"Het GO! herbevestigt zijn respect voor de filosofische en/of religieuze opvattingen van de cursisten, de leerlingen en hun ouders.
Het GO! garandeert iedere leerling of cursist het recht op kwaliteitsvol en open onderwijs. Deze beslissing versterkt hun recht op gelijke onderwijskansen en op een objectieve, verantwoorde studiekeuze op basis van hun persoonlijkheid, interesses en talenten. Deze beslissing bevordert het gevoel van evenwaardigheid en voorkomt groepsvorming of segregatie op basis van uiterlijke levensbeschouwelijke kentekens.
De Raad onderstreept het belang van het actief pluralisme; namelijk het positief waarderen van verscheidenheid en diversiteit gebaseerd op wederzijds respect, scheiding van kerk en staat, universele rechten van de mens, vrijheid van het individu, vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid man/vrouw, homo/hetero, wetenschappelijk onderzoek. Het pedagogisch project van het GO! zorgt er onbetwistbaar voor dat onze personeelsleden, leerlingen en cursisten op een actief pluralistische wijze met elkaar omgaan."
BOEH! reageerde verbolgen:
"We achten deze beslissing niet opportuun omdat hiermee de aangegeven problemen niet worden opgelost en een verkeerd maatschappelijk signaal wordt gestuurd. De vrouwonvriendelijke en discriminerende regel is contradictorisch met het diversiteit- en emancipatiebeleid dat men nastreeft. Enerzijds bevordert men de uitsluiting van een specifieke groep jongeren die experimenteren met hun identiteit en al in een zwakke sociaal-economische positie vertoeven. Anderzijds dwingt men de moslimgemeenschap om een eigen onderwijsnetwerk in te richten, en dus te segregeren."
Het Minderhedenforum sprak van een Zwarte Dag voor de Democratie: "Het had van meer moed getuigd om een algemene regel uit te vaardigen die de hoofddoek toelaat in alle scholen. Dat was bovendien consistenter met het eigen pedagogisch project. Daarin is sprake van de nood aan een open geest, zonder vooroordelen, met belangstelling en respect voor ieders mening. Het Minderhedenforum noteert echter dat mensen van alle overtuigingen niet langer welkom zijn in het Gemeenschapsonderwijs zonder dat er aan hun eigenheid geraakt wordt. Als gelijkbegaafden gelijke ontwikkelingskansen moeten krijgen - een citaat uit het pedagogisch project van het GO! – moet men hier geen irrationele voorwaarde aan koppelen."
Er was veel te horen over de argumenten die de KAA-directeur naar boven had gehaald, een treffende respons werd geformuleerd door Nadia Fadil:
"Ik kies er bewust voor geen hoofddoek te dragen. En ik heb die vrijheid. Niemand belet mij om te gaan werken of om te gaan studeren. En ik word niet aangekeken op straat omwille van de keuze die ik heb gemaakt.
Maar ik voel dat die vrijheid steeds meer wordt ingeperkt. Dit omdat sinds een jaren een lelijk offensief wordt gevoerd. Een racistisch offensief. En dit in mijn naam en van anderen die, zoals ik, geen hoofddoek wensen te dragen.
Hierdoor word ik buiten mijn wil om in een ogenschijnlijk ‘kamp’ geplaatst – alsof het loutere feit dat ik geen hoofddoek draag zou betekenen dat ik onder druk sta, bevrijd moet worden, en racistische maatregelen die mijn gesluierde zusters moeten ondergaan zou steunen.
1) In het debat rond de hoofddoek, en in de argumenten die worden aangebracht om een verbodsbepaling te legitimeren, werd in de laatste episode die van de ‘sociale druk’ aangehaald.
Steeds meer jonge moslima’s kiezen ervoor vanuit hun religieuze overtuiging een hoofddoek te dragen. Bovendien wordt deze religieuze praktijk des te zichtbaarder door het maatschappelijk debat hierrond. Hierdoor wordt het door vele moslims en niet-moslims als één van de meest essentiele onderdelen van de Islamitische identiteit en praktijk gezien. Deze jongeren zijn kinderen van hun tijd, en reageren op de context die zich aandient. En dat laatste laat een sterke indruk na op vele jongeren en jonge meisjes, of ze nu een hoofddoek wensen te dragen of niet. Jongeren spreken elkaar hierop aan, en stellen elkaar vragen hiernaar.
Dat er sociale druk zou bestaan om de hoofddoek te dragen willen we niet ontkennen. Maar waarover hebben we het dan juist? Is het louter een kwestie van subculturen die bij alle jongeren bestaat, waarbij jongeren elkaar aanspreken en aanporren om zich op een bepaalde wijze te gedragen of kleden, of gaat het om meer? In de media krijgen we individuele verhalen te horen, maar eigenlijk weten we hier niet veel over. Over hoeveel gevallen gaat het? Hoe uit die druk zich? Waarover hebben we het juist?
Bovendien is het niet door de hoofddoek te verbieden dat die sociale druk als bij wonder zal verdwijnen.
Maar door naar sanctionerende maatregelen te grijpen sturen de scholen, en andere maatschappelijke instellingen, een verkeerd signaal.
Deze scholen geven immers één van de meest centrale onderdelen van hun pedagogisch project op: nl. jongeren leren omgaan met de waaier aan levensstijlen, en met de diversiteit rondom hen. Ze falen falikant in wat één van hun belangrijkste opdracht zou moeten zijn: jongeren tot mondige, geëmancipeerde en weerbare burgers vormen in de geglobaliseerde steden, waarin mensen worden geconfronteerd met verschillende talen, culturen en godsdiensten.
Door de hoofddoek te verbieden, en door het debat hierrond, worden jongeren beperkt in hun identitaire en religieuze zoektocht. Hun keuzemogelijkheden wordt op voorhand ingeperkt. Ze krijgen de boodschap mee dat ze niet langer welkom zijn van zodra ze bepaalde levenskeuzes maken.
Dit leidt tot een bijzonder ongezond en gepolariseerd maatschappelijk klimaat, waarbij jongeren langs alle kanten ‘onder druk’ worden gezet om een bepaalde keuze te maken. Ze mogen en kunnen niet langer zoals niet-moslimjongeren, op een vrijblijvende wijze experimenteren, of op autonome wijze hun identiteit vorm geven. Dat laatste zou nét het voorrecht moeten zijn van jong zijn, maar daar kunnen ze niet langer van genieten. Want elke keuze die ze maken wordt ineens zwaar geladen: een keuze voor een hoofddoek betekent uitsluiting, en de keuze om geen hoofddoek te dragen wordt steeds minder bespreekbaar. Dat laatste wordt ineens synoniem voor abdicatie.
2) Wanneer we het tenslotte over sociale druk hebben, vergeten we maar al te vaak die sociale druk die gesluierde vrouwen dagdagelijks ervaren. In dit geval gaat het om een maatschappelijk gestuurde en gesteunde sociale druk, om hun hoofddoek af te zetten. En deze wordt bovendien door allerhande juridische en administratieve maatregelen versterkt.
Vele gesluierde vrouwen geven hieraan toe en zetten hun hoofddoek af – omdat ze geen keuze hebben. En ze moeten leren omgaan met de pijn en vernedering die hiermee gepaard gaat indien ze willen verder studeren, en hun toekomstkansen niet willen vergooien.
Want vergis u niet: er staan nu misschien een aantal meisjes – terecht – te demonstreren voor de schoolpoorten, omdat ze weigeren zonder hun hoofddoek naar school te gaan. Maar voor elk gesluierd meisje dat de camera’s haalt omdat ze haar hoofddoek niet wil afzetten, zijn er tientallen – honderden – meisjes die dit wél doen, die hun hoofddoek wél afzetten. En die keer op keer deze vernedering ondergaan, en zich slepen naar een school waarin ze zich niet erkend noch gewenst voelen.
Deze maatschappelijke en institutionele druk om de hoofddoek af te zetten, en de gevolgen hiervan op de vrouwen die dit doen, haalt echter zelden de pers. Het blijft een onzichtbare pijn. Een dagelijkse vernedering, die velen in stilte ondergaan.
Dit is de maatschappij die we in naam van onze ‘gekoesterde vrijheden’ aan het vormen zijn. En dit is de boodschap die we telkens opnieuw aan gesluierde vrouwen, maar ook aan jongeren en de rest van onze maatschappij, meegeven: dat er voor vrouwen die de hoofddoek dragen geen plaats is in onze samenleving."
Zeer treffend verwoord vind ik dat.Tragisch is ook altijd dat er steeds een boze wolf moet gezocht worden, deze keer is dat Imam Nordine Taouil. Van wat ik van hem gehoord had, geeft hij een zeer intelligente indruk, die doordacht en logische standpunten verdedigd.
De AEL verwoorde het trouwens als volgt:
Vlaanderen zal het zelf nooit leren. De Arabische en moslimgemeenschappen hebben de plicht Vlaanderen op te voeden inzake gelijkheid en emancipatie. Dat dit gaat met vallen en opstaan, met pijn en kwel, hoort bij de groeipijnen. Vlaanderen is diep gezonken en dient van zeer ver te komen alvorens multiculturaliteit een maatschappelijke realiteit wordt.
Waar AEL in het verleden heel de publieke opinie over zich heen kreeg met voorstellen die in eerste instantie de achtergestelde gemeenschappen op weg dienen te helpen en in het verlengde ervan de hele Vlaamse samenleving in evenwicht brengen is het vandaag Nordin Taouil die uitgeroepen wordt tot publieke vijand nummer 1.
Zelf zijn standpunt over moslimscholen vind ik zeer begrijpelijk:
"Het moet vrij onderwijs worden, erkend door de overheid. Wij zullen daar de lessenpakketten van het ministerie aanbieden. Iedereen zal er welkom zijn, moslims, katholieken, vrijzinnigen én meisjes met een hoofddoek. Hebben wij katholieke leerlingen, dan zullen wij voor een leraar godsdienst zorgen. Wij willen onderwijs aanbieden in totale openheid, met respect voor iedereen, waar iedereen kansen krijgt."
Dat politieke partijen en politici of zelf de minister zich wensen uit te spreken over de al dan niet wenselijk zijn van een moslimnet vind ik een ongelofelijk schande. Of je verplicht alle scholen toe te treden tot 1 enkel pluralistisch net of je laat eenieder de vrije schoolkeuze, dat is de keuze. De andere optie, enkel katholieken, joden, vrijzinnigen en antroposofen mogen een net oprichten, is een regelrechte discriminatie.
Afsluiten doen we met een zeer correcte uitspraak van iman Taouil:
"Denkt u dat wel of geen hoofddoek verschil maakt? Wanneer onze jongeren solliciteren worden ze maar al te vaak geweigerd wegens hun naam of kleur. De hoofddoek speelt daarin geen rol. Vlaanderen moet toleranter worden. Kijk naar Groot-Brittannië. Daar zie je moslimvrouwen met hoofddoek of sikhs met een tulband in alle openbare diensten. Hier zijn we lang zo ver nog niet. Wij ijveren voor een multiculturele samenleving waaraan ook wij ons steentje kunnen bijdragen, maar er moet ook rekening gehouden worden met de verschillen, met het geloof."
Ten slotte nog dit: ik pleit voor een eengemaakt pluralistisch overheidsnet waar kinderen, jongeren en personeelsleden hoofddoeken, keppels en kruisjes mogen dragen. En in de tussentijd: een verbod op het hoofddoekenverbod.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten