Kameraden en vrienden,
op 2 oktober overleed de Georgische componist Gija Kantsjeli.
Reden genoeg om een streepje muziek van hem in de kijker te zetten.
Een mooie omschrijving bij De Volkskrant:
Als één componist talent had voor nostalgie, dan was het de Georgiër Gija Kantsjeli. Hij muntte uit in stille, trage, vaak mysterieuze klanken, met korte erupties waarin hij zijn vuist leek te heffen tegen de vergankelijkheid.
Kantsjeli leerde het vak in de tijd dat Georgië nog een Sovjetrepubliek was. Aanvankelijk werkte hij in de populaire sector, pas in tweede instantie koos hij voor het ‘serieuze’ componeren. Na de implosie van het communistische rijk in 1991 trok hij naar het Westen. Antwerpen was jarenlang de basis van waaruit hij verder bouwde aan een oeuvre van zeven symfonieën, kamermuziek, koorwerken en muziek voor film en theater.Inspiratie haalde Kantsjeli zowel uit het oosters-orthodox christendom als uit volksmuziek. Samen met Arvo Pärt en Henryk Górecki werd hij gerekend tot de neospirituelen: componisten, vaak met een Sovjetachtergrond, voor wie muziek een voertuig werd van stil verzet en meditatie.In een recent interview in een Georgisch tijdschrift zei Kantsjeli: ‘Hoewel ik een gelukkig leven heb gehad, schrijf ik tragische muziek. Alles wat er om me heen gebeurt – in mijn vaderland, in de wereld – heeft nooit aanleiding gegeven tot iets anders.’
Lees meer bij wikipedia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten