Gelukkig is er nog DeWereldMorgen.be, deze krant bekijkt de situatie zonder gehinderd te worden door neoliberale dogmatiek. Dirk Barrez houdt een sterk pleidooi voor een open coöperatieve bank in handen van de sociale bewegingen. Een bank die het geld van de bewegingen en van de spaarders in veilige handen heeft en die middelen kan ter beschikking stellen van sociale projecten en van de sociale bewegingen. Een bank die geen monsterwinsten najaagt door te investeren in waanzinnige beleggingen of complete louche transacties. Een bank die de spaarders niet compleet uitzuigt als ze een lening willen krijgen.
54 miljard euro, of meer dan 2160 miljard oude Belgische franken: het is waanzinnig veel geld dat wij allemaal samen afdekken aan risico bij de Dexia bad bank of restbank. Dit is maar liefst vijftien procent van de welvaart die wij allemaal samen voortbrengen in een volledig jaar.
De speelschulden van de grootbankiers
We hebben de jongste dertig jaar toegestaan dat de grootbankiers – die zogenaamde specialisten van geldzaken – enorme risico’s namen op de door de politici en de overheden vrijgemaakte geldmarkten. In feite hebben ze er een reuzengroot casino van gemaakt dat geen enkele voeling meer had met de reële economie en de echte noden van de samenleving... en zelfs al lang voor de crisis van 2008 bleek deze casino-economie een hinderpaal voor de echte productie van welvaart en welzijn. Vanaf 2008 moest iedereen met ogen in de kop weten dat we hier met onverantwoordelijke en onverbeterlijke gokkers te maken hebben die bereid zijn de welvaart van hele samenlevingen op het spel te zetten indien zijzelf - en misschien ook hun aandeelhouders - daar winst uit kunnen slepen, zelf al is dat puur fictieve winst..
Zelf de staat is nu een gedwongen gokker in het casino
Als deze grootbankiers speelschulden maakten – met honderden en honderden en honderden miljarden euro - weigerden ze die zelf te slikken. Want, zo chanteerden zij valselijk, zij waren systeembanken die niet failliet mochten gaan. Too big to fail. De gefantaseerde winsten waren intussen uitgedeeld aan aandeelhouders en onverdiende bonussen, dus de belastingbetaler moest de scheve situatie nu maar rechttrekken.
En zo had het falen van die systeembanken, en vooral dan de aanpak van hun crisis die er in bestond hun risico’s en schulden door overheden te laten overnemen of afdekken, tot gevolg dat nu ook de overheden met het mes op de keel gokkers in het casino van het financieel kapitalisme zijn geworden.
Omdat – nogmaals, het kan niet genoeg herhaald - niemand ook maar bij benadering weet hoeveel deze bad banks echt zullen kosten aan belastinggeld.
En omdat het daarmee voor ons land ook een veel grotere onbekende wordt hoeveel rente we moeten betalen op het geld dat we lenen om onze staatsschuld te financieren. Zeker is dat die rente door die onzekerheid in geen geval goedkoper kan worden. Als de rente met één procent stijgt, kost dat ons 3,5 miljard euro. Per jaar.
Komt daar nog bij dat we ook al in de jongste decennia verleerd zijn om onze schuld voornamelijk zelf te financieren met de grote Belgische spaartegoeden. Daardoor hebben we ons veel afhankelijker gemaakt van de internationale geldmarkten, en van de grote ratingbureaus als Fitch, Moody’s of Standard & Poor’s die, het valt amper te geloven, even slecht of nog slechter werken dan grootbankiers.
Wat te doen?
Vorige maal dat we onze systeembanken moesten redden – dat was niet zo lang geleden, in 2008, het geval met zowel het toenmalige Fortis, Dexia als KBC - hebben we van Fortis even een overheidsbank gemaakt om ze dan zo snel mogelijk te verpatsen aan BNP Paribas en zo te eindigen met een nog veel grotere systeembank… terwijl één van de lessen van de crisis in 2008 was dat we best naar kleinere banken evolueren die minder risico inhouden.
Er is ook verzuimd om opnieuw een duidelijke scheiding te maken tussen spaarbanken en zakenbanken… en er is vergeten om een aantal speculatieve activiteiten gewoonweg te verbieden.
Dexia, geen overheidsbank om te verkopen maar om te houden
Leren we dan ditmaal eindelijk de les dat we Dexia hebben gekocht om te houden als een overheidsbank? Een bank die we aan de meest strenge regels onderwerpen, die we weghalen van de beurs zodat ze niet blootstaat aan de grillen daarvan, en die ons niet meer opnieuw het casino kan injagen waar we maar moeten afwachten hoe hoog haar speelschulden deze maal zijn? Als er iemand opmerkt dat we het wel gehad hebben met deze junkies, wie zal dat tegenspreken?
Kunnen we dan ook leren een ernstige gedachtewisseling te houden over de kostprijs van die bank? 4 miljard euro om Dexia België te kopen, het is waar, dat is geen kleingeld.
Maar het is pertinent onjuist om dit bedrag enkel maar als een bijkomende schuld af te schilderen. Want dit is vooral een grote waarde die we allemaal samen verwerven, namelijk een systeembank die we kunnen verbieden ons nog langer op te lichten en kunnen verplichten om een essentiële en nuttige financiële poot te zijn onder onze economische huishouding.
Bovenal, ze moet zich bezig houden met al wat de Belgische economie en samenleving echt nodig hebben. En al wie in dat nieuwe Dexia ook nog maar een afgeleid financieel product durft uittekenen dat vooral risico en ongezonde speculatie inhoudt en geen verband houdt met de echte economie, die vliegt er onherroepelijk uit.
Een nieuwe maatschappelijke en politieke strijd
Hebben we de les goed begrepen dat dit een belangrijke en zelfs cruciale inzet van maatschappelijke en politieke strijd is in de komende jaren? Slaagt de samenleving er in om de macht van de grootbanken terug te dringen? Om hen te dwingen om het spaar- en kredietwezen – en niets anders – opnieuw in dienst te stellen van de reële economie die echt welvaart creëert - anders dan banken die in het beste geval alleen maar anderen helpen om dat te realiseren? Om dus zo te werken aan een samenleving waar het goed om leven is?
Slaagt de samenleving er met andere woorden in om deze banken in haar handen te krijgen en hen zo te beletten dat ze opnieuw de economie én de samenleving in de vernieling rijden, en wij een onbetaalbare prijs betalen voor hun puinhopen?
Onwaardig werk
In dit verband is er wellicht nog een les te leren. Het is essentieel dat vakbonden opkomen voor werk, ook in de grootbanken, voor waardig werk van bankmedewerkers die echt ten dienste staan van hun klanten, van de economie en de samenleving – en die zo opnieuw het respect kunnen verwerven dat ze door het falen van hun bazen in grote mate hebben verloren.
Maar financiële nepproducten of gevaarlijke speculatieve producten ontwikkelen is geen waardig werk, want geen zinvol werk, en zelfs ronduit maatschappelijk, ecologisch en/of economisch gevaarlijk. Dit ‘onwaardig werk’ is niet te verdedigen, op geen enkele wijze, het moet dus verdwijnen. Laten we al dat talent omscholen en aanwenden voor al het andere nuttige werk dat dringend moet gebeuren.
Een les voor de werknemersbeweging?
Leert de werknemersbeweging die andere les? Namelijk dat het niet goed is zich op sleeptouw te laten nemen door zelfverklaarde financiële specialisten? Dat het niet verstandig is hen het kroonjuweel van hun in decennia opgebouwde en waardevolle bewegingskapitaal – de bank Bacob – over te leveren in volle vertrouwen? En zeker niet om dat te doen voor een luchtspiegeling, want dat is de exacte omschrijving van de met zovele ‘specialistische zekerheden’ omklede bewering dat er voor banken geen andere weg was dan internationaal te groeien. Het was een luchtspiegeling én een leugen, en dat was allebei al vrij vlug duidelijk voor wie wilde zien.
Zeker sinds de crisis van 2008, en sindsdien jammer genoeg alleen maar bevestigd, kunnen sociale bewegingen niet langer argumenteren dat ze slechtere ondernemers zouden zijn dan die specialisten. Want de les is dat het onmogelijk is om slechter te ondernemen dan al die grootbankiers die hun banken op de klippen lieten lopen om ze enkel via chantage op overheden met belastingsgeld te laten redden, inclusief hun bonussen – hoe dat mogelijk is, valt toch niet te begrijpen.
Het is nooit te laat
Of er nog iemand ter verantwoording kan worden geroepen voor al dat falen, dat is allerminst evident, en het is evenmin toekomstgericht. Maar eigenlijk zou het toch wel moeten, ook al om nog beter te weten hoe het zo fout kon lopen.
De les is echter ook en vooral dat het nooit te laat is om als sociale bewegingen opnieuw meer greep te (willen) krijgen op de economie. Morgen blijft er nog even veel nood aan betrouwbare coöperatieve banken. We willen toch niet alleen geconfronteerd worden met een of een paar overheidsbanken? Er is een pak inventiviteit nodig, zelfs van bankiers, om al die noden en problemen van vandaag, morgen en overmorgen aan te pakken: de ecologische ombouw van onze economische productie, de vergrijzing, de dikwijls zo verwaarloosde publieke infrastructuur, ondermaats publiek transport, sociaalecologische woningbouw… iedereen kan dit lijstje verder aanvullen. Laat dus een pak financiële spelers allemaal hun allerbeste van zichzelf geven om de beste financiële antwoorden uit te werken en voor te stellen.
Maar maak ook hun opdracht heel duidelijk afgebakend: coöperatieve banken moeten spaargeld ophalen en inzetten voor de reële economie, in de eerste plaats om die op sociaalecologische sporen te krijgen. In geen geval houden ze zich bezig met afgeleide financiële nepproducten, en heel zeker ook niet met buitenlandse avonturen. Enkel zo kunnen ze het vertrouwen winnen van het coöperatieve risicokapitaal dat ze nodig zullen hebben.
Wat als zich straks nieuwe financiële donderwolken aankondigen?
Ja, wat als straks BNP Paribas in de problemen duikt? Zullen we ons dan afvragen waarom we Fortis zonodig tot elke prijs moesten verkopen aan een Franse bank die nu eveneens tot aan haar nek in twijfelachtige obligaties zit? Die net door die verkoop van Fortis een nog veel grotere systeembank is geworden, en dus de samenleving nog veel erger kan chanteren? En daarenboven zo ook het voorwerp kan worden van een ongelijke vechtscheiding met de Franse aandeelhouders én Franse staat, waarbij niet eens zeker is dat alle Belgen rond de tafel wel met de Belgische kaarten spelen. Gaan we dan nog eens, zoals bij Dexia, veel meer het Belgische dan het Franse belastinggeld aanspreken?
Of wat als KBC niet meer aan het nodige geld geraakt om uit de gevarenzone te blijven? Gaan we dan blijven verder hun risico’s afdekken en hun schulden op ons nemen?
Zijn we misschien vergeten hoe hard KBC in 2008 en 2009 met onze voeten heeft gespeeld – en hoe politici dat heel bereidwillig lieten gebeuren – door keer op keer te verzwijgen hoe erg het wel gesteld was met het aantal miljarden af te dekken risico’s, en onze lamme overheid de miljarden liet aanrukken zonder ook zelfs maar alle virtuele en echte kasten en schuiven bij KBC te doorzoeken naar welke onprettige financiële verrassingen die ‘bankier van bij ons’ nog in petto had. Er is zelfs geen poging ondernomen om de schijn op te houden, alsof de woorden ‘goed bestuur’ in Vlaanderen nooit zijn gebezigd.
Gokstaten?
Gaan we morgen verder onverstoord de weg op van ‘gambling nations’ waarbij niemand nog zicht heeft op onze gezamenlijke huishouding en hoeveel bancaire verliezen daar in zitten? En dus niemand nog weet hoeveel leerkrachten, windmolens, sociale woningen, pensioenen, theaterstukken enzovoort we overmorgen niet langer zullen kunnen betalen, bouwen of uitvoeren… omdat we de vandaag nog onbekende speelschulden aan het afbetalen zijn van onze onbetrouwbare en onbekwame grootbankiers – voor beide kwalificaties hebben ze voldoende proeven afgelegd, ze zijn alvast daarin ‘met brio’ geslaagd.
Of gooien we hen nu eindelijk van hun onrechtmatig verworven financiële troon? Om hun dwaasheden eindelijk de rug toe te keren en via een goede mix van overheidsbanken, coöperatieve banken en spaarbanken, gecombineerd met strikte regels over wat mag en niet mag, een financieel landschap uit te bouwen dat onze samenleving vooruithelpt in plaats van de dieperik in te jagen?
Dat is de keuze waar we nu allemaal, en dringend, voor staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten