


9.03.2014

“het jaar van het sociaal verzet”

In de Solidair van deze maand lees je een zeer lezenswaardig interview met Peter Mertens over de crisis, Europa, onze geplande nieuwe regering en vooral wat er tegen te doen.
 
De federale regering zal wellicht midden oktober haar regeringsverklaring in het parlement afleggen. Maar de marsrichting is nu al duidelijk: men wil de crisis laten dragen door de werkende mensen en de grote vermogens blijven buiten schot. Jaar na jaar krijgen we te horen hoe het aantal multimiljonairs in ons land blijft groeien. Er zijn er dit jaar alweer 12.000 bij gekomen. Multimiljonairs hé. Maar de regeringen gaan het geld halen bij de gezinnen, de jongeren, de ouderen. Alle geledingen van de samenleving worden getroffen, van jong tot oud, behalve dan die toplaag. Men is zelfs bereid het hele sociale en culturele weefsel te ontmantelen. Wij gaan in sneltreinvaart naar een maatschappijmodel dat we niet willen. Naar een gigantische tweedeling tussen arm en rijk, waarin rijk het woord heeft en de rest moet zwijgen. En dus willen wij aan de rem trekken. Zonder complex, met alle kracht aan de noodrem gaan hangen. 
 
We hebben nood aan een heel ander beleid. En daarom willen we een luide en duidelijke stem laten horen, een waarschuwingsschot aan de nieuwe regering. En dus komen we op straat, in een protestmars in Brussel.

Dit is niet de samenleving die we willen. We concurreren ons kapot, en we besparen ons kapot. Na zes jaar crisisbeleid staat de economie opnieuw bijna stil. En nu stelt men voor om hetzelfde beleid nog eens over te doen, maar dan nog tien keer harder. Ça suffit, het is genoeg geweest. We hebben nood aan een heel ander beleid. En daarom willen we een luide en duidelijke stem laten horen, een waarschuwingsschot aan de nieuwe regering. En dus komen we op straat, in een protestmars in Brussel, en reiken we de hand aan iedereen die zich wil verzetten. Een optocht mét een boodschap, met een sociaal alternatief en met een fiscaal alternatief. De protestparade eindigt in een strijdmeeting waar we ons alternatief voorstellen.
 
Het moet anders, en het kan ook anders. Eén voorbeeld: de keizer van de sjakossen, mijnheer Bernard Arnault van Louis Vuitton, boekte vorig jaar 340 miljoen euro winst in ons land. Daarop betaalde hij nauwelijks 1,5 procent belastingen. Als Bernard Arnault het wettelijke tarief zou betalen zonder achterpoortjes, betaalde hij jaarlijks 113 miljoen euro in plaats van 5 miljoen. Op vijf jaar tijd zou de schatkist 540 miljoen euro rijker zijn. Er zouden geen besparingen nodig zijn in de rusthuizen, bij de kinderopvang, bij De Lijn. Begrijp me niet verkeerd, ik wil het niet toespitsen op mijnheer Arnault. Maar ik zeg wel dat er iets grondig mis is met onze financieën als die groep in de samenleving steevast de dans ontspringt. De notionele-interestaftrek moet worden afgeschaft, en er moet echt een vermogensbelasting komen. Dat is de basis. We hebben geld nodig om te investeren in het openbaar vervoer, in de sociale woningbouw, in de zorgsector, in het onderwijs. En we hebben geld nodig om het begrotingstekort weg te werken. En dus is onze studiedienst bezig aan een sociaal alternatief, een becijferd alternatief voor de regeringsplannen. Ons verhaal op de protestparade van 19 oktober zal dus positief zijn en strijdbaar zijn. Er zijn andere, sociale oplossingen mogelijk. 
 

We gaan moeilijke tijden tegemoet, dat is duidelijk. Maar vergis u niet, na jaren van relatieve sociale kalmte, komen we nu wellicht in een stroomversnelling, in een nieuwe periode van sociale strijd. Het borrelt langs alle kanten. Verschillende vakbondsleiders spreken duidelijke taal. Links heeft nu de kans om te sensibiliseren en mensen bewust te maken. Om te organiseren, om mensen te mobiliseren, om het verzet te doen ontluiken en van onderuit in de samenleving een ‘neen’ op te leggen aan de schok-recepten van de regering. Veel mensen zullen getroffen worden door de maatregelen. Er zal veel verwarring zijn, maar ook veel vraag naar alternatief. En dus moet links niet beginnen klagen en jammeren over hoe erg het allemaal wel is. Maar wel de koe bij de horens vatten en beginnen te werken aan een grote en brede tegenbeweging op alle fronten. ‘Wie strijdt kan verliezen, maar wie niet strijdt heeft al verloren’, zei Bertolt Brecht en hij heeft groot gelijk. Daarom dat de PVDA met al haar krachten zal meewerken aan het sociaal verzet. De lokale afdelingen, de bedrijfsgroepen, de jongerenorganisatie, de studiedienst, en nu dus ook onze parlementaire fracties. Met Raoul Hedebouw en Marco Van Hees in het federale parlement zullen we ook meer in het nationale debat kunnen tussen komen. Als megafoon van onderuit dan, zoals we beloofd hebben.

Onze eigen sociale geschiedenis leert ons dat de belangrijkste sociale en democratische verworvenheden zijn afgedwongen op straat. Daar moeten ze ook verdedigd worden. Natuurlijk speelt dat een rol. Ik heb hier De Tijd bij van dit week-end (30 augustus, nvdr). Kijk wat ze schrijven, over de besparingsmaatregelen die de Franse regering Valls wil doorvoeren: “De echte test is de reactie van de vakbonden en hun mobilisatiekracht. In Frankrijk is een president almachtig, behalve tegen het straatprotest. Het is een traditie, sinds 1789 al, dat de straat de politiek bepaalt. Het is onwaarschijnlijk dat dat nu niet het geval zal zijn. Als massaal protest uitblijft, hebben Hollande en zijn ploeg de ruimte om te hervormen. Komt de straat in opstand, dan blijft alleen de schande van vervroegde verkiezingen over.” Zo schrijft een beurskrant over Frankrijk. Maar precies hetzelfde geldt voor ons land.
De N-VA was graag ‘incontournable’ geworden in Vlaanderen, om zo vanuit Vlaanderen obstructie te voeren tegen België. Dat is bij de verkiezingen niet gelukt. “De N-VA heeft de afspraak met de geschiedenis gerateerd”, zo zei politicoloog Bart Maddens direct. En dus moest de partij van De Wever van strategie veranderen. De communautaire eisen moeten even in de koelkast en de N-VA wil voortaan mee besturen. “Geen Caesar maar een Augustus, geen revolutie maar evolutie”, zo beschreef De Wever de nieuwe koers.
Opmerkelijk is wel dat die koerswijziging ook mogelijk is gemaakt door de opstelling van de PS. Die koos er onmiddellijk voor zich terug te trekken op de Waalse regio. Met de snelle vorming van een PS-cdH regering in Wallonië gaf de PS het signaal dat het federale niveau open lag. En dus komt de N-VA wellicht in een federale regering zonder grote staatshervorming. Maar wel met een heel drastisch inleveringsplan. Dat wil trouwens niet zeggen dat er geen communautaire spanningen meer zullen zijn.

Het is geen Zweedse regering. Die brave-engelen-term is verzonnen door de liberalen van de MR, alsof het om een geslachtsloze operatie zou gaan. Het gaat om een harde rechtse regering. En of dat een kamikazeregering wordt, zullen we nog moeten zien. Ze zal zich in elk geval niet vanzelf kapot regeren, ook al denken sommigen dat. Waarom kunnen we de regering niet gewoon benoemen naar wat ze is: een harde rechtse regering?
 
Om in orde te zijn met de Europese richtlijnen moet ons land 17,3 miljard euro vinden. De regering is vast van plan om dat bedrag te laten ophoesten door de werkende bevolking. We zullen dat allemaal voelen. Op onze loonbrief bijvoorbeeld. Die zal waarschijnlijk nog eens vier jaar lang bevroren blijven. Wellicht zal er volgend jaar ook een indexsprong komen. Dat betekent dat de lonen eenmalig niet worden aangepast aan de stijging van de levensduurte. Voor een loontrekkende die 2.000 euro bruto per maand verdient, is dat een inlevering van 300 euro per jaar.  Ook aan de kassa in de supermarkt zullen we de rechtse regering tegenkomen. Als de btw op consumptiegoederen in de hoogte gaat, bijvoorbeeld van 21 naar 22 procent, dan wordt alles duurder. Zelfde verhaal bij de maandelijkse elektriciteitsrekening. De ‘elektriciens’ van Electrabel-Suez hebben de regering in hun zak. Zij zullen de prijzen verder willen verhogen. Het is ook niet uitgesloten dat de regering de btw op elektriciteit opnieuw verhoogt. Van 6 naar 21 procent. We zullen de besparingen ook voelen op weg naar het werk. Met duurdere treintickets, want ook op de NMBS wordt verder beknibbeld. Maar misschien ook met duurdere accijnzen op diesel, voor wie met de wagen naar het werk gaat.
Kortom, als je 17,3 miljard euro wil vinden, en je wil de grote vermogens niet raken, dan zal je een oneindige lijst van besparingen moeten aanleggen.
Het valt op hoe enthousiast het VBO tegenwoordig is over de nieuwe regeringen. En dat is niet toevallig. Want de regeringsmaatregelen zijn niet neutraal. Zij komen bepaalde groepen in de samenleving ten goede. Met de voorstellen die nu op tafel liggen, tekenen er zich alvast vier grote winnaars af. De patroons van de grote ondernemingen: zij krijgen de belofte van nieuwe lineaire lastenverlagingen. De multimiljonairs: zij krijgen de belofte dat er geen vermogensbelasting komt. De elektriciens, de pionnetjes van GDF Suez en Electrabel dus. Zij krijgen de garantie dat de energieprijzen hoog zullen blijven en dat de nucleaire energie een sleutelrol zal blijven spelen. En tot slot de Navo-lobby uit Evere. Zij hebben het toch mooi voor elkaar gekregen dat ons land, ondanks de waanzinnig grote besparingsinspanningen, toch 40 fonkelnieuwe oorlogstuigen zal bestellen bij de militaire industrie in de Verenigde Staten. Mooie groep is dat samen. “De middenstand regeert het land”, zo zong Luc De Vos lang geleden. Dat is nu wel even anders. Multinationals, elektriciens, multimiljonairs en de Navo-lobby delen de lakens uit. En de werkende klasse betaalt hun feestje.
 
In mijn eerste boek - Op Mensenmaat - heb ik daar heel bewust een stuk over geschreven. “We gaan een Thatcherke doen”, is de titel van dat hoofdstuk. “Zoals de tijd van het neoliberalisme begon met een aanval op de vakbonden, zo zal ook de tijd van de crisis starten met een offensief tegen de vakbewegingen”, heb ik toen geschreven. Zij weten dat ze maatregelen gaan nemen die de bevolking pijn gaan doen. De index verder uithollen, de lonen blokkeren, de mensen langer laten werken. Ze weten ook dat er verzet zal komen. En dus willen ze een Thatcherke doen. De bevolking opzetten tegen de vakbonden. De stakingen discrediteren. Vandaar zijn er de wetsvoorstellen over de minimumdienstverlening. Morgen komen er voorstellen over dwangsommen aan stakingspiketten. En overmorgen dan een vakbond die aan de leiband van het regime moet lopen. Het gaat dus niet alleen over koopkracht en sociale zekerheid. Het gaat ook over democratie en de plaats van de tegenmachten in de samenleving. De vakbonden zijn de grootste organisaties van de werkende klasse, ze organiseren meer dan drie miljoen werknemers en dat is uniek. Dat is een tegenmacht in onze samenleving, en daar heeft de rechtse regering echt schrik van. En dus moet die gemuilkorfd worden. Maar ik denk dat de regering zich vergist in de weerbaarheid van de vakbonden.  
 
“De prioriteit moet naar het economische gaan. Je moet eerst de rijkdom scheppen vooraleer je haar kan verdelen”, zo vertelde Pieter Timmermans van het VBO verder aan L’Echo. Eerst moet je de taart bakken, alvorens ze kan verdeeld worden. Niet?
Maar men volgt helemaal geen politiek van taarten bakken. Waar zijn de investeringen? In Europa zijn er haast geen productieve investeringen. Niet door de privé, en ook niet door de overheid. In ons land evenmin. Twee miljard euro sociale lastenverlaging toekennen aan de grote bedrijven, dat zijn geen investeringen. Dat is geld dat uit de sociale zekerheid wordt gehaald, en dat bijna rechtstreeks in de zakken van de aandeelhouders verdwijnt. Daar creëer je geen jobs mee. Laat de overheid zélf investeren. In openbaar vervoer, in hernieuwbare energie, in sociale woningbouw, in het onderwijs, in de zorgsector, in publiek onderzoek, bijvoorbeeld naar de bestrijding van chronische ziekten. Men doet het tegendeel.
Bovendien, de taart wordt ook almaar ongelijker verdeeld. Alle cijfers tonen dat aan. Professor Piketty bracht massaal veel data bij elkaar en daaruit spreekt één grote conclusie: de allerrijksten worden rijker, de armen worden armer. Het is helemaal niet zo dat we er met z’n allen op vooruit gaan. De kloof wordt groter en we gaan naar niveaus van extreme ongelijkheid. Piketty heeft de mythe gebroken dat wat goed is voor de toplaag ook goed is voor de hele samenleving. De rijkdom van de top sijpelt niet door naar beneden, naar iedereen. Er is geen trickle down-effect. Integendeel, er is een omgekeerde herverdeling bezig: van onder naar boven.

 
We zullen nog moeten zien hoeveel speelruimte er is voor echte inspraak in de Brusselse en Waalse plannen. Maar het klopt dat de aanpak anders is. De Parti Socialiste wil de sociale partners eerst mee in het bad trekken en dan pas met haar besparingsplannen naar buiten treden. Besparingsplannen die even zwaar zullen zijn als in Vlaanderen, in de grootteorde van een miljard vanaf 2015 in het Waals Gewest en in de Franse Gemeenschap.
De schoktherapie komt voort uit een heel elitaire visie op de samenleving: het is aan de genieën, aan de verlichte geesten en daadkrachtige mensen om de maatschappij te besturen. Als kapiteins, zoals de ‘captains of industry’. “We moeten zuurstof geven aan de grote ondernemers, en dan komt alles goed”, zo klinkt de redenering. En dus maakt men komaf met alles wat dat in de weg staat. Weg met de controle, met de regeltjes, met inspraak, met sociaal overleg, met vakbondsmacht. Vakbonden en middenveld zijn in die elitaire wereldvisie geen medespelers in de democratie. Ze zijn een last, en ze zullen moeten buigen of barsten. Ze zullen braafjes mee in de pas moeten lopen. En sociale organisaties die dat niet doen, en die werken aan emancipatie en empowerment, zullen moeten barsten.
Kunnen mensen zelf invloed uitoefenen op de gang van zaken? Kunnen ze zeggen wat ze ervan vinden? En doet dat er ook toe?
De schoktherapeuten van rechts zeggen: “Het doet er niet toe wat u zegt. U hebt namelijk al gekozen, en u hebt ons als meerderheid gekozen en dus zullen wij nu vijf jaar lang de dienst uitmaken en doen wij wat wij willen.” De inspraak en het debat worden van de tafel geveegd, en de democratie wordt herleid tot ‘governance’, tot ‘beslissingen nemen’ in functie van het establishment.
 
“Meer welvaart creëren door zwaar te besparen.” Dat hebben we afgelopen vijf jaar onophoudelijk gehoord. Maar waar heeft het ons gebracht? Europa staat nu aan de rand van de derde recessie sinds 2008. Vijf jaar de riem aanhalen en hard besparen heeft niets opgelost.  We klimmen helemaal niet uit de put. Europa is al vijf jaar lang aan het stuiteren op de bodem van de put. Bouncing along the bottom, zeggen ze in het Engels. Recessie in 2008-2009. Gevolgd door een zwakke groei van een half procentje. Naar een nieuwe recessie in 2011. Gevolgd door een heel zwakke groei, van nauwelijks 0,2 procent. Naar de derde recessie vandaag. En deze keer niet enkel in de landen van de periferie van Europa. Ook Duitsland en Frankrijk zitten in zwaar weer.
 
Onze onderhandelaars en ministers doen alsof die realiteit niet bestaat. Ze willen de beste leerlingetjes van de klas zijn. 17 miljard besparen met de federale regering. En nog eens een paar miljard met de Vlaamse, Waalse en Brusselse regeringen. We besparen ons kapot. Het lijkt wel een soort religie. Een religie die goed is vastgelegd in de Europese teksten. De economische en politieke kapelaans van ons land blijven die geloofsleer herhalen en herhalen. Het is al veel gezegd: de besparingen zullen werken zoals een middeleeuws medicijn: aderlaten tot de patiënt het begeeft. Er zijn nog altijd geen productieve investeringen. De private sector investeert niet, en pot het geld op. De overheden zouden kunnen investeren, maar die worden aan banden gelegd door een dogmatisch besparingsbeleid. En dus investeren zij ook niet. En dan, ten derde, zijn er de gezinnen. Hun consumptie valt stil, omdat het beleid de koopkracht aantast. De machine valt stil. En nu valt ook Duitsland stil.
 
De Europese richtlijnen komen niet uit de lucht vallen. Echt niet. Het zijn de verschillende landen die zélf de richting bepalen. Ze zitten samen in de Europese Raad. En daar hebben ze samen beslist dat de Europese Unie meer bevoegdheden moet krijgen. Ze hebben samen beslist dat vanuit Europa een heel streng besparingsregime moet opgelegd worden. Dat hebben ze in allerlei pacten en verordeningen vastgelegd, en uiteindelijk gebundeld in één groot document: het zogenaamde Stabiliteitspact. Dat is een heel straffe tekst die ervoor moet zorgen dat alle lidstaten strikt alle inleveringen volgen zoals Europa het wil. Zo moet elke begroting heel strak in evenwicht zijn, dat wordt ‘de gouden regel’ genoemd. Maar dat betekent wel dat je de regeringen vastzet. Een regering die grote investeringen wil plannen in het openbaar vervoer of sociale woningbouw, en die daarvoor een tekort op de begroting zou toelaten, mag dat niet meer. Dat is een even absurd als dogmatisch beleid. Ook de sociale domeinen geraken onder dat Europees toezicht. Europese aanbevelingen over loonvorming, over pensioenen of over de sociale zekerheid moeten opgevolgd worden, op straffe van een sanctie. Dat is ongezien. Tot nog toe was het sociale domein in essentie een bevoegdheid voor de nationale parlementen.
 
De verschillende parlementen hebben dat Stabiliteitspact nadien ook zélf ondertekend. In mei vorig jaar werd het door het Belgisch parlement goedgekeurd. Angstaanjagend was dat, zo’n politieke unanimiteit. Maar ook het Vlaamse, Brusselse én Waalse parlement hebben elk het pact goedgekeurd. Ze hebben er allemaal mee ingestemd dat de Europese Commissie meer macht krijgt, ook op het sociale terrein. Een stuk democratie wordt hier vrijwillig afgestaan. En de bevolking heeft er niets in te zeggen gehad. Dat is ernstig. 

Het pact is een hoeksteen van het beleid en toch is het in ons land haast geen thema geweest, niet in het parlement en ook niet in de media. Maar ook in het Europees Parlement is de eensgezindheid groot. Ik was begin dit jaar in Berlijn, bij het dagblad Junge Welt voor de Duitse versie van mijn boek Hoe Durven Ze? Ik was er te gast bij Andreas Wehr, een publicist en medewerker van het Europees parlement. Hij vertelde me over de ondraaglijke eenheid in dat Europees Parlement. Er zijn haast geen polemische debatten, zegt hij. Tussen 2009 en 2014, de afgelopen bestuursperiode, waren de twee grote groepen in dat parlement, de conservatieven en de sociaaldemocraten, het in zeventig procent van de gevallen met elkaar eens. En op sociaaleconomisch vlak zijn ze het bijna altijd eens. De grote fracties zijn het roerend eens over de basisoriëntatie sinds de crisis van 2008. De Europese spaarpolitiek is het kind van de grote Europese fracties. En nu staat zelfs locomotief Duitsland stil.
 
 De sociaaldemocratische regering van eerste minister Valls heeft Arnaud Montebourg de laan uitgestuurd als minister van Economische Zaken, omdat die kritiek durft te maken op het Europese soberheidsbeleid. En prompt werd hij vervangen door een jonge zakenbankier, een man die carrière maakte bij de zakenbank Rothschild, Emmanuel Macron. In Parijs vergelijken ze die wissel met wat in Duitsland in 1999 gebeurde. Toen werd Oskar Lafontaine uit de regering gezet, en nadien kon Gerhard Schröder zonder pardon en zonder tegenstand de mini-jobs en het Hartz-systeem doorvoeren. ‘De regering van de patroons”, zo schreef het dagblad L’Humanité, toen premier Valls een staande ovatie kreeg op de zomeruniversiteit van het Franse patronaat, de Medef. “Staande ovatie van het meest reactionaire, het meest fanatieke patronaat”, dat zegt genoeg. In Brussel is het VBO “erg hoopvol” over de federale regering en geeft het Voka de Vlaamse regering zelfs een “grote onderscheiding”. In Frankrijk is het dus niet anders. Het zijn regeringen van patroons. 
 
De neoconservatieve groep in het Europese parlement, waartoe de N-VA sinds kort behoort, is het roerend eens met de inleveringspolitiek. De N-VA’ers op alle niveaus hebben voor het Stabiliteitspact gestemd: in Europa, in het federale parlement, en in de regio’s. En wat is het resultaat? Dat heel ons land nu blind de Europese politiek van Merkel moet volgen. Maar vergeet niet: de Parti Socialiste heeft hetzelfde gedaan in het Waals parlement. Zij heeft de Waalse regering totaal afhankelijk gemaakt van de Europese besparingspolitiek. Ze zal in de komende periode met hand en tand proberen uitleggen dat ze in Wallonië een andere politiek volgen dan in Vlaanderen, of dan federaal. Maar Wallonië zal evengoed de Duitse matigingspolitiek doorvoeren, en daar heeft ook de PS zelf voor gekozen.

In haar verkiezingsprogramma beloofde de N-VA “een warm en sociaal beleid” en “een warm gezinsbeleid”! Letterlijk hé. We zien totaal het tegendeel gebeuren: de gezinnen zijn de eerste slachtoffers. Van in de crèche tot in het rusthuis, alles wordt duurder. Duurdere kinderopvang, duurdere jeugdwerking, duurdere musea, zorgverzekering dubbel zo duur, duurder onderwijs, duurdere rusthuizen. Reken het maar uit allemaal. Wij betalen omdat de verschillende regeringen in ons land hardnekkig weigeren het geld te gaan halen bij de grootste vermogens, bij die toplaag in ons land die de fortuinen opstapelt en oppot. Dat is een perverse situatie. Want ondertussen schrapt de regering wel het gegarandeerde deel gratis elektriciteit en water voor de gezinnen. Dat kost een gezin dus 300 euro meer per jaar. En ondertussen wordt ook het kindergeld de komende twee jaar niet geïndexeerd. Voor een gezin met drie kinderen kan dat oplopen tot een inlevering van meer dan 200 euro per jaar. Is dat een warm gezinsbeleid?
 Het begon met de mensen uit de socioculturele sector. En dat is ook logisch als je ziet hoe de Vlaamse regering systematisch wil snoeien in de cultuur: op de provinciale cultuurbudgetten, op de bibliotheken, de musea, de muziek- en tekenacademies, de culturele centra, het erfgoed… “Er wordt gepraat over zuurstof voor bedrijven, maar zuurstoftoevoer voor mensen knikt u af. Die zuurstof bestaat net uit cultuur, onderwijs of kinderopvang”. Dat schreven ze in een open brief aan Bourgeois. Dan kwamen de aankondigingen van de Vlaamse Regering om ook drastisch te besparen in het hoger onderwijs. Universiteiten zouden de kosten kunnen of moeten doorrekenen aan de studenten. Dat betekent dat het inschrijvingsgeld met een derde of zelfs met de helft zou verhogen: naar 800 of 900 euro. De fils-à-papa’s zoals zoontje Jambon mogen dan komen vertellen dat dit een heel goede zaak is en dat het elitaire onderwijs de toekomst van de maatschappij is. Alleen wie veel geld heeft mag hogere studies doen, en zo wordt afkomst of rijkdom het criterium voor het studieniveau. De Vlaams-nationalisten van vandaag denken wel heel erg hetzelfde als de Franstalige bourgeois uit de tweede helft van de 19de eeuw. Een elitaire cultuur, een elitair onderwijs, een elitaire vrijetijdsbeleving, een elitaire samenleving.
Maar de weerstand groeit. “Het onderwijs moet de ongelijkheid bestrijden, en niet doen toenemen”, zo zeggen de studenten. En ondanks de vakantie, hebben ze meer dan 15.000 handtekeningen opgehaald tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld. Het beweegt, het borrelt, het broeit.

Veel organisaties zijn ongerust. Cijfers die op de onderhandelingstafel lagen, zijn gelekt. De regering blaast warm en koud tegelijk. Maar de oriëntaties zijn heel duidelijk: cultuur, onderwijs, openbaar vervoer, verenigingsleven, en ouderenzorg zullen zwaar moeten inleveren. Terwijl veel organisaties en sectoren nu al op hun tandvlees zitten. Ze hebben het nu al moeilijk: ze hebben al jaren van besparingen achter de rug. En dan komt dit eraan. Mag ik het met een beeld klaarder stellen? Wat doe je als je een kind ziet spartelen in het water? Begin je dan te zeggen: “Het is nog niet zeker dat het gaat verdrinken, we moeten afwachten”? Nee toch, hoop ik. Je springt en je helpt. De oriëntaties zijn duidelijk. Het heeft geen zin te wachten tot eind oktober, tot de laatste cijfers zijn vastgelegd. Dan is het nog veel moeilijker om de zaken om te keren. Laten we lessen trekken uit wat in Antwerpen is gebeurd.
 
 
Ik heb het over de tactiek die de N-VA vorig jaar in Antwerpen heeft toegepast om op stedelijk niveau forse besparingen door te voeren. Homans heeft daar natuurlijk uit geleerd. Ze wil nu hetzelfde scenario volgen. Eerst kwam er een tabel met cijfers: hoeveel de verschillende sociale organisaties moeten inleveren. Daar kwam uiteraard kritiek op, maar die werd gepareerd door het zandmannetje dat iedereen in slaap moest praten. Er werd bevestigd noch ontkend, we moesten wachten, er zou overleg komen, er moest geduld worden geoefend. Er werd gemasseerd en er werd geslagen. Sommige organisaties kregen wat extra. Andere de roe, zeker de emanciperende organisaties. Schepen Homans sprak toen straffe taal: “Actie voeren is solliciteren naar extra bezuinigen”, zei ze. Maandenlang kwamen er geen cijfers. De verwarring nam toe en het verzet brokkelde af. Antwerpen is in die zin een testcase geweest voor de besparingen op het Vlaams niveau. En misschien zelfs een testcase voor de federale besparingen. Laat het duidelijk zijn: de beste dag om het sociale verzet te starten is vandaag.  
 Federale besparingen, regionale besparingen, de provincies die bijna tot het niets worden herleid, besparingen bij steden en gemeenten. Dat ís de Europese politiek. Dat ís de besparingspolitiek voor de komende jaren.
We moeten die klik maken: er zal geen ideaal momentum zijn waarop alles klaar is en alle besparingen duidelijk zijn. De besparingen zullen in elkaar overvloeien. Maar moeten de studenten daarom stoppen met actie voeren tegen hoge inschrijvingsgelden? Moeten de syndicalisten van De Lijn en de mensen van TreinTramBus er dan over zwijgen dat de besparingen desastreus zullen zijn voor reizigers en personeel?  Moet de culturele sector dan vrije baan laten aan de cultuurminister die forse besparingen verdedigt en pleit voor het Angelsaksische model, voor mecenaat in plaats van een echt cultuurbeleid? Moeten de Vrouwenraad en Femma er dan over zwijgen dat de plannen van de Vlaamse regering ons terug leiden naar gratis ‘moederen’?  Nee, al die organisaties hebben al geprotesteerd. En dat is het begin van een tegenstroom.