7.29.2011

aanzetten tot haat?

Kameraden en vrienden,

ik heb nog niets geschreven over de grootste terreuraanslag in Europa. Een extreem-rechtse, blanke, blonde, christelijke terrorist.

En nog altijd zijn er mensen die vinden dat wetten tegen het aanzetten tot haat niet moeten worden toegepast. Nog altijd is er het dogma van de vrije meningsuiting dat toelaat dat je mag roepen dat we gekoloniseerd worden door aanhangers van de fascistische islam die vrouwen, homo's en zowat alle maatschappelijke categorieën onderdrukken en die stante pede de sharia-wetgeving willen doordrukken in ONS land en dat onze slappe linkie winkie multiculti politieker de moslims binnenhalen en paaien om ONS en ONZE stem te onderdrukken.

Wat een onzin dat je mensen niet tuig mag noemen. Mensen die de westerse waarden afwijzen ten faveure van een racistisch, fascistisch en inhumaan systeem als de sharia is gewoon tuig, net als nazi’s en andere fascisten.

Meer over de inspiratiebronnen van Breivik bij DeWereldMorgen en Vrij Nederland.




Nog altijd zijn er mensen die roepen dat de vrije meningsuiting van hen die zeggen wat U denkt zo heilig is dat eenieder die zelf maar durft suggereren dat er een band is tussen haat zaaien en een serieus gestoorde jongen die die haat doortrekt naar de enige conclusie die je daaruit kunt trekken, namelijk dat het hoogtijd is om ons te verdedigen, zelf haat zaait, haat tegen de vrije meningsuiting.

Wat was de centrale stelling van die gestoorde jongeman?

Multiculturalism (cultural Marxism/political correctness), as you might know, is the root cause of the ongoing Islamisation of Europe which has resulted in the ongoing Islamic colonisation of Europe through demographic warfare and conquest.

Een stelling die exact dezelfde is als die van zowat alle extreem-rechtse tenoren vandaag de dag, of ze nu Wilders, Dedecker of Dewinter noemen.


Wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden

(BS, 8.VIII.81) en gewijzigd op 12 april 1994 (BS, 14.V.94) en 7 mei 1999 (MB, 25.VI.99)

Art. 1.

Onder "discriminatie" in de zin van deze wet wordt verstaan elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur, die tot doel heeft of ten gevolge heeft of kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, wordt teniet gedaan, aangetast of beperkt.

Met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van vijftig frank tot duizend frank of met een van die straffen alleen wordt gestraft :

1° hij die in de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek aanzet tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon wegens zijn ras, zijn huidskleur, zijn afkomst of zijn nationale of etnische afstamming

2° hij die in de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek aanzet tot discriminatie, segregatie, haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan, wegens het ras, de huidskleur, de afkomst of de nationale of etnische afstamming van deze leden of van sommigen onder hen;

3° hij die in de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek publiciteit geeft aan zijn voornemen tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon wegens zijn ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit;

4° hij die in de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek publiciteit geeft aan zijn voornemen tot discriminatie, haat, geweld of segregatie jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan, wegens het ras, de huidskleur, de afstamming, de afkomst of de nationaliteit van deze leden of van sommigen onder hen;

Art. 2.

Hij die bij het leveren of bij het aanbieden van een levering van een dienst, van een goed of van het genot ervan, discriminatie bedrijft jegens een persoon wegens zijn ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van vijftig frank tot duizend frank of met een van die straffen alleen.

Dezelfde straffen worden toegepast wanneer de discriminatie bedreven is jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan, wegens het ras, de huidskleur, de afstamming, de afkomst of de nationaliteit van deze leden of van sommigen onder hen.

Art. 2bis.

Hij die bij de arbeidsbemiddeling, de beroepsopleiding, het aanbieden van banen, de aanwerving, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of het ontslag van werknemers discriminatie bedrijft jegens een persoon wegens zijn ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit, wordt gestraft met de straffen bepaald in artikel 2.

De werkgever is burgerrechtelijk aansprakelijk voor de betaling van de boeten waartoe zijn aangestelden of lasthebbers zijn veroordeeld.

Art. 3.

Met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van vijftig frank tot duizend frank of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die behoort tot een groep of tot een vereniging die kennelijk en herhaaldelijk discriminatie of segregatie bedrijft of verkondigt in de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek, dan wel aan zodanige groep of vereniging zijn medewerking verleent.

Art. 4.

Met gevangenisstraf van twee maanden tot twee jaar wordt gestraft ieder openbaar officier of ambtenaar, ieder drager of agent van het openbaar gezag of van de openbare macht die in de uitoefening van zijn ambt discriminatie bedrijft jegens een persoon wegens zijn ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit, dan wel een persoon de uitoefening van een recht of van een vrijheid waarop deze aanspraak kan maken, op willekeurige wijze ontzegt.

Dezelfde straffen worden toegepast wanneer de feiten begaan zijn jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan, wegens het ras, de huidskleur, de afstamming, de afkomst of de nationaliteit van deze leden of van sommigen onder hen.

Indien de verdachte bewijst dat hij heeft gehandeld op zijn bevel van zijn meerderen, in zaken die tot hun bevoegdheid behoren en waarin hij hen als ondergeschikte gehoorzaamheid verschuldigd was, worden de straffen alleen toegepast op de meerderen die het bevel hebben gegeven.

Indien openbare officieren of ambtenaren beticht worden de bovengenoemde daden van willekeur te hebben bevolen, toegelaten of vergemakkelijkt, en indien zij beweren dat hun handtekening bij verrassing is verkregen, zijn zij verplicht de daad in voorkomend geval te doen ophouden en de schuldige aan te geven; anders worden zij zelf vervolgd.

Indien een van de bovengenoemde daden van willekeur is gepleegd door middel van de valse handtekening van een openbaar ambtenaar, worden de daders van de valsheid en zij die er kwaadwillig of bedrieglijk gebruik van maken, gestraft met dwangarbeid van tien jaar tot vijftien jaar.

Art. 5.

De instellingen van openbaar nut en verenigingen die op de dag van de feiten ten minste vijf jaar rechtspersoonlijkheid bezitten, met uitzondering van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding dat niet onder deze termijn valt, en zich statutair tot doel stellen de rechten van de mens te verdedigen of discriminatie te bestrijden, kunnen in rechte optreden in alle rechtsgeschillen waartoe de toepassing van deze wet aanleiding kan geven, wanneer afbreuk is gedaan aan hetgeen zij statutair nastreven.

In rechte kunnen eveneens optreden in alle geschillen waartoe de toepassing van artikel 2bis aanleiding kan geven:

1° de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties zoals die bij artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités zijn bepaald;

2°de representatieve beroepsorganisaties in de zin van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

3° de representatieve organisaties van de zelfstandigen.

Wanneer het echter gaat om een misdrijf bedoeld in de artikelen 1, 1°, 2, eerste lid, 2bis en 4, eerste lid, en gepleegd tegen natuurlijke personen, is de vordering van de instelling van openbaar nut, van de vereniging of van de representatieve organisatie alleen ontvankelijk als deze aantoont dat zij de instemming van die personen heeft gekregen.

Art. 5bis.

In geval van een misdrijf als bedoeld in de artikelen 1, 2, 2bis, 3 en 4 van deze wet, kan de veroordeelde bovendien overeenkomstig artikel 33 van het Strafwetboek tot de ontzetting worden veroordeeld.

Art. 6.

Alle bepalingen van het Eerste Boek van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en artikel 85 niet uitgezonderd, zijn van toepassing op de misdrijven omschreven in deze wet.



Zie ook de wet van 10 mei 2007



Aanzetten tot haat is strafbaar. Kutmarokkanen, tuig, de fascistische islam, de islamitische kolonisatie, hoe je het ook draait of keert, dit is haat zaaien. Hoe lang moet het nog duren tot deze wetgeving wordt toegepast? Hoeveel gestoorde zotten moeten nog hun geweer pakken vooraleer we zeggen dat het genoeg is geweest?

1 opmerking:

Adhemar zei

Ah zo. De recuperatie gaat door.

De islam fascistisch noemen (hoe beargumenteerd ook), dat zou dus nu ook al haat zaaien zijn. Maar een Heilig Boek dat oproept tot strijd tegen de ongelovigen, dat moet natuurlijk blijven kunnen, want dat is heilig.

Ik kan er telkens opnieuw niet omheen: in deze recuperatie zijn de rollen gewoon omgedraaid. Wie in x gelooft en ziet dat een extremist x aanwendt om geweld mee te rechtvaardigen, wijst er duidelijk op dat er een groot verschil is tussen x en x-terrorisme; maar wie in anti-x gelooft wel eens geneigd is van de gelegenheid gebruik te maken om de link tussen x en x-extremisme in de verf te zetten. Deze keer geldt x = islamkritiek, in plaats van het gebruikelijke x = islam (plus multicultuurdogma), en elke kant loopt nu plots te koop met de argumenten van de andere zijde.

Mijn tekst van dinsdag lijkt wel als reactie op deze tekst geschreven, zij het drie dagen tevoren. Inclusief het stukje over hoe anders (hoe ondemocratisch!) sommigen de begrippen “democratie” en “tolerantie” wel invullen.