Gij maan, verdwijn! - Ik wil nacht en duisternis,
zoodat wat om mij is, verkoolt, voor eeuwig,
en wat in mij leeft, sterft - geen hoop, geen kommernis,
ik wil het grote niets, waar geen wind is, niets is.
Geen puinen meer, omdat ik-zelf een puin ben,
geen dromen meer, omdat ik-zelf een droom was,
geen zang, geen zon, – het Niet, waar alles zwart is
en ‘k niet meer zie, wat vroeger lief en schoon was.
O maak me een lijk in 't leven, koud en blauw,
zoo dat mijn wijde, doode oogen altijd staren,
en 'k niet bemerke wat ik strak beschouw,
en 'k eeuwig zoo van nacht tot nachten vare.
Het leven is te hard voor menschen-lijf,
het bloed te rood voor open-brandende ijzer-wonden,
het bloed bijt peinzen uit het lijf, en 'k stijf
nog liever, dan te leve' in pijn heur band gebonden.
Gij witte maan, verdwijn! Uw schijn is logen, spot,
uw glans is waan, - het wanen maakt me bange,
zoodat ik in elk wezen 't lijk reeds zie, dat rot,
en 'k in de boomen weet de spoken waaiend hangen.
'k Wil duisternis - oneindig! - Dood loert aan den wal,
en kogels grijnzen met hun stalen lachers-kreten.
Ik vrees de vrees - en 'k wil dat in het brons-geschal
mijn hart wordt naar den dood, als naar een hond, gesmeten.
Een prachtig gedicht van Daan Boens, gepubliceerd in 1918. In Doods-wensch beschrijft hij meesterlijk de oorlogsmoeiheid, de onvoorstelbare moedeloosheid van het zien en beleven van zo onnoemelijk veel geweld en vernieling en dood, om niets. Laat 11 november een dag zijn in het teken van 'nooit meer oorlog'. Nooit meer 'humanitaire interventies', nooit meer 'precisiebombardementen', nooit meer 'steun aan onze navo-partners'. Nooit meer wapenhandel. Nooit meer oorlog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten