Vrouwen trekken door de straten,
het lijkt wel of de zon verrees
in miljoenen donkere keukens,
in duizend vrolijke ateliers.
Al die vrouwen hebben eindelijk
voor de vrijheid nu gekozen
en ze zingen: "Geef ons brood,
maar geef ons ook rozen".
Vrouwen trekken door de straten,
uitgestapt uit het gareel.
Zij verlangen in het leven van de
kansen ook hun deel.
Een gareel is goed voor ossen,
maar voor mensen uit den boze.
Ja, we willen brood, natuurlijk,
maar we willen ook graag rozen.
Vrouwen trekken door de straten,
het gaat ook om de man zijn recht,
die precies als al die vrouwen
om de broodvraag blijft geknecht.
't Leven is niet om te zwoegen
in zo'n sleur, dat uitzichtloze,
ook een hart kan soms verhongeren,
geef ons brood maar geef ook rozen.
Vrouwen trekken door de straten
en hun lied is eeuwenoud,
maar het werd steeds binnenskamers
al gesmoord en weggesnauwd.
Nu, ontwaakt uit haar hypnose,
kiest ze zelf, wordt niet gekozen.
En de vrouw verdient haar brood,
en kijk ze plukt ook zelf haar rozen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten