Posts tonen met het label extreem-rechts. Alle posts tonen
Posts tonen met het label extreem-rechts. Alle posts tonen

9.12.2025

Charlie Kirk

Wederom een politieke moord in de VS. 

C.K. was een fascist die geld verdiende aan haat zaaien. Hij zaaide haat tegen andersdenkenden, tegen links, tegen activisten, publiceerde lijsten met en eiste het ontslag van progressieve proffen en docenten, hij ijverde voor homofobe en transfobe maatregelen, verspreidde ongebreideld racisme, ijverde voor de oprichting van concentratiekampen en deportaties. Hij pleitte voor ongebreidelde toegang tot vuurwapens, ongeacht de mentale toestand van de koper.

Enkele van zijn ronduit walgelijke uitspraken: 

 


 We weten absoluut nog niets over de dader(s). 

 

Wie haat zaait, zal haat oogsten. Moord is verschrikkelijk. En de maatschappij moet er alles aan doen om moorden te stoppen. CK voerde gericht actie tegen elke vorm van wapenbeperking. CK voerde gericht campagne voor het Trumpregime, die de afgelopen periode heel sterk bespaarde en snoeide in de FBI, een instantie die politiek geïnspireerd geweld moet opsporen en verhinderen. Extreemrechts gebruikt deze moord nu al om meer haat te zaaien en om geweld tegen tegenstanders te promoten. 

Enkele reacties: 

 


‘Full of Shit’: Ilhan Omar Dismisses Republican Attacks of the Left After Kirk Killing by Mehdi Hasan

The Minnesota Congresswoman joins Mehdi to talk about her War Powers resolution to prevent Trump from launching drone strikes without congressional approval.

Read on Substack


 

 

 

 

 

8.25.2025

"Organiser la riposte face à l’internationale réactionnaire & la montée de l’extrême droite en Europe"

 La France Insoumise kwam dit weekend samen voor AMFIS2025, de zomeruniversiteit van links Frankrijk. 

Ik kan de zeer interessante uiteenzettingen en debatten ten zeerste aanraden. 

Zoals deze, een debat over extreem-rechts, met Europarlementslid Marc Botenga, van PVDA, Malin Björk, voormalig Europees parlementslid van Vänsterpartiet uit Zweden, Martin Schirdewan, van Die Linke en Manon Aubry, van La France Insoumice en co-voorzitter van GUE-NL, de linkse fractie in het Europees parlement. 

 

 

 

 

5.19.2025

Wat is er aan de hand met jonge mannen?

 Arjen Lubach bracht deze week een uitstekende reportage over mannen, mannelijkheid en de manosfeer. 


2.23.2025

"Erasing History"

Op deze fraaie zondag een reportage van Democracy Now! over de extreem-rechtse aanval op onderwijs en dan vooral geschiedenisonderwijs. Aan het woord komt professor Jason Stanley met zijn publicatie "Erasing History: How Fascists Rewrite the Past to Control the Future."

9.13.2024

Evangelie en extreem-rechts gaan niet samen

Extreem-rechts is nogal geobsedeerd door "onze godsdienst". Vaak gaan ze doen alsof ze 'gelovig' zijn, alsof ze "zeer gelovig" zijn. In België, in Frankrijk, in Nederland, maar zeker ook in de VS heeft extreem-rechts zelfs een onomwonden godsdienst-obsessie. 

Een forse tegenstem komt er van de Verklaring Evangelie en extreem-rechts gaan niet samen. Deze Nederlandse verklaring is opgesteld door een groep van predikanten in samenwerking met de stichting Micha Nederland. 

 


 

Evangelie en extreem-rechts gaan niet samen

In de afgelopen jaren is extreem-rechts gedachtegoed door heel Europa sterker geworden. Politieke partijen met dit gedachtegoed hebben verkiezingen gewonnen en nemen deel aan regeringen. Dat geldt voor zowel Nederland als voor andere Europese landen. In Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk hebben meerdere kerkleiders hier duidelijk stelling tegen genomen. Hun boodschap luidt steeds dat het evangelie niet samengaat met extreem-rechts gedachtegoed en extreem-rechtse politiek. In Nederland overheerst tot nu toe de stilte vanuit kerkelijk leiderschap. In deze verklaring klinkt voluit het geloof dat alle mensen gelijkwaardig zijn, zowel voor Gods aangezicht als in de samenleving. Wij vinden dat de kerk nu stelling moet nemen. Daarom roepen wij christelijk Nederland op deze verklaring te onderschrijven.

 

Wij, ondergetekenden, spreken ons hierbij uit over het volgende:

 

1 | Menselijke waardigheid behoort tot de kern van het christelijk geloof.

Wij geloven dat alle mensen door God gewild, geliefd en gekend zijn. Gods Koninkrijk is een veelkleurig Koninkrijk, bedoeld voor elke stam en elke taal. Alle mensen zijn gelijkwaardig. We kunnen en willen geen onderscheid maken tussen de ene of de andere groep mensen.

Op dit moment wordt er over grote groepen mensen in Nederland gesproken alsof zij minderwaardig zijn. Dit blijkt onder andere uit het reduceren van groepen mensen tot een enkel kenmerk (zoals ‘gelukszoeker’ of ‘hoofddoekje’). We doen mensen geen recht als we ze typeren aan de hand van hun afkomst, religie, huidskleur, omstandigheden of cultuur.

Ook de niet-menselijke metaforen (zoals ‘tsunami aan vluchtelingen’ of ‘roedel’) die regelmatig gebruikt worden zijn dehumaniserend.

 

2 | Een christelijke levensovertuiging kan onmogelijk samengaan met een extreem-rechtse ideologie.

Bij ideologieën van extreem-rechtse (politieke) partijen worden witte, westerse ‘volken’ gezien als superieur aan andere ‘volken’, waardoor mensen afkomstig uit andere ‘volken’ niet dezelfde rechten toekomen. Wij/zij-denken en hoger/lager-denken staat haaks op het evangelie van Gods liefde voor álle mensen zonder enig onderscheid.

Politieke partijen als de PVV en FVD stellen dat de superioriteit van westerse landen mede te danken is aan onze christelijke of joods-christelijke erfenis. Verschillende politici zeggen te willen strijden voor het behoud van de joods-christelijke cultuur, waarbij het volgens hen nodig is om (de culturele gedragingen van) niet-westerse migranten te weren. Maar juist het beroep op deze vermeende joods-christelijke erfenis versmalt onze naastenliefde tot slechts het omkijken naar het eigen ‘volk’. Hierdoor worden niet-westerse groepen, en in het bijzonder moslims, neergezet als tweederangs burgers. De naam van Christus wordt hiermee misbruikt.

 

3 | Onze roeping tot naastenliefde is onbegrensd

In een individualistische samenleving en in tijden van bestaansonzekerheid (met reële problemen zoals de woningnood en de groeiende moeite voor veel huishoudens om rond te komen) verleiden sommige politici mensen om als eerste en vooral hun eigen nood te zien. Toch moeten wij niet alleen willen opkomen voor onze eigen belangen. Als christenen zijn we geroepen om God lief te hebben boven alles en onze naasten als onszelf. Alle mensen zijn elkaars naasten, ongeacht afkomst, religie, huidskleur, omstandigheden of cultuur, omdat we allemaal naar Gods beeld zijn geschapen.

Het idee van ‘eigen volk eerst’ gaat ten koste van andere mensen en dat sluit niet aan bij de houding die wij willen aannemen ten opzichte van armoede, onrecht of uitsluiting. De Bijbelse boodschap is radicaal: een leven als volgeling van Jezus is onlosmakelijk verbonden met een bewogen hart voor de mensen die in deze wereld uitgesloten of achtergesteld worden. Wanneer wij nalaten om hiernaar te leven, geven wij met onze houding en ons handelen een vertekend beeld van Gods liefdevolle bedoeling voor alle mensen, en werken wij Gods Koninkrijk tegen.

 

4 | Gemakzuchtige politiek is schadelijk en het is belangrijk om ons daartegen te verzetten.

Sommige politieke partijen creëren de laatste jaren opzettelijk onrust door onwaarheden te vertellen. Hierdoor is er in onze samenleving een voedingsbodem ontstaan voor haat en uitsluiting, vanuit een gevoel van angst of onvrede. Maar zo willen wij niet naar elkaar en naar de wereld kijken.

Sommige politici willen complexe politieke uitdagingen oplossen (zoals het huizentekort en de uitdagingen rondom migratie) door bepaalde groepen mensen als zondebok aan te wijzen. Vervolgens stellen zij aanlokkelijke en opnieuw te simpele oplossingen voor (bijvoorbeeld grenzen sluiten), die de problemen op geen enkele manier daadwerkelijk kunnen oplossen. Natuurlijk zouden we allemaal wel willen dat het inderdaad zo simpel is. Maar het is niet reëel en het gaat voorbij aan het feit dat de uitdagingen van onze tijd complex zijn en de manieren om daarmee om te gaan vragen om meer wijsheid, diepgang en nuance. Politici verergeren zo het lijden van mensen door de complexiteit van de problemen niet serieus te nemen.

 

5 | Christelijke leiders mogen niet zwijgen over extreem-rechts.

In Duitsland, Engeland en Frankrijk spraken leiders van landelijke kerkverbanden zich onlangs uit tegen extreem-rechts gedachtegoed. Dat leiders van Nederlandse kerkverbanden daarentegen zwijgen, draagt bij aan de normalisatie van extreem-rechtse denkbeelden, ook binnen de kerk. Bovendien doet het afbreuk aan de geloofwaardigheid van het evangelie.

Ook in lokale kerken mogen we niet nalaten om extreem-rechtse denkbeelden tegen te spreken, zeker nu steeds meer christenen deze ondersteunen. Wij geloven dat ongelijkheid, dehumanisering en racisme vormen van onrecht zijn waar de kerk zich in de meest heldere taal tegen moet verzetten.

Bovendien moeten we ook kritisch naar onze geschiedenis kijken. Onlangs in een verklaring heeft de PKN beleden dat ze voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog tekort schoot “in spreken en in zwijgen, in doen en in laten, in houding en in gedachten”. Mogen de lessen van het verleden richtingwijzers zijn voor de toekomst.

 

6 | De profetische stem mag niet verstommen uit angst voor polarisatie.

Wij geloven dat het essentieel is om stelling te nemen voor gerechtigheid, ook als dat leidt tot moeilijke gesprekken binnen de kerk. Gerechtigheid vraagt om stellingname; zoals we nu weten vanuit het verleden, bij onrecht zoals discriminatie kunnen we niet ontwijkend in het zogenaamd neutrale midden blijven staan.

Ons geloof in Christus dringt ons om stelling te nemen vóór de gelijkheid en gelijkwaardigheid van alle mensen. Daarom kiezen wij ervoor om de profetische stem niet te laten verstommen, maar om onze geloofsgemeenschappen te laten fungeren als oefenplaatsen voor de noodzakelijke gesprekken over racisme en discriminatie. Opdat ons evangelie haar kracht niet verliest en smakeloos wordt!

 

5.31.2024

Wij zijn bezorgd


 

 

Wij zijn bezorgd

Wanneer in verkiezingen de menselijke waardigheid op het spel staat

Met het oog op de komende Europese, nationale en regionale verkiezingen maken wij ons als christenen uit diverse tradities ernstig zorgen over recente politieke ontwikkelingen. Wij, ondergetekenden, willen deze bezorgdheden uiten en met u delen.

  1. Wij zijn zeer bezorgd omdat een extreem rechts discours niet langer beperkt blijft tot extreme partijen, maar in de programma’s en praktijk van bijna alle partijen insijpelt. Het is een neerbuigend discours dat migranten, mensen met een migratieachtergrond en mensen aan de onderkant van de samenleving minacht of tot zondebok maakt.
  2. Wij zijn zeer bezorgd over politieke programma’s en beleidsvoorstellen waarin een ongelijke behandeling wordt voorgesteld van mensen met een migratieachtergrond. Wij zijn in dit verband bijzonder bezorgd over de misleiding van ‘het eigen volk’: alsof een beter sociaal beleid (onder meer inzake sociale huisvesting en arbeid) vereist dat men de sociale rechten van mensen met een migratieachtergrond zou moeten beperken.  Hun reële bijdrage tot de economie wordt daarbij op onrechtvaardige wijze genegeerd, ondanks het feit dat zij bijdragen tot de economie (zij oefenen onmisbare beroepen uit) en tot de staatsfinanciën (zij betalen belastingen en bijdragen tot de sociale zekerheid). Eveneens verwerpen wij de intrekking van subsidies aan verenigingen van migranten of verenigingen die mensen met een andere cultuur of godsdienst een rechtmatige stem geven.
  3. Wij zijn ten zeerste bezorgd over de samenwerking en netwerking tussen extreem rechtse partijen in Europa met het oog op een terugkeer naar een eng nationalisme, meer autoritaire macht, een verdere verzwakking van het parlement en een aantasting van de onafhankelijkheid van het gerecht.  In dit verband verwerpen wij de samenwerking in bepaalde kringen met autoritaire regimes die mensenrechten schenden en die ernaar streven om Europa te verdelen, de Europese waarden te ondermijnen en de vrije meningsuiting en persvrijheid aan banden te leggen.
  4. Wij maken ons ernstig zorgen over de wijze waarop standpunten die niet in de lijn liggen van het extreem rechtse gedachtengoed, worden bestreden. In het bijzonder maken wij ons zorgen over aanvallen, bedreigingen en laster ten nadele van mensen die hun stem durven te verheffen of kritiek te uiten. Wij zijn bezorgd over aanvallen tegen dichters, kunstenaars en muzikanten omdat hun  culturele expressies niet in overeenstemming worden geacht met een eng gedefinieerde nationale cultuur.
  5. Wij zijn verontrust over de invloed van en propaganda voor extreem rechtse ideologieën zoals de “omvolkingstheorie” die aanleiding kan geven tot  (massa)deportaties.   Wij maken ons zorgen over de groeiende kloof tussen de politieke partijen en de burgers. Het probleem van onze samenleving is inderdaad niet alleen extreem rechts. Meer en meer burgers zijn hevig ontstemd over de gang van zaken en voelen zich politiek in de steek gelaten. Wij begrijpen dat zij overwegen om als reactie een proteststem aan extreem rechts te geven.  Deze mensen bekritiseren heeft geen zin. Men moet de oorzaken van het probleem wegnemen. Politieke partijen en politici moeten meer naar de mensen luisteren en hun ervaring als burgers ernstig nemen. Zij moeten concrete en zinvolle stappen zetten naar een meer rechtvaardig beleid dat rekening houdt met de reële problemen en noden van de bevolking.
  6. Wij zijn tenslotte bijzonder verontwaardigd over de wijze waarop extreem rechtste partijen zich opwerpen als verdedigers van een zogenaamde “christelijke cultuur” , terwijl hun ideologie en praktijk regelrecht in tegenspraak zijn met het Evangelie.

Met het delen van deze bezorgdheden willen wij onze verantwoordelijkheid opnemen en wijzen op het feit dat de universaliteit van de menselijke waardigheid en de fundamenten van de democratie op het spel staan.

Tijdens de komende Europese, nationale en regionale verkiezingen staat inderdaad veel op het spel: mensenrechten, een op grondrechten gefundeerde democratie en het respect voor de menselijke waardigheid van migranten, mensen met een migratieachtergrond en mensen aan de onderkant van de samenleving. Met hoogdringendheid vragen wij aan alle medeburgers om goed na te denken vooraleer hun stem uit te brengen. Wij raden hen aan om niet alleen rekening te houden met mooi klinkende verkiezingsbeloften, maar ook en vooral met wat werkelijk in partijprogramma’s wordt voorgesteld, alsook met het reëel stemgedrag in parlementen van partijen en individuele verkozenen tijdens de voorbije jaren. Bij dit alles vragen wij oog te hebben voor de achterliggende mensvisie.

Wij vragen met aandrang dat burgers in geweten zouden beslissen om nooit hun stem te geven aan programma’s, politici of partijen van wie de visie of praktijk bijdraagt tot een uitholling van de menselijke waardigheid en van de fundamentele waarden van de Europese samenleving.

Heel in het bijzonder richten wij ons tot medechristenen. Wij roepen hen op om zich te verzetten tegen het ideologisch misbruik van verwijzingen naar ‘christelijke waarden’ of ‘christelijke cultuur’.  Wij hopen dat het “ja” van christenen aan Gods menslievendheid die zij in Christus herkennen, ook een engagement wordt voor een rechtvaardige en menswaardige politiek. Concreet betekent zo een “ja” ook een “neen” aan politieke partijen of personen die de fundamentele waarden van het Evangelie aantasten. Ook een “ja” dat een “neen” is aan de criminalisering van solidariteit met kwetsbare mensen.
Wij nodigen leden van andere godsdiensten en levensbeschouwingen uit om vanuit hun inspiratie een gelijkaardige keuze voor menselijkheid te maken.

Alleen door een moedige houding van verzet tegen onmenselijkheid kan in deze turbulente tijden het politieke tij worden gekeerd.

 

Ondertekenaars

Daniël Alliet en Marcel Cloet, House of Compassion, Brussel
D.S. Douwe Boelens en Marc Van Tente namens de Oecumenische Overleggroep Pastores en Predikanten Brussel
Roger Burggraeve, emeritus hoogleraar KU.Leuven
Dirk De Ceulaer, ere-algemeen directeur HUBrussel en Odissee
Peter De Mey, gewoon hoogleraar KU.Leuven
Ria Dereymaeker, vormingsmedewerker vicariaat Brussel
Johan De Tavernier, emeritus hoogleraar KU.Leuven, voorzitter CCV.
Annemie Dillen, gewoon hoogleraar KU.Leuven
Theogène Havugimana Ph.D, directeur Missio
Lieve Herijgers, directeur Broederlijk Delen
Bénédicte Kusendila, bewegingsmedewerker vredesspiritualiteit
Johan Leemans, gewoon hoogleraar KU.Leuven
Katelijne Malfliet, emeritus hoogleraar KU.Leuven
Martijn Steegen, hoofdpastor Universitaire Parochie KU.Leuven
Johan Temmerman, hoogleraar Faculteit voor Protestantse Theologie en Religiestudies, Brussel
Koen Trappeniers, directeur Welzijnszorg
Ine Van Den Eynde, docent ethiek, Thomas More Hogeschool Kempen
Didier Vanderslycke, maatschappelijk assistent, priester
Toon Vandevelde, emeritus hoogleraar KU.Leuven
Wim Vandewiele, docent KU.Leuven
Johan Verstraeten, emeritus hoogleraar KU.Leuven, voorzitter NRV

 

1.21.2024

neofascisten en Tolkien

De Weekly Worker, het weekblad van de Communist Party of Great Britain publiceerde een zeer lezenswaardig stuk over het werk van JRR Tolkien. Het stuk gaat in op de 'neofascistische interpretaties' en bestudeert linkse interpretaties van het universum van De Hobbit en de Lord of the Rings.  



 “Hey, you ever read Tolkien? You know, the hobbit books? His descriptions of things are really good … makes you want to be there.”

 

So goes a throwaway line in Rian Johnson’s first film, Brick, released a few years after Peter Jackson’s grand trilogy of film adaptations of the Lord of the rings. They are spoken by Lukas Haas as ‘The Pin’, the leader of a drug gang in Orange County, as he gazes into a winter sunset over the Pacific Ocean; The Pin is one of Johnson’s great inventions - a monster selling heroin to teenagers who retains a perfectly childlike, slightly nerdy naivety. For all the ink spilled, in academic and popular commentary, on JRR Tolkien’s work, he gets closest, it seems, to the enduring value of the thing, and its enduring appeal to a mass readership.

 

Other readings, of course, are available. One has achieved a certain notoriety since the election of Giorgia Meloni as prime minister of Italy. After World War II, Italian fascism regrouped, with the discreet and now notorious assistance of the western powers. Many of its adherents abandoned the heroic modernism of Benito Mussolini and its futurist antecedents; they turned, instead, to a more atavistic and anti-modern mode of thought. Julius Evola, ejected from the Fascist Party for extremism, became a hero. And so, after the publication of the Lord of the rings in the 1950s, did Tolkien. His combination of the heroic epic and the near-pantheistic pastoral inspired a generation of rightwing youth, to the point that several fascist-oriented cultural festivals took place in the early 1980s under the title Campo Hobbit (‘Camp Hobbit’). One of those young militants was a certain Giorgia Meloni, and her affection for these books seems undimmed.

 

 


 

 

It was not only the Italians. Tolkien became a big influence on the Norwegian black metal music scene of the early 1990s; and several of those bands swapped their initial adolescent satanism for a Norse-pagan orientation to neo-Nazism. Foremost among these was Kristian ‘Varg’ Vikernes, whose first band was called Uruk-Hai (a species of Orc), while his second was called Burzum (‘darkness’ in the Orcish ‘black speech’), and who went by the stage name, Count Grishnakh (an Orc captain). In an interview in the book Lords of chaos, which despite the far-right leanings of its author remains a crucial document of this bizarre phenomenon, he takes the exact opposite view to the Italian hobbit-campers:

 

We were drawn to Sauron and his lot, and not the hobbits, those stupid little dwarves. I hate dwarves and elves. The elves are fair, but typically Jewish - arrogant, saying, “We are the chosen ones.” … But you have Barad-dur, the tower of Sauron, and Hlidskjalf, the tower of Odin; you have Sauron’s all-seeing eye, and then Odin’s one eye … So I sympathise with Sauron.

 

There has not been any equivalent attempt on the left to coopt Tolkien. It is undeniably a harder task, for reasons we will discuss. Instead, controversy rages over whether Vikernes or Meloni have it right: the books present an irremediably racialised portrait of their world. On the face of it, there is plenty of evidence; there are the hobbits, of course - short, stocky Englishmen of a distinctly petty-bourgeois stamp; and the dwarves - prickly, niggardly and great geniuses of engineering (Scottish accents in the films); and the Men (Tolkien’s world is extremely male) - the greatest of heroes and the weakest to the temptations of power. Their allies are the quasi-angelic elves, and their enemies the monstrous and brutal Orcs. The nazgül, technically human antagonists throughout LotR, are described often as the ‘Black Men’. The good races are in the west; the evil in the east. So it goes on.

 

This may be the wrong angle to look at it, however: an analysis that owes more to the prior framing of Tolkien’s critics than the text as it stands. What is reactionary in the books has relatively little to do with race, but rather the genesis and architecture of the project as a whole. As to whether it can be saved for us: that will be a matter for our conclusion.

 

Biography and myth

 

In the high period of literary theory, there emerged a certain suspicion of biographical evidence in the analysis of texts; indeed, this was the crux of Marcel Proust’s objections to the otherwise forgotten critic, Charles Augustin Sainte-Beuve, which eventually metastasised into his vast novel. Yet books require authors; there is no Proust without Sainte-Beuve, and no ‘Middle Earth’ without the peculiar course of Tolkien’s life.

 

Born in South Africa, Tolkien was raised after his father’s death in the west Midlands countryside by his mother; after her death in turn, he was taken on her wishes into the care of a Birmingham priest, and remained a devout and conservative Catholic for the rest of his life. His family background was solidly middle class, and he attended a minor public school and then a Catholic grammar school. He nonetheless made it to Oxford, studying the classics and English. As for many of his generation, World War I proved a traumatic interruption; he fought at the Somme and, though he escaped unscathed in the end, almost all his close schoolfriends were extinguished in the slaughter on the western front.

 


 

 

He returned, at length, to academia, becoming a formidable scholar of language and literature in historical depth - the way it was done in what used to be called philology. He translated the great Anglo-Saxon epic Beowulf, and in time the seeds were planted for a very particular project: the invention, out of whole-cloth, of an alternative mythical tradition for England - a process he called mythopoeisis.

 

Parts of it were circulated in the Oxford academic scene. Most famously, an informal grouping called ‘the Inklings’ began to gather in the upper room of the Eagle and Child, an Oxford pub, to read to each other. Besides Tolkien, their most famous member was CS Lewis; but it could be a demanding audience (at yet another long reading of Middle Earth material, Hugo Dyson, famously lamented: “Not another fucking elf!”).

 

The first published portion of the Middle Earth mythos, The hobbit, began as stories he told his children; the Lord of the rings was written over nearly two decades. During that time, of course, a second world war was fought out, which would prove even more bloody than the first. His only part in the affair was as a code-breaker; and he remained cloistered at Oxford until his retirement, living the rest of his life in Bournemouth. In that time, his fiction had become enormously successful, but he did not take readily to fame and lived quietly until his death in 1973.

 

Tolkien’s biography, then, is one of a particular kind of upwardly mobile, middle class scion; a glancing blow at the colonies, a crooked course between rural and urban England, and a long career as a ferociously talented academic in a field that barely outlived him. When he was born, the British empire remained at roughly the greatest extent it would ever reach; when he died, it was just about gone altogether. He was less than a decade younger than the first practical machine gun, and matured just in time to see that weapon’s gruesome coming-out party up close. His day job of literary archaeology, and indeed his religious traditionalism, offered some escape from the industrial slaughter he had witnessed. Yet his books are documents of both, sometimes in sudden and jarring contrast, along with a profound, rather idealised love of nature and rural life. Faced with a choice between nostalgia and facing the horrors of 20th century warfare squarely, Tolkien picked both.

 

That perhaps accounts for the structural oddity of the books. They would, ironically, never make the cut as works of commercial fantasy today. They do not play by the rules which they are supposed to have invented. The hobbit and The fellowship of the ring are, in particular, extremely episodic. Guillermo del Toro, who was initially slated to direct the Hobbit films, defended his decision to make two pictures out of that one slender volume: there was, you see, a point in the middle where, if you open the book and lay it flat, you have two movies right there - one on the left and one on the right. That is true enough, but there are very many such points (indeed, Peter Jackson eventually stretched it out to three).

 

The heroes get into trouble, and rapidly out of it; peril alternates with rhapsodic description and long stretches of dwarven singing. It is, ironically, only after the killing of the dragon, Smaug - ostensibly the whole point of the affair - that any real, sustained narrative tension develops, when a fight rapidly brews over who gets to keep all that gold. (God is strangely absent from this devout writer’s works, but original sin is everywhere.)

 

One such ‘episode’ - the hobbit Bilbo Baggins’ discovery of a magic ring, which does not have any particular importance beyond giving its wearer the power of invisibility - is then given immense importance in its central role in the Lord of the rings. (Among the many dark arts of genre fiction, Tolkien can justly be credited with the invention of retconning.) This whimsical little MacGuffin suddenly became a demonic force with a mind of its own, which deliberately ‘found’ Bilbo as a way of returning to its master, the plainly Satanic Sauron, corrupting the souls of all who possess it.

 

Perhaps all this is the genius of the mythopoetic method. After all, epics revise each other; the sack of Troy in Homer’s Iliad propels Aeneas, at length, to western Italy, where his descendants can found Rome, per Virgil’s Aeneid. It may be difficult to remember whether Bilbo and his companions are accosted by trolls before or after Bilbo finds the ring; but then, casual readers of the Odyssey are unlikely to remember whether the Greeks encounter the Sirens or Circe first of all. Those epic poems, after all, are necessarily episodic, having likely been largely disseminated orally in chunks before being compiled into a longer text.

 

Accidentally or otherwise, Tolkien captures that mythic character well; and that contributes to the reader’s experience of being taken out of everyday experience - the great high that launched a million high-fantasy imitators over the ensuing decades. These are novels inasmuch as they are fictional narratives roughly the same size and shape as other contemporary examples. (As Randall Jarrell put it, “A novel is a prose narrative of some length with something wrong with it.”) Yet reading them is, in terms of narrative rhythm, far more familiar to readers of the ancient epics that were the staples of the classically-educated Oxford dons of Tolkien’s day.

 

Epic Pooh

 

This obstreperously backward-looking character naturally incurs the suspicions of leftist commentators. Paradigmatically, there is Michael Moorcock’s legendary essay ‘Epic Pooh’, which castigates several authors of high fantasy, of whom Tolkien is unquestionably the greatest (and takes up the largest part of Moorcock’s attention). His title indicates his starting point - that the authors he discusses write in an infantilising fashion, imposing childishness on the reader:

 

The sort of prose most often identified with ‘high’ fantasy is the prose of the nursery room. It is a lullaby; it is meant to soothe and console. It is mouth-music. It is frequently enjoyed not for its tensions, but for its lack of tensions. It coddles; it makes friends with you; it tells you comforting lies.

 

Moorcock directs many barbs Tolkien’s way - he delights in the unintentional humour of words being taken “seriously, but without pleasure”, mischievously citing the wonder of the Shire hobbits at Frodo’s decision to “sell his beautiful hole”. But, above all, his Tolkien is an English petty bourgeois; his anti-urban outlook is inseparable from the fear of the mob by

 

a fearful, backward-yearning class for whom ‘good taste’ is synonymous with ‘restraint’ (pastel colours, murmured protest), and ‘civilised’ behaviour means ‘conventional behaviour in all circumstances’. This is not to deny that courageous characters are found in The lord of the rings, or a willingness to fight Evil (never really defined), but somehow those courageous characters take on the aspect of retired colonels at last driven to write a letter to The Times and we are not sure - because Tolkien cannot really bring himself to get close to his proles and their satanic leaders - if Sauron and co are quite as evil as we’re told. After all, anyone who hates hobbits can’t be all bad.


 

 

Moorcock’s essay is brilliant, above all for being wickedly funny, and for coming from a partisan position in favour of a widely derided genre of fiction. He is, of course, a fantasy writer himself, and perhaps justly concerned that the torrent of Tolkien imitations which began in the 1970s were giving everyone a bad name. I think he misses the genius of Tolkien, however, because he cannot really understand why anyone would idealise a lost rural idyll - for him, it is always a matter of an atavistic childishness, the return to the hundred-acre wood - “the woods that are the pattern of the paper on the nursery room wall”. He rejects the idea that modernity, with its attendant urbanisation, denies access to the countryside - after all, can the Londoner not get a train in any direction and end up somewhere wild and beautiful?

 

This seems both to get the point and somehow by doing so to miss it completely. The Shire - which takes up perhaps a hundred pages between The hobbit and The lord of the rings - is a portrait of a society, not a landscape. It is one thing to spend a couple of hours on a sunny Saturday admiring the South Downs - I did it many times when I lived in the capital - but another thing to farm it. The woods on the nursery wallpaper are the negative image of the alienation of mass capitalist society. Those who find Tolkien’s picture too twee can consult the sombre history in folk songs and other popular art of the trauma of the enclosures and the herding of people into cities to be near-enslaved by mill-owners, or of the Irish masses scattered to all the corners of the earth by the great famine. The historical-theoretical record is known to Marxists from the long chapter in Capital on ‘primitive accumulation’.

 

Grim darkness

 

There is more to Tolkien’s critique than that, however. His ‘mobs’ - most obviously the uruk-hai - are themselves manufactured, and manufactured specifically to kill. The morbid feats of ingenuity of Saruman - Gandalf’s wizard superior whose treachery occupies much of the first half of the Rings - are bought at the price of vast ecological devastation, the clear-cutting of forests and poisoning of rivers. (The quite horrifying portrait of Saruman’s war factories is one of the few things Peter Jackson’s movie trilogy gets very right about the novels.) Modernity, for Tolkien, is no mere aesthetic matter - of snapdragons being displaced by smoke-belching furnaces. There is an intimate and indissociable relation between the gleeful destruction of nature and mechanised warfare - of the sort that Tolkien saw first-hand on the western front in 1916, and which unfolded as he wrote in 1939-45.

 

And so, parallel to the urban-rural distinction, Tolkien mobilises another opposition - between the modern methods of total military mobilisation and a pre-modern vision of military virtue, itself not quite ancient and not quite medieval. It is as if Odysseus, Beowulf and Sir Gawain were to find themselves at the front in the Somme.

 

It will not be too much of a spoiler to note that in the end the heroes of old triumph against the products of the war machine. Yet the tone is not triumphalist, but elegaic. Gandalf, and other immortals, never doubt that their struggle represents the end of an age, after which they must finally depart and make way for the ‘age of men’, and so it proves. The strange episode of ‘the scouring of the Shire’, right at the novel’s end, in which Saruman repeats his economic violence in the hobbit heartlands, indicates what that future may hold. Tolkien, then, is too much of a romantic to suppose that there is any reason that we will get back to the nursery room and, whatever his lies are, they are not comforting.

 



 

 

It is this that makes him great, and the likes of Terry Brooks and David Eddings intermittently enjoyable trash. The fashion in high fantasy shifted in the 1990s, after the success of George RR Martin’s A game of thrones, in a darker direction - the word ‘grimdark’ has ended up being thrown around a lot. (It comes from the science-fiction-Tolkienesque tabletop wargame Warhammer 40,000, whose tagline once read: “In the grim darkness of the far future, there is only war.”) The differences between Martin’s work and Tolkien’s need hardly be mentioned. Yet the ‘grimdark’ turn in high fantasy is less anti-Tolkienesque (as was the case with China Miéville’s breakthrough novels) but revisionist-Tolkienesque.

 

One striking commonality among many of the darker fantasy series of recent years is that they are allegories of the collapse of feudal societies into early-modern ones, and draw much of their horror from faithful fictionalisations of the attendant mass violence. That is true of Martin’s A song of ice and fire, with which A game of thrones began, of Joe Abercrombie’s First law, and Daniel Abraham’s The dagger and the coin. It is right there in the Rings, in the end of the Third Age; just as the closing of the frontier haunts the westerns of the classical Hollywood era, but is brought out in violent moral ambiguity in the great revisionist westerns of the 1960s and after.

 

That is the respectable part of the legacy of Tolkien’s two published novels. The less respectable part is - well, Brooks, Eddings, Dungeons and dragons (until the pen-and-paper role-playing game scene matured, and particularly the great D&D computer games put out by Black Isle at the turn of this century) - and so on ad infinitum. I am, again, a happy enough consumer of this sort of thing, as I am of burgers and cheap lager. Yet they are characterised by, on the one hand, perfectly machine-tooled narratives - however complex they may become over the course of long series of novels - that are little more than fictionalisations of Joseph Campbell’s Hero with a thousand faces - and, on the other, vast overinvestment in endless world-building and lore. (Starting with 1977’s Sword of Shannara, Brooks produced not less than eight novels and seven series with names ending in “of Shannara”.)

 

This tedious pattern has, at length, spread into the wider culture. We need only think of the ‘Marvel cinematic universe’ - or is it now the Marvel cinematic multiverse? - which is just possibly now reaching the point of total soil exhaustion. Even the gloriously absurd gun-fu vehicle, John Wick, went down this useless path over the course of its sequels, with this year’s bloated and tiring fourth instalment hopefully to prove the last.

 

But Tolkien was patient zero for this sort of thing. His private papers included vast quantities of such lore, of course - the whole thing had begun as an experiment in invented languages and cultures - which he was not minded to publish. His son and literary executor, Christopher Tolkien, was not so circumspect, and we have had no end of inessential material sluiced into bookshops, including commentaries by Christopher himself.

 

To that we may add Jackson’s Lord of the rings movies, which are fine enough pieces of work on their own terms, but basically straightforward action flicks that miss nearly all of the ambiguities of the source material, and from that point of view amount to megabudget fan fiction; and his Hobbit movies, which drag that cute little book out to three interminably prolix epics, largely by ladling on extra lore from The Silmarillion and elsewhere. This is very much industrial culture - there is no Shire quite so scoured as Tolkien’s imagination. That is what the overproduction of lore gets you: endless excuses to create more, more, more, and the consequent diminishment of the original articles to mere trifles in a Borgesian library of infinite dimensions, but infinitesimal worth.

 

A worthwhile leftwing reckoning with Tolkien’s work must confront both these aspects: the strange, meandering, barely-even-novels on which his reputation as a writer stands, and the hypertrophic production they ultimately unleashed. (Not for nothing did some wiseacre on a long-forgotten Usenet group come up with the phrase, “extruded fantasy product”, to describe the endless pulpy Tolkienesques.)

 

Romantic

 

If we must make an ideological diagnosis of the Rings, we should call it reactionary-romantic - a preference for the rural over the urban, the artisanal over the industrial, the supposed organic unity of pre-modern societies over the double-freedom of anonymous capitalist society. Because it is a serious example of that outlook, whose mass success in spite of its narrative clumsiness and donnish archaisms is something like a black swan event, its critique is bracing and provocative, if we want to hear it - just as Marx admired Balzac’s reactionary novelistic critique of the French bourgeoisie. The wide but shallow ‘lorescapes’ that followed in the Rings’ wake - from Shannara to the MCU - are of interest largely as symptoms of a capitalist culture wholly extractive in nature.

 

A certain parallel is offered by the case of Richard Wagner - politically speaking now known largely as a vicious anti-Semite, but also (when liberalism, nationalism and socialism were not so easily teased apart as they were to become) a revolutionary of 1848. Tolkien disclaimed any inspiration from Wagner’s Der Ring des Nibelungen, but the parallels are striking with the Middle Earth novels as a whole: we find cursed magic rings, grim mechanised labour, dragons jealously guarding treasure, and all the rest. George Bernard Shaw, in his pamphlet The perfect Wagnerite, described Wagner’s opera cycle as a progressive version of that story of Age passing into Age: the overthrow of the gods of the old world by Man. It was not merely a fancy of Shaw’s: in 1912, the German Social Democratic Party celebrated an electoral advance by producing a postcard depicting “the Red Siegfried” slaying a dragon and securing victory in “the electoral battle”.

 


 

 

Wagner is rather less persuasively coded as a progressive these days, after his cooptation by Hitler’s regime, and also his absorption at length into the conservative classical music canon (learned music critics at the time were largely baffled by his bombast and alleged crudity - a point taken mischievously as a recommendation by Shaw). That is no reason to let him go easily - nor Tolkien. After all, Meloni and her fellow hobbit-campers cannot even agree with Varg Vikernes as to why Tolkien should be so inspirational. Are the immigrants the Orcs, or the ‘patriots’? Who cares, provided we get our revenge? So long as capricious gods rule over us, we will have need of Wagner; and, so long as humanity devours the rest of nature to produce the means of mass death, there will be something for us in Tolkien.

 

His descriptions of things, after all, are really good: they make you want to be anywhere other than here.

 

9.19.2022

Fascism on the rise in Europe

Op deze fraaie maandag een zeer bekijkenswaardige reportage van het Amerikaanse MSNBC over de verontrustende opmars van fascisme in Europa.

Zowel in Italië als in Zweden staan fascisten op de drempel van regeringsdeelname. 






9.11.2022

Christian Nationalism

Beste vrienden, 

Vandaag aandacht voor een verontrustend fenomeen in de VS, de groeiende invloed van het zogenaamde Christian Nationalism, een extreem-rechtse, racistische, theocratische ideologie.

Eerst en vooral, wat is Christian Nationalism?

 



Zeer interessant materiaal over dit kun je lezen bij the Baptist Joint Committee for Religious Liberty, Christians Against Christian Nationalism campaign en het Southern Poverty Law Center, the Poor People's Campaign.

Meer bij Christianity Today, the National Council of Churches en National Catholic Reporter.



Voor de liefhebbers, de platformtekst van Christians Against Christian Nationalists:

 

As Christians, our faith teaches us everyone is created in God’s image and commands us to love one another. As Americans, we value our system of government and the good that can be accomplished in our constitutional democracy. Today, we are concerned about a persistent threat to both our religious communities and our democracy — Christian nationalism.

Christian nationalism seeks to merge Christian and American identities, distorting both the Christian faith and America’s constitutional democracy. Christian nationalism demands Christianity be privileged by the State and implies that to be a good American, one must be Christian. It often overlaps with and provides cover for white supremacy and racial subjugation. We reject this damaging political ideology and invite our Christian brothers and sisters to join us in opposing this threat to our faith and to our nation.

 As Christians, we are bound to Christ, not by citizenship, but by faith. We believe that:

  • People of all faiths and none have the right and responsibility to engage constructively in the public square.

  • Patriotism does not require us to minimize our religious convictions.

  • One’s religious affiliation, or lack thereof, should be irrelevant to one’s standing in the civic community.

  • Government should not prefer one religion over another or religion over nonreligion.

  • Religious instruction is best left to our houses of worship, other religious institutions and families.

  • America’s historic commitment to religious pluralism enables faith communities to live in civic harmony with one another without sacrificing our theological convictions.

  • Conflating religious authority with political authority is idolatrous and often leads to oppression of minority and other marginalized groups as well as the spiritual impoverishment of religion.

  • We must stand up to and speak out against Christian nationalism, especially when it inspires acts of violence and intimidation—including vandalism, bomb threats, arson, hate crimes, and attacks on houses of worship—against religious communities at home and abroad.

Whether we worship at a church, mosque, synagogue, or temple, America has no second-class faiths. All are equal under the U.S. Constitution. As Christians, we must speak in one voice condemning Christian nationalism as a distortion of the gospel of Jesus and a threat to American democracy.




4.27.2022

the Far Right’s Bogus “War on Masculinity”

Vandaag een bekijkenswaardig stuk over Toxic Masculinity. Over de gevaarlijke maar vooral hilarische extreem-rechtse obsessie met zogenaamde 'mannelijkheid'. Een waanidee over hoe mannen 'behoren' te zijn. 





9.14.2019

Wat hebben wij met de Amazone te maken?

Kameraden en vrienden, we hebben allemaal de schrikbarende berichten gezien uit Brazilië. De Amazone, het grootste en meest biodiverse tropische regenwoud van onze planeet is in groot gevaar. Het woud absobeert zo'n 15% van het koolstofdioxide in de atmosfeer en is essentieel voor de stabiliteit van het klimaat op onze planeet.
De president van Brazilië, Jair Bolsonaro, is een klimaatontkenner (en dat is nog het vriendelijkste dat je kunt zeggen over dat sujet). Hij pleit er voor om de Amazone open te stellen voor de multinationals.

In een excellente paper zet GUE/NGL, de Europese Partij van Verenigd Links, niet alleen de situatie uiteen, er wordt ingezoemd op de rol van de EU in de bedreiging van het regenwoud.
👉https://www.guengl.eu/…/uploads/2019/09/explainer_amazon.pdf

 De Europese Unie is een van de grootste importeurs van mineralen, veevoeder en vlees uit Brazilië. De ontginning en productie hiervan dragen in belangrijke mate bij aan de vernietiging van grote stukken regenwoud.
De EU heeft recent een vrijhandelsakkoord gesloten, De grote Braziliaanse agro-industrie, met stevige banden met de extreem-rechtse regering Bolsonaro, krijgen hiermee vrije toegang tot de Europese markt. Het vrijhandelsakkoord zal een vernietigende impact hebben op het Amazonewoud en haar oorspronkelijke bewoners.


Volgende week uitgebreid aandacht voor Brazilië op Manifiesta, het Feest van de Solidariteit.

Meer weten:

Luc Vankrunkelsven schreef voor Mo*: Waarom het EU-Mercosur-akkoord voor Brazilië een vergiftigde deal is.

Sasha Dierckx van Denktank Minerva: EU-Mercosur handelsakkoord met Bolsonaro in Brazilië kan niet.

Solidair brengt regelmatig zeer lezenswaardige analyses.


8.04.2019

Ico Maly: 'Als we mensenrechten, democratie en verlichtingswaarden willen behouden, zullen we ervoor moeten strijden.’

Op deze fraaie zondag wijs ik lezers graag op een lezenswaardig interview in de standaard met Ico Maly.

Enkele passages:

‘Populisten als Donald Trump en Boris Johnson zijn niet het grootste gevaar. Dat situeert zich bij het wereldwijde netwerk dat achter hen schuilt, en vooral in de grote politieke evolutie waarvan ze de symptomen zijn. Alles ligt klaar. We leven in een tijd van verandering. Als we de mensenrechten, de liberale democratie en de verlichtingswaarden willen behouden, zullen we ervoor moeten strijden.’

‘De cocktail van internet en populisme gaat steeds sneller, harder en ongecontroleerder. Trump zoekt opnieuw aansluiting bij zijn extreemrechtse achterban, die sinds zijn verkiezing teleurgesteld is geraakt. Je kunt de logica perfect ontleden, maar daarmee heb je nog geen adequaat antwoord.’

‘Hij is al vijf jaar op campagne, trekt volle zalen, zijn achterban op sociale media is gigantisch. Ik denk dat hij het nipt haalt in 2020, ook al heeft hij kiezers verloren. Wat 2016 zo uitzonderlijk maakte, is dat hij rechts groepeerde, van extreemrechts over evangelische christenen tot islamofoben, de alt-right en alt-light en uiteindelijk ook de Republikeinse kiezer. Maar of hij nu wint of verliest, er is iets gecreëerd dat niet snel meer weggaat. Door zijn gestook komen we in een zeer toxisch klimaat terecht. Er moet maar één gek zijn hoofd op hol laten brengen en Ilhan Omar gaat eraan. Alexandria Ocasio-Cortez krijgt van de FBI iedere dag een waslijst met doodsbedreigingen.’
‘Trump communiceert voor zijn eigen achterban. Telkens als je reageert, wordt zijn boodschap ook verkondigd naar jouw achterban. Als politicus zou ik het zo veel mogelijk proberen te negeren. De media kunnen en mogen dat niet doen, maar staan voor een gelijkaardig dilemma: ook door desinformatie te ontkrachten, riskeer je ze verder te verspreiden dan ze op eigen kracht was geraakt. Ik zou pas reageren wanneer iets groot genoeg is.’
‘Zodra Van Langenhove door Tom Van Grieken op de kieslijst van Vlaams Belang werd gezet, wist ik dat hij het zou halen. Maar het interessantste is niet Van Langenhove of Van Grieken, wel wat achter hen schuilgaat. Het oude Vlaams Belang was parochiaal, geworteld in een rancuneuze hoek van de Vlaamse Volksbeweging. Van Grieken en Van Langenhove hebben de blik op een identitair Europa, dat is een heel ander verhaal.’
‘Sinds 1968 leven we in een periode van overgang. De wereld is instabiel en zoekt een nieuw model. Mei ’68 is de onttroning van het liberalisme als dominant systeem, zowel politiek als economisch. Sindsdien hebben we het neoliberalisme, opkomend nationalisme maar ook de antiglobalistische beweging gekend. Trump illustreert het failliet van de politieke orde die we kennen. Wat er komt, weten we niet. We zien wel al dat het centrum plat valt. Daar is niets meer. Het enige wat het centrum nog doet, is proberen te behouden wat er is. Kijk naar de Europese verkiezingen. De centrumpartijen lijden verlies, maar brengen hun posities in veiligheid. Ik vind dat in deze tijd een heilloze strategie. Je weet dat het daar niet zal stoppen. Je ziet het offensief van de identitairen overal tegelijk: in Washington, in Brussel, in Moskou. Ze winnen nog zelden, maar ze worden ook niet verslagen. Het succes van Emmanuel Macron in Frankrijk is geen eindoverwinning, hij is de voorlopige redding van het neo­liberale centrum.’
 
‘Ook als het om rechtvaardigheid gaat, moet je je niet vergissen van vijand. Een thema dat op het rechtvaardigheidsgevoel van veel mensen inspeelt, is goedkope concurrentie door Centraal-Europese werkkrachten met inferieure arbeidsvoorwaarden en dito sociale bescherming. Het antwoord van de nationalist is: migratie aan banden leggen, soevereiniteit heroveren op de Europese Unie. Maar dat is een vals antwoord, want zonder Europese steun zullen we onze goede arbeidsvoorwaarden al zeker niet kunnen verdedigen. Je moet de sociale bescherming juist opschalen. Als ook Polen beter betaald en beschermd worden, wordt je systeem stabieler. Het alternatief is een race to the bottom. Met mensenrechten gaat het net zo. Als ze niet algemeen gelden, worden ze uitgehold.’

 ‘Ik betreur de opgang van antidemocratisch rechts en ik vrees dat dat voor nagenoeg iedereen een slechte zaak is. Politiek gaat over de organisatie van de samenleving. Verschuivingen in denken en beleid hebben een reële impact. Ze zullen leiden tot een samenleving die minder goed is in het voorzien van een goed leven voor elke burger. Je ziet het overal om je heen. Ik ook. De werkdruk op universiteiten wordt stilaan ondraaglijk. Professoren zijn geprivilegieerde mensen. Wat moet het dan niet zijn om kassier te zijn in een supermarkt? Het neoliberalisme heeft het vrijwel vanzelfsprekend gemaakt dat alles moet renderen, maar je kunt ook streven naar een goed leven voor iedereen. Critici noemen de verlichting soms gevoelloos. Dat is ze juist niet. Het idee is: organiseer de samenleving rationeel en maak zo het goede leven mogelijk. Dat idee is compleet van de radar. We moeten werken tot we doodvallen.’

'De wereld kan beter. Ik ben nogal pessimistisch in de analyse, maar optimistisch in de strijd.


Lees het volledige artikel.







6.29.2015

Charleton, 'the 9/11 of the Black Church'

Op deze fraaie maandag, traditiegetrouw als we zijn, een filmpje. Deze keer een reeks filmpjes van Democracy Now over de terroristische aanslag in de VS.
Over de terroristische aanslagen van gisteren is er feitelijk nog niets zinnigs te zeggen, dus doen we ook niet. Vooral die moordpartij in Tunesië brengt terrorisme 'dicht bij huis'. Trouwens ook met verwoestende gevolgen voor de Tunesische economie. De verwoestende gevolgen als gevolg van het stijgende racisme zullen ook niet te onderschatten zijn. Maar bon. Veel te vroeg om commentaar te geven, buiten dan stellen dat het verschrikkelijk en schandalig is, al zal dat de media en het allegaartje van politici niet tegenhouden.


Een moordpartij op een Afro-Amerikaanse kerk door een blanke extreem-rechtse terrorist. Daar besteden we vandaag aandacht aan.



De moordaanslag brengt ook de 'zuidelijke vlag' onder de aandacht. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog werd een vlag gezwaaid door de voorstanders van de slavernij. De vlag werd een symbool van het reactionaire 'zuidelijke' racisme.
Dominee Al Sharpton over deze kwestie:
Scherpe woorden ook van dominee Jesse Jackson:

6.26.2015

Franco en Fabiola

Boudewijn en Fabiola, voor veel mensen roepen die nog steeds 'warme' herinneringen op. Het huwelijk was een echt koekjesdozenmoment. Een koninklijk koppel, katholiek, zij schreef sprookjes, hij trok bij overstromingen zijn botten aan om slachtoffers een hart onder de riem te steken. Dat ze wel heel erg katholiek waren, wisten de mensen wel, maar bon, er zijn ergere dingen in het leven.
Anne Morelli toont in haar nieuwe boek Franco en Fabiola aan dat Fabiola en haar adellijke omgeving met volle overtuiging kant gekozen hadden voor de extreem-rechtse katholieke dictatuur van Franco. En dat veranderde niets na haar huwelijk, integendeel bijna. Haar huwelijk was een onderhandelde match, een professionele ultra-katholieke matchmaker werd aan het werk gezet, Boudewijn zocht expliciet naar een Spaanse, waar de traditionele waarden nog hoog in het vaandel gedragen werden.
Fabiola werd, vanaf haar verloving, een marketingproduct om Spanje salonfähig te maken. Dat ze altijd naar Spanje trokken op vakantie is zeker geen toeval.

Het boek heeft een klein minpuntje, het lijkt me wat vlug vlug vertaald te zijn. Het voorlaatste hoofdstuk leest als het laatste hoofdstuk, maar er is nog een semi- herhalend laatste hoofdstuk. Maar bon, laat dat de leespret niet bederven. Het is een vlot geschreven boek, met nuance, en vooral van A tot Z gestaafd door wetenschappelijk onderzoek. Zoals we van prof. Morelli gewoon zijn.

Meer over dit boek bij EPO

Naar de betere boekhandel maar zeker ook naar de bibliotheek in uw buurt.

8.12.2012

neonazi's in het Amerikaanse leger

Kameraden en vrienden,

op deze fraaie zondag blijven we nog even stilstaan bij de extreem-rechtse aanslag in de Verenigde Staten. De aanslag roept steeds meer vragen op over de invloed van openlijke neonazi's in het Amerikaanse leger.





8.08.2012

extreem-rechtse terreur tegen sikhs

Kameraden en vrienden, enkele dagen geleden werden de Verenigde Staten getroffen door een zoveelste terroristische aanslag. Zes mensen werden afgeslacht door een voormalige militair.

De slachtoffers zijn Sikhs, een religieuze minderheid die het zwaar te verduren heeft onder het toenemende racisme en de toenemende islamofobie in de Verenigde Staten.



Hoelang mag extreem-rechts nog haat blijven propageren?

7.25.2012

een beetje politiek in Litouwen

Gisteren hebben we het gehad over de geschiedenis, vandaag gaan we eens kijken naar het Litouwse politieke landschap.

Op 11 maart 1990 riep Litouwen de onafhankelijkheid uit. Zoals in zo veel Oost-Europese landen was topprioriteit nummer 1 het zo snel mogelijk afbreken van zo veel mogelijk sociale verwezenlijkingen en sociale rechten, privatiseringen (een mooier woord voor het stelen of toe-eigenen van collectief bezit), en een vliegensvlugge integratie in de Europese Unie en van de NAVO.


Huidig president is Valdas Ademkus. De regering wordt geleid door de rechts-conservatieve Andrius Kubilius van Tėvynės sąjunga - Lietuvos krikščionys demokratai, TS-LKD. Hij leidt een coalitie van de rechtse christen-democraten, de rechts-liberale Liberalų ir centro sąjunga, LiCS, de evenzeer recht-liberale Lietuvos Respublikos Liberalų sąjūdis, LRLS en niet-partijgebonden technocraten.

Kortom een zootje niet-al-te-democratisch en autoritair rechts. Vrouwenrechten, holebi-rechten, de rechten van minderheden, allemaal van niet te groot belang voor deze regering.

Het 'verheerlijken van het Sovjet-verleden', het 'propageren van homoseksualiteit', allemaal strafbare feiten.

Foto: GillesV

5.08.2012

8 mei!

Kameraden en vrienden, vandaag het 8 mei, de herdenkingsdag voor de overwinning op het fascisme.





Een uitgelezen dag is na te denken over het fascisme, de gruwelen die het toen aanrichtte en vooral de bedreiging die het vandaag de dag vormt.

Griekenland, Frankrijk, Nederland, zijn maar enkele landen waar extreem-rechts recent hoge scores haalde bij de laatste verkiezingen.

Spanje, Portugal, Griekenland, Turkije zijn landen die in het recente verleden nog fascistische of extreem-rechtse regimes hebben gehad, landen in 'ons eigenste democratische Europa'. Dus laat u nooit wijsmaken dat fascisme iets is uit een ver verleden, lang vergeten.

Nu nog zijn er genoeg mensen die hopen op de terugkeer van een sterk regime. Nu nog zijn er genoeg antidemocraten die hopen op onverkozen technocratenregeringen of mensen die vakbonden en andere sociale organisaties vleugellam willen maken, mensen die mensen tegen elkaar uit willen spelen, die het 'eigen volk' of de 'eigen cultuur' superieur achten.

En maar al te vaak zijn er genoeg mensen die daar geen gevaar in zien.

3.21.2012

Internationale Dag tegen Racisme

Kameraden en vrienden, vandaag is het Internationale Dag tegen het Racisme. Speciaal daarom brengen vandaag Tim Wise, vooraanstaand Amerikaans onderzoeker én bestrijder van racisme.

Tim Wise interview with Christine Hudyma from Visual Media Services, EdCC on Vimeo.



Zijn onderzoeken bevatten veel elementen die ook voor ons land zeer interessant zijn. Vooral zijn analyse over 'post-racial liberals' is zeker het bestuderen waard. Die post-racial liberals gaan uit van de veronderstelling dat racisme aangepakt moet worden door gezamelijke acties en het uitwerken van programma die armoede en sociale ongelijkheid moeten aanpakken. Racisme zelf moet je niet gaan benoemen, want dat schrikt mensen te veel af, zodat ze zich niet meer gaan willen inzetten voor dingen die ook in hun belang zijn.