Ferre Wyckmans, voorzitter van de Landelijke BediendenCentrale, heeft het op de LBC-weblog over de grenzen van de economische groei, over de crisis, de regeringsvorming en de ervaringen uit het verleden. Zoals steeds komt hij bijzonder raak en scherp uit de hoek.
Enkele zeer treffende passages:
Anno 2011 wordt er, ook in niet-progressieve kringen, gesproken over het einde van de welvaartsgroei. In 2008 was er de financiële crisis die de banken rake klappen toediende. De banken konden alleen maar overeind krabbelen dankzij de inbreng van gigantisch veel overheidsmiddelen. De financiële crisis werd al snel gevolgd door een wereldwijde economische crisis, waarbij ondernemingen en burgers een flinke economische dip meemaakten.
Nu is er sprake van een schuldencrisis waarbij zogenaamde ratingbureaus de kredietwaardigheid van overheden en landen beoordelen. Een plusje of minnetje meer op een beoordelingsschaal keldert een hele natie. Het daarop volgende herstel zal ‘forse inspanningen’ van de burgers vergen, zo luidt ongeveer de algemene opvatting.
Toch maar even kijken welke lessen te trekken vallen uit vroegere ervaringen.
Economische groei staat niet gelijk met meer welvaart voor iedereen. Als de economie groeit, kan de welvaart pas toenemen als ook het vraagstuk
van de verdeling wordt aangepakt. Een economie op zich heeft weinig uitstaans met rechtvaardigheid. Net zomin als economische groei per definitie rechtvaardig is. Haast integendeel, ‘de rijken’ – om ze zo maar even te noemen – staan vooraan als het erom gaat de vruchten te plukken van de groei. Daarom zijn er altijd maatregelen nodig om de herverdeling bij te sturen.
Hetzelfde zie je als het wat minder gaat. De baten blijven vaak bovenaan hangen en sijpelen maar mondjesmaat naar beneden. Terwijl de lasten snel hun weg vinden naar de onderste lagen van de samenleving.
De huidige schuldencrisis vergt ‘inspanningen van iedereen’, klinkt het. Het wordt dus opletten om ervoor te zorgen dat die inspanningen niet alleen of in de eerste plaats moeten worden geleverd door wie economisch zwakker staat.
Besparen op onderwijs, sociale voorzieningen en publieke dienstverlening komt bij economisch zwakkeren harder aan dan bij anderen.
De sociale zekerheid inkrimpen en zo de sociale bescherming verkleinen treft vooral de minst beschermde werknemers en de sociale uitkeringstrekkers.
De lonen minder laten groeien komt er vaak op neer dat de aandeelhouders er beter van worden.
Werklozen streng bestraffen om te besparen op werkloosheidsuitkeringen treft de slachtoffers en niet diegenen die de crisis veroorzaakten.
Juist in tijden van besparingen is het belangrijk om de fameuze ‘inspanningen van iedereen’ correct en rechtvaardig te organiseren.
Zoals altijd moet je keuzes maken als je de overheidsfinanciën wil saneren. Keuzes zijn nooit neutraal. Geven we de voorkeur aan ‘The winner takes it all’ of kiezen we voor het liedje ‘Eerlijk zullen we alles delen’?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten