De laatste van de maand, tijd voor de aanwinsten voor deze maand.
Conrad Busken Huet, Het land van Rubens. Een klassieker uit de Nederlandse historiografie, ingeleid en ingekort door Karel Jonckheere, uitgegeven in de reeks Vlaamse Pockets, nr. 46, 1962
J. Scheerder, De Beeldenstorm, 1978.
A. Stracke S.J., Arm Vlaanderen, Brussel, 1919
G. Vanderfeesten, Museum Meerhem, Gent, 1976.
Emile Vandervelde, Le Parti Ouvrier aux Intellectuels, Brussel, 1929.
A. Philippe C. ss. R., Le Caéchisme des Droits Divins dans l'Ordre Social, la Ligue Apostolique, Brussel, 1926.
6.30.2018
6.21.2018
openbare werken
Kunstencentrum Vooruit brengt vandaag tem zaterdag 'Openbare werken'.
info en tickets
We vieren de zomer met Openbare Werken. Drie dagen lang tonen we pril werk in de achtertuin van Vooruit. Tijdens de 'Expeditie' stellen negen kunstenaars voor het eerst nieuw werk voor aan een publiek. Wij maakten drie verschillende routes om de werken te ontdekken. Je weet op voorhand niet welke route je zal volgen en welke werken je te zien zal krijgen, maar dat het een verrassende tocht wordt, daar kan je van op aan.
info en tickets
6.14.2018
"ze denkt dat ik erg alleen ben"
Ze denkt dat ik erg alleen ben. Zo dadelijk krijgt ze medelijden met me. Maar ik ben niet alleen. Ik heb alles in mijn hoofd wat ik nodig heb om het niet te zijn.
Saulius Kondrotas, De schaduw van de slang, 1994 (oorspronkelijk 1981), p. 189.
Labels:
alleen,
boek,
citaat,
literatuur,
Litouwen,
Saulius Kondrotas
6.12.2018
zomervakantie en gelijke onderwijskansen
Op deze fraaie dinsdag een onderwijs-gerelateerd artikel.
prof. Ignace Glorieux werd door Klasse aan het woord gelaten over de zomervakantie en kansarmoede.
De te lange schoolvakantie merk je trouwens bij alle kinderen, tegen het einde van de vakantie worden ze steeds rumoeriger, krijg je ook meer 'incidenten' door grondige verveling.
Ik heb van mijn 16de tot ruim in mijn studententijd zowat elke vakantie doorgebracht op Gentse speelpleinen. Altijd met grotendeels kansarmere kinderen. Het probleem was daarbij altijd duidelijk het plaatstekort. Er waren en zijn nog steeds veel te weinig plaatsen waar kinderen tijdens de vakantie terecht kunnen. En al zeker te weinig betaalbare plaatsen waar kinderen een dag kunnen doorbrengen. De overgrote meerderheid van de ouders heeft geen twee maand vakantie om met de kinderen door te brengen, de kinderen moeten ergens naartoe.
Veel 'kansrijkere' ouders sturen hun ouders van het ene kamp naar het andere en van de oma naar de andere oma.
Dan krijgen we in het gesprek een tamelijk paternalistisch stuk:
Dat de lokale verenigingen en werkingen hun aanbod kunnen komen toelichten lijkt mij op zich een uitstekende zaak. Ouders zitten meestal al maanden op voorhand rond te surfen om zeker op tijd te zijn voor die werking of dat kamp.
Voor kansarmere kinderen is er meestal geen deftig aanbod dat in de buurt is, 'gesloten' (in de zin dat ze daar een dag of dagdeel kunnen/moeten blijven) en vooral dat betaalbaar is. Kinderen warm maken voor een activiteit of een werking die ze helemaal niet kunnen betalen of waar mama ze niet naar kan brengen, daar pest je die kinderen gewoon mee.
Dan komen we aan, mijns inziens, het voornaamste:
De brede open school is een basisvereiste voor een open en inclusieve samenleving om het eens sloganesk te zeggen. Een school, in een buurt, betrokken en verbonden met de buurt, staat in het weekend en in de vakantie open. Daar gebeuren activiteiten, die open en vooral betaalbaar (omzeggens of helemaal gratis) zijn. Niet moeilijk te organiseren met een compleet onbetaalbare return op de relatief korte en al zeker op de lange termijn.
Lees het volledige artikel in klasse
prof. Ignace Glorieux werd door Klasse aan het woord gelaten over de zomervakantie en kansarmoede.
Is 9 weken zomervakantie te lang?
Ignace Glorieux: “Voor kansarme kinderen wel. Door naar school te gaan, neemt de ongelijkheid tussen leerlingen uit een kansrijk milieu en leerlingen die in kansarmoede leven, af. De zomervakantie maakt die kloof weer groter. Kwetsbare kinderen lopen meer zomerverlies op. De leerwinst die ze het afgelopen schooljaar boekten, zijn ze begin september grotendeels opnieuw kwijt. Dus hoe langer de vakantie, hoe groter de leerachterstand.
Hoe dat komt? Kwetsbare kinderen krijgen in de vakantie geen of slecht Nederlands te horen, ze gaan niet op taal- of sportkamp, volgen geen speelpleinwerking, lezen nauwelijks. Kansrijke kinderen doen dat vaak allemaal wel: zij gaan op reis met hun ouders, trekken naar zee met oma en opa, volgen een kamp dat ze eerst nog voorbereiden …”
Lopen kwetsbare kinderen alleen maar zomerverlies op of leren ze ook iets bij?
Ignace Glorieux: “Vakantie is voor alle kinderen een verrijkende ervaring. En dus ook voor kinderen uit meer kansarme milieus. Het grote probleem is dat wat zij leren tijdens de vakantie niet aansluit bij de middenklassecultuur die in hun school leeft, maar ook niet bij de vereiste kennis. Ze worden een krak in gamen, sleutelen een brommer in elkaar, leren omgaan met straatcodes, dompelen zich onder in de cultuur en taal in hun land van afkomst … Allemaal verrijkend, maar met die kennis scoor je niet beter in de klas.”
De te lange schoolvakantie merk je trouwens bij alle kinderen, tegen het einde van de vakantie worden ze steeds rumoeriger, krijg je ook meer 'incidenten' door grondige verveling.
Ik heb van mijn 16de tot ruim in mijn studententijd zowat elke vakantie doorgebracht op Gentse speelpleinen. Altijd met grotendeels kansarmere kinderen. Het probleem was daarbij altijd duidelijk het plaatstekort. Er waren en zijn nog steeds veel te weinig plaatsen waar kinderen tijdens de vakantie terecht kunnen. En al zeker te weinig betaalbare plaatsen waar kinderen een dag kunnen doorbrengen. De overgrote meerderheid van de ouders heeft geen twee maand vakantie om met de kinderen door te brengen, de kinderen moeten ergens naartoe.
Veel 'kansrijkere' ouders sturen hun ouders van het ene kamp naar het andere en van de oma naar de andere oma.
Dan krijgen we in het gesprek een tamelijk paternalistisch stuk:
Wat kan je als leraar doen tegen dat zomerverlies?
Ignace Glorieux: “Stimuleer je leerlingen om zinvolle vakantieactiviteiten te boeken. Laat hen zelf 3 uitdagingen bedenken. Dat betekent niet dat leerlingen hun vakantie volledig moeten vullen met activiteiten die aansluiten bij je lesinhoud. Wat luieren of rondhangen, tv kijken of zelfs verveling kunnen echt geen kwaad. Het is tenslotte vakantie en dat moet het ook zijn.”
Nodig de plaatselijke jeugdbewegingen, jeugddienst of bib uit in je klas om hun zomerprogramma voor te laten stellen. Prikkel jongeren om als jobstudent te werken. Geef ze tips of verwijs naar de databank met vakantiejobs. Met een vakantiejob doen jongeren ervaring op die hen doet nadenken over hun studiekeuze of verdere loopbaan. Of vraag je leerlingen of ze graag wat boeken uit je klasbib ontlenen.”
Dat de lokale verenigingen en werkingen hun aanbod kunnen komen toelichten lijkt mij op zich een uitstekende zaak. Ouders zitten meestal al maanden op voorhand rond te surfen om zeker op tijd te zijn voor die werking of dat kamp.
Voor kansarmere kinderen is er meestal geen deftig aanbod dat in de buurt is, 'gesloten' (in de zin dat ze daar een dag of dagdeel kunnen/moeten blijven) en vooral dat betaalbaar is. Kinderen warm maken voor een activiteit of een werking die ze helemaal niet kunnen betalen of waar mama ze niet naar kan brengen, daar pest je die kinderen gewoon mee.
Dan komen we aan, mijns inziens, het voornaamste:
Wat kan de school doen?
Ignace Glorieux: “Creëer een open schoolklimaat. Stel de school tijdens de vakantieperiodes open voor opvanginitiatieven, vrijwilligersactiviteiten of kampen. Of organiseer als school zelf een zomeraanbod. Inschrijven voor zo’n activiteit op school is heel laagdrempelig. Want kansarme ouders en hun kinderen kennen de school.
Of nodig taalzwakke ouders uit voor een zomerschool, een cursus Nederlands of een spelletjesnamiddag. Sociaal zwakkere ouders associëren de school te vaak met hun eigen negatieve ervaring uit het verleden. Een verrijkende en leuke ervaring op school doet die emotie verdwijnen. In zo’n brede school kunnen kansrijke kinderen hun interesses maximaal ontwikkelen en zijn er voor kansarme kinderen meer gelijke kansen.”
De brede open school is een basisvereiste voor een open en inclusieve samenleving om het eens sloganesk te zeggen. Een school, in een buurt, betrokken en verbonden met de buurt, staat in het weekend en in de vakantie open. Daar gebeuren activiteiten, die open en vooral betaalbaar (omzeggens of helemaal gratis) zijn. Niet moeilijk te organiseren met een compleet onbetaalbare return op de relatief korte en al zeker op de lange termijn.
Lees het volledige artikel in klasse
Labels:
gelijke kansen,
Ignace Glorieux,
klasse,
onderwijs,
vakantie
6.10.2018
de dehumaniserende boemerang
U heeft het vast en zeker elders al uitgebreid kunnen lezen, deze week kwam een bijzonder straffe open brief uit. Dit als antwoord op de verbijsterende reactie van de regering op de open brief van de rectoren.
De academici schreven een bijzonder straffe boodschap: wat er nu gaande is, de dehumanisering van 'de Ander' en de beperking van vrije meningsuiting, vormt een gevaarlijke cocktail - een die zich als een sluipend gif in onze samenleving kan verspreiden, een democratie onderuit kan halen en het meest onmenselijke in mensen naar boven kan halen.
Een fragment:
Trouwens die brief van de rectoren, die ging over het feit dat de ouders van de doodgeschoten peuter om humanitaire redenen een verblijfsvergunning zouden moeten krijgen. Een volslagen begrijpbare en zeer redelijke oproep die op een verbazingwekkende manier werd beantwoord, je weet wel Theo Francken over een boemerang. Alsof dit een of ander 'vulgair' verzoek was geweest.
Bon, als je het niet gedaan hebt, lees de volledige oproep en teken.
De academici schreven een bijzonder straffe boodschap: wat er nu gaande is, de dehumanisering van 'de Ander' en de beperking van vrije meningsuiting, vormt een gevaarlijke cocktail - een die zich als een sluipend gif in onze samenleving kan verspreiden, een democratie onderuit kan halen en het meest onmenselijke in mensen naar boven kan halen.
Een fragment:
Dehumanisering van 'de Ander'
Toen de rectoren vorige week opriepen tot meer menselijkheid lieten ze niet alleen hun hart spreken, maar ook hun verstand: Het afnemen van menselijkheid kan gevaarlijke gevolgen hebben in onze samenleving.
Wanneer we anderen zien lijden, hebben we als mens twee opties: ons bekommeren om hun lot of onze blik afwenden. De eerste optie is makkelijker wanneer we controle ervaren over de situatie en we het gevoel hebben te kunnen helpen. Maar, wanneer er sprake is van onmacht of controleverlies, dan is er kans op onverschilligheid, of erger, dan keren we ons tegen het slachtoffer. "Heeft hij/zij de situatie zelf niet in de hand gewerkt? Míj zou dit toch nooit overkomen!" Deze gevoelens van onbegrip en minachting vormen de voedingsbodem voor dehumanisering, dat is, voor het zien van 'de Ander' als 'minder mens dan wij'. Er zijn in de sociale en psychologische wetenschappen honderden studies verricht naar de effecten van dehumanisering op hoe we 'de Ander' behandelen. De resultaten zijn ronduit beangstigend. Dehumanisering geeft een vrijgeleide om de Ander als minderwaardig te beschouwen en onze morele kaders bij te stellen tot het punt dat Universele mensenrechten niet langer gelden. Historische en actuele voorbeelden hiervan zijn legio.
We stellen vast dat vluchtelingen en migranten subtiel of minder subtiel ontmenselijkt worden: ze worden voorgesteld als onderdeel van (oncontroleerbare) vluchtelingenstromen en migratiegolven. En migreren zelf wordt als een te vervolgen crimineel feit beschouwd, getuige het gebruik van het woord 'illegaal' in plaats van 'mensen zonder papieren.' Daarnaast worden ze vaak voorgesteld alsof ze minder capaciteiten, daadkracht en subtiele emoties hebben dan niet-migranten en vinden sommigen het zelfs nuttig om een prijs op hen te plakken. Deze bewoordingen en beelden, die talrijk aanwezig zijn in de media, het politieke debat en publieke discours, brengen dehumanisering dichterbij - zeker voor diegenen die nooit de kans nemen of krijgen om de mens achter de vluchteling te ontmoeten. Want, ontmoetingen met de Ander ontkrachten vaker dan niet eerdere vooroordelen.
Zonder te ontkennen dat migratie een uitdaging vormt voor onze samenleving, mag dehumanisering geen onderdeel vormen van hoe we ermee omgaan.
Dehumanisering vormt de context om weinig vragen te stellen bij beleidsintenties die indruisen tegen het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zoals die van Theo Francken in het kader van de hervorming van het Europese migratiebeleid. En indirect creëert dit discours een klimaat waarin polarisatie welig tiert en actie en reactie elkaar haast onmiddellijk opvolgen. Zoals: explosieve tweets die nadien moeten rechtgetrokken worden, een praktijk van blaming-the-victim en het ontzeggen van emoties aan rouwenden bij het graf van een kind.
Bovenstaande gebeurtenissen zijn geen 'toevalligheden' of 'ongevallen' maar symptomen van een dehumaniserend discours. In dit licht is de oproep van de rectoren voor meer menselijkheid niet alleen hun volste recht, maar ook hun verdomde plicht. Elke beweging in de richting van ontmenselijking moet gestopt worden - stante pede.
Trouwens die brief van de rectoren, die ging over het feit dat de ouders van de doodgeschoten peuter om humanitaire redenen een verblijfsvergunning zouden moeten krijgen. Een volslagen begrijpbare en zeer redelijke oproep die op een verbazingwekkende manier werd beantwoord, je weet wel Theo Francken over een boemerang. Alsof dit een of ander 'vulgair' verzoek was geweest.
Bon, als je het niet gedaan hebt, lees de volledige oproep en teken.
Labels:
asielzoekers,
België,
dehumanisering,
racisme,
Theo Francken,
vluchtelingen
6.01.2018
Abonneren op:
Posts (Atom)