Gisteren brachten we zijn analyse van de verkiezingsuitslagen. Vandaag brengen we zijn analyse van de uitdagingen voor de nieuwe regeringen.
De politici die komende weken en mogelijks maanden zullen onderhandelen over nieuwe regeringen ontsnappen niet aan vijf belangrijke uitdagingen. Tegelijk zijn die uitdagingen ook de sleutels om het vertrouwen van mensen terug te winnen. En dat is toch wat iedere politicus wil?
Ten eerste, de budgettaire sanering. Vijf jaar terug trad de Zweedse coalitie aan met het vaste voornemen ten spoedigste naar een begrotingsevenwicht te gaan. Vijf jaar later laat die regering een put na van 13,5 miljard, volgens de berekeningen van de gerenomeerde KULeuven professor André Decoster. En met de verkiezingsprogramma’s wordt die krater nog dieper, berekende het Planbureau. Sommigen willen in die zelf gegraven put nu de sociale zekerheid en overheidsdiensten begraven. Dat zullen we niet laten gebeuren. Het enorme budgettaire gat moet nu vooral een hefboom zijn voor echte fiscale rechtvaardigheid, waarbij iedereen eindelijk eens zijn eerlijk deel zal leveren. De nieuwe regering moet daarom prioritair werk maken van een vermogenskadaster. Van wie werkt, kent men tot op de komma het inkomen. En dat zal men geweten hebben. Wie er met een loon van 2000 euro bruto 100 euro bij krijgt, die houdt daarvan amper 18 euro over. Dat is een fiscale aanslag van 82%. Wie veel verdient draagt veel minder bij. Dat kan toch niet. Dit is geen natuurwet. Dit is een politieke keuze. En die kan en moet worden omgedraaid. Maak eindelijk dat vermogenskadaster en een meerwaardebelasting. Zodat inkomen uit een seconde speculatie evenveel belast wordt als inkomen uit uren transpiratie. Want een euro is een euro. Hoe je die ook verdient.
Ten tweede, werken moet opnieuw meer lonen. Ik zal u iets verklappen: het is niet de aandeelhouder die zorgt voor welvaart en welzijn. Wel de mannen en vrouwen die zich elke dag keihard inzetten voor hun boterham, voor die van hun baas én voor die van de aandeelhouders. Hun inzet moet men beter belonen. Met centraal en verantwoordelijk loonoverleg tussen sociale partners. Bovenop de automatische indexering. En met behoud van loonbarema’s. Zonder bemoeienis van de politiek die met hulp van patronale adviseurs een loonwet vol sjoemelsoftware hebben gemaakt. Zonder discriminerende jeugdlonen, zonder flexi-jobs met een uurloon onder het minimumloon. Minimumloon waarvan tweehonderduizend Petra's trouwens niet kunnen leven.
Ten derde, politici moeten opnieuw beseffen dat we werken om te leven. En niet omgekeerd. Mensen zijn geen machines die je steeds sneller en langer kan doen draaien. Tot ze versleten zijn. Om ze dan te vervangen door een nieuwe lading. Vandaag nog in de krant: het aantal langdurige zieke werknemers is opnieuw gestegen. Een triest record. Het is heel simpel: er moet opnieuw meer ruimte komen om arbeidsduur, werktijd en loopbaan aan te passen aan de individuele en gezinsnoden. Tijdkrediet, landingsbanen en thematische verloven moet opnieuw uitgebouwd worden, na de afbouw van de voorbije jaren. En voor iedereen. Ik krijg niet uitgelegd waarom tijdkrediet geen recht is als je werkt in een bedrijf met minder dan 11 werknemers.
Ten vierde, we dragen allen stevig bij tot de sociale zekerheid. Dat is goed. Het is een toppunt van beschaving; een solidaire samenleving die iemand die ziek is, oud is of zijn werk verloor niet alleen met zijn lot achter laat. Maar dat contract is uitgehold. Want het patronale en liberale front duwt vooral naar minder financiering en dus naar privatisering, commercialisering, individualisering, responsabilisering, … Het tekort van 1,5 miljard in de sociale zekerheid is vooral de verdienste van deze regering met financiële drooglegging door verlaagde patronale bijdragen, door allerhande jobs zonder bijdragen, door de indexsprong op lonen die maakt dat de bijdragebasis achterop blijft, door allerlei netto-systemen, door het onbelast bijverdienen tot 6130 euro -onze eigen binnenlandse variant van sociale dumping- die deloyale concurrentie organiseert tussen loyale werkgevers en werknemers. Bovendien moet iemand aan het minimumloon voor dat bedrag vier maand hard werken. Wie dat bijklussen noemt, staat ver van de echte wereld. En die krijgt dan nog als liberale boodschap dat je voor jezelf moet zorgen met pensioensparen, een hospitalisatieverzekering, een inkomensverzekering, een rechtsbijstandsverzekering, … en liefst zoveel mogelijk fiscaal aftrekbaar, dus op de rug van mensen die niet genoeg verdienen.De inkomsten aan de sociale zekerheid moeten weer omhoog. Trouwens, zoals UGent professor Gert Peersman aantoonde: de verlaging van sociale bijdragen heeft niet geleid tot meer jobs -amper 30.000 ipv 230.000- maar wel tot meer bedrijfs-winst. De werkgevers hebben zelf de taxshift van Michel verraden.
Ten vijfde, we moeten de klimaatverhitting tegengaan. De rechtse partijen zijn er in geslaagd de jonge klimaatactivisten de wind uit de zeilen te nemen, door de kiezers de stuipen op het lijf te jagen met de kost van de klimaatmaatregelen. Maar dat is niet iets om trots op te zijn. Eerder beschamend. Omdat wij allemaal maar al te goed weten dat de kost van nietsdoen op termijn veel groter wordt. Daarom: bouw het fiscaal voordeel voor salariswagens en bijhorende tankkaart af. En investeer dat geld linea recta in spoor en bus. En ik roep de collega’s sociale partners op om te werken met een mooie kers op de taart: geef iedereen voor woon-werkverkeer een recht op de fietsvergoeding.
lees de volledige toespraak (pdf).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten