4.29.2008

zucht

Het was wederom een drukke week, met mijn verontschuldigingen voor het verwaarlozen van dit hele bloggebeuren.
Vorige week woensdag was uw kameraad, samen met Ward, Nele en Gilles, te gast op de Studiedag diversiteit van de vlor, de Vlaamse Onderwijsraad. Daar werden een aantal zeer interessante zaken besproken, die zeker en vast het bekijken waard zijn. Maar later meer hierover.
Donderdag was het dan de beurt aan een studiemiddag van de EHSAL rond de 'pedagogy of excellence'. Een concept waar zeker nog op zal terugkomen. Mary Tupan van het Nederlandse ECHO kwam tekst en uitleg geven bij het hele concept en de manier waarop ze hieraan bij ECHO invulling proberen te geven.
's Avonds was het dan spurten naar het Antwerpse Zuiderpershuis, waar een debat plaats vond georganiseerd door KifKif over Taal in het Hoger Onderwijs. Ook hierover later meer.

Het weekend begon vroeg deze week, niet om zwaar uit te gaan, en al zeker niet om verre buitenlanden te gaan bezoeken, maar om te schilderen. Uw kameraad gaat namelijk binnenkort verhuizen, naar een gezellig appartement. Meer tekst en uitleg volgt hierover later. Er moest nog heel wat geschilderd worden en zwaar gekuisd.
Op de foto ziet u mijn lieftallige vriendin, Maria, op een ladder, aan het schilderen, met het mottige bruine behangpapier op de achtergrond.

4.22.2008

Komt het busje wel zo?

Voor zij die er aan zouden twijfelen: 'Openbaar vervoer minder betrouwbaar door marktwerking'.
De herauten van de vrije marktwerking zouden het niet graag horen maar in Nederland spreken de feiten voor zich. Het openbaar vervoer is niet gebaat bij vermarkting, privatiseringen en concurrentie.
In Nederland zijn ze die weg opgegaan en het openbaar vervoer is er niet, ik herhaal niet op vooruitgegaan, integendeel. Ook de prijzen zijn trouwens niet gedaald. 'Het openbaar vervoer is door de toegenomen concurrentie veel minder betrouwbaar geworden.' Zo stelt het Wetenschappelijk Bureau van de SP. 'De keuze van de politiek voor meer marktwerking heeft geleid tot veel onzekerheden voor reizigers en personeel. Lijnen sluiten minder goed op elkaar aan, veranderen sneller en er vallen vaker bussen uit.'

Het Wetenschappelijk Bureau van de SP heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen van de marktwerking bij de bussen sinds 2001. Niet alleen is gekeken naar de financiële gevolgen van het aanbesteden, maar is ook naar de daadwerkelijke gevolgen voor reizigers en personeel. Het volledige rapport lees je hier.

Geen Stoemp in Ellecom

Voor wie het zich mocht afvragen, dit weekend was uw kameraad in het verre Ellecom. Maria haar grootvader ('opa Cees') werd 85 en dat mocht gevierd worden. Voor heinde en ver waren kinderen en kleinkinderen bijeen gebracht om dit uitgebreid te vieren.
Voor zij die net zoals ik tot vorige week Ellocom niet weten liggen:

View Larger Map

We verbleven in een sjiek hotel met design-kamer-inrichting en ik moet zeggen het eten was lekker. Het menu bestond uit oesters, paling op een bedje van lentegroenten, zeeduivel op een bedje van risotto en tuinbonen, ossenhaasjes met mie en nog vanalles om te eindigen met dessert van 5 bereidingen met rabbarber. Niet echt mijn ding moet ik eerlijk zeggen. Gelukkig bleek de grootvader hetzelfde idee te zijn toegedaan. Zijn vrouw verklaarde 'als het aan Cees had gelegen kregen we nu hutsepot.
Dit doet mij trouwens aan denken, een merkwaardig fenomeen. 'hutsepot' is wat men noemt een 'valse vriend', een woord dat in het 'Hollands' iets anders betekent dan in het 'Vlaams'. Een beetje zoals het alombekende 'poepen' (om in de culinaire sfeer te blijven). Een (vrij slechte als je het mij vraagt) uitleg van beide vind je (uiteraard) op wikipedia: op Belgische wijze, op Nederlandse wijze. Maar dit allemaal geheel terzijde natuurlijk.
Achteraf zijn we nog eventjes gaan wandelen in de Veluwe, een mooi (en heuvelachtig!) stukje Nederland.

Kortom een gezellig weekend, met oude bekenden en enkele nieuwe gezichten. Voor herhaling vatbaar.

Karel in Overall

Kameraden en vrienden, deze blog begint tegenwoordig meer en meer te lijken op een boeken-reclame-site, maar ik kan het niet. Er verschijnt immers zoveel interessants dat ik het niet kan laten om af en toe een boek speciaal onder de aandacht te brengen.
Vandaag geen boeiend onderwijsthema maar een boek van een oude vriend van mij, dr. Karel van Bever. Karel is een bijzonder sympatieke jongen, die ik nog ken van in de tijd dat we nog korte broeken droegen. Na zijn opleiding geneeskunde, en na een mandaat als studentenvertegenwoordiger in de Raad van Bestuur van de UGent, ging hij werken voor de progressieve dokterpraktijk van Geneeskunde voor het Volk in Zelzate. Om een beter zicht te krijgen in de arbeidsomstandigheden van zijn patiënten (voor een deel maar zeker niet uitsluitend arbeiders) ging hij een paar maand 'stage' volgen als interimarbeider in de Gentse kanaalzone. Zo belangde bij Katoennatie. Over zijn ervaringen en over de arbeidsomstandigheden schrijf hij een aangrijpend boek 'Dokter in Overall'.
Het boek zal vanaf 25 april te verkrijgen zijn in de betere boekhandel of geheel en online te bestellen zijn bij de uitgeverij.
Voor wie niet kan wachten tot dan heeft uitgeverij EPO een aantal uittreksels online gezet.

dr. Karel was vorige zondag te gast bij de Zevende Dag. Hier kun je het (her)bekijken.

Dokter in overall from pvda-ptb on Vimeo.

Ik zou zeggen veel leesplezier en laat mij gerust weten wat je ervan vond.

4.17.2008

Taal, onderwijs en de samenleving

Tijd voor een vleugje reclame. En wel voor een interessante publicatie bij uitgeverij EPO over taal en onderwijs. Zowaar een zeer boeiend thema. Schrijvers van dienst zijn de onvolprezen prof Blommaert en Van Avermaet.

"Waar 'leren' we taal? En waar gebruiken we ze? Slechts voor een heel klein deel op school. Want de loodgieter en de architect, de IT'er en de advocaat, de wielrenner en de dokter: ieder heeft zijn taal. De som van al die – meestal informele – leeromgevingen zorgt voor eigen taalcompetenties, het resultaat van het individuele levensparcours. Zo komt het dat ieder 'zijn eigen Engels' spreekt.
De reële taal en het taalgebruik van het echte leven, dàt is de invalshoek van dit academische pamflet. Centraal staat daarbij de pluriformiteit: elke omstandigheid, elke context en elk milieu is 'taal-anders'. Maar op school wordt taal grotendeels herleid tot een standaard en tot juist-of-foutkwesties. Het sociolinguïstische uitgangspunt van de auteurs brengt hen tot het inzicht dat de verhoogde nadruk op één enkele normatieve, uniforme standaard in het schoolse taalonderwijs de ongelijkheid in de hand werkt. Dat wordt met veel voorbeelden gestoffeerd.

Taal, onderwijs en de samenleving is een kritiek op recente beleidsontwikkelingen in het taalonderwijs. Het toont dat het beleid gebaseerd is op perceptie, niet op feiten, en dat de verhoogde nadruk op grammatica, spelling, uitspraak, talige correctheid enzovoort, nefast is.
Dit boek biedt meteen ook een aanzet tot een taalpedagogie die de heiligheid van de standaard afbreekt. Een taalpedagogie die rekening houdt met diversiteiten van allerlei aard, en die échte gelijke kansen garandeert. De klemtoon ligt daarbij op taalgebruik en communicatie eerder dan op taalstructuur."

Het is altijd goed om bij een boek de inhoudstafel te bekijken.:

1. Inleiding

2. De lat hoog

3. Een ideologische lezing

3.1. De ontkenning van intratalige diversiteit
3.2. De reductie van taal en betekenis
3.3. De afwezigheid van de samenleving

4. Een ruimere leeromgeving

4.1. Meertaligheid als uitgangspunt
4.2. Multimodale geletterdheid
4.3. Formele en informele taalmarkten
4.4. De leefomgeving als leeromgeving

5. Besluit

Het voorwoord staat geheel en al online en is alleszins al zeer boeiende lectuur.

Kortom een ware aanrader.

Voor de liefhebbers enkele gegevens: isbn: 9789064454851 · 2008 · paperback (12,5 x 20 cm) - 120p. · prijs: € 13.50

Het boek is geheel en al online te bestellen via de site van de uitgeverij zelve. Ik wil zeker ook de abonnementsformule aanraden: 25% korting bij een jaarlijkse aankoop van minstens 3 boeken.
U kunt zich daarnaast uiteraard ook geheel en al wenden tot de lokale boekendealer.


Voor de geïnteresseerden is er een interessant debat n.a.v. de verschijning van dit boek.
Een debat tussen Piet Van Avermaet, Meyrem Almaci (die een aantal onder jullie reeds aan het werk zagen op het congres van VVS), Mohaemed Ridouani (schepen te Leuven) en ons aller minister van onderwijs Frank Vandenbroucke. De moderator van dienst is niemand minder dan Bilal Benyaich, oud-bestuuder van VVS en medewerker van Kifkif.
De inleiding wordt u gebracht door ons aller Orhan, die zijn thesis komt voorstellen.

Kortom evenzeer een echte aanrader: 23 april vanaf 20u in het Zuiderpershuis te Antwerpen.

4.14.2008

gesponsord onderzoek

Enkele dagen stond een opmerkelijk artikel in de krant: "Bedrijven betalen tot de helft van het onderzoek aan universiteiten." Aan de KULeuven staat het cijfer op een kwart. Iets minder dan de helft van het onderzoeksbudget van de UA komt van ondernemingen. Het budget voor onderzoek in de Brusselse universiteit VUB loopt op tot 68 miljoen euro. Circa 19 procent wordt gefinancierd door het bedrijfsleven. Aan de UGent gaat het om zo'n 20 procent.
Dit wordt bevestigt Geert Van de Gucht.
"Ons onderzoeksbudget bedraagt zo'n 160 miljoen euro. Het contractonderzoek in opdracht van het bedrijfsleven is goed voor 30 miljoen euro."
"We werken er hard aan om de samenwerking met het bedrijfsleven de komende jaren te intensiveren".
"De industrie is de laatste vijftien jaar in toenemende mate georiënteerd op het toepassen van kennis", legt Debackere van de KU Leuven uit. "Het verwerven van kennis besteden bedrijven liever uit aan universiteiten of onderzoekscentra zoals IMEC."Onderzoek op korte termijn doen ondernemingen nog wel zelf, weet Debackere. Maar onderzoek naar toepassingen die mogelijk pas enkele jaren later op de markt komen, laten ze liever over aan universiteiten. Deze vorm van 'open innovatie' - kennis wordt niet langer opgedaan binnen de vier muren van een onderneming - is zeer belangrijk geworden voor de universiteiten.
"Wij hebben niet te klagen over overheidsbijdragen. Maar zonder het geld van het bedrijsleven zou er veel minder mogelijk zijn. Minder middelen betekent minder onderzoek en minder goede resultaten. Waarom denkt u dat de meeste Nobelprijswinnaars uit de Verenigde Staten komen? Daar is het aandeel van bedrijven in universitair onderzoek nog veel groter."De algemeen beheerder van de KU Leuven vindt niet dat de bedrijsleven te veel invloed krijgt op wat er aan de universiteit wordt onderzocht. "75 procent van het onderzoek dat wij verrichten is totaal onafhankelijk. Bovendien is de universiteit niet verplicht om in te gaan op de voorstellen van het bedrijfsleven. Het komt ook regelmatig voor dat het voorgestelde onderzoek niet aansluit bij de primaire interesse van de vakgroep en dan gaat het dus niet door. Verder behouden wij het recht op de publicatie van de resultaten van het onderzoek. Daar heeft de onderneming niets over te zeggen."
De overheid stimuleert overigens de samenwerking tussen bedrijven en de academische wereld, benadrukt Debackere. "Ondernemingen die samenwerken met universiteiten kunnen op extra subsidies rekenen."
Daarbij wordt door de journalist(Janine Meijer) de bedenking gemaakt "Bedrijven krijgen steeds meer invloed op het onderzoek dat aan de universiteiten wordt uitgevoerd. In ruil voor veel geld bepalen de ondernemingen welk onderzoek er wordt uitgevoerd en verwerven ze het recht op de resultaten."

Een bijzonder zorgwekkende evolutie me dunkt.

Dirk Van Duppen, dé kiwidokter, stuurde volgende bedenkingen in de vorm van een lezersbrief:

Gesponsord onderzoek betrouwbaar?

“Bedrijven betalen tot de helft van het onderzoek aan universiteiten”, kopte De Morgen van 14 april. De algemeen beheerder van de KU Leuven beweert dat dit de betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van het onderzoek niet in het gedrang zou brengen. De wetenschappelijke literatuur leert wel wat anders.

Meerdere systematische onderzoeken gepubliceerd in gerenommeerde tijdschriften tonen aan dat commercieel gesponsord onderzoek vier maal meer kans geeft op gunstig resultaat voor het geneesmiddel van de sponsorende firma, vergeleken met commercieel onafhankelijk onderzoek. Dit is des te erger als we weten dat wat de universiteiten tenslotte aan sponsorgeld binnenrijven van de farmaceutische industrie kruimels zijn, vergeleken met wat die industrie binnenrijft door de veel te hoge prijzen voor geneesmiddelen.

Eén voorbeeld om dit te illustreren. Prof. Mannaerts van de KUL verklaarde aan de Artsenkrant: “In 2004 voerde de KU Leuven 398 studies in het domein van het klinisch onderzoek. Daarvan werden er 292 gesponsord en waren er 250 drug related. De universiteit kreeg daarvoor 5,1 miljoen euro van de industrie.” Wel op 1 januari j.l. daalde door toepassing van het kiwimodel de prijs van de cholesterolverlager Zocor eensklaps van 58 naar 24 euro. Daardoor bespaart het RIZIV een vermijdbare meerkost van 25 miljoen euro en betaalt de patiënt nog eens 6 miljoen euro minder remgeld. Dat betekent dat wij voor dit ene geneesmiddel aan de Amerikaanse multinational MSD 31 miljoen euro per jaar teveel hebben betaald. Of zesmaal het bedrag dat Gasthuisberg binnenhaalt aan sponsoring door de farmaceutische industrie.

Dirk Van Duppen Deurne, Lezersbrief De Morgen, 17 april ’08. p.14


Opvallend trouwens ook dat een gelijkaardige evolutie ook in Nederland te zien is. Daaraan zie je maar hoezeer het Europese beleid een steeds merkbaardere invloed krijgt. In Nederland worden meer en meer vragen gesteld bij de 'onafhankelijkheid' van het wetenschappelijk onderzoek. De SP heeft dit bij monde van kamerlid Jasper van Dijk en Ineke Palm (van het Wetenschappelijk Bureau) aangeklaagd in een opiniestuk in het Financieel Dagblad.

Wetenschap moet onafhankelijker

"Minister Plasterk van Onderwijs en Wetenschappen maakt de wetenschap steeds afhankelijker van de commercie en verzuimt de onafhankelijkheid te bewaken. Omdat juist in het bedrijfsleven geldt 'wie betaalt, bepaalt' moeten openbaarheid en onafhankelijkheid beter gewaarborgd worden. De zuivere, door nieuwsgierigheid gedreven wetenschap maakt steeds meer plaats voor toepassingsgericht onderzoek. De universiteiten zijn namelijk steeds afhankelijker geworden van de derde geldstroom, het zogenaamde contractonderzoek.

Ruim eenderde van alle onderzoek aan de universiteiten is onderzoek in opdracht, meestal van bedrijven en ministeries. Daarmee dreigt de academische vrijheid te worden verdrongen door klantvriendelijkheid. Internationale publicaties laten zien dat gesponsorde onderzoeken naargeneesmiddelen leiden tot positievere resultaten dan niet gesponsorde onderzoeken.

Academische waarden als het recht van publicatie, openbaarheid van financiering en het doen van wetenschappelijk onderzoek worden niet altijd gewaarborgd. In het advies 'Wetenschap op bestelling' van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW, 2005), staat dat universiteiten door het achterblijven van reguliere financiering te afhankelijk worden van opdrachtgevers.

'Publicaties en informele gesprekken suggereren dat ontsporingen optreden: de opzet van onderzoek, de gegevensverzameling en de interpretatie worden soms aangepast om een voor de opdrachtgever gunstige uitkomst te krijgen en de publicatie van die uitkomst wordt soms verhinderd, vertraagd of aangepast aan de wensen van de opdrachtgever', aldus het advies.

Om aan deze zorgen tegemoet te komen, ontwierp de KNAW een 'Verklaring van wetenschappelijke onafhankelijkheid'. In die verklaring staat dat de opdrachtgever de uitvoering, interpretatie en publicatie van onderzoek niet onjuist zal beïnvloeden. Onderzoeksinstellingen die zich niet houden aan de verklaring kunnen uit een hiertoe bijgehouden openbaar register worden verwijderd.

Om de onafhankelijkheid te garanderen zouden er geen rechtstreekse banden mogen bestaan tussen onderzoeker en opdrachtgever. Dit wordt opgelost door instelling van een onafhankelijk onderzoeksfonds, dat als buffer functioneert tussen financier en onderzoeker. Een goede eerste stap is de invoering van de verklaring van de KNAW. De meest concrete voorbeelden van ongewenste druk op onderzoekers werd nota bene gemeld bij opdrachten door de overheid. Toch vindt de minister het niet nodig de KNAW-Verklaring over te nemen. Hij beperkt zich tot het toepassen van een gedragscode. Een gedragscode is echter te algemeen, te vrijblijvend en zonder sancties.

De minister zet zich evenmin in voor meer openbaarheid over het groeiend aantal bijzonder hoogleraren in dienst van bedrijven. Er wordt wel een register verplicht gesteld, maar openbaarmaking daarvan wordt aan de universiteiten overgelaten. Daarmee is dit instrument niet meer dan een papieren tijger geworden.

Om de geloofwaardigheid van de wetenschap te behouden zijn bovenstaande maatregelen essentieel. Openbaarheid over bijklussende hoogleraren is wel het minste. De KNAW-Verklaring is vergelijkbaar met een rijbewijs voor universiteiten en de instellingvan een buffer is een goed middel tegen directe beïnvloeding. Zolang Plasterk het op deze punten laat afweten, zet hij met zijn passiviteit de wetenschap in de uitverkoop."

diversiteit in het hoger onderwijs

Kameraden en vrienden,

zaterdag was het dan uiteindelijk zo ver, het enige echte congres van de enige echte studentenkoepel, uw eigenste Vlaamse Vereniging van Studenten.
En ik moet zeggen het was ferm de moeite.
Studenten uit heel vlaanderen kwamen afgezakt naar ons Arteveldestad, het is te zeggen, naar campus Sint-Anna van de Arteveldehogeschool. Op 5 minuten van mijn deur, en dat is altijd mooi meegenomen. Delegaties uit Gent, Antwerpen, Brussel, Limburg en West-Vlaanderen kwamen ons vervoegen om samen mee te denken en te discussieren over het zeer boeiende thema Diversiteit in het Hoger Onderwijs.
Hoogtepunt van de dag was de ondertekening van het diversiteitscharter. Dit werd ondertekend door tal van studentenraden. Opmerkelijk is zeker dat ook niet VVS-leden het Charter ondertekenden, LOKO was present (vertegenwoordigd door de immer sympatieke Stijn Demaré) en tekende het charter. Het charter werd tevens ondertekend door een aantal allochtone en multiculturele zelforganisaties (organisaties door en voor studenen uit een bepaalde kansengroep). De volledige lijst van ondertekenaars (dus ook van zij die helaas niet konden aanwezig zijn zoals Koeleur Lokale) zal binnenkort prijken op onze website.

Daarna volgde een speech van ons aller minister van onderwijs. Een speech waarin heel gezegd werd, en waarop dus ook heel wat op valt te antwoorden.
Een passage die ik jullie toch onder de aandacht wil brengen: "Bijeenkomsten zoals dit congres, waar bovendien ook nog eens "zelforganisaties" aanwezig zijn, vormen een ideale gelegenheid om daarmee kennis te maken, nadere contacten te leggen, ideeën op te doen, ervaringen uit te wisselen. Uit een aantal recente evenementen hebben we bovendien nog maar eens geleerd hoe bepalend de rol van studenten en van de kansengroepen zelf kan zijn in het al dan niet slagen van de activiteit. Ik denk ten andere dat ook de instellingsbesturen die boodschap voldoende in de oren geknoopt hebben."
De minister sprak ook zijn waardering uit voor het charter, iets wat ik jullie evenmin wens te onthouden: "Daarnet hebben jullie een charter getekend waarin jullie aangeven te willen streven naar een sterkere aanwezigheid van studenten uit kansengroepen in de studentenvertegenwoordiging. Daarmee wordt de Engagementsverklaring over Diversiteit, die in 2005 in de schoot van de VLOR tot stand is gekomen, weer wat concreter. Maar bovenal is dit een duidelijk signaal dat jullie diversiteit ernstig nemen, ook in de eigen rangen. Als jullie de engagementen in dat charter kunnen waarmaken, kan dat jullie eigen positie alleen maar versterken, met inhoudelijk betere standpunten, die breder gedragen worden en ten aanzien van de buitenwereld geloofwaardiger gebracht kunnen worden."

Het volledige verslag van het congres, mét allerlei fotografisch materiaal en met de verslagen van de werkgroepsessies vinden jullie binnenkort op onze congres-website.