4.08.2007

regularisatie

Regularisatie, er is de laatste tijd zeer veel om te doen geweest. De regering blijft beweren dat ze eerlijk en volgende objectieve procedures en criteria te werk gaan. Veel azielzoekers zien het allemaal niet meer zitten en gaan in hongerstaking om duidelijkheid te krijgen in hun situatie en om te protesteren tegen de complete willekeur. Zoals een groepje Afghanen dat sinds 5 maart in de Protestantse kerk in Brussel in hongerstaking is. Blijkbaar is de dienst vreemdelingenzaken niet op de hoogte van de situatie in Afghanistan en heeft ze deze 16 asielzoekers een uitwijzingsbevel gegeven.
Als het een troost kan wezen, ook advocaten, gespecialiseerd in het vreemdelingenrecht kunnen er echter niet meer aan uit.

Selma Benkhelifa
: “Ik heb maar één uitweg meer, dat is samen met mijn cliënten in hongerstaking gaan. Ja, dat is uitzonderlijk, maar de situatie is ook uitzonderlijk. Minister van Binnenlandse Zaken Dewael wil geen enkel contact. Hij past zijn eigen wetgeving niet toe. In oktober 2006 is de wet op asielrecht versoepeld voor die vluchtelingen die het risico lopen in eigen land blootgesteld te worden aan blind geweld omwille van oorlog of gewapend conflict. Is Afghanistan dan niet in oorlog? Ja toch. Wij hebben gelijk gekregen bij de Raad van State, dat deze vluchtelingen recht hebben op asiel.”
De jonge advocate van het Progress Laywlers Netwerk ging samen met 'cliënten' mee in hongerstaking.

De daad van solidariteit kan op veel steun rekenen van collega's. Vorige week publiceerden een groep advocaten volgende open brief:

"De willekeur van de minister
Als advocaten die werken in het vreemdelingenrecht, worden wij regelmatig geconfronteerd met situaties waar een verblijfsregularisa tie zou moeten plaatsvinden en wij toch stuiten op onbegrijpelijke en (bijna) systematische weigeringen. Op ons werkterrein heerst willekeur en het is moeilijk tot zelfs onmogelijk geworden om ons beroep op een correcte wijze uit te oefenen. Velen voelen zich erg ontmoedigd.
Het geval van de Afghanen die al sinds 5 maart in hongerstaking zijn en waar onze collega Selma Benkhelifa zich sinds 30 maart heeft bijgevoegd, is symptomatisch voor dit probleem. Er bestaat geen twijfel over het feit dat hun land in oorlog is, men kan ze daarom niet uitwijzen en toch regulariseert men hen niet.
Wij hebben steeds het systeem van de minister van Binnenlandse Zaken afgekeurd, waarbij hij hongerstakingen beloonde met regularisatie. Zo erkende de minister in 2003 na een hongerstaking dat het onmogelijk was voor een aantal Afghaanse onderdanen om terug te keren naar hun land en heeft hij, in overleg met de regering, een omzendbrief geschreven om het probleem op te lossen. Volgens die omzendbrief krijgen alle Afghanen die v€ ¦óór 1 januari 2003 in Belgi€ ¦ë zijn aangekomen het recht op een tijdelijk verblijf dat om de zes maanden verlengd wordt. Daarmee geeft de minister toe dat de situatie in Afghanistan verslechtert en dat het volkomen onmogelijk is om naar het land terug te keren. Na drie of vier jaar verblijf in België worden ze geregulariseerd. Ze hebben eveneens het recht om te werken.
De Afghanen die na 1 januari 2003 zijn aangekomen worden van het toepassingsgebied van deze omzendbrief uitgesloten. Nochtans is er niets veranderd in Afghanistan dat dit verschil in behandeling rechtvaardigt. In de praktijk ontvangen de Afghanen die na 1 januari 2003 zijn aangekomen, een bevel om het gebied verlaten.
In april 2006 werden als gevolg van een nieuwe hongerstaking enkel de hongerstakers zelf geregulariseerd. Vervolgens hebben andere Afghaanse onderdanen tijdens de zomer van 2006 besloten om op hun beurt aan een hongerstaking te beginnen. Er werd een einde gemaakt aan deze hongerstaking nadat de directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken de belofte deed om een oplossing voor hun situatie te vinden via een nieuwe vorm van bescherming die in oktober 2006 in werking zou treden: het statuut van subsidiaire bescherming.
Burgers die dreigen blootgesteld te worden aan ernstige bedreigingen van hun leven, onder meer blind geweld in geval van een intern of internationaal conflict, kunnen daardoor beschermd worden en een verblijfsvergunning krijgen. De situatie in Afghanistan beantwoordt aan die criteria: het land is in oorlog en is ten prooi gevallen aan blind geweld. Nochtans heeft de Dienst Vreemdelingenzaken geweigerd om de vraag om bescherming van bijna alle Afghanen zelfs maar in overweging te nemen.
Tegen dat soort beslissingen kunnen alleen verzoeken tot schorsing en nietigverklaring voor de Raad van State ingediend worden. De Raad van State heeft de beslissingen in uiterst dringende noodzakelijkheid - van de Afghanen die opgesloten zaten in de gesloten centra - geschorst. Alle andere gevallen worden geconfronteerd met de gebruikelijke termijnen die de Raad van State nodig heeft om zich over een verzoek tot schorsing te buigen (twee of drie jaar).
Op het einde van die rit bevinden de Afghanen zich opnieuw in een rechteloze situatie. De advocaten die hen verdedigen hebben alle rechtsmiddelen uitgeput. Ze zijn machteloos tegenover deze volkomen willekeurige toepassingen van de wet en de weigering van de Dienst Vreemdelingenzaken om zich neer te leggen bij de interpretatie van de Raad van State.
Het is als gevolg van die gebeurtenissen dat 16 Afghanen sinds 5 maart 2007 in hongerstaking zijn. Ze willen dat de Belgische overheid de onmogelijkheid van terugkeer naar Afghanistan erkent en daaruit haar conclusies trekt over hun verblijf.
Wat kunnen we doen? Onze confrater, Selma Benkhelifa, die zich sinds 2003 met dit dossier bezighoudt, wil door haar actie die eis ondersteunen. Wij hebben herhaaldelijk en op verschillende manieren blijk gegeven van de noodzaak om een permanente procedure te realiseren. Ook zij wil onafhankelijke criteria en een onafhankelijke commissie die het mogelijk maken om te breken met de willekeur van de minister van Binnenlandse Zaken. Ze vraagt een procedure die respect heeft voor de vreemdelingen en die het de advocaten mogelijk maakt hun werk te doen.
Zonder daarom haar manier van actie voeren te ondersteunen vinden wij het absoluut noodzakelijk om ons solidair te tonen met de eisen die zij momenteel stelt.
Dominique Andrien, Georges-Henry Beauthier, Axel Bernard, Jacques Berten, France Blanmailland, Joke Callewaert, Grégor Chapelle, Vincent Decroly, Alexis Deswaef, Philippe Favart, Jan Fermon, Ivo Flachet, Guérric Goubau, François-Xavier Groulard, Emmanuelle Halabi, Valentin Henkinbrant, Thomas Mitevoy, Carole Kalenga, Lieve Pepermans, Sylvie Sarolea, Emmanuelle Schouten, Olivier Stein, Alexandra Tempels, Véronique Van Der Plancke, Jean-Marie Dermagne, Véronique Dockx, Paul Quirynen, Abdelhamid El Mouden, Indra Janssen, Afshan Khan, Bülent Demir, Dirk De Bock, Jan De Lien, Edith Flamand, Pierre Robert, Zohra Othman, Enrico De Simone, Erica Van Dijk, Fatna El Maslouhi, Geertrui Daem, Hilary Wuyts, Iftara Mohammad, Jef Nietvelt, Julie Mommerency, Julie Tieleman, Maria Trips, Marianne Pétré, Mieke Van Laer, Norbert Van Overloop, Norbert Verbeke, Pieter De Loof, Raf Jespers, Renaat Quintelier, Riet Vandeputte, Jo Dereymaeker (De auteurs zijn advocaat.)"



De solidariteit met asielzoekers, vluchtelingen, mensen zonder papieren, uitgeprocedeerden, kandidaat-asielzoekers en ga zo maar door is sterk zichtbaar gekomen de laatste tijd en dat is hartverwarmend. Denk maar aan de actie van vorige week in Roeselaere of de 'idool' op het Brusselse Muntplein. Op mijn steun kunnen ze alleszins rekenen.

Geen opmerkingen: