Hier blogt uw Kameraad Harko, kwestie van iedereen die het ook maar vaag zou kunnen interesseren op de hoogte te houden.
Uw kameraad blogt over de zaken die hem interesseren, zoals (religieus) erfgoed, geschiedenis, maar ook de betere muziek!
9.18.2019
Spanning: Chantal Mouffe over Links Populisme
De kameraden van SP.nl hebben in hun blad Spanning een zeer lezenswaardig interview met Chantal Mouffe.
‘Allereerst wil ik duidelijk maken dat er geen partijen zijn
die zich links-populistisch noemen. Links populisme is een strategie,
geen etiket om jezelf mee te verkopen. Het is een strategie die gevolgd
wordt door onder anderen Jeremy Corbyn van Labour in Groot-Brittannië en
Jean-Luc Mélenchon van La France Insoumise (Het Onbuigbare Frankrijk)
in Frankrijk. De kern van de strategie is een politieke tegenstelling
formuleren tussen wij de mensen en zij de oligarchie. Dit in
tegenstelling tot de Derde Weg-politiek van (sociaal)democraten als Bill
Clinton, Tony Blair en Wim Kok in de jaren negentig. Zij stelden dat er
geen belangrijke tegenstellingen meer zijn en democratie erop gericht
moet zijn om consensus te bereiken.’
‘Podemos is een mooi voorbeeld. Er waren in 2011 na het
uitbreken van de economische crisis in Spanje de protesten van de
Indignados (de ‘verontwaardigden’). De mensen die later Podemos opzetten
deden mee aan deze protesten, maar waren er wel kritisch op. Zij
beseften namelijk dat er in de protesten wel allerlei verschillende
eisen verkondigd werden. Dat noem ik de horizontale dimensie van
populisme. Maar zij beseften ook dat de dimensie van de politieke
richting ontbrak, ofwel de verticale dimensie. Toen de verkiezingen
eraan kwamen realiseerden zij zich dat de protesten zouden verdampen en
er niks zou veranderen als er geen politieke richting kwam. Met Podemos
deden ze vervolgens in 2014 mee aan de Europese Verkiezingen. Ze haalden
meteen 5 zetels.
Een voorbeeld van hoe het fout kan gaan zijn de
protesten van 1968. Tijdens de beroemde studentenprotesten in Parijs
groeide het sentiment onder linksgeoriënteerde mensen om niet te gaan
stemmen. Er ontbrak simpelweg politieke richting in de protesten. Het
gevolg was dat rechts met Charles de Gaulle opnieuw de verkiezingen won.
Dit is ook het gevaar van de protesten van de gele hesjes. Als de
politieke richting blijft ontbreken en president Emmanuel Macron weet de
protesten het hoofd te bieden, dan hoeft hij maar verkiezingen uit te
roepen om zijn mandaat verder te vergroten. Op een paradoxale manier
versterken de gele hesjes dan Macron.’
Het moment voor socialistische partijen is nu
Als
ik Mouffe hoor praten rijpt het besef dat we in het hier en nu altijd
slechts de ingrediënten zien van het gerecht dat we in de toekomst
voorgeschoteld krijgen. Hoe het smaakt moeten we nog maar afwachten. Wil
je er iets zinnigs aan bijdragen, dan is het de kunst om het gerecht al
te herkennen aan de ingrediënten, voordat het zich heeft prijsgegeven.
Precies dat is de rol van een politieke partij. Aan een toekomst bouwen
die er nog niet is, met de ingrediënten die op dit moment voorhanden
zijn. En volgens Mouffe is dat moment voor socialistische partijen nu aangebroken.
‘In
Europa zien we op dit moment wat ik noem een populistisch moment. We
zien veel protesten en anti-establishmentbewegingen die het
neoliberalisme bekritiseren. Er is sprake van een crisis in de hegemonie
van het neoliberalisme. Het is echter niet zo dat we midden in een
economische crisis zitten. Wat nu in crisis is, is specifiek het idee
dat neoliberalisme de beste manier is om de samenleving te ordenen en
dat er geen alternatief is voor neoliberale globalisering.
Veel
protesten zijn niet in eerste instantie gericht tegen het
neoliberalisme, maar tegen wat ik de post-democratische situatie in
West-Europa noem. Deze bestaat uit twee fenomenen. Ten eerste uit het
feit dat mensen weliswaar kunnen stemmen, maar niet echt een keuze
hebben. Er is centrum-links en centrum-rechts, allebei zijn neoliberaal.
Dit is het best uitgedrukt in de slogan: We have a vote, but don’t have a voice.
Ten tweede uit het feit dat er een steeds kleinere groep enorm rijke
mensen aan de ene kant staat en gewone mensen aan de andere kant.
Daarbij is er sprake van verpaupering en precarisering van de
middenklasse. Tegen deze fenomenen, die samen verantwoordelijk zijn voor
de post-democratische situatie, richten de protesten zich. Deze
fenomenen zijn directe gevolgen van het neoliberalisme, dus zijn de
protesten daarmee onbewust anti-neoliberaal.
In Europa hebben we
de traditie van de liberale democratie. Dat betekent dat vrijheid en
gelijkheid de centrale waarden zijn. Het zijn echter intenties, er kan
geen volmaakte vrijheid en volmaakte gelijkheid zijn. De geschiedenis
van de liberale democratie is er een van spanning tussen deze waarden
over welke dominant moet zijn. Onder het neoliberalisme is vrijheid
dominant gemaakt. Maar wel vrijheid geherdefinieerd als economische
vrijheid en bezit. Dit is zo dominant geworden dat alles wat met
gelijkheid en andere vormen van vrijheid te maken heeft aan de kant is
gezet. We noemen onze landen nog democratisch, maar de democratie is
inmiddels hol geworden.’
Mouffe volgt de sociale bewegingen in
verschillende landen nauwgezet. Toen ik haar begin dit jaar sprak, zag
ze een kans voor links populisme in de gele hesjes. ‘De gele hesjes in
Frankrijk zijn voor mij een duidelijk voorbeeld van het verzet tegen
post-democratie. Hun eisen gaan over daadwerkelijke inspraak en zijn
gekant tegen de oligarchisering van de samenleving. Dat betekent niet
dat hun verzet noodzakelijk een bewuste verwerping van het
neoliberalisme is. Het is een fout om al het verzet te zien als
emancipatoir. De strijd van de gele hesjes kan zowel rechts-populistisch
als links- populistisch geformuleerd worden. Je ziet dan ook dat zowel
Marine Le Pen als Jean-Luc Mélenchon deze mensen politiek richting
probeert te geven. Maar vooralsnog herkennen de demonstranten zich in
beiden niet. De beweging verwerpt alle bestaande politiek, van
representatie, politieke partijen en vakbonden. In die zin lijkt zij erg
op de Indignados in Spanje. Daar lukte het Podemos echter om de
beweging politieke richting te geven. In Griekenland hebben we dat ook
zien slagen, met de protestbeweging van het Syntagmaplein. Op een
gegeven moment raakte Syriza geaccepteerd als haar ideologische leider.’
De tegenstelling tussen kapitaal en arbeid
In For a Left Populism
doet Mouffe een oproep om de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid
weer prominent op de linkse agenda te zetten. Waar dertig jaar geleden
links alleen oog had voor de werkende klasse en andere bewegingen liet
liggen, is volgens haar nu het tegenovergestelde aan de hand. Ze
schrijft:
“Toen Ernesto Laclau en ik Hegemony and Socialist Strategy schreven,
was de uitdaging voor linkse politiek om de eisen van de ‘nieuwe
bewegingen’ te herkennen en deze samen met de traditionelere
arbeiderseisen te formuleren. Tegenwoordig is de herkenning en
legitimiteit van deze eisen sterk verbeterd en vele daarvan zijn
geïntegreerd in de linkse agenda. Tegenwoordig kun je beargumenteren dat
de situatie tegenovergesteld is aan die wij dertig jaar geleden
bekritiseerden. Dat het nu de eisen van de werkende klasse zijn die
genegeerd worden.”
Is de beste oplossing daarvoor niet dat socialistische partijen kapitaal en arbeid weer als de centrale tegenstelling nemen?
Mouffe:
‘Hoewel het van belang is die tegenstelling prominent uit te meten, kan
het niet de centrale tegenstelling zijn voor links populisme. Je
spreekt er namelijk alleen de mensen mee aan die zich herkennen in de
identiteit van de traditionele werkersklasse. En je kunt tegenwoordig
geen meerderheid vormen op basis van alleen de arbeidersklasse. In
vroegere tijden was het zinvol om de centrale tegenstelling in termen
van klasse te formuleren. Toen was er een sterke, verenigde
arbeidersklasse. Tegenwoordig is een aantal dingen anders. Er is een
middenklasse gegroeid, waarvan delen inmiddels verpauperen. Er is het
zogenoemde precariaat, de mensen die een onzeker bestaan leiden op
tijdelijke contracten. Ook zijn er andere tegenstellingen gegroeid,
zoals rondom feminisme, racisme en ecologie, die niet direct verband
houden met de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid. Is het
patriarchaat voorbij als het kapitalisme weg is? Niet per se. Is racisme
dan voorbij? Ook niet noodzakelijkerwijs. Hetzelfde geldt voor
ecologie. Het systeem in de landen die zich in het verleden
presenteerden als communistisch, zoals in de Sovjet-Unie, was beslist
niet ecologisch verantwoord. Niet alle tegenstellingen zijn te reduceren
tot de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid. Er zijn tegenwoordig
veel meer groepen die geraakt worden door het neoliberalisme. Het
potentiële verzet is daardoor naar andere groepen dan alleen de werkende
klasse uitgebreid. Tegelijkertijd heeft de traditionele arbeidersklasse
aan omvang en macht ingeboet.’
Hoewel je kunt analyseren dat iedereen die moet leven van loon
onderdeel is van de werkende klasse, heeft Mouffe een punt als ze stelt
dat er tussen deze mensen geen gedeelde identiteit meer is. Het is
inderdaad een vrij specifieke groep die zich herkent in de
arbeidersklasse-identiteit. Werken met de handen en trots op het
vakbondshesje. Die groep alleen vormt geen meerderheid en het is een
identiteit waar andere mensen die door het neoliberalisme worden geraakt
zich niet in vinden. De leraar en zorgprofessional die al jaren te
weinig verdienen voor te veel werk, academici die jaren aan elkaar
rijgen met tijdelijke contracten, de jonge creatieveling die geen
pensioen opbouwt en voor de zoveelste keer het uurtarief moet verlagen.
Er lijkt geen gedeelde identiteit tussen deze mensen te zijn. Volgens
Mouffe moeten we het zoeken in een gedeelde tegenstander.
‘Een
paar jaar geleden was er in Frankrijk de mobilisatie van de
protestbeweging Nuit Debout. Deze bestond uit wat bij jullie zeg maar
het GroenLinks-electoraat is. Hoogopgeleide stedelingen met een
redelijk inkomen. Er was geen koppeling met de volksere delen van de
samenleving. Daardoor bleef het iets van de steden. Nu hebben we het
tegenovergestelde. De gele hesjes vormen een echt volksprotest, maar er
is geen steun van de mensen die in Nederland GroenLinks zouden stemmen.
Er is een grote terughoudendheid onder hen, wellicht zelfs dedain. Er is
sprake van wat Pierre Bourdieu (Franse socioloog) treffend het racisme
van de intelligentie noemt. Voor een populistische strategie moeten deze
groepen echter ergens door verenigd worden. De realisatie dat je een
gemeenschappelijke tegenstander hebt is daarbij de beste manier om
eenheid te vormen.’
De analyses van Chantal Mouffe zijn erg
interessant. Desalniettemin vraag ik me bij het willen verenigen van
groepen met verschillende belangen af of dit meer een theoretische wens
is, of dat er een daadwerkelijke mogelijkheid voor is. Immigratie is nu
precies zo’n onderwerp waar dit schier onmogelijk lijkt. Zeker sinds de
vluchtelingencrisis van 2015. Vanaf dat moment lopen de begrippen
oorlogsvluchteling en arbeidsmigrant dwars door elkaar. De tegenstelling
is volledig voor migratie of tegen migratie in z’n geheel geworden. De
GroenLinks- en SP-achterban zal je daarover niet snel op hetzelfde punt
treffen. De SP zelf heeft er al moeite genoeg mee om een lijn te vinden
die bevredigend is voor de eigen achterban. Mouffe ziet dat probleem
ook.
‘Ja, ik heb niet gezegd dat het makkelijk is. Alleen dat het
nodig is om een meerderheid te vormen die het neoliberalisme kan
vervangen door een nieuwe hegemonie. Bij Die Linke in Duitsland hebben
ze het probleem dat je schetst in de partij zelf. Er zijn twee
stromingen die zich beide zien als links populisme. Maar over wat het
populisme is, verschillen ze van mening. Er is de groep die van grenzen
af wil en het deel dat de migratie wil reguleren.’
Inmiddels heeft
deze onenigheid in Die Linke ertoe geleid dat Sahra Wagenknecht als
leider moest aftreden. Om maar te bevestigen dat het niet makkelijk is.
Daar komt nog bij dat als je in Nederland over de problemen met
integratie en migratie spreekt, je door een deel van links wordt
aangezien voor een proto-PVV’er.
‘In Frankrijk gebeurt hetzelfde.
Dit komt vanuit een soort moralistisch links. Ik word er bijvoorbeeld
flink bekritiseerd om het feit dat ik Marine Le Pen niet afkeur en haar
een rechts-populist noem. Moralistisch links vindt dat ik haar een
fascist moet noemen. Maar ik ben er volledig van overtuigd dat je mensen
die op haar stemmen niet overtuigt door haar te demoniseren en te
roepen dat ze een fascist is. Integendeel, deze mensen voelen zich
betutteld door linkse mensen die hen vertellen wat ze moeten vinden.
Mensen stemmen niet op Le Pen omdat ze racistisch, seksistisch of
homofoob zijn. Maar omdat ze democratische eisen hebben, die door de
sociaaldemocraten genegeerd zijn. Marine Le Pen gebruikt dat en
formuleert hun problemen zodanig dat migranten de schuld krijgen.
Jean-Luc Mélenchon wordt op zijn beurt bekritiseerd omdat hij actief is
tussen de gele hesjes en Marine Le Pen daar ook is. Alsof het protest
dan besmet is!’
Chantal Mouffe stelt dat de strategie van links
populisme niet gericht moet zijn op een exodus naar romantische,
kleinschalige initiatieven. Maar op het engageren van mensen om te
bouwen aan een betere wereld vanuit de huidige. En wil je zo het
neoliberalisme verslaan, dan heb je inderdaad een meerderheid nodig. Ze
heeft denk ik een punt als ze stelt dat je die niet haalt met alleen de
mensen die zich herkennen in de identiteit van de traditionele
arbeidersklasse. Inderdaad zijn tegenwoordig veel meer groepen in de
samenleving geraakt door het neoliberalisme.
Maar hoe je die
mensen met allemaal verschillende belangen achter hetzelfde programma
krijgt? Een gemeenschappelijke vijand kan helpen, aldus Mouffe. Volgens
haar kun je iets abstracts als neoliberalisme als tegenstander nemen.
Volgens mij werkt deze strategie vooral als je een concrete tegenstander
uitkiest. Zoals Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez zich in de
VS afzetten tegen Jeff Bezos van Amazon en de bazen van Walmart. Dan
blijft nog over hoe de verschillende belangen in een politiek plan te
verenigen zijn. De Green New Deal van Ocasio-Cortez, hoe weinig
omvattend deze nu ook nog is, komt daar uiteindelijk misschien wel het
dichtst bij in de buurt. Het zal niet makkelijk zijn, maar Mouffe kan er
nog wel eens gelijk in krijgen dat het nodig is.
De strategie van het links populisme
De
strategie begint met het formuleren van een tegenstelling in de zin van
wij de mensen tegenover zij de oligarchen. Deze benadering van politiek
is tegenovergesteld aan liberale politiek. Daarin heeft democratie als
doel om een consensus te bereiken. Die opvatting is vanaf de jaren
negentig dominant en heeft ervoor gezorgd dat er vrijwel geen
verschillen meer zijn tussen partijen. Daardoor verdween de politieke
strijd uit de politiek. Volgens Mouffe zijn er echter altijd zaken in de
samenleving waar tegenstellingen over bestaan. Elke samenleving is
noodzakelijkerwijs altijd verdeeld. Het doel van democratie is om die
verschillende tegenstellingen uit te vechten op een manier die niet tot
burgeroorlog leidt. Er moet een strijd tussen tegenstanders kunnen
plaatsvinden, maar die moeten elkaar niet zien als vijanden die
vernietigd moeten worden.
Het volgende element van links populisme
is de koppeling tussen politieke partij en sociale beweging. Voor een
links-populistische strategie is alleen een strak georganiseerde
traditionele partij niet genoeg. Buiten de partij moet ook gemobiliseerd
worden om de macht te vergroten. Een protest zoals de gele hesjes
in Frankrijk plan je niet. Maar als het er is, dan moet je klaar staan
om het te omarmen en politieke richting te geven.
Een laatste
element is het verenigen van de werkersklasse met groepen uit de
middenklasse in een politiek project dat zowel achterstelling op basis
van klasse beantwoordt, als oog heeft voor feminisme, antiracisme en
ecologie. Zonder daarbij een van de tegenstellingen ondergeschikt te
maken aan de andere. Dat is misschien nog wel het moeilijkste en is
nergens echt gelukt. Jeremy Corbyn worstelt ermee binnen Labour, Podemos
en de Indignados hebben de werkersklasse te weinig betrokken en in
Frankrijk heb je los van elkaar een stedelijk protest gehad van
hoogopgeleiden met Nuit Debout en het volksprotest van de gele hesjes,
die beide ook weer politieke betrokkenheid hebben afgewezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten