7.24.2021

Gentse Kermis 1843

Beste vrienden, dit is het laatste weekend van wat de Gentse Feesten hadden moeten zijn. Speciaal voor de gelegenheid, het programma van een van de eerste edities van de Gentse Feesten.


In 1843 kon je eind juni vijf dagen genieten van de Gentse Kermis.


Op zaterdag 24 juni 1843 werd om acht uur 's avonds de Gentse Kermis feestelijk ingeluid met de grote klok van het Belfort. Tijdens de feesten mochten de koffiehuizen en herbergen de ganse nacht geopend blijven.


Op zondag 25 juni had 's morgens in de Troonzaal op het stadhuis de plechtige prijsuitdeling van het conservatorium plaats, waarbij er, dat spreekt voor zich, enkele stukken werden uitgevoerd door de leerlingen.


's Namiddags verenigden zich een dertigtal maatschappijen van handboogschutters uit verschillende steden en gemeenten van het land aan het stadhuis. Van het stadhuis trokken de maatschappijen in stoet met "vliegende vaandels" en geleid door de muziek van het Filharmonisch genootschap naar de gebouwen van de St.-Sebastiaanvereniging bij de Bijloke, waar de schieting plaats had. Er waren 169 schutters. Als eerste prijs werden twaalf lepels en vorken in zilver geschonken. Een maatschappij van Ledeberg kreeg een medaille voor de schoonste uitrusting; een maatschappij van Oudenaarde een medaille voor het grootst aantal deelnemers. De medaille voor de verst afgelegen vereniging ging naar een groep uit Pâturage (een Henegouws mijndorp, nu deelgemeente van Colfontaine).


's Namiddags kon je voor ringspelen en wedlopen terecht in ‘de oude citadel’ (het Spanjaardenkasteel aan Sint-Macharius, aan de Sint-Baafsabdij).


In Sint-Denijs-Westrem kon je gaan kijken naar wedstrijden voor renpaarden.


's Avonds werd er op het St. Pietersplein op de mast geklommen. Je kon er ook genieten van, kosteloos, toneel. De maatschappij Broedermin en Taalijver bracht "Jacob van Artevelde", een historisch drama in drie bedrijven door H.. Van Peene en "Juffrouw Grégoire of de Waardin uit de Pijnappel", zangspel in twee bedrijven.


Op maandag 26 juni werden door het Weldadigheidsgesticht 3000 tarwebroden aan de armen uitgedeeld.


's Namiddags was ·het nu de beurt aan de kruisboogschutters van St. Joris om aan het stadhuis de prijzen in ontvangst te nemen en daarna in stoet op te stappen naar hun lokaal op de Nieuwe Wandeling, waar de wedstrijden plaats hadden.


's Avonds was er in het Casino op de Coupure een prachtig feest: een concert door een harmonie, verlichting van de gebouwen en tuinen, een prachtig vuurwerk en een bal. De toegang tot het Casino bedroeg drie frank, waardoor dit feest enkel toegankelijk was voor de begoede burgerij. Ook de Kouter was prachtig verlicht; 's avonds had er een volksdansfeest plaats.


Ter illustratie een foto van het Gentse Casino, aan de Coupure (ter hoogte van oude veeartsenijschool, aan het huidige Casinoplein).


Op dinsdag 27 juni hadden te Sint-Denijs-Westrem opnieuw wedstrijden voor renpaarden plaats; 's namiddags hadden er volksvermakelijkheden plaats op de Vrijdagmarkt.


's Avonds gaf de Filharmonie in het lokaal van St. Joris op de Nieuwe Wandeling een concert en steeg een luchtballon op. De toegang was twee frank. 's Avonds laat gaf de zangmaatschappij Orpheus een Venetiaanse serenade op de Coupure: ze voerden koorzangen uit op verlichte vaartuigen versierd met vlaggen en wimpels.


In de zaal Rhetorica in de Parnassusberg op de Houtlei kon je op zondag, maandag en dinsdag naar een deftig bal.


De Gentse Kermis werd, op woensdag 28 juni, spectaculair afgesloten met een steekspel op het water van het Dok.


Beste vrienden, laat ons eerlijk zijn, dit klinkt geweldig. Spektakels op het water, dat zou vandaag nog veel volk trekken. Nu ja, we weten wat ons te doen staat. Vaccineren, zorgen dat de rest van de wereld een vaccin kan bemachtigen, de richtlijnen volgen, een beetje ons best doen en geduld hebben en voor je het weet is het terug vollenbak Gentsche Fieste. In tussentijd houden we het veilig en gaan we er ene schellen op een terras.


Deze tekst komt uit Ghendtsche Tydinghen in 1973. De oorspronkelijke tekst van M. Steels werd onder handen gepakt door Harko Vande Loock.


Dit en nog veel meer Gentse geschiedenis verschijnt in Ghendtsche Tydinghen. Voor slechts €20 valt dit tweemaandelijks in uw brievenbus. http://www.ghendtschetydinghen.be/abonnementen.html

7.20.2021

overstroming in Gent in 1872

Op deze dag van nationale rouw denken we aan al die mensen die zo veel verloren hebben. Een ramp van een dergelijke omvang is bloedstollend. We denken aan de slachtoffers, hun nabestaanden, alle mensen die hebben en houden verloren hebben. 


Het leek ons interessant om in onze Gentse geschiedenis te kijken naar overstromingen. Een stad die onlosmakelijk verbonden is met het water heeft ook vaak strijd moeten leveren tegen het water. 


In december 1872 werd Gent bijzonder hard getroffen.


Op 7 december schrijven de kranten "Het wil niet ophouden van regenen. Alhoewel onze stad tot nu toe van overstroming bevrijd is gebleven, toch hebben reeds veel bewoners door het water te lijden". 

 

Op 13 december begint het over te lopen. "Het heeft gisteren niet opgehouden te regenen. In de wijk Nieuwbrug staan verschillende straten onder water. De Tichelrij staat gedeeltelijk onder water evenals de Chartreuzenstraat. Ook de Sint-Annawijk lijdt van overstromingen. Hoven en weiden gelegen tussen de Priesterstraat en de Oude Sassepoort vormen slechts een uitgebreid meer. De steenkolen  kunnen langs de bevaarbare waterwegen Gent niet meer bereiken."

 

Op 14 december: "Deze nacht is het water nog geklommen. Het zijn juist de werklieden, reeds beproefd  door het stilvallen van de fabrieken, die het meest door het water te lijden hebben, daar de lage gedeelten van de stad het meest bewoond wordt door de arbeidersklas." De Gazette van Gent stelt vast, dat er in de arme wijken geen voetpaden zijn aangelegd en vraagt "Waarom heeft men de kleine wijken aldus verwaarloosd?'' Veel fabrieken liggen stil: de Gentsche Vlasfabriek, de fabriek De Smet-Guequier op de Oude Vest, Van der Heyden op de Muinkkaai, Rey op Ledeberg, Lousbergs op de Reep, de Lieve. 

 

Op 15 december: "Het verergert nog altijd. De ganse wijk van het H. Kerst, de Dok, de Metselaarsstraat; de Reke, de wijk van Sint-Anna, de Leiekaai, Terplaten, de Zilverstraat, Molenaarsstraat, Hoogstraat, Begijnengracht, een gedeelte van Akkergem staan onder water. De fabriek Voortman op de  Vogelenzangkaai ligt stil."

 

En op 16 december wordt het: "Het water is nog geklommen. In veel straten staat het water twee, drie tot vier voet hoog. De balken, welke de stad heeft gelegd, drijven weg. Veel werklieden bezitten niets meer om eten. te kopen, daar ze de ganse week niet hebben gewerkt. Het Bestuur van de Burgerlijke Godshuizen heeft het oud klein hospitaal aan Sint-Jacobs ter beschikking van de overstroomden gesteld. De landerijen en weiden rond de stad staan zeer diep onder water. Ze lijken een zee. Men heeft reeds lijken van koeien opgevist. Het groot begijnhof lijkt een uitgestrekt meer. Het Burgerlijk Hospitaal is gedeeltelijk overstroomd. Geheel de Ottogracht en een deel van de Baudeloostraat staat onder water; het atheneum is gesloten. Op de Sleepstraat staat het water vanaf het Sluizeken tot aan het Heilig Kerst. De Oude Veemarkt lijkt een rivier. In de zwemschool Dossche staat het water tot aan het dak van de cabines." 

 

Op 19 december begint het water gelukkig te dalen, weliswaar zeer langzaam. Op 21 december heropenen de eerste fabrieken. De noodlijdende bevolking moest in grote mate een beroep doen om 'de liefdadigheid'. Steenkolen, dekens, geld, brood en aardappelen  werden uitgedeeld. Verschillende kranten deden een beroep op de vrijgevigheid van de rijkere burgers van de stad.



Deze overstroming zal een bijkomend argument zijn voor de grote saneringswerken, die o.m. leiden tot de demping van kleinere waterlopen, zoals de Nederschelde.



Dit en nog veel meer Gentse geschiedenis verschijnt in Ghendtsche Tydinghen. Voor slechts €20 valt dit tweemaandelijks in uw brievenbus. http://www.ghendtschetydinghen.be/abonnementen.html

7.19.2021

Gentse Zomerkermissen

Een jaar zonder Gentse Feesten.
Een jaar zonder Gentse Feesten, maar mét knaldrang, een zomerfoor en kleinschalige optredens van onze Gentse cultuurhelden.

Het voelt als een breuk met onze lange en fiere Gentse traditie. Maar wist je dat de Gentse Feesten nog zo lang niet bestaan?


In de eerste helft van de negentiende eeuw vierde men geen Gentse Feesten maar een hele reeks wijk- of parochiekermissen. 







Er bestond een waarachtig kermisseizoen dat in volle zomer (14 juli) begon en zo maar eventjes drieënhalve maanden besloeg, met acht kermissen gespreid over die periode. Blijkbaar slaagden sommige feestneuzen erin van de ene kermis naar de andere te trekken en dat zo lang uit te houden.

Sint - Baefs (vanaf 14 juli)

Sinte - Anne (vanaf 28 juli) 

Heylig - Kerst (vanaf 4 augustus)

Sinte - Pieters (vanaf 18 augustus)

Sint – Nicolaes (vanaf 15 september)

Sint - Michiels (vanaf 29 september)

Akkergem (vanaf 14 oktober)

Sint - Jacobs (vanaf 27 oktober)


Deze zomerkermissen liggen allemaal in het ‘goeie seizoen’. Ook de uitlopers naar oktober mogen we daarbij rekenen. Dat was immers de ‘Slachtmaand’: de tijd waarin het vet gemeste varken feestelijk voedsel mocht leveren. Het Gentse ‘kermisseizoen’, om het zo te noemen, startte dus op 14 juli en duurde de hele zomer en nazomer lang. Dat was de enige periode van het jaar waarin voedsel (meestal) overvloedig voorradig was. Niet slecht gezien. Het is alsof een moderne feestenmanager er zich mee bemoeide.



 Dit en nog veel meer Gentse geschiedenis verschijnt in Ghendtsche Tydinghen. Voor slechts €20 valt dit tweemaandelijks in uw brievenbus. http://www.ghendtschetydinghen.be/abonnementen.html

7.13.2021

Marcel De Meyer

 Progressief priester Marcel De Meyer, voormalig pastoor van de Gentse Sint-Antoniuskerk, is overleden.

De pastoor en bezieler van de "regenboogkerk", met Filipijnse missen, Vlaams-Congolese missen, die open stond voor asielzoekers, die zijn pastorie opende voor noodlijdenden, die eten serveerde in de kerk na de zondagsmis. Een bijzonder vriendelijk man, een echte priester voor het gewone volk. 

Naast pastoor van Sint-Antonius en Sint-Macharius was hij van 2013 tot 2016 ook dienstdoend zondagspastoor van Sint-Anna en Onze-Lieve-Vrouw Presentatie.

Na zijn emeritaat verhuisde hij naar Moeskroen, waar hij in een kangoeroewoning ging wonen met een gezin dat jaren bij hem in de pastorij had gewoond. Daar overleed hij gisteren. 



 Meer bij kerknet

Blijven Plakken (Stam) over de regenboogkerk.

Marcel De Meyer zelf, samen met Demir Ali Köse.

Marcel De Meyer, samen met Marc Loos.

7.02.2021

"From our birthday, until we die, is but the winking of an eye"

 


While still I may, I write for you
The love I lived, the dream I knew.
From our birthday, until we die,
Is but the winking of an eye;
And we, our singing and our love,
What measurer Time has lit above,
And all benighted things that go
About my table to and fro,
Are passing on to where may be,
In truth's consuming ecstasy,
No place for love and dream at all;
For God goes by with white footfall.
I cast my heart into my rhymes,
That you, in the dim coming times,
May know how my heart went with them
After the red-rose-bordered hem.





Uit het gedicht 'To Ireland in the Coming Times' van de Ierse dichter W.B. Yeats (1865 - 1939). Lees het volledige gedicht bij the Poetry Foundation.