11.05.2011

voorstellen om uit het slop te geraken

Kameraden en vrienden,

om uit de crisis te geraken moeten we bezuinigen, besparen en langer werken. En vooral niet vast blijven hangen aan achterhaalde zaken zoals sociale zekerheid en pensioenrechten.

Dit krijgen we dagelijks op onze boterham, een hoop neoliberale dogmatiek. Het ACV en ABVV hebben een gemeenschappelijk 13-puntenplatform om uit de crisis te geraken.



Blinde herstructureringen, delocalisaties en massale ontslagen komen bovenop de gevolgen van de financiële crisis, die schade blijft aanrichten. Voor het ABVV en het ACV moet het Belgisch overheidstekort geleidelijk weggewerkt worden in het licht van de groeivooruitzichten, zodat de factuur niet naar de toekomstige generaties doorgeschoven wordt.
Bovendien weigeren wij dat de ontsporingen van het neoliberalisme nogmaals betaald worden door de werknemers en de sociaal gerechtigden want zij zijn het slachtoffer van een crisis die veroorzaakt werd door onverantwoord winstbejag. Wij zeggen dan ook neen tegen BLINDE BEZUINIGINGEN voor de werknemers en de sociaal gerechtigden. Omdat blind bezuinigen een deel van het probleem is, maar niet de oplossing ervan.
Bovendien vinden de vakbonden dat de oplossing voor het wegwerken van het overheidstekort gezocht moet worden in nieuwe inkomsten, eerder dan in het verlagen van de overheidsuitgaven.

ACV en ABVV eisen dan ook, in de eerste plaats in België, maar ook in Europa:

1. Kwaliteitsvolle jobs als resultaat van duurzame groei en een echte economische relance. Dit vereist een gecoördineerd beleid op Europees vlak.

2. Het behoud van de automatische indexering van alle lonen en sociale uitkeringen in België. Niet de index is het probleem, maar wel de hoge prijzen (energie, voedingsprijzen…).

3. Lonen en sociale uitkeringen als economische schokdempers die de koopkracht van de werknemers - de motor van onze economie en werkgelegenheid - op peil houden.

4. Het behoud van onze brugpensioenregelingen (die de gemeenschap minder kosten dan de werkloosheidsuitkeringen) en responsabilisering van de werkgevers die oudere werknemers blijven ontslaan.

5. Het behoud van tijdskrediet als instrument om een evenwicht te zoeken tussen werk en privéleven en als middel om extra jobs te creëren.

6. Het behoud van de huidige werkloosheidsuitkeringen, met inbegrip van de bestaande degressiviteit , als middel om inkomensverlies bij ontslag te verzachten.

7. De verplichting voor de werkgevers om alle werknemers die beschikbaar zijn (jongeren, niet-Europeanen, (zwangere) vrouwen, laag- of kortgeschoolde werknemers) een kans te geven op een job. Ook oudere werknemers die nog kunnen werken verdienen een kans.

8. Sterkere openbare diensten als onontbeerlijk instrument van herverdeling van de rijkdom. Dit betekent het behoud en zelfs de verbetering van het huidige aanbod. Dit valt niet te rijmen met stappen naar verdere privatisering .

9. Een doeltreffende en transparante regulering van de financiële sector, en de opheffing van het bankgeheim.

10. Een rechtvaardige fiscaliteit waarbij elke beroepsgroep op een correcte wijze en volgens draagkracht bijdraagt. Ook de financiële inkomens moeten correct belast worden (incl. meerwaarden). Vandaag betalen ondernemingen uiteindelijk slechts 11,8%. Dit is het resultaat van allerhande aftrekposten en vooral de notionele intrestaftrek. Deze laatste is al goed voor meer dan 5 miljard euro per jaar. Er moet gestopt worden met fiscale cadeaus aan de ondernemingen die geen werkgelegenheid of nieuwe investeringen creëren en dus moet de huidige notionele intrestaftrek weg.

11. We willen een taks op de financiële transacties , zoals voorgesteld door Europa, en een daadwerkelijke strijd tegen fiscale fraude.

12. De uitgifte van euro-obligaties om de aanvallen van de speculanten af te weren en de lidstaten toe te laten een economie in dienst van de werknemers aan te zwengelen door terugbetaling van hun leningen tegen correcte intrestvoeten.

13. Meer globaal, een Staatshervorming en een regeerprogramma die de solidariteit tussen mensen in stand houden en geen concurrentie tussen de werknemers invoeren.
Een beleid dat ongelijkheid organiseert tussen burgers en tussen inkomens leidt onvermijdelijk tot onrechtvaardigheid.

We willen geen samenleving waar enkel de sterksten kansen krijgen en waar de zwaksten een zeer groot risico op armoede lopen. België scoorde op die terreinen tot nu toe redelijk. We willen niet dat dit door een anti-sociaal beleid op het spel wordt gezet.

Geen opmerkingen: